i 1 treffelijke lieer geschenk le wachten slaat, zullen voorzeker dit voorbeeld navolgen'.... Het noodzakelijk gevolg daarvan is, dal de Adinkerknaren uit loutere erkentenis voor de weldaden van de nieuwe schoolwet en hare aan- I voor de mi nisters, die zoo geestig de centen uit hunnen zak weten te jagen, zullen stemmen voorden vriend en voorslaande!’ dezer schandelijke geldverkwis- ting, voor den vriend en voorstaander dezer in breuk op hunne kostbare gemeentevrijheden, voor.... Karei Meynne! Dal en kan niet missen En alle andere gemeenten wie een soortgelijk Luide Kiezers van alle kanten, goed nieuws', de zegepraal is zeker! Leve .V. Meynne! In ’t stille Och arme sukkelaar, drie weken rondloopen, swatelen, zweeten en voor uw eigen zelven eene lange lange huize helpen smeden, ’t is hard. Zoo spreken onze liberalen. Als nu de koppen dergeuzerij die zulke groo- te bezorgheid toonen voor de ambachtslieden, uwe stem komen vragen voor hunnen ouden grijsden kandidaat, zendt ze naar depolje- deks, neeringdoende kiezers. Belang Het publiek aanstaande ki( Hei lot vai! vers weten hj kiezing, e<< den val niet té voorbereid zij liet begin vai Welnu, hei het kunnen zt neric dat op niet onze ope Het kan hc pen onzer dim stoutheid legt* de verkwis en de altijd a’ verdragen. Wanneer zu ieders plicht Op alle pu sland bieden, verrewerpen, slaan, het g£ zegepraal beh; of tnacbteloo’ moeten wij waarborg valt Hel is dus wij bel in onz de zegepraal dit jaar dat onaf hankelijkl Dit Jubeljaf Heke bevolkt duurbaar vad wezenlijken. 1 nerie die hiei persoon van J werken wij o M. Meynne is ’t schaap. 'k Weet een groote zware zwarte geus die zegt Och brave ouderling toch, wal ben ik blij van u bier als kandidaat te zien! Zonder u, ’k moest ik op de koorde en mijne laatste plui men moesten er aan. Gij hebt u geslachtofferd, duizendmaal dank; gij zult eene schrikkelijke huize krijgen; 't doet mij pijne; maar, elk voor hij. Aan den heer B iron van Stuifregen en kompa- nie, anders gezeid de jeune garde of Meynne's lijf wacht. Eenige gemeenten hebben nog do eer en hot voordeel niet gehad van u le zien; gij wordt dringend verzocht, tot stichting van alle de kiezers en tol meerdere huize van M. Meynne, van overal een bezoek af te leggen. Zoudt gij naar Iscnberghe niet meer weerkeeren om buiten le vliegen? Laat mij nogf wel de kiezingci Eerst eene t elkendecn verb brieftje dat leurtje bitter kl de klerikale# klaagt niet meei nonnetjes niet n hebben; en sede de meesteresse, den. Zoo.... Nu voort t Waar gelck Gon! correspoi. kunde, zal on weerde van zo eenen pastor, b jaren voorlgebn doende familie wel dat geheel U en de fijnooren, hebben in hunt’ kwalijk gezind) laat ons zwijg» want ’i en waref Een verschil p je van de jnfFro* had. terwijl 't hcefi gemaakt Nu over den i Waarom is X T minste kwaad te doen te vragp Maar hier is d tent dal t-ikcnfl1 niet meer kun#’ die zich kallid gen; en voorV L. 1). heeft ’t b|! was, omdat l> Die een beetje Maar ’t zal er a koflijlafel van 1 zijn, maar de Janus of hls’ T Brieftje vat «■Ik de verantwe drage. Is dat tij bcldamcspelcrs 'k Scheide hij op Houlhem v0 over tijd g. z.wo zal al Elzendaii die bijkans alt'j voitnre komen, voel komen of i de andere varcr Sjntttatc Airu^s!!! Geheel Adinkerke, zoo groot als hel is, en zonder de minste uitzondering, zal stemmen, gelijk één man, voor den liberalen kandidaat. Hoe zoo dat Wel, M. Meynne is