Nieuwe vervolgingen. De zuiverheid en de eerlijkheid der kaioten. KOST GANG. pöpëbhgh£ WE8TOUTER, Alle weke nieuwe vervolgingen en verdrukkingen door de overheerscher.de zwarte mannen uit het kanailjevolks- kwartier, (zouden de kaloten zeggen). In de maandelijksche kapel, alwaar de vrouwen moeten tegenwoordig zijn om een brood te ontvangen, zijn zij verplicht een Vader Ons en een Wees Gegroet te le zen, daarbij nog alle drie maanden moeten te biechte gaan om te vertellen wat er om gaat in 't huisgezin, 't zij van hunne mans of kinderen,'t zij van een ander huisgezin, om te gemakkelijker te weten den staat van sommige huisgezinnen, aan wie zij de broodrooving willen opleggen. In dezelfde kapel, was er verledene week eene vrouw (wiens dochter ongelukkiglijk eene bevalling had), openbaarlijk aange sproken, uitgescholden, gebroodroofd en ter kerk uitgejaagd Zou men niet zeggen als een huisgezin vermeerdert, men niet meer noodig heeft brood te eten. Bij ons is het gansch ver keerd maar bij de dikbuikige lieden ver slaan zij het anders: Alles voor zich zeiven en niels voor een ander, zooals men het dagelijks ondervindt. Dezelfde geldzuchtige lieden zijn bezig met onderzoeken dat, alwie bevonden wordt dat hun man of zoons in de Maat schappij Oud-Pompiers is, ook zal gebrood roofd worden. In de laatste biechte was het ordewoord; want men weet dat de dib- ben altijd tegen elkander vertellen op een eeuwig zwijgen. Zij vragen onophoude lijk zonder schaamte, over zaken die in ■den biechtstoel niet gezegd mogen worden volgensde voorschriften; dus, zij gaan hun ne kerkelijke plichten te builen; maar ja, zooals in andere zaken, vagen zij wel hunne bollen aan die voorschriften om hunne goesle te doenmen heeft reeds zooveel van die dingen gezien waarover men stom stond van het te vernemen of te zien. Heden verrichten zij meer werk in den burgerlijken stand dan in den geestelijken! 't Zij in zake van scholen, maatschappijen of kiezingen, alles wordt er verricht en gekonkelfoest door de geestelijken, en daardoor worden zij van dag lol dag meer en meer verracht door hun eigen volk. ■Ook is het hunne schuld, want dat zij ■deden wat zij moeten doen als rechtzinnig heilig man, zouden zij de liefde en gene genheid van het volk verwerven. Wie hier leelijk op't nest betrapt werd, dat is 't Journal d' Ypres, het laagste en walgelijkste, hel snoodste en onbeschofste klerikaal vodje, dat onder de kap des he mels te vinden is. De kadoddersscholen werden hier door de kostelooze stadsjon- gensschool zoo deerlijk geklopt in de laat ste prijskampen, dat al de kwezels, pilaar bijters en wij waterlek kers de geelzucht er van gingen krijgen. Doch 't Journal, 't oneerlijkste aller klerikale logenpapier- kens, wist wel raad voor dat verdriet. Plet schreef gansche kolommen, goochel de met cijfers dat het een plezier was om te bewijzen dat de japscholen de beste wa ren. Daardoor moest het ongelukkiglijk liegen 'lijk een tandentrekker en de heer Bestuurder der stadsschool, die precies ook op de wereld niet is om zich te laten op de eksteroogen trappen, stuurde het lo- genbladjeeenen brief met terechtwijzingen, die het bijna deden stikken van woede en razernij. Om zijnen toestand wat te ver bloemen heeft het dien brief in brokken en stukken afgekondigd, versmacht onder een voer snoodheden, logen en hatelijken laster. In plaats van de eenvoudige