Bericht. l II ÊNIN G H ELST MARKTPRIJZEN mogelijk. Ook bij zijne verschijning is alles leute en de serieuste moeten toch lachen. Voegt daarbij een altijd versch repertoir en eene achoone Keus van kluchtliederen, op eene volnaakte wijze voorgedragen, na dat moet menbekennendat, in die voorwaarden, M. Dekemper het troetelkind van het publiek is en men hem reeds bij zijne optreding toe juicht. M. Stiauwen, als pianist-begeleider, heeft wonderlijk de artiesten terzijde gestaan en verdient evenveel lof. Het instrumentaal gedeelte van het pro gramma werd door de artiesten-liefhebbers der maatschappij vervuld. Bij dezen zullen wij vooreerst M. Hendrik Lambrecht aan halen, c!arinet-solo, die met veel gevoel en met evenveel zuiverheid een concertstuk heeft uitgevoerd. Het was al een tijd geleden dat wij het genoegen niet meer gehad heb ben hem te mogen hooren in een gemoedelijk stuk, en de toejuichingen die hij heeft beko men, moeten nem bewezen hebben hoeveel plezier hij heeft gedaan. M. Camiel Rabaut heeft ons, op eene zeer aangename wijze, verrast met zijn air-varié voor saxophone. Wij kenden hem dit talent niet dat hij aan den dag heeft gelegd, en wij bieden hem onze beste gelukwenschen aan voor zijne keurige uitvoering, 't Is een onzer goede muziekanten en de Plnlkarmonie mag voorzeker een artiest-liefhebber te meer bij haar tellen. De walsch les Mèsanges is schitterend weêrgegeven geweest door MM. Camiel Iluys en Arthur Oreel. Wij zijn reeds dik wijls in de gelegenheid geweest den eerste - noemde lof toe te zwaaien en wij zijn geluk kig zijn aanhoudenden vooruitgang te besta- tigen. Wat M. Oreel betreft, hij levert do beste waarborgen om een excellent muzie- kant te worden en wij sturen onze innige complimenten aan zijnen professor M. Van Elslande voor zijn zoo goed gevormden leer ling, die, wij twijfelsn er niet aan, zal vol houden hem eere aan te doen. Onder de ensemblestukken moeten wij aanhalen het Poème symphonique Le dernier Jour de la Terreurvan Litolff. Dit stuk, doorzaaid van moeilijkheden en van een groot muziekaal gevoel, werd meesterlijk uitgevoerd. Ongelukkiglijk is het een muziek dat men dikwijls moet hooren om er al de schoonheden van te begrijpen, en het publiek dus moet bij deze eerste uitvoe ring veel van die schoonheden niet opgevat hebben. Er blijft nog aan te stippen eene Grande Fanlaüieop Faust, gearrangeerd door Bender, en die, als eerste uitvoering plaats had Het bal dat op dit concert volgde was druk bezocht en de dansers en hunne lieve mede paartjes hebben allen het volgehouden tot het laatste dat, volgens hun verlangen, te vroeg heeft plaats gehad. E. den 7 Maart 1894. Lezers, het is omtrent twee jaren geleden dat onzen schoonen baas zoo benauwd was. Zonder aan iemand te zeggen zond hij zijne spanlippe naar grooten Lowij van Zevekote met zijne komplimenten dat hij verzocht was zonder uitstel tc komen om menheer te spreken. Ja, antwoordde Lowij, zegt aan baas dat ik achter komen. Lowij stropt zijne veste aan en neemt den regel ai zeggen tegen zijne hazemoeder ik zou wel willen weten wat dat hij nu nog 'ne keer weet te vertellen, en vertrekt daarmee. Als hij bij baas komt die hem alreeds stond te wachten, zegt Lowij, ik ben hier baas en wat is er van uwen dienste Ipr VnvnSjL Gij moet die belle, die g>i ve\ va" afdoen en daar placeerenaan deu s het huis, boven het vierkante,zou^ nen gedaan worden v'ier- Heel gemakkelijk, baas, i"et dftaT aan kante ijzer door de muur en de be stroppen. Is het daarmede al, baa uüju Neen, het zij moet uitkorpen bo^ bed. j da' Hewel, met een ijzerda~aaü 7.00 baas, \>edanW een<| aan meten baP NoW> v n\d\ei dak van het leeg huis en toelk door den muur met eene veer fond wat gaat gij daarmede uiti De wil ik niet Goed, 5' als het daarvoren is zij gaat er allichte hai gen, zulle. Als de bel geplaceert was vroeg Lowij Baas, hangt zij naar uw goeste Ja het is goed, zij is naar mijn goeste, maar om wel te zijn men zou ook ze moeten gaan bekijken in de kamer, hoe zij daar is, niet waar, Lowij Zoo gij wilt, baas. Toen zij daar gekomen