de ootmoedige dienaar en bewonderaar van het geuzenministerie; en dit nooit Volprezen ministerie komt zoo een li beraal geschenk aan de Adinkerkei aars le doen, dal deze niet min kunnen, willen zij erkentelijk zijn, dan hunne stem te geven aan den boezem vriend van Vanhuinbeeck, en Er stond immers in den Moniteur van woens dag laatsi een besluit te lezen van 18 Mei, waar bij de gemeente Adinkerke van ambtswe ge GEDWONGEN wordt eene nieuwe ge meente- en bewaarschool te bouwen in de Panne. Wel is waar, was hel duidelijk dat die schooi en bijzomlei lijk de bewaarschooldaar zoo iioodig was als het vijlde wiel aan een waje.n; wel, zal liet geld, dal men hiertoe uit de Adin- keikeuaren hunnen zak zal kloppen, de nutie- hmsie verkwisting zijn die men op Gods wereld kon i.i peizen; de vrienden van M Meynneonze ministers willen dil anders, en de school zal en MOET er komen, al moeste ze maar dienen om aan M. Vanhuinbeeck hel genoegen te geven van renen schoolmeester te meer in eene ijdele seboolzaal te zien zien pronken. 'o.dien nu meesier Meynne in de Kamers ze teldewaarvan de Hemel ons spare! dan zen bij natuurlijk dezen maatregel moeten goed keuren en prijzen; want hij vloeit uit de nieuwe schoolwet waarvoor onze geusche kandidaat op beide kuiëeu zit. B’oijedcks. Ze zijn weg van hier, en dan nog met (luizen de franken! Zij hebben de marmieten vertind en hunne beurze gevoerd! Wie op do wereld zou gepeinsd hebben dat er Lier ..oo machtig veel te vertinnen en te verketelbuisschen was. Men zou gezeid hebben dat er sedert honderd jaar nie mand in staat was, te Veurne, om dat werk te doen, en dal hei gelijk eene gratie was van die bende vreemde potjedeks te zien. Dat is toch een aardig dingen van zoo er hier een vreem de tapper zijn hoofd uitsleekt, ’lloopl er al naar toe. en 't schoonste van al is dat onze admiuis- traliemannen Tvoorbeeld geven van zulke uit zinnigheid! die mannen, die gedurig razen van hunne genegenheid voor de ambachtslieden, van hunne weldaden, hunne bezorgdheid en ijver voor den voorspoed en welstand der bui gei ij! En ziel, die mannen betalen 210 fr. in eenige uren lijds aan die vreemde bende voor het vertinnen of verketelbuisschen van wat koperwerk der llospicen. En de Veurnscbe werkman die pach ten en lasten betaalt, staat daarop le kijken'. Nu, t is een bew.ijs van 'tgeen wij dikwijls gezeid hebben of ambacht of nijverheid gaat of niet, onze bazen zijn er weinig mee bekommerd; een dingen houdt ben bezig ’tis dat de Veur- naars hen aan ’thoofd houden met hunne stem. echtelijk te maken. Gaat dal niet alle laagheid en eerloosheid te builen? M. Visart is een man die overal zijn aangezicht mag tongen, een var. de treffelijksie menschee van geheel Veurnam- i bidders, uil zuivere genegenheid bacht, die de eerste zou zijn om alles af te keu ren wal goddeloos, zedeloos, misdadig of on- rechiveerdig is, waar en onder welke persoonen het zou geschieden. Waai toe dient dan de her innering van die zaken die M. Visart met ge heel zijne achtbare familie betreurt? Hoe komt dal hier te passé? O lage wiaak'. Wij van onzen kam hebben gezeid dal de papa en de broeder van papaije Meynne als vrijdenkers gestorven zijn, en dal er op hunne Sclioolmerstcrsproza, letterlijk, zonder deminsteverandering, overgedrukt. M. Visart en ons arrondissement. Dc geuzenbladen van Veurne en Nieupori, lie gen dat hel eene schande is, als zij schrijven (lal M. Visart