ie^pZz°uK
ffefe ren 't verleden.
ÊliscÏLl
w
beginnen
maga-
ingen
klanten be
en voor-^.ó
__^unoitie
[lM^in»ffandidaten
strijken (\0uw op hare ma-
•r, die nobel%vrouwen.
?e kwezels g4 den heelen dag uit
peren.
5'^are giitige <yen brouwen en
spouwen nïefanders dan venijn; on
der vier oogen durven zij de laster-
lijkste verzinsels uitkramen; in'tpu
bliek weten zij alle observaties behen
dig op het terrein der kiezingen te
brengen en immer den lof der pas
toorskandidaten uit te bazuinen.
't Is voor een stoeltje in den hemel,
dat de vrome trekmutsen het mouw-
strijken beoefenen.
Zuipprelaten, die zich voor libe
raal uitgeven, rondekens trakteeren,
en aan den toog staan te peroreeren
tegen de vrijzinnige lijst 't zijn
kiesmakelaars, die van den Cercle
Catholique betaald worden om de
mouw te strijken.
Nonnekens, die kleine kinderen
doen bidden voor den goeden uitslag
der kiezingen; paters, die meetingen
geven op den predikstoel; papen, die
vuurtje stoken in de biecht; eigenaars
die kiezers voorniet laten wonen, af
slag op de huur verleenen en bier in
's herbergiers kelder doen rollen;
strooien mannen, die achterstallige
schulden betalen, geprotesteerde
wissels vernietigen, halve bankbrief
jes in de hand stoppen en nog veel
andere praktijken te lang om te mel
den 't zijn ridders van de fleem-
partij, mannen die u appels voor ci
troenen verkoopen, die de katjes in
den donker nijpen, die u blauwe
bloempies op den frak speten, die u
wat opsolferen willen, kortom 't
zijn de apostels van't mouwstrijken en
daarmede zijn ze gauw geprezen!
Stadsche kiezers en
lezers.
op^
epast
buitenk
en uit de oogen gekeken,
gerokte en gebroekte flee-
niers zijn hunne ronde be
gonnen! De ftlouwstrijke-
Jj speelt een groote rol
!n de kieziriffen
De overvloedige regen, die al gansch
den zomer valt, brengt aan den landbouw
onherstelbare rampen toe.
De rijke vruchten, die de landen over
dekten, worden rot, en het jaar 1894 zal
wederom als een slecht jaar tellen voor de
ongelukkige boeren.
't Is nu ongeveer twintig jaren dat de
landbouw kwijnt en lijdt, dat de vruchten
mislukken en geen geld meer waard zijn.
Wie herinnert zich niet den rijken toe
stand des landbouwers voor het jaar 1870:
De oogsten waren voordeeiig, de land
bouwproducten bestonden in overvloed
en werden aan rijke prijzen verkocht
Vóór 't jaar 1870 stond de tarwe me
nigmaal aan 30 franken den zak de
rogge, de haver, de suikerijde beterapen,
het koolzaad, al de vruchten hadden eene
dubbele waarde dan degene die zij heden
hebben.
Vóór 't jaar 1870, was er rijkdom
voor de landbouwers nu is niets anders
meer dan armoede.
En nochtans vóór 'tjaar
'70 waren het de liberalen
die aan hoofd waren van
de regeering van ISelgen-
land en de meesterschap
hadden in bijna al de ge
meenten.
Ja! van 1850 tot 1870 is het belgisch
Staatsbestuur bijkans altijd liberaal ge
weest in ons land! Ni jverheid en
landbouw waren alsdan
bloeiend; vóór 't jaar '70
won men fortuinen nu
verliest men ze
Welnu, vele van onze lezers zullen
zich de sermoenen herinneren van dien
tijd van voor 't jaar 1870.
De priesters hielden zich alsdan ook al
mei'politiek bezig en werkten al wat zij
konden om de liberalen van s lands be-
genland straf-
stuur te jagen. Welke hevige sermoenen
werden er dus niet uitgesproken, over
20 jaren, tegen de liberale ministers,
tegen de liberale gemeenteraden, tegen al
de liberale besturen
De liberalen waren Gods vijanden,
zegden de priesterszij waren vervolgers
van't geloofIndien Delgen-
land de liberale besturen
bleef behouden dan zou
het ongelukkigste land
der wereld worden: want
God zou
fen.
Dagelijks werkte 't geestelijk om alle
aantijgingen, zelfs de valschte en de
grofste leugenstegen het liberaal mi
nisterie te verspreiden I
De kiezers hebben ongelukkiglijk naar
de geestelijke kiesdravers geluisterd de
kiezers hebben de liberalen van 't beheer
gejaagd en sedert meer dan 20 jaren is
ons land bijna onophoudelijk door katho
lieke ministers geregeerd, zijn onze ge
meenteraden en andere besturen grooten-
deels katholiek
Welnu, waar is die voorspoed
Waar zijn die rijkdommen
Waar is die zegen, die over landbou
wers, nijveraars, kooplieden, die over
iedereen ging vallen en onze Belgische
bevolking hoogst gelukkig ging maken, na
de verdwijning der vervloekte liberale
ministers en liberale besturen
O teleurstelling
O valscbe aantijgingen l
O valscbe beloften
Sedert 20 jaar verslecht
de toestand van ons land
van jaar tot jaar!
De landbouwer, die eertijds geld had
in overvloed, is een arme man geworden,
de nijverheid brengt geene winsten meer
op, de koophandel gaat ten onder
De voorspoed, die in den lijd der libe
ralen bestond, is geheel en al verdwenen!
En Belgenland zelve is overladen met
schulden. De openbare schuld van den
Staat is van een milliard duizend
millioenen vermeerderd en de kroo-
zen die de Staat aan zijne schuldeischers
betaalt, zijn van 30 verminderd!
Dus, armoede en onder
gang langs alle kanten.
De paters, de nonnen en de kloosters
in 't algemeen leven zonder te werken in
't vet en m de luiheid
tie. t1 -
'-■rr *r"- ,r- s""
k&