De Barakken. Strijd naar Lauweren. Koordedanser. Dinsdag, IC?" Oogst. O die kunstbeschermers MENGELINGEN. de handklappers zijn gemaliger geworden en liet Concert wordt beter gehoord. 2° Groote schieling mei den handboog, t r maatschappij Sle Sebastiaan. Deze schieting wordt gegeven zonder me dehulpvan het stadsbestuur en met liberale centen. Maar de kaloten, die niet wisten hoe hun programma vullen, hebben ge handeld alsof zij het waren die de schie ting uitschreven. Nochtans zij hebben liever hunne subsidie te Brielen te geven. 3° Groote prijskamp in hel bolspel, waarvoor hetschepenkollegie een hulpgeld van 150 fr. verleent, terwijl het maar 80 fr. vindt tot aanmoediging der schoone kunsten.'t Is waar dat er hier nog maals kwestie was éenen vriend te voldoen en eene booonezaak te maken. Nogmaals: Prijsdeeling aan de leer lingen der kostelooze meisjesschool. Iedereen weet hoezeer ons kalotebesluur deze school genegen is, waar onze werk manskinderen een schoon onderwijs ont vangen en tevens in alle slach van hand werk onderwezen worden. Ook heb ben de inwoners bewezen dat zij veel be lang stellen in de oefeningen door de leer lingen dezer school uitgevoerd en eene overgroote menigte woonde deze prijsdee ling bij. De kalotebladjes hadden met veel beslag geschreven dat voortaan op fooren en kermissen de markt zou te klein zijn om de barakken te bevatten die hier het volk kwamen verzetten. Wilt gij nu welen wat er zoo al te zien was? Twee portretkotjes, 3 schietkotjes, twee waarzegsters, twee wafelhuizen, eene ba rak van toerenmakers en paljassen, een spel van St Antonius en de hel, waar de zeuraars, de onrechtveerdigen, de men- .schenyervolgers in den ketel geworpen werden om door hel hclsche vuur vernie tigd te worden. Ook heeft dit spel hier niet lang mogen verblijven, want onze mees ters werden gewaarschuwd dat men daar te veel harde waarheden moest höoren en dat de toeschouwers hevig juichten bij elke veroordeeling. Dit kittelde in hun nen neus, en de duivel met zijnen ketel, zijne hel, zijn St Antonius moest maar gouw de plaats poetsen. Zij konden het over hun gemoed niet krijgen dat die arme duivel durfde roeper.: les tricheurs dans la mar- mite! dans la cliaudière les corrup- tears! En daar is nu een staaltje van hetgcne de volksbedriegers gedaan hebben om de neringdoeners een mooi stuivertje te laten winnen! Wij hebben hier de armza ligste kermis gehad die men ooit gezien heeft, geld werd er gebroken met hamers maar zij,die vroeger de liberalen beknib belden eif hu ben in alles willen naapen, hebben het verstand niet de feosten zoo danig te schikken dat er profijt uilspruite voor de neringdoeners en vermaak voor de vreemdelingen. De llle tentoonstelling door de jonge kunstliefhebbers gegevpn, heeft zoowel bijval genoten als de twee vorige. Zeer vele schilderijen en teekeningen waren tentoon gesteld in de benedenzaal van liet stadhuis; men heeft bemerkt, dat er nog eene zaal meer was dan verleden jaar, goed teeken dat de onvermoeibare werkers onverpoosd trachten te strijden naar lauweren. Mr Georges Colïyn heeft zijne portret ten wel gelukt, bijzonderlijk dat van wij len zijn vader Richard. Deze jonge kunstenaar vordert met rap pe schreden in de schilderkunst, 't Isjam- mer dat hij niet een paar jaren de lessen, volgt der schilderkunst te Brussel, Ant werpen of Parijs, hij zou ongetwijfeld on der de bijzonderste artiesten mogen gere kend worden. Met sommige zijner makkers ware het zelfde, wij hebben de tafereelen, naar Si- bert bemerktdoor Emile Bendel, zij waren zeer wel en levendig nagevolgd deze jon ge