De Werkeloozen Nog een klerikaal werk. STADSNIEUWS. l\r 374. 32e Jaar. Zondag, 26n Februari 1893. Zondagsblad der Stad en het Arrondissement YPEREK. Kieuwsblad. ABONNEMENTSPRIJS VOOROP BETAALBAAR: 9-50 Fr. 'sjaal*» voorde stad; 3 fr.voor België. Buitenlandsche verzendingen, 't port daarboven. 5 CENTIEMEN HET NUMMER. Aankondigingen: 40 centiemen den regel Reklamen: 25 id. id. id. Rechterlijke eerherstellingen 1 frank id. id. Akkoord per maand of per jaar. Men schrijft in: te Yperen,Dixmudestraat, I8,en op al de postbureelen. Alle afticlren bij den drukker van di>t blad gedrukt, worden onvergeldin hetzelve geplaatst tot den dag der verkooping. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag namiddag, vrachtvrij en onderteekend toe te zenden. Vteor de aankondigingen buiten West-Vlaanderen, zich te wenden te Brussel' bij TAgence IIavas,ö2, Magdeleinestr., of te Parijs, 8, Beursplaats. Yperen, 25" Februari 1893. en het Ziehier wat een werkeloozeschrijft over de handelwijze der kaloten j egens hem en zijne ongelukkige gezellen Kameraden, Hoevelen onder u hébben de katholieken niet reeds honderdmaal hooren zeggen en a er geloof aan gehecht, dat zij alleen de vrienden en de verdedigers van den werk- man waren? Hoevelen hebben er zich niet door hunne beloften in het net laten vangen, en ongelukkiglijk hoevelen zijn er niet, die naar ons niet wilden luisteren wanneer wij zeiden, dat zij integendeel onze groot- ste vijanden en uitbuiters waren? Wilt gil daarvan nogeens het bewijs? Leest dan het katholiek Nieuwsblad van Zondag laatst en gij zult voor altijd daarvan overtuigd zijn. De gemeene kerel die in dit voddetje schrijft, noemt de werkeloozen die met den honger op het wezen verleden week naar het stadhuis werk gingen vragen, eene bende rasphuisbrokken, crapuuls, dronkaards en luiaards, die zich hebben i) laten opmaken. Ziedaar hunne volksliefde; in plaats van een woord van aanmoedur g, iu plaats van voor ons werk te vragen, schelden en belasteren zij de armen op den hoop toe. Ah, wij zijn luiaards, oud-veroordeel- dén, crapuul en nog al lieve dingen meer, maar wanneer gij tijdens de laatste ge- meentekiezing ons te drinken gaaft, ons opmaaktet om de liberalen af te ranselen en de stem bedeldet en trachtet af te koo it pen van dezen onder ons die kiezers waren, d dan waren wij deftige en eerlijke lieden, nietwaar, slechterikken? En voor wat crapuul, luiaards en veroor- s doelden aangaat, zie in uwe rangen, laste- raar, daar zult gij erbij dozijnen vinden, zelfs tot in de Kamers toe, en zoo gij het begeert zullen wij liet portret eens maken -» van eenige uwer vrienden, die maar ver- i) dienen door elk eerlijk menseh met den ii vinger gewezen te worden en die hier van niets spreken dan soupeetjes, dieneetjes en pateekens voor dessertanderen die in koetsen met twee paarden rijden, met afgetroggeld geld van oude versletene menschen. En nu, kameraden, aan u al dien smaad u aangedaan niet te vergeten,een dag daar- van die lafaards rekening gevraagd, en wanneer wij het algemeen stemrecht bezit- ii ten, den bezem gepakt en die slechterikken overal buitengevaagd en mannen van on- zen kant daar in hunne plaats gesteld. Een werkelooze Iedereen weet, wij hebben het reeds vermeld in ons blad, dat M. Constant Vandenbussche ontslagen is geweest van het ambt van toeziener dat hij bekleedde in de Akademie alhier, onder het ver maard bestuur van Colaert en compagnie. Het slachtoffer komt te sterven, na vele beproevingen der klerikale verdraagzaam heid te hebben onderstaan. Goede echtgenoot, deugdzame vader, hij heeft niet kunnen weerstaan aan de bloedige slag dien onze meesters hem hebben toegebracht. Hij kon deze on rechtvaardigheid niet overleven. Deze droevige dood zal misschien be rouw doen ontstaan in hel hart der beulen van M. Constant Vandenbussche; wij zeg gen misschien, want de klerikale bloed- dorstigen zullen nooit verzadigd worden. Onze jesuietisehe meesters hebben een slachtoffer te meer op hun geweien; maar dit maakt hen niets, want bij hen zijn de liberalen geene menschen, zij zijn aanzien als het schuim der samenleving. Ziedaar nu een braven vader, ter eeuwi ge ruste gedragen, gevolgd van eene be drukte vrouw en kinderen, van bloedver wanten en vrienden, die allen zijn lot beweenen. Moeten die zachtaardige, lief lijke, kristelijke lammetjes van kaloten niet zeggen; Het is onze schuld Ziedaar ons werk Men herinnert zich nog dat M. Colaert inden gemeenteraad zegde, met eene zekere fierheid, dat hij ALLES op zich nam, zal hij deze dood ook op hem nemen De begraving heeft Donderdag laatst plaats gehad, een groot getal vrienden en kennissen woonden dezelve bij en de beer Van Eeckhoul, Voorziiler van den Werk- rechtersraad, waarvan M.Vandenbussche greffier was, sprak de volgende lijkrede uit; MIJNHEEREN, In naam der leden van den Werkrecli- tersraad van Yperen koom ik lieden een droevigen plicht vervullen. M. Constant VANDENBUSSCHE, onze geachte en zoo beminde Greffier, komt ons plotselings ont rukt te worden. i) Vóór het gapend graf dat zich eeuwig op hem gaat sluiten,-vergunt mij eenige ston den aandacht. De man die daar nu ontzield vóór ons ligt, was ons aller een vriend door zijne dienstveerdigheid en bezorgdheid in liet uitoefenen van zijn ambt; hij was ons eenen leidsman in het vervullen onzer taak, en de moeielijkste gevallen welke zich voordeden wist hij altijd op eene voldoende wijze op te lossen, en wij mogen hier plechtiglijk ver klaren dat de VYerkreclitersraad van Yperen aan de onvermoeibare medewerking van Greffier VANDENBUSSCHE grootendeels zijn luisterlijken toestand te danken heeft. Ook is zijn afsterven voor ons allen een allergrootst verlies en wij zullen hem in het vervolg nog zeer dikwijls te kort vinden; daarom ook zal hij immer eene plaats heb ben in onze dankbare harten en zijne nage dachtenis zal bij ons in zegening blijven. Z. M. de Koning heeft ook zijne bewezene diensten beloond met hem de Burgerlijke medaillie van eerste klas toe te kennen. i) Onze vriend Constant was niet alleen een voorbeeldige ambténaar, maar nog een onschatbare echtgenoot en vader des huis- gezins. Wij deelen in het leed waarmede zijne beproefde familie komt getroffen te worden, want zij verliest in hem haren steun en geleider, en wij allen eenen vriend, want hij telde bijna geene vijanden, en de weinige die hij er zou kunnen gehad hebben zullen hunne afkeuring vinden in de open bare hulde die wij hier heden (op den boord van 't graf) brengen aan den man van eer die in alles en aliijd zijne plichten onberispelijk vervuld heeft.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1893 | | pagina 1