Examens. Kostgang. Men heeft berekend Va» alSes wat. HELST, En ziehier nogmaals een hunner plaas ters Wij hebben over eenige dagen verno men dat de militaire broodbakkerij naar Brugge verplaatst is; dus, zooveel mannen minde»., zooveel nering minderdoor de zorgen van onze katholijke meesiers. Heden vernemen wij dat het militaire hospitaal eerlang naar Meenen zal over gebracht wordenzooveel personeel min der, idem zooveel nering minder. Nog- eens omdat onze vermaarde kaloten goed zorgen voor de nijverheid en handel van stad. Yperlmgen, Onthoudt goed de weldaden welke de kaloten doen voor uwe stad denkt dik wijls dat zij geen ander inzicht hebben dan u te bedriegen. In de kerk zitten zij met de armen open voor het kruisbeeld, willende doen doorgaan voor kristene menschen en, slechts de kerk verlaten hebbende, denken zij reeds om menschen te bedriegen. Wat moet men zeggen van zulk volk en welke naam moet men er aan geven Zij zien altijd eene strooi in de oogen van een ander en gevoelen nooit de balk welke hunne eigene oogen belemmeren. Ziedaar kalotestreken. Mijnheer ALBERT BOSSAERT, Oud- Leerlingvan hetStadskollegievan Yperen, komt zijne laatste exaam met sukces van doktor in de rechten af te leggen, \oor de Jury van Luik. Onze beste gelukwenschen aan den jon gen advokaat. Dat hij moge, gelijk zijnen eerbiedwaardigen vader, een langen, eer lijken enrechtvaardigenloopbaan genieten! Mijnheer ARTIIUUR DESCHACHT, zoon van den Bestuurder van onze Middel bare schooi,van wien wij reeds zijne schit terende uitslagen aangestipt hebben, be haald in de algemeene prijskampen van middelbaaronderwijs van hoogsten graad, komt nogeens tc onderscheiden in zijn in- gangs-examen in de Militaire school,sectie der bijzondere wapens. IJij is den 31" ge rangschikt op 35 aangenomene leerlingen. Dezen uitslag is merkwaardig wanneer men denkt aan het getal mededingers, dat beliep tot 425. Ons oud Stadskollegie, afgeschaft op eene enkele stem na door onze schoolaf- brekers, heeft tot op het laatste oogenbiik zijne eerlijkheid en hoogachting behouden, zooals het altijd roemrijk bekend was in 't gansche land door,en de Yperlingen heb ben het zien verdwijnen met een verkrop pend hart. De jonge lieden die van den buiten ko men om bet nieuw Kollegie bij te wonen, kunnen, in een goed burgerlijk huisgezin, de maaltijden en, als het noodig is,nacht verblijf bekomen, aan een zeer genadigen prijs. Voor verdere inlichtingen, zich te wen den bij den drukker van dit blad, Dix- mudestraat, 18. dat er niet min dan 860 talenen 5,000 dialecten of gewestspraken zijn... die van onzen confrater 't Nieuwsblad er niet bijgerekend. BURGERSTAND van den 6a tot den 13d October 1893. Geboorten: Mannelijk geslacht, 4; Vrouwelijk id.7. Huwelijken Bekaert Pieter, daglooner, enWoussen, Leonia, zonder beroep.-— Meersseman,Theo- phiel, klompenmaker, en Lefieuw, Rosalia, dienstmeid. Sterfgevallen Deconinck,Lodewijk, 65 jaren, daglooner, weduwaar van Rosalia Lemahieu, Korte Meerschstraat.Nuyttons, Maria, 49 jaren, huishoudster, echtgenoote van Lievinus Val- laeys, St-Jacobs-buiten. Vanacker, Ceci lia, 67 jaren, zonder beroep, echtgenoote van Karolus Masschellin,St-Nikolaasbuiten. Kinderen beneden de 7 jaren Mannelijk geslacht, 1; Vrouwelijk id. 4. den 12" October 1893. Beminde lezers, Reninghelst is toch eene gelukkige paro chie, zij is uitverkoren in vele wondere din gen, bezit een raar Staal, niet groot maar wonder wel gemaakt die cenen uitverlezene is in de welsprekendheid en daarbij heeft het eene bijzondere