1000 MENGELINGEN.
De Kerk en den Werkman
Een uitstapje naar
Blankenberghe.
STADSNIEUWS.
comv£
Nr 348. N e Jaar* Zondag, 28n Oogst 1892.
Zondagsblad der Stad en het Arrondissement YPEHEY.
Men schrijft in:
te Yperen, Dixmucleslraat, iS.cn op al de postbureelen.
Alle affichen bij den drukker van dit blad gedrukt, worden
onvergeld in hetzelve geplaatst tot den dag der verkooping.
Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen
Vrijdag namiddag, vrachtvrij en onderleekend toe te zenden.
Voor de aankondigingen buiten West-Vlaanderen, zich te
wenden te Brussel' bij l'Agence //a®as,32,Magdeleinestr.,
of te Parijs, 8, Beursplaats.
ABONNEMENTSPRIJS VOOROP BETAALBAAR:
9-50 fr. 's jaar» voor de stad; 3 fr.vaor België.
Buitenlandsche verzendingen, 't port daarboven.
5 CENTIEMEN HET NUMMER.
Aankondigingen: 10 centiemen den regel.
Reklamen: 25 id. id. id.
Rechterlijke eerherstellingen 1 frank id.
Akkoord per maand of per jaar.
Toekomende week verschijnt de 3e en
4e aflevering.
Ziehier den inhoud:
Derde aflevering.
CO. Een paletot die brandt.
61. Half vol... en heel vol.
62. Een dakdekkersbaas.
63. De kleine beestjes en betalen niet.
64. Een jonge beenhouwer.
65. Mozart en Haydn.
6G. M. Garcin, de photograaf.
67. Op de Variétés.
68. Rond capitein.
69. 't Slecht wedergat.
70. De lot van den buurman.
71. üïtgaan en &Toiurjien
72. Hij had zijn geweer vergeten.
73. De 3 posthoorens.
74. Het jongsken van den hoed.
75. Een kostelijk avies.
76. Het gemist adres.
77. Het slim hondje.
78. Een bril om paternosters te lezeu.
Vierde aflevering.
79. Hij blaasde den drapeau!
80. Smeekschrift aan den Koning.
81. Op de Polygone.
82. Mijnbeer Vangroenselhqve.
85. Een arme blinde man.
84. Onze tegenvoeters.
85. De contributiën zijn verhoogd.
86. 't Is een duivel.
87. Eene zeldzaamheid bij Rotschild.
SS. Zij waren een jaar te late.
89. De advokaat en de vleescbhouwer.
90. Echatillons pantoefelgoed.
91. De canapé.
92. Een oproer te Parijs.
93. Het karretje van de grosse caisse.
94. Zij hadden den moor opgeroepen.
95. Een halve kilo gekapt.
96. Verniste stoelen.
97. Er was nog soep.
98. Een boer die purgeerde!
'k Heb in een Antvverpsch klerikaal
bladje dat men niet noemt gelezen
dat de kerk 'n dikke vriendin van den
werkman is, dat Jezus-Christus gezegd
heeft: Ge zijt allen broeders en zijne
volgelingen aan hunne slaven de vrijheid
schonken, dat bij het ontstaan van den
katholieken godsdienst de kelens vielen;
enfin, 'nen heelen rimram, zoo dom als
hij groot is
Neem de vroegste eeuwen, zegt de
klerikale tingeltangel, en ge zult zien dat
de kerk immer de kleinen en onmachtigen
beschermd heeft.
Ik ben gelijk de heilige Thomas; ik ge-
loof niets of ik moet het zien, en daarom
heb ik de vroegste eeuwen inoogenschouw
genomen.
Ja, podorie, de kerk beschermde toen
kleinen en onmachtigen! Zie, b. v. b., de
vorsten en heeren dier gezegende,vroegere
eeuwen, die slaven en slavinnen hadden,
hen met zwaren arbeid overlastten, hen
i ci Koclileii aio kudden |rijmg€k>».
om zich in hunne, smart te verlustigen,
hunne slavinnen lot het koelen van ige
driften gebruikten. En nevens die vorsten
en groolen vindt ge den priester, den ver
tegenwoordiger der kerk, die de tirannen
aanmoedigt met hun vooralle zonden,van
welken aard ook, de absolutie namens
God te schenken, op voorwaarde in rui
ling 'n geschenk, 'n stuk grond of 'n aan
tal slaven voor de kerk te ontvangen. Dat
was de bron der rijkdommen van kloos
ters en bisdommen; daarmede werden ker
kelijke slaten gevormd
Doen wij, zooals het klerikaal bladje,
en nemen wij latere tijden. Zie de pries
ters en andere kerkelijke lintwormen van
alle kleur en soort, en ge bemerkt dat ze
bet volk, den kleinen burger en den werk
man den laatslen druppel bloed afpersen,
onder den vorm van tienden
Maar waarom vroegere tijden ophalen,
zegt hel japdingenlje.
Ja, waarom Onzen tijd levert immers
bewijzen genoeg op, die de liefde der kerk
voor den werkman, in 'n klaar daglicht
stellen.
Neem de offerblokken en den St-Pie-
lerspenning, en ge zult zien hoe dè diena
ren der kerk den burger en den wroeter
uitbuiten, om met zijn duurgewonnen
centen te feesten en te brassen of 'n ouden
sukkelaar te Rome vet te mesten.
O, de kerk houdt toch zoodaning van
den arbeider,en daarom wordt zijn laatste
overschot dat zooveel waarde heeft in
Gods oogen, als dat van 'n rijke 's
morgens om 7 ure met wat wijwater be
sprenkeld en door nog halfslapende pries
ters, in negligé, met 'n paar woorden
latijn begroet.
O, de kerk is de beste vriendin van den
armen zwoeger, en daarom weigeren de
kIerikalen, onder hare leiding, den arbei
der zeerechten als mensch toe te kennen.
Niet waar, klerikale tingeltangel, dat
de kerk immer de kleinen en onmachtigen
beschermde?
Farceurs
Yperen, 27" Oogst 1892.
Zondag 11. heeft het muziekgenoolschap
der Oud-Pompiers een uilstapje naar Blan
kenberghe gedaan, dat als eene ware zege-
getocht mag beschouwd yvorden.
Bij de 300 eereleden vergezelden onze
dappere muziekanten.
Van 7 ure 's morgens reeds verdrong
zich eene talrijke menigte rond het lokaal
en wachtte met ongeduld het oogenblik
van het vertrek af; iedereen wilde het
jonge genootschap een bewijs van gene
genheid geven!
Rond 7 ure en half stelde de stoet zich
in beweging onder het vroolijk gespel van
't muziek en te midden eener onbeschrij
felijke geestdriftOveral op zijnen door
tocht \erwierf die stoet het deelnemendste
onthaal.
Niemand scheen te weten dat de Blau
we Kousen op het zelfde uur en in dezelf
de richting vertrokken, gevolgd door een
zestal mannen, die verre zijn eenigen in
vloed te bezitten, en de commissie uitma
ken van die kunstrijke maatschappij, die,
DE TOEKOM»