liefhebber doet rasse schreden in de schilderkunst, nog maar korten lijd in Antwerpen en reeds zulke blijkbare vorde ring. Wij hebben nog deze, van MM. Jules Vuylsleke, Alpbons Coutrez, Charles De- chièvre, Gustaaf Lahousse, Emile Haver land en andere, alle jonge liefhebbers in teekenen schilderen en beeldhouwen, en dewelke allen lofverdienen om hunne moe dige ondernemingen om de eer en do faam te genieten, om de lauweren te plukken door hun onverpoosd werken. Mochten zij in hunne strevingen geluk ken. Wij vernemen dat de kunstmaatschappij Strijd tiaar Lauweren zoo weinig sub sidie bekomen heeft van stad. Men zegt ons 80 fr. Terwijl men 150 fr. geeft aan boldersmaatschappijen; 200 fr. voor een concert aan het muziek van Wervik en 2000 fr. voor twee concerts door de gidsen. Bij de kaloten moedigt men veel het mu ziek aan en de kwakzalverij en gaaibollin- gen stelt men boven de kunst Tombola der Maatschappij Strijd naar Lauweren. 1904. Landschap, schildering. 1026. Steendruk print. 1538. Sleendrukprint. 1579. Zeegezicht, schildering. 1544. Steendrukprint. 1944. Kinderhoofd (bas relief). 1295. Steendrukprint. 1533. Leeuw, gebeiteldwerk. •1945. Zeegezicht, schildering. 1423. Steendrukprint. 1169. Het leven van M. Alph. Van- denpeereboom, boek. 1518. Rondzwervend muziekant,schil dering. 788. Einde winter, schildering. 1144Rozen, schildering. 1034. Landschap, schildering. 1589. Landschap, gebeiteldwerk. 1302. De zeevaart op Douver, schil dering. 1267. Borstbeeld, gift door M.G. La- piere. Zondag 21° Augusti, om 4 ure namid dag, zal de vermaarde Koordcdansc»*, Ipoliet Decat, de koorde dansen, in de herberg de MEENENPOORT, bewoond door Jean Boutten, DAARNA BAL. BURGERSTAND van den 12" tot den 19" Oogst 1892. Geboorten: Mannelijk geslacht, 7; Vrouwelijk id., 3. Huwelijken: Doornaert, Hendrik, meubelmaker, en Verledens, Maria, herbergierster.Doutre- luingne, Alphons, dienstknecht, en Valcke, Euphenia, dienstmeid. Sterfgevallen Dondeyne, Theophiel, 53 jaren, metser, echtgenoot van Amelia YVaterbley St. Jacobs- buiten. Casteleyn, Seraphien, 42 jaren, daglooner, echtgenoot van Lucia Simoen, Meonenstraat.— Moerman, Martinus, 78 ja ren, zonder beroep, echtgenoot van Maria Vervisch, Rijselstraat. Vandenberghe, Nathalia, 74 jaren, zonder beroep, onge huwd, Rijselstraat. Kinderen beneden de 7 jaren: Mamjglijk geslacht, 5; vrouwelijk id., 7. De T/iee St. Ghislam is de beste en de oudste zuiverste drank die het bloed reinigt. De doos fr. 1-25. De pillen met de thee fr. 1-50. EAU D'ANVERS. Voir annonce 6' page. Wreed. 'n Grappenmaker verstopte de buis van de waterpomp in den stal van een boer en vertelde toen aan dezen, dat zijne beste hoe op het punt van stikken was. Aan de grens.Douanier. Zeg eens, menheer, gij hebt zoo even verklaard dat ge in uwen reiskoffer niets hebt dan lijfgoed. Maar wat noemt ge dan die zes halve fleschjes cognac! Reiziger. Wel, dat zijn slaapmutsjes Toppunt der gierigheid. Dat wanneer een gierigaard op sterven ligt hij zijne kaars uit blaast voorgevende dat hij best in 't donker ster ven kan. Schoolmeester, tot de leerlingen. Wie weet waar 't onweder vandaan komt? Jongen. [Steekt zijn vinger op). Schoolmeester. Nu waarvan daan? Jongen. Uit grootmoeders boenen, want als 't onweert zegt zij altijd, dat weer beeft mij al lang in de beenen gezeten! Knechtenwereld. Mijnheer belt zijnen kamerknecht. Ehwcl, Jan, wat richt gij daar boven uit? Ik, mijnheer, niets! En Jef, wat doet die? Jef, mijnheer? Die helpt mijl In het leger. Officier. Zeg Trulle— •k

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1892 | | pagina 3