5
November IS79.
de graanmarkt. Inschrijvingsprijs. 5 fr. ’sjaars; met de post 6 fr. Amioncrn 20 cenlimen per regel.
fr. Een nummer 15 cent. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 20 fr. hel 100.
Ilil blad verschijnt den Woensdag, onmiddelijk na
Rechlei lijke eerherstellingen 1 fr.
Men schrijft in bij BONHOMME-RYCKASEYS, drukker-uitgever, Zwarte Nonnenstraat, 4, te Veurne.
--^■■7' i m ■ïiim rum ff i nrnrrr-i -‘■■mn-1- ---
-.e
t V tS
De Gizette du Midi zegt uit zeer goede bron
vernomen ie hebben dat, naar aanleiding van
oen verslag van den politie-prefekl van Parijs
aan den president der republiek, de minister van
oorlog, na eene beslissing die in vollen minis-
leiraad genomen is, aan den militairen gouver
neur van Parijs zou bevel gegeven hebben al de
noodigc maatregelen te manen, opdat de artille-
tic-hatlerijen, die zich in de militaire school en
in de bijgelegen kazetn bevinden, zouden ge
reed zijn om op bel eerste signaal op te rukken.
Veurne,
Woensdag is de pruisische Landdag geopend.
Dij de kiezing van eenen voorzitter en twee on-
dervoorzittei s hadden de liberalen gehoopt
bunnen beer von Benningscn tot voorzitter te
kunnen kiezen. Dit is mislukt een bewarend
lid, M. Kceller beeft 218 stemmen bekomen te
gen 164 aan de Kulturkampfei* gegeven. Tot
ondervoorzitters zijn gekozen, een katholiek en
een liberaal.
Wij ontvangen oenen brief geteekend L. Van-
denkerekhove dien wij hier aan onze lezers
mededeelcn. Alleenlijk zullen wij doen opmer
ken
1" Dat, indien vrouw Rosa Ryckeboer, we
duwe Vandcnkerckhove, geen openbaar ambt van
een openbaar gesticht aanvectd bad, uoch de
E’oEiieSi overzicht.
Dat het in Frankrijk er zeer erg begiet uit te
zien, zal ons het volgende loonen
Terwijl de communards er allengskens mees
ter worden, geven de openbare ambtenaars, die
niet volslagen radikaal zijn of geen eigenbaat tot
doelwit hebben, bun ontslag.
Z< o heeft M Brelay afgezien van zijn ambt van
municipaal raadslid van Parijs en lid van den
Algemeenen raad der Seine. Plaats voor
eenen communard.
De bevelhebber der forten van Parijs heeft ins
gelijks zijn ontslag gegeven en zal vervangen
worden door een óud-kolonel der republikein-
sche wacht. Men kan niet beier kiezen.
De Algemeene Raad der Seine, beeft met al-
gemcene stemmen, uitgenomen 4, eenen wensch
uitgedrukt ten voordeele der kwijtschelding van
al de communards, zondet uitzondering.
Verders ontvangen wij het bericht dat er 26
meiers (burgemeesters) afgesteld zijn, die tot
de katholieke partij behooren.
De dieven en moordenaars komen op, het is
natuurlijk dat de treffelijke lieden dalen.
Ook is bel ministerie op de hoogte, of de
laagte van den toestand niet meer. Ministers
Ferry, Leroyer of Lepere zijn wel ultra-geuzen,
maar nog geene communards Men spreekt van
een nieuw kabinet onder voorzitterschap van
Gamhetra... Andere beweeren dal de voorzitter
der republiek vp zijn gemak niet meer is en lie
ver een meer gematigd ministerie zou willen, dat
de la.ik opneetni de liberalen te bedwingen.
Ónmogelijk eens dat de stroom ontketend is,
zijn ’igeetic mannen als Grévy of Jules Simon die
zijne woeste kracht zullen beteugelen.
en zóó verkeerd uitleggen, heb ik besloten, met
de Geschiedenis der stad en kaslelnij van
Veurne, door Frans De Potter, Edmond Ronse
en Pieter Borre en met de inlichtingen welke
ik bekomen heb en die reeds in mijn blad, het
vreeselijk Advertentie-blad, gedeeltelijk versche
nen zijn u, eene kleine schets over bet weezen-
gesticht en de Hospicen te zenden, tot inlichting
uwer lezers. Zij mogen toch wel EENS de
WAARHEID kennen.