boosheid die boven vele andere gaat. Over veertien dagen deed hij een reizelte naar Francfort om te zien wat het hommelke daar al deed naar deze streek doorwandeld te hebben zonk bij af al den Alsace-Lorraine eene voornaamde lioppestreek en zag ze ook goed af en vertrok van daar met zijne veste vol nieuws naar Stambruges. Na een kort verblijf kwam hij al stilletjes naar het vrouw- ke. Bij zijne intrede wenschte hij haar den goeden avond en zegde weigevonden vrouwke. Wel gekomen mijnen braven man, zeg de zij al lachen, en hoe hebt gij gevaren op uwe reize Mijne goeie vrouw extra ordinaire wel. Te beter man, mam.' gij hebt de kom- plimenten van O patate en zij hebben gist o ren den eersten steen geleid van de hoppe- presse en zij hadden geerne had dat gij ook den uwe legde en ik heb gezeid dat gij niet t' huis ea was. Gij hebt heel wel gedaan van dat te zeggen en ik was blij dat ik niet t' huis was, want gaan om eenen eersten steen te leggen alshetgebouw reeds een manhoogte gemaakt is dat en houdt maar weinig in. Den Zondag nadien deed het Staal gde plaatse rond met de porte-feuille in d'liand, vol depechen en brieven en hadde meer als eenen dag noodig om ben het nieuws to ver tellen van de beide hoppestreken. Op de klein uurtjes rochte men bij Bedeel been houwer en zette het zelfde uiteen van zijne reize, het volk was kurieus en zetten hen alle dichte bij hem om het al welteverstaan, het bakkertje viel het Staal in de reden en waren seffens in gang van het brood, het bakkertje deed nog al zijn beste om het Staal te overkraaien maar het en kon niet hel pen. Het Staal zoo levendig als poeier en om het hem te doen bewijzen dat zijn vrouwke beter brood kan bakken als de bakkers, zou ik morgen hier komen met een brood en open snijden om u het te laten zien wie van ons de waarheid zegt. Door het geweldig klappen om meester te blijven recht bij hem en er vloog eenen hoop uitboorling uit den gruismolen in den broek. O Jé Jesus Marie, zegde bij, wat is er mij gebeurt en zet hem neer. Men zag allicht eenen rooden doom en el keen begon zijne neus toesluiten met den vinger en de duim, en den baas vroeg omdat elk hadde willen voortgaan. Jan ging voren en verbergt hem in de logie een staptje ver der en het Staal volgd en komt bij mij, het was donker, maar ik zag toch zijnen broek afspelen en schudden om het uit te krijgen en hij zeide. ten kan niet gaan het houd aan gelijk eenen pekplaaster, en vertrekt al het klein straatje en Jan al de groote, legt hem onder den druivenboom, het Staal komt aan en klopt. Doe maar open, zegt hij, het is ik, in het binnen gaan vraagd zij maar welk voor eene aardige en verneufde reuk hebt gij mede. Ik zal u mijne gevarenis vertellen, in het neer komen van de hoogte hoor ik een geruisch die naar mij komt en met een slag ben ik met mijn hoofd in den grond gedowen, ik stortte een vurig gebed maar van schrik ontvloog er mij eentwat door de pressing van gestoopente zijn ging geheel de doening open en kliste bet aan bet lijnwaad. Man dat noemt men vente-vrouwe, dat kan met iedereen gebeuren, maar het moeste algelijk nippend aan de boord gezeten heb ben om het zoo haast uit te vliegen, nu het is zoo, om kort te maken, speelt het al af en draai het in een bondelke en leg het ginder in den hoek. Ik zal uw versck lijnwaad uitleggen en daarna gingen zij te zamen al lachen naar den dodow. JAN STRAAL. Eene waarzeggep&hisiorie. In een dorp uit Vlaanderen, dicht bij Yperen, komt T

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1893 | | pagina 2