waren bekeeken zij het heel wel en baas zegt aan Lowij ik geloof dat zij hier ook wel is. Dat wist ik, baas, toen gij in uw bed ligt eu zoudt gij juiste maar uwen hand van onder de sargieu moeten trekken, de hand haaf nemen en peper geven en de dieven zul len toezetten, mannege. Ik geloof u, Lowy, maar dat wij ze ne keer moesten probeeren, men zou het toen zeker weten. Ha voor mij is het gelijk, baas, de vu- we en kost niet, ik ga zeker moeten een handje helpen ten zal niet gaan alleen. Ja, als gij wilt zoo goed zijn, zie, ik gr mij op de sponde van 'tb»dde zetten en neemt mijne beenen en legt ze over tot in het mid den, goed zoo, dekt mij nu. ik bedank u wel, Lowy. Baas blijft eenigfe minuten stil liggen Baas trek den arme uit en sla den hand aan den ringel en trekt al stilleges; ge moet geen benauwd hebben, geeft maar katoen, zegt Lowy, a la bonheur, hoort gij het boe zij huild, het is bijkan gelijk aardebeving; ge loofd mij baasje als de dieven zullen op het punt zijn om de beurze of den kofer fort op te nemen, zoo haast de belle zoude luiden gaan zij hen in brande laten. Het gaat waar zijn, Lowy, geef een hand als gij wilt dat ik uit mijn bedde kun nen. Met plezier baas. Ik ben zoo kontent, Lowy, dat den uit val zoo goed is, wij gaan nu een oogenblik in den keukenwij zullen daar te plekke zijn, neemt een stoel eu zet u, Lowy, zoudt gij niet een verrekijker profiteeren? Wel baas, ik en ben in de gewente niet van ze te laten vliegen als ik het schoone hebbe. Alkons, mijne spanlippe, haaldne keer een met een oor; kijk, hier is tabak en daar hangt eene pipe en wij zullen ne keer eenen goeden rooker doen. Ha, baas, ik smoore geerne een pijpke goeden tabak met. eenen verrekijker daarbij dat is juiste wat mijn lichaam vraagt. Te beter, ik heb er zelve deugd van, maakt toen eene rekening van de belle te placeeren en zendt ze mij, zoudt gij nog een verrekijker binnen trekken, Lowy 1 Ik wil wel, baas, mijn lichaam is opge brand van den dorst, mijn wijf hebt wat veel zout in de soupe g daan en ik en kan mijnen dorstbijkan vanoezen achternoen nietlaven, hetis ongemakkelijker) niemand en doet daar om. O neen het. Louis, dat is eene misgreep. A het volgen^ j duitschen kei^ wereldtentoon- C&én ons het verheu- f»c rlls alle waarschii^k. stellin gLbruari <De da gend nieuws dat heid de Duitsche Keizer de'wereld ten to stelling te Antwerpen zal bezoeken. Hij van Engeland komende,do Schelde met zi vloot opvaren. »Wij drukken, het vertrouwen uit dat i Vlamingen, en in de eerste plaats de 250,1 Antwerpenaren, begrijpen zullen wat 1 plicht opzichtens het Vaderland gebiedt eischt. »WilhemII dient in de Scheldestad o haald te worden zooals geen buitenlandse vorst ooit op Belgischen bodem werdbegro »En dit niet alleen omdat hij als mem en als heoi-soW <U harteliike bewonderi van alle edeldenken verdient,maar wei voo: omdat hij hier optreden zal als het hoofd v het stamverwante Duitschland, als de ven genwoordiger van het Germanendom. Wij Vlamingen, wij ook zijn Germane wij zijn een onafhankelijke tak van den oud Germaanschen stam eh wij willen kost w kost onze nationale zelfstandigheid vrijw ren. Doch juist daarom wenschen wij m onze Duitsche staragenooten in broederlij eensgezindheid te leven. Moest dit nieuws zich ooit bevestige wees overtuigd dat het gansche vlaamscl land, dien dag in de overheerlijke Scheld stad, zoude aanwezig zijn. In 1870 bevrijdde Duitschland ons v. eene vreemde annexatie,en dat kan een $r gezind volk zooals het onze, niet vergeten IJPEKEN. 3 Maart 10 Maart Tarwe 5.300 15-25 14.400 15-1 Rogge 1.200 13-12 3.000 13-W Haver 3.800 17-00 2.200 18-2E Erweten 4.500 19-00 3.300 d 9-2 Boontjes 7.300 18-00 2.800 21-2 Aardap. 2.000 5-50 1.200 5-51 Beter 9.032 310-00 0000 3-1 Eiers 25 1-77 1-6. JULES VANDENDR.IESSCH1 Cartonstraat, nr 3, Yperen, begeei dagelijks lessen over de teekenkunf te geven. HP" >e\s> V.. GRANEN enz. kwantiteit, vcruocmtc iuiddcn- prijK p. 100 kt lo. ve lochlte kwantiteit middei priia p.100 fci

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1894 | | pagina 2