Dus, Confrater, eisch ik van u, ingeval art. 13
van hel decreet op de drukpers en volgens de
wel van 44 .Maart 18oo, de inlijving van alle
deze stukken. Deze mededeeling moet in den
Veurnaar van Woensdag gedrukt worden, in
hetzelve (sic) letter en ter plaats waar gij mijne fa
milie, mijne moeder en mij aanrandt, of genoeg
zaam aanduidt om het recht van antwoorden te
hebben.
Aanveerd, Confrater, de groetenissen van
uwen onsterfelijke» dienaar,
L. V’andenkerckhove.
Benoemingsbrief.
Veurne, 22 8ber 1879.
Aan mevrouw Rosa Ryckeboer,
weduwe Vandenkerchovete
Veurne.
Mevrouw,
Wij hebben de eer UE. ter kennis te brengen
dat onze commissie, in zitting van 21 dezer
maand, u benoemd heeft als bestuurster van het
weczengesticht dezer stad.
Het beloop uwer jaarwedde is vastgesteld op
duizend franken.
Aanveerd, mevrouw, de verzekering onzer bij
zondere achting.
De commissie der burgerlijke Godshuizen
der stad Veurne,
(geteekend) F. Valcke, Desiré De Brauwere,
A. De Roon, E. Vanstacn.
Duitschland heeft eenen eersten stap gedaan
op de baan van den terugkeer naar de gezonde
staatkunde. De minister van M. Bismarck, M.
Putlkammer heelt eene redevoering uitgespro
ken, waarbij hij verklaart den godsdienst als de
grondvesting van alle goede en deugdelijke op
voeding te moeten aanpïijzen. Ook raadt hij de
geestelijkheid en de onderwijzers aan hunne
klachten te vereenigen om hel vaderland van
liet gevaarte redden, waar het naartoe loopt.
Reeds woidcu <le gemengde scholen, of de on
zijdige scholen, zoo als men in ons land zou
zeggen, afgeschud en in godsdienstige scholen
veranderd. Al tic gemeenten, die de toelating
aan den minister vingen oiu die verandering
in te voeren, verkiijgeu ze.
de moeder van den schrijver, noch hij, in ons
blad nooit zouden genaamd geweest zijn.
2’ Dal niettegenstaande de vier aanteekens
die op den brief staan, waarbij de benaming aan
de geïnteresseerde bekend gemaakt wordt, wij
staande houden dat de heer voorzitter Valcke,
aan de benaming zelve geen hoegenaamd deel geno
men hee/t. Dus dal het waarheid is, en blijft
die... eer uitsluitelijk ten deel valt aan de heeren
De Hoon, De Brauwere en Vanslaen.
3° Dat wij onzen correspondent bedanken
over de aanhalingen die hij ons toezendt, en
waaruit blijkt, eens te meer, dat de heer Becqué
moet aanzien worden als een der bijzonderste
stichters van het weezeuliuis.
4° Voor wat het overige aangaat, dat wij er
ons weinig mede bekreunen. Schelden en drei
gen deed ons nooit geen voet achteruit gaan.
Indien de confrater wil «klauwen of tan
den, loonen, hij zal altijd vinden aan wie
spreken.
En nu hier dien brief waarop wij misschien
later zullen wederkeeren.
Veurne, den 3" November 1879.
Confrater Bonhomme,
In uw nummer van Woensdag lest, doet gij
mij de oneindige eer aan u met mijnen nederigen
persoon bezig te houden. Gij drukt mijnen naam
in volle letters en schijnt, door uw schertsen,
oftewel mij in mijnen handel te willen betta-
deeligen, oftewel mij belachelijk te willen
maken.
Tot hiertoe had ik altijd gedacht en denk nog,
dal confraters onder hen, T is gelijk aan welke
partij zij behooren, vermeden in persoonlijken
twist te komen en zich enkelijk bepaalden, in
het orgaan der politieke partij die zij vertegen
woordigen, hunne grondstelsels te verdedigen
eu de valsche aantijgingen en onwaarheden
hunner tegenstrevers te bestrijden. Hel schijnt
dat gij er anders over oordeelt en, in eene schijn
bare geestigheid, juist het tegenovergestelde
doel. Ik zal uwe waardige voetstappen niet
volgen; ik zal de kieschheid en de beleefdheid
zoo ver niet drijven, mij artikels te laten opdrin
gen waar men u en uwe familie persoonlijk
inmengelt.
Waai lijk, ik was tot heden nog onbewust tot
hoever de klerikale haat, de klerikale nijd, de
klerikale vervolging kon geleiden!
