1 te le hebben er naartoe tegaan, hunne beurzen ope nen, maar moet ik en een ander daarvoor kon- tributie betalen? Eu de middelbare school? V. Geuz. ’t Is nog eens voor'l volk. Rechtuit. TVolk heeft den naain; maar er zijn er weinige die voordeel eruit trekken, en wij mogen altijd toujours, betalen, ’k Zou liever hebben dal liet bij inleekening zou gaan gelijk, voorde nieuwjaargiflen van den Paus. V. Geuz. Gij zijl een lastige vent. Gij hebt nog al gelijk, volgens mijn oordeel, maar ik ben zoo verstandig niel alsM. Kijklneêre. Nu, ik heb niet veel geen lijd meer om te klappen, k zal zondag eens zien of ons gazetje geene gedach ten geeft, en u dan antwoorden. Tol ziens. Rechtuit. Tot wederzien», vriend. In een cstaniinet <e Alvcrinsshem. Kakel. Baas, wat zegt ge van T Atlvei tenlie- bladje, sedert eenigen tijd? Baas, ’t Is een nieuwe H'estulaming; ’k moet bekennen dal zijne artikels van langs om meer walgelijk zijn; ’k durf het op mijne tafel niet meer laten liggen. Kakel. 'k Weel niet hoe gij het nog aanvcerdt. Baas. Bah', 'k ben niet geabonneerd; men men zendt liet mij gratis, en in allen gevalle, 'l is goed voor naar Kakel. Hebt ge de artikels van zondag II. ge lezen? Baas. Neen, stond er iets bijzonders in? Karel. T Was weer al tegen den l’aus, legen de priesters, enz. Baas. T Is zeker nog eens dat de zwartjes leugenaars en bedriegers zijn? Kakel. Ja allijd denzelfden rimram. Baas. Weel gij niel waarom 't Advertentie- bladje allijd spreekt van leugenaars en bedrie gers? Kakel, 'k Peins ik dat het is om het publiek te doen gelooven dal hel allijd de waarheid ver telt. Baas. Ja, precies Karei, maar de groote leu gens en valsche betichtingen van hel Adverten- tie-blad zullen maken dat zijne lezers meer en meer raar zullen worden. Kakel, 'l Ware wel besteed. Raas. Ja; baas, klappen wij nu een beetje van de Turken. toekomende koningin van Spanje. V. Geuz. i’ Is wel waar; maar toch.... Rechtuit. Uwe gazelle en M. Kijklneêre zeggen Lel anders, niet waar? V. Geuz. llewel! als het maar dat is, dat de katholieken geven, als zij willen, dal gaat mij niet aan. Rechtuit. Juist zoo. Van Geuzeghem.’k Zou willen dat ik het ook alzoo mocht zeggen als bel de liberale heertjes belieft van zotte onkoslen le doen. V. Geuz. Zotte onkosten, waarin? Rechtuit. Saverloien! ge moet niet verre zoeken, Hoevele duizenden franken hebben ze niet verkletst in dien steenoven dien ze theater noemen. V. Geuz.Maar'tis voorliet verzet van het volk Rechtuit. lis al wel; dal diegene die goes- j Samenspraak tiiMMchen Miel Vu» Clru- z.rulliri» en Fiancter Keclituit. Van Geuzcghem. Ah! Sander, wat pleizier van u te zien; hoe gaat het met u? Rechuil. God zij gedankt, Miel, cn met u dan? V. Geuz. A propos, de Zwartjes hebben er wederom van gekregen, hein? Rechtuit. Wie zijn dat die zwartjes? ’klleb over lijd van jaren gelezen in mijne gazet dal er in Amerika oorlog was lusschen de Witten cn de Zwarten. Is die oorlog nog niel gedaan. V. Geuz. Ah! gij dompelaar! Wij zien wel dat gij nog van de achteruitkruipers zijl; lees gij het liberaal bladje der streek niet dan? Rechtuit. T Geuzenpapiertje daar, van op ’t hoekje der oude Vischmarki? Bah neen ik. Weet