nooit iels gedaan ol verkregen heeft voor ons arrondissement. Onr.c lezers, onze kiezers weten bel maar al te wel; maar om die leugenaars le weerleggen met echte en on weerlegbare bewijzen, zullen wij in een naaste nummer eenige cijfers aanhalen die veel zullen bedieden. Hel is kurieus om bestaligcn boe die bladjes zich aliemcls tegenspreken. Ziel bier eens, en wij zullen niel verder gaan vandage, ziel bier wat bel orgaan der Nieupoorischc geuzen, dc Stad Nieuport, schreef' in 1872 JFy bieden den edelen volksvertegenwoordiger l.con Visart, onzen nederigen maar wannen dunk, en voeden de hoop dat hel sedert lang T is te zeggen, kiezers, binst de 14 jaren dal de li beralen aan 'i roer geweest hebben miskende Sieuport eindelijk recht zal bekomen, n Oordeelt nu. kiezers, maar wacht tot dal ons naaste nummer verschijnt en gij zuil nog beter oordeelen'; ^lan zult gij zeggen wij kiezen LEON VISART. Meynne vader en zoon storven. Hoe zou papatje dal locb kunnen kwa lijk nemen, hij die zelf vrijdenker is, die de levenswijze van zijnen papa en broeder navolgt, cn bijgevolg door zijn leven en zijne daden prijst en goedkeurt; wij verlsaan niet boe dat papaije zou kunnen pretendeeren dal zijne eer en reputatie daar door geschonden is; bij zou moeten zijn eigen gedrag misprijzen en af keuren; dat is zoo klaar, mij dunkt, als de zon- ne. Indien T goddeloos bladje van Nieupori zelf schrijft dat de vader en broeder van papatje genoeg karakter hadden, om getrouw te blijven mm hunne denkwijze, aan hun gansch leven, en dat zij 1 met gerust geweten en trouw aan hun verleden, hunne ziel in de handen van hunnen Schepper te rug vaarden, lioe zouden wij met dal ook te herinneren, hatelijker lasten tegen hem uitzwad- deren! Dat is toch kurieus; zij mogen met die goddelooze levenswijze en met die goddelooze daad boffen cn pronkenen wij zouden er niet mogen van spreken Wal, de treflclijkheid aangaat van Clemence Boyer die spotte metal wat religie aanging, die dc godheid van Jestis-Christus vlakweg loo- •chende in hare conferencien cn die wensclite al de kerken te zien veranderen in bibliotheken en studiezalen, wij, katholieken, peizen daar van wat wij willen. Indien zulke menschen treffelijk zijn in de oogen der liberalen, ze mogen ze hebben; papaije mag preusch zijn met zulke jufvrouw; maar noch papaije, noch de schrijvers der geuzegazellen, mogen op ons verbitterd zijn, als wij alleenlijk schrijven en herinneren 't geen dat zij loven en prijzen. Nog ecus, waar is de lastering van onzen kant? Hier, kiezers, is de knoop Papalje’s vader en broeder cn Clemence Royer waren vrijdenkers. Papatje is er preusch mee, en hij is ook vrij- r/ento-franemacon, maar hij weel dal de kiezers daarvan een afkeer hebben; dc geusche schrij vers weten het ook; zij zijn verbitterd, omdat wij de zaken uiteendoen gelijk ze waarlijk zijn. Die schijnheilige oogenvet blindersLasteren doen wij niet, alleenlijk loggen wij voor oogen wat zij zijn, wat zij willen, wnt zij prijzen en ophelderen, wal zij voor eene eer aanzien. Zoo dan, weg met den vrijdenker-franc- maijon Meynne! Leve de eerlijke en LEON VISART. grafstede te lezen staat Ter gedachtenisse van Zoo dat M. Meynne zeker is van een zoo als V 111.1 ItEAKERS ge- sein ikverwekende getal stemmen, als dat er kluiten uit de gemeentekas van Adinkerke in de nieuwe schole zullen verspeeld worden. Dal ware een keer een zonderling laatste nieuws niet waar geëerde lezer? 