Neen, Confrater, ik zal uw voorbeeld niet
volgen; ik zal mij nooit met uwe familie bezig
houden, gelijk gij bet met de mijne doet; ik zal
mij nooit over uwe vrouw en uwe kinderen be
kreunen, gelijk gij liet met mijne moeder en met
mij doet; neen, daarvoor ben ik te wel opge
voed door diezelfde moeder, die gij laffelijk en
zonder redens aanrandt. Wat vreugde, wal za
lig genot voor u ons te kunnen aanvallen!...
Maai hier begint mijne rol. Gij randt mij per
soonlijk aan. Goed, zulks moogt gij doen, want
hal deert mij weinig door u of door uwe zwarte
meesters uitgcscholden te worden, daar ik klauw'
en tanden heb om mij te verdedigen. Maar het
geen ik u verbied, hoort ge, is dat gij mijne
familie en inzoiiderlijk mijne moeder, die niets
in onze politieke twisten te zien hebben, nog
beschimpe, nog beleedige. Indien gij mijn ver
zoek niet geweerdigt in te willigen, zal ik wel
middebm weten te vinden om uw hatelijk ge
drag te schandvlekken, ofwel als een lafaard te
behandelen. Dn is eene voldoening welke ik
mij voorbehoudt.
Gij randt ons bijzonderlijk aan met de kwes
tie der Hospicen en ter gelegenheid der be-
benoeming mijner moeder, als Bestuurster van
bel Wcezenhuis, willekeurig gedaan, zegt
gij. door de godsdienstbatende meerderheid
der Commissie van de Burgerlijke Godshuizen.
Op dal gij van niets onwetende zoudl blijven;
zult gij verder den benoemingsbrief aantreffen,
waar gij te oordeelen naar de aanteekens (sic),
zult kunnen zien door wie deze benoeming is
goedgekeurd geworden. Verders, daar uwe
zwarte schrijvers ons mengen in de zoogenaamde
kwestie der Hospicen, welke zij zóó boosaardig
Kleine schets ever het weezengesticht
en de hospicen.
Ziehier wal wij lezen in het hooger genoemd
werk der Hll. De Potter, Ronse en Borre.
Het stedehuus. ghenaemt tWeeshuus, ver
meld in de stadsrekening van 1482-1483, zal
denkelijk met de onlusten der XVIe eeuw te niet
gegaan zijn. Maar er moet eene arme meisjens-
school geweest zijn in de eerste helft der XVI'
eeuw, althans de dischrckening van SMValr
burgaparochie, voor ’t jaar 1647-1648, houdt de
uitgave in van een jaar tafelkosten van een meis
je, besteedt zijnde inde aerme schoole, alhier
nieuwelicx opgerieht.
Dit gesticht aan de gemeente toebehoorende,
werd het bestuur en de zorg er van aan wereld
lijke personen toevertrouwd.
De onderwijzeres Catharina de Geest, opvolg
ster van Barbara Vernimmen in de school voor
behoeftige weesmeisjons, schonk aan de stad,
bij acte van 11 November 1670, goedgekeurd
bij koninklijken brief van 19 Augustus 1675, ecu
huis in de Pannestraat, mits beding aldaar eene
school voor arme weesmeisjens in te richten,
waar deze, onder leiding en toezicht der stads
overheid, kosteloos zouden onderwezen wor
den. Het is, meenen wij, op deze inrichting,
dal er in de volgende aanteekeniiigen gedoeld
wordt.
Een twintigtal jaren nadien, waren er in deze
school ook andere dan weeskinderen aanvaard,
maar de ontvangsten waren niet in verhouding
met de uitgaven.
óp dit tijdstip was de school bestiiuurd
door zeketen Lodewijk Janssens, wien de wet
houders genoemden Norbrccht Cardinael en
Michiel de Viscb toevoegden, met last een regis
ter te maken van de der school toebehoorende
goederen. Enkele maanden te voren, te weten
den 18 April 1691, hadden de schepenen beslo
ten hel inkomen der school te vermperdoren
door eenen godspenning te geven bij elke ver
pachting van de middelen der stad en kaslelnij.
Onder de weldoeners dezer liefdadige inrich
ting noemen wij Auna-Cailietina Sn essen,4ve-
pu—KM n..i» i w»j t
J
Burgerlijke Godshulien
der
Stad Ve trno
Weerengesticht
Benoeming euner
Beiluunter.
N- Ö438.