gij niet dat het een slecht en goddeloos ga zetje is? V. Geuz. Ja, ik hoor hel, gij zijt nog van de andere eeuwe; gij gelooft nog aan al wal de papen zeggen. Rechtuit. Saverloten,’k wil ik toch chris- goede werken ondersteunen? Daaibij, de paus ten blijven, en ik heb altijd geleerd van mijne i was verplicht, volgens al de regels der bclaine- ouders, dat men, om christen le blijven, moet lijktipid, van eenen bruidschat ie zenden aan de onderdanig zijn aan hetgeen de II. Kerk gebiedt en verbiedt. Van Geuz. Dat zijn rj 'vetten door die zwartjes uitgevonden om de mensehen in de duisternis gedompeld le houden. Ik wil het pour en het cautie kennen, 'tis te zeggen hel goeden het kwaad. Rechtuit. Als ik een kind was, Milo, mijne moeder heeft mij geleerd dat Eva in 't paradijs ook het goed en hel kwaad wilde kennen, en wij voelen nu best wat eruit is voortgesproten. V. Geuz. Maar is de mensch toch niet vrij geboren? En ik wil de vrijheid vooral Onze va ders hebben er voor gevochten in 'tjaar 30. Rechtuit. ’kWil ik ook de vrijheid, Milo, maar de vrijheid om goed te doen, ÏWare een keer sclioone, dat men iedereen moest vrij laten al le doen wal hij wil; de dieven en de moorde naars zouden hel sclioone vinden om le stelen, I le branden en le moorden, 'k Bedank u van zulke i vrijheid. Maar laat ons eens wederkeeren op die i zwartjes, wie zijn die zwartjes? V. Geuz. Wel, geheel de paperij de pas toors, de priesters, de bisschoppen, de Pausen vvien weet ik nog al. Rechtuit. Wat heeft uw gazetje van die zwartjes gezegd? V. Geuz. Wel, vraagt de Veurnaar niet nog ecus geld voor de Nieuwjaargiflen? Rechtuit. Ja; maar moeten de gcuzeu daar om zoo poer dul zijn? V. Geuz. De geuzen, zegt gij; dat is wat hard: zegt, als Tu belieft, de liberalen. Onze gazette schrijft allijd dal zij liberaal is en geens zins geus. Rechtuit. Gelooft gij alles wal uwe gazette drukt? Gij mochtet wel lachen omdat ik geloot wal de pastoor zegt in zaken die den godsdienst aangaan. V. Geuz. ‘tZijn verstandige mannen, die in onze gazet schrijven. M. Kijklneêre slaat aan het hoofd, en, bij gevolg, ik mag gelooven wat hij schrijft. Rechtuit. Peinst gij, te goeder trouwe, dat M. Kijklneêre zelve al gelooft wat hij schrijft? Gij zijl er wel weê, zoele palienlie. V. Geuz. Zou hel misschien geen waar zijn, bij, voorbeeld, dat het eene schande is voor die zwartjes van allijd achter geld te scharren en het verre weg te zenden? Rechtuit. Maar, Miel, zoudt gij mij willen zeggen wie er verplicht is le geven voor de Nieuwjaargiflen? V. Geuz. Verplicht, verplicht.... wel, nie mand iedereen geeft die wil geven. Rechtuit. Hewcl! als de geuzen, 'kwilde zeggen de liberalen, niet verplicht zijn te geven, waarom moeten ze dan gedurig bassen; is dat misschien de vrijheid die ze laten aan iedereen? V. Geuz. Toch, ware T niet beter dal al dal geld hier bleef voor den arme er zijn toch zoo veel noodlijdende mensehen in onze streek. Rechtuit. Maar, .Miel, wie geeft er meer aan den arme, de katholieken of de liberalen? V. Geuz. T Is waar, de arme mensehen weten nog al goed de katholieken wonen en Sl. Vincenlius; maar de liberalen hebben Tbestuur van den disch en geven daar