5H twintig kemel** een Iwunlf- brein lees llaringlic, den 13 Mei 1880. Antwoord op het art. in den veurnaar verschenen, dagtee- kende,2 Mei 1880. Wat is dat nu? eene rat heeft wat brokjes van mijn werk ge knaagd en naar ’t heilig veurnaartje overgedragen! Ah! knagelijntje’ gij durft zoo aan s tukken knagen Mijn bundel stroo, en dan. den veurnaar overdragen Wat kleine zierkens van mijn keurig overleg. Der lastertale van den llaringsch scherreweg! Oh neen! gij booze dier, zoo niet den mensch te honen, Uw inuilken zult gij mij nog ecus op heden toonen; Opd.it een ieder, goed en wel, moog’ zien de schaar Der grootverstanden, tronend in den veurenaar! Ja, schobejuchten, nauwlijks uit uw hol gerezen, En die al wilt, nog wijzer dan de wijsste wezen, Verandren durft onz’ teergeliefde moedertaal, Den mensch vervolgen wilt daar hij is liberaal! Wij zullen zien Een eerlijk man verschuilt zich niet onder de muls van eenen Schobejacht, niet waar? Dit is immers een voddenaam, en men moet vodde zijn om zich onder eene vodde te schuilen. Hij zelve, hoe bepcikt zijn versland ook zij, zou beschaamd zijn zulken vuddenstlirijf- trand op bet papier te laten drukken. Een redelijk schepsel zou zich zoo diep vernederen? Ik twijfel eraan, buer schobejacht ooil etn mensch zou geweest zijn!! llewel, schobejacht, kom dan wat nader, trek uwe muls af. toon u met vleesch en been, pooten en ooien, vel en h .ir, kop en staart, juist gelijk gij zijl, dan zullen de mensrhen u kennen, zoo gij niet uit hel verholenste hoekje van Afrika gekomen zijt: Gij zjjt immers geen student in geneeskunde te Leuven, niet waar??? Neen, vergeef mij de geduchte? het ware bet gesticht te veel oneer aandoen, zulks te zeggen of le peinzen!!! Gij zijt geen gezalfde des Ileeien??? O neen, de gioutste suk kelaar, zou hij durven denken dat zulke personen, zoo laag, zoo diep gevallen zijn Gij zijl geen koepoester, kalversbesteller of koeimelker??? Neen, zulk een ventje, al had hij de gouden ketting aan den hals, de vergulde portefeuille in den hand, al stonden er twin tig kalikoeien op uangeteekend, nog zoudt gij daartoe te eerlijk zijn Wie zijt gij dan? Wel nog geen opgeraapte koeipoesfer. deze naani was u nog te schoon, dewijl hel u tol eer verstrekt uwe eerlijkheid onder den naam van schobejacht te verln igen. Nu, schobejacht, trek uwen staart tusScben uwe uchter- pooten en laat uw verstand niet langer voor het daglicht ver- bleeken; het is immers zoo flauw dal 1 el moet in den donker bewaard blijven. Overweeg in uw hol dat gij van een kemel- ken yOO nen kemel hebt gemankt Wel moogt gij van aard veranderen, van schobejacht nog Arkadische Nachlegaal lees CyCl, worden, maar van geslacht veranderen, zult gij nooit. - Is een kemelkcn Als men ten uwen tijde sprak Ik heb ^imcest, dat was. schobejacht, toen de dieren spfiikrn??? Nu z« gl n.cn in M.iun- deren vlaamsch Ik ben geweest. E twe G’hcbt. Wcstvlaamsch g’cl en dit is al pauw de llol- lamlschc uitspraak van u het zoo als gij in d< o dierentuin wilt les geven, leer uwe beestjes: Ge hebt, gij hebt. Is diijü Als gij bruin beveelt te klemmen, zegt gij bruin klem op dat hoorntje? ge moet xeggen. boompje. Is vier!! Tusschcn twee leden eerer vergelijking mag men ni.inr.i Is ge bruiken wanneer zoo, even of dezelfde uilgedi ukl is, andeis dan Zoo zou men zeggen Schobejacht is dommer dan een ezel; Schobejacht heeft meer dan lