MENGELINGEN.
ons de volgende zonderlinge historie overge
waaid
Bij eenen neringdoener van het dorp kwam
iemand een bankbriefje van 100 fr. wisselen.
De vrouw uit den huize legde het kostelijke
papiertje in de kas der achterkamer. Twee,
d.iie aanwezige klanten uit de buurt bleven
nog een praatje voeren, endaarmêe punctum.
Denzelfden dag nog, of 's anderensdaags,
bemerkte men, dat het bankbriefje was gaan
vliegen. Was het gestolen? zoek geraakt? te
goed weggestopt? of in de stoof te rechte ge
komen? Ziedaar zoovele vragen, waarop men
het antwoord schuldig bleef.
Wat gedaan, om nieuws vau de 100 balle-
kens te bekomen? Voor de heilige Antonius,
patroon der verlorene zaken bidden? eene
novene houden? bij de witheeren of de Kaart-
huizers te rade gaan? eene bedevaart onder
nemen of kort en goed den commissaris van
het gebeurde onderrichten?
Welja, morgen brengen!
Madameke X.... de vrouw van den nering
doener, die, 't zij ter loops gezegd, misschien
het fanatiekste getrek van het dorp is, wist
dat veel slimmer te overleggen. Hop, schop,
trok zij hare beste kleeren aan, gezwind liep
zij naar de statie en met den eerstkomenden
trein ging zij naar Yperen, omom
wel om eene waarzegster te raadplegen!
ja, ja, lezers, om bij eene waarzegster te
gaan vernemen mits betaling natuurlijk-
waar het lieve, mooie-banknootje van hon
derd voetjes was versukkeld!
Of 't niet is om dood te vallen van lachen,
als men zoo'n kolossale ezelarijen ziet gebeu
ren!
Maar, hier krijgt de historie eenen liate-
lijken kant.
De waarzegster namelijk wist te bevesti
gen, dat de 100 fr. gepikt waren, en dat de
eerste vrouw met zwart haar, die na. Ma
damekens terugkomst op den winkel zou ko
men, welnu, dat het die vrouw was, die het
bankbriefje gerobberd had!
Gansch gerustgesteld, en aan de woorden
der waarzegster als aan 't bestaan van den
hemel geloovende, trok de fanatieke soos
huiswaarts, met den zoeten troost van nu
weldra de diefegge van haar geld te kennen.
Geen kwart uurs was ze terug achter haar
toonbank, of eene gebuurvrouw met zwart
haar, de vrouw van een onzer goede libe
rale vrienden kwam binnen om eene en
andere kleinigheid te koopen.
Hoera! de dief was gevonden!
De waarzegster had waarheid gesproken!
Het spreekt van zelfs, dat Madameke maar
kortaf en bitsig was tegen de veronderstelde
robberaarster van haar geld, iets, waar
de gebuurvrouw maar om den drommel niet
wijs kon uit worden.
Het slot van deze historie laat zich natuur
lijk raden.
Tien minuten na dit onderhoud kenden de
meeste geburen het wonderlijke geval; eene
halve uur later wisten het al de menschen
van het dorp, dat de vrouw van onzen libe
ralen vriend de 100 fr. van Madameke X.
liad gestolen en dat het door eene waarzeg
ster was aan 't licht gebracht!
De onnoozel betichte vrouw is droevig in
den hoogsten graad, haar man is razend en
zoekt naar de gelegenheid om een' ol anderen
gebuur bij zijne venijnige, lange en lasteren
de tong te pakken, maar in afwachting,staat
de vrouw met haar zwart haar toch bij
groot en klein voor eene diefegge geboekt,
en zou men ze haast met vingers durven wij
zen!
Twee puntjes slechts hebben we bij deze
historie op te merken.
Eerstens: menschen, die bij waarzegsters
loopen, om door dezer bemiddeling ongeken
de en geheime dingen te vernemen, moesten
zonder complimenten naar Gheel, sectie
der razende zotten gezonden worden.
Tioeedens: waarzegsters, die zóó de men
schen op stoopen trekken, die zóó de eer en
reputatie van treffelijke burgers benemen,
moesten publiek gegeeseld en gebrandmerkt
worden. Ze zouden het om den duivel niet
gestolen hebben!
Eetie zoiidcrlSttge wesHdeascSaap.
In een herberge te Schwanberg (Duitsch -
land) ging een student de weddenschap aan,
vijf zijden halsdoeken in stukjes gesneden en
toebereid met olie en azijn, op te eten. Een
der voorwaarden voor de weddenschap was,
dat de nieuwe saladesoort ia zes minuten
moest opgegeten zijn. De jonge man won de
weddenschap glansrijk. De arbitters, die met
het liorlogie in de handden maaltijd bijwoon
den, constateerden dat alles in vijf minuten
vijf-en-dertig seconden schoontjes was op
gepeuzeld en dat de man nog tijd had een en
ander met tien glazen bier te bevochtigen.
Of 't hem bekomen zal?
Ciecas feffiüeu seeira pnpiei». Twee der
grootste papierfabrieken van Engeland heb
ben bekend gemaakt dat zij, bij gebrek aan
kolen, hunne werkhuizen moeten sluiten.
De voortbrengst der twee fabrieken is zoo
groot, dat er wel gebrek aan papier zou kun
nen ontstaan, waardoor de londensche druk
pers in verlegenheid zou geraken.
Dure duiven.
In een restauratie op een der boulevards,
overhandigt-de gargon den jeugdigen vicornte
de Gobetout de nota.
Wat, ge brengt me voor 'n gebraden duif
tien frank in rekening?
Ja, Mijuheer.
Toe, geen scherts. Was er dan iets bij
zonders aan die duif
Zeker, Mijnheer.
Maar wat dan, als 'k vragen mag.
't Was een reisduif.
Voor de rookers. Dokter Gautrelet van
Vinchy heeft een middel ontdekt om tabak on
schadelijk te maken voor mond, hart of zenu
wen zonder hem zijnen geur te ontnemen. Eene
kleine hoeveelheid wol wordt meteen zeker zuur
bevochtigd en nadien in de opening van pijp of
cigarenkoker geplaatst. Aldus wordt de invloed
van nicotine totaal vernietigd Daardoor wor
den niet alleenlijk de meeste nadeelige gevolgen
van het gebruik van tabak voorkomen maar ook
leverziekte, hoofdpijn, bevuilen van'de longenz.
Op de foorklein mieke.— Hebt gij ge
zien, vader, dat de tooveraar een stuk van vijf
franken in eene bloem deed veranderen
vader. Och, liefje, uwe moeder kan nog
meer. Zij kan een briefje van honderd franken
in eenen hoed veranderen.
Bij zomerdag. vroüw tot haren zwaar
lijvige» echtgenoot. Kom, beste man, zet
u hier opdat ik mij in uwe schaduw plaatse.
Verschil van zienswijze. Een man
was in hechtenis genomen wegens diefstal.
Niet genoeg, zeide de rechter tot den
schuldige, dat ge in de restauratie gegeten hebt
zonder te betalen, maar ge hebt het zoutvat en
de lepels ook meegenomen.
Dat heb ik gedaan, mijnheer de rechter,
maar dat ik bet zoutvat en de lepels meenam,
was uit eerlijkheid.
Uit eerlijkheid!
Ja, ik wilde ze naar den berg dragen
dan had ik geld om het eten te betalen.
De rechter zag dat zoo niet in.
Man Kom eens vrouw in het salon is een
heer die om de hand van een onzer dochiers
vraagt, een wijnkooper.
vrouw Een wijnkooper, Goddank die zal
het oudste merk wel kiezen.
Gemoedelijk, rechter (Ironische tot den
aangeklaagde) Nu, wij kennen elkaar al van
vroeger.
aangeklaagde O ja, zeer lang reeds. En,
hoe gaat het met de vrouw en de kinderen.
Wel te pas?
Zij had ze nog.—zij Ik weet toch waarlijk
niet van wie onze dochter die kwade tong geërfd
heeft. Van mij toch al zeker niet!
hij: O,neen, want gij hebt de uwe nog!
Eene toestemming .—flik Gelooft gij dat
er honden bestaan, die slimmer zijn dan hunne
meesters.
flak Dat geloof ik zeker. Ik bezit zoo 'n
hond.
ïHet omzichtigheid.Een koetsier voert
eenen dikken heer, die onderweg, in het rijtuig,
aan eene bloedopdrang sterft.
De koetsier rijdt naar het dichtbijgelegen po-
liliebureel, waar men vaststelt dat de doode
Mertens heet en in de Haasslraat woont.
Men gelast den koetsier de vrouw met bet
ongelukkig nieuws bekend te maken.
Met veel omzichtigheid, beveelt de politie
commissaris.
O! reken op mij.
De koetsier legt de zweep over de paarden en
is weldra in de Haasstraat.
In het balkoen van het aangeduide huis be
vindt zich eene vrouw.
He daar, roept de koetsier, zijt gij soms
de weduwe Mortens.
De vrouw is ten uiterste verbaasd.
Ik ben mevrouw Mertens.
Dat :s niet zoo. De weduwe...
Maar...
Nu, willen wij wedden dat ge de weduwe;
Mertens zijt. Usv man-is daar dood gevallen..