vele. Rechtuit. Saverloten! laat den disch stille vens van kante. Vraag eens aan de armen hoe veel branding zij reeds gekregen hebben dezen winter, en wal zij ontvangen van onzen rijken disch. En daarbij, die aan t hoofd staan van den disch, geven uil hunne beurs niel; 'l zijn al goe de katholieken die eertijds den disch fundatiën hebben gedaan. V. Geuz. En geven de liberalen niet mis schien uil eigen zak? Rectuil. Ja, er rijn er die geven; maar er zijn er nog meer die tiekken. Zoudt gij niemand kennen die nu menheere speelt, en als bij naar de stroke kwam, verre was van menheere le zijn? V. Geuz. Sander, ge zijt een beetje al te rechtuit.... Maar ware 'unet beter indien 't geld voor den paus hier bleef? Antwoord eens op mijne vraag. Rechtuit. Aangezien de katholieken goed mededeelen aan den arme, zijn zij niel vrij van ook te geven aan den paus, die aalmoesen vraagt en noodig heelt? V. Geuz. Onze gazette zegt dat de Paus schatrijk is, een schoon paleis bewoont, en nu nog eenen groolen cadeau komt te doen aan de toekomende koningin van Spanje. Rechtuit. Altijd mol uwe gazette. Is hel al evangelie dut zij schrijft? do lialiaansche inpal- mers hebben den II. Vader nog uit zijn paleis niet durven jagen; maar‘lis al wal hij nog be zit. En moet hij niet leven volgens zijnen ver heven staal en zijne bedienden betalen, en de zijn geen vijf keeren uil hunne rol g yah»-tu g aijk in de. laatste liberale cn geuzen verluoning zeft geen enkele keer integendeel zij deden liet allen om Ier best. Wij moeten toch eene buitengewone melding maken van Alberto Foscario cn van A/itrco, die hunne rol ten volmaaklstm mogelijk hebben ge speeld! Alles was zoo voortreffelijk dat er een klem ongeval, om zoo te zeggen onbemerkt, is voorbijge gaan. Er moest een bengaalsch vuur on'slcken worden, maar ’t was slecht gemaakt, on l veroor zaakte nog al tamelijk rook in de zaal. ’I Stukje werd voor een oogenblik onderbroken, de vensters geopend, en na eenige minuten, de. roovers waren wederom bezig met zingen en 't volk was gelukkig van de gordijn wederom to zien oprollen. De kluchtige tweezang Neus en Haar, door L. P. en A. 1’. gezongen, is ook met geestdrift onthaald geworden en heeft de aanwezigen eens hertel’.jk doen lachen, omdedroevige gevoelens van hel treur spel een weinig te onderbreken Daarmede was het eerste deel ten einde. Maar de katholieken zijn allen broeders, en dearmen werden in ’l feest niet velgelen. Tusschen het eerste en hel tweede deel werd er, op voorstel van den heer proost, eene omhaling gedaan voor de arme, en die bracht nog ai een rond sommeken op zooveel te beter voor de armen, de brooddeeling zal zooveel le schooner kunnen zijn. ’I Volk verlangde naar het tweede deel de fan - faren gingen op. en iedereen was le vrede, 't Was nu een blijspel dat men verbeelde Gijzelbertus de- dronkaard, die renen dag graaf was men loeg dal men schokte. Ik ben zeker dal men verre zou moeten gaan zoeken, om een kluchtspeler ie vinden die zoowel zijne rol speelt als Gijzel bertus de dronkaard. Hoe snel de lijd voor bij vloog, niemand dacht naar huis le keeren, en iedereen was spijtig dat liet gedaan was. Maar, 'k zou nog iels vergelen: L. P. heeft in eene tusschenpoze van het tweede deel, dan nog een kluchtliedje afgegeven Ik ben Piot,en 'l was ook eerste klasse nu die den zanger kennen zullen er niet verwonderd van zijn. Ja, Ja,’k durf vlak af zeggen, dat men moeilijk, ’t is gelijk waar, zulke schoone feesten zoude vin den. Voortreffelijk, geestig daarbij, en daarenboven zedelijk. Al die er tegenwoordig waren hebben zicli hertelijk verzet, en mochten daarachter gerust naar huis gaan; zij hadden hun zieltje niel gekwetst met alle slach van zedelooze kluchten te zien en te aan- hooren. Eer aan den achtbaren heer Proost en aan St. Jo- sephsgenoofschap. Dat ze maar die geuzen laten schimpen en gekken; ze weten en getuigen inwendig dat zij in staat niet zijn zulkdanige feesten te geven. En hoe meer dat ze lachen, hoe meer St. Joseph zal vooruitgaan. Want'k moet dat nog zeggen: al het volk was zoo konlent cn sprak met zooveel lof, dat zij het water in den mond hebben doen komen men heeft mij verzekerd dat er reeds nieuwe leden zijn die zich zijn komen aanbieden en wie weet hoe veel er nog zullen komen Heb de goedheid, Mijnheer, dat kort cn onvol maakt verslag in uwe gazet le willen mededeelen. X. tteckatcr lijke Mronijk. Zijn door de korreclionnele rechtbank van Veurnc veroordeeld Zitting van den 27 december. lluyvaert Paul, ketelmakersgast, te Dixtnudo, lot 2 maal 2 dagen gevang, vuur dielle van eenen halve» frank, ten nadeele van August Pil, te Dixmude. Vleien Alexius, werkman te Veurne, tot 15 dagen gevang en 26 Ir. boet, voor eerroverij jegens Karei Dcburchgrave. Microp Karei, vischverkooper te Veurnc, lot eene maand gevang en 26 fr. boet, voor slagen op den polilie-ageui Bckaerl; lol eene maand gevang en 50 Ir. bod, voor smaadwoorden je gens denzelfden, en lot 1 frank boet voor gere den le hebben zonder licht eene halve uur na zonondergang. Mieuop voornoemd, tol 26 fr. boet, voor sla gen op zijne wettige huisvrouw. Zitting van den 28 December Kessels Bo dewijk, werkman te St. Jooris, lot 10 fr. boet, voor cerrove'ij jegens Jozef Tavernier. Louwie Kurd, bezemmarchand le Clercken, tol 26 ti. boel, voor slagen en wonden op Serafin Vleurbaey, to Veurne. Verfaillie René, Deboute Isidoor, werklieden le Zonuebeke, en Seipielers bodewijk, dienst bode te Grombeke, de 1" en 3' elk tot 26 fr. boel, de 2' tol 8 dagen gevang, voor slagen op Hendrik Creus, van Wcstvleleren. Verhaeghe August, dienstbode te Westcndc, lol 30 Ir. boet, voor jacht met stroppen. Dewilde Jan, zijne huisvrouw Carolina Tant, Dewilde Maria, weduwe l.od. Bogaert, Bogaert René en Dewulf Rosa, allen werklieden te Zar- ren, elk tol 9 fr. boel, voor snijden en roverij van Hout. Vcrslype Leonardus en Joos Alois, werklie- den te Clercken, de 1 lot 13 dagen gevang» voor slagen op A Joos, en de 2‘ tol 26 Ir. boet, voor slagen op L. Verslype. Goderis-Maessen Pieter, bandgebruiker Ooslduj nkerke tot 50 Ir. boet, voor jacht. Pvi.-MU-r i«’Ae nenoemingen. Mgr. de Bisschep van Brugge heeft de vo>j gende benoemingen gedaan Pastoor te Sysseele, M. Macs, pastoor tc Gaster. r j I astoor te Caster, M. Debiie, onderpastooi t® I Eeghem. r -BCE»-" - 1 i

HISTORISCHE KRANTEN

De Veurnaar (1838-1937) | 1878 | | pagina 2