lijst, door den heer Verduyn opgegeven af te kondigen, fabrikeerl het zelf eene lijst, waarop het, elk vak, de zeven leerlingen der katholieke scholen, die in elk vak 1 of "1 of 3 punten behaalden en dus de laatste waren, voorzichtigheidshalve uit liet en dood zweeg. En dan nog moet het bekennen dat de stadsschool, zelfs in die voorwaarden, een middengetal punten heeft, hooger dan dat der kadodderscho- len. Men kan aan zijnen elleboog voelen hoe woedend het is tegen den heer Ver duyn en hoe het tracht hem met een hee- len reesem snoodheden, lagen en laffen laster te schaden. liet krabbelde maar 15 kolommen vol om zijnen neger, de jap scholen, wit te krijgen. En nog Was 't verloren arbeid. De jonge lieden die vato den buiten ko men om liet nieuw Kollegie bij te wonen, kunnen, in een goed burgerlijk huisgezin, de maaltijden en, als het noodig is,nacht verblijf bekomen, aan een zeer genadigen prijs. Voor verdere inlichtingen, zich te wen den bij den drukker van dit blad, Dix- mudestraat, 18. MAATSCHAPPIJ Burgerwacht van Yperen SCHIETING van Donderdag 2n November. gewoon blazoen. Boedt Leon 25 25 20 25 25 120 Ligy Albert 25 25 20 25 25 120 FröidureEug. 20 25 20 25 25 115 Masscbeleyn A. 20 25 20 25 20 110 Gaimant Arth. 20 25 20 25 20 110 Butaye Arth. 20 25 25 20 20 110 VanthollH. 25 25 25 15 20 110 BURGERSTAND van den 27 October tot den 3 November 1893. Geboorten: Mannelijk geslacht, 4; Vrouwelijk id. 2. Sterfgevallen Onbekende van het mannelijk geslacht, schijnende van 70 tot 80 jaren. Ryckier, Franciscus, 73 jaren, schoenmaker, echtge noot van Maria Parrein, Meenenstraat. Vandenberghe, Maria, 86 jaren, dagloonster, echtgenoote van Franciscus Tresy, Meenen- straat. Verhaegke, Desiderus, 54 jaren, daglooner,\vedu\vaar van Clemencla Rubert, Meenenstraat. Moreel,Carolina, Tijaren, dagloonster, echtgenoote van Karolus Van denberghe, Meenenstraat. Kinderen beneden de 7 jaren: Mannelijk geslacht, 1; Vrouwelijk id. 0. Beëedige hophooplieden. Men meldt uit Poperinghe dat tusschen de hopplanters eene vereeniging tot stand is gekomen, voor doel hebbende de faam der Belgische hop staande te houden. De reglementen zeggen onder anderen: Elk deelnemer verbindt zich, eene boete van 2000 fr. te betalen, in geval hij eenig bedrog heeft gepleegd. De inpakkers moeten onder eed, afge legd voor den vrederechter, heioven nooit bedrog te plegen of daartoe te helpen, zelfs niet met vreemde hop. Niemand zalmogen helpen bij bet onder zoek van zijne eigene hop of die van zijne bloedverwanten. den 1 November 1893. Heeren Westouternaars, De Muilezelraad is overeen gekomen den raad te veranderen in onafkankelijken raad, bestaande uit negen leden onder het voorzit terschap van paterdag; de andere aebte zijn: het menschdombeenhouwer en doctoor in de kruiden der aarde; Né beenhouwer pater- jood en ontvanger; Joosje ovenkoeke;kazak- ke pootloot; den beurzeschnijder peter van den ontvanger;Pé beenhouwer met een beur ze uit; den geplekten beenhouwer die met eenen ouden pot eenen jongen opgedaan heeft, en den gekruldenezelkop. Na dat zij allen den eed afgelegd hebben neemt den heer Voorzitter het woord en be dankt de vergadering voor hunne goedheid dat zij hem op deze plaatse gezet hebben. Wat meer is, geliefde medebroeders, wij moeten ons laten zien in onze werken dat wij

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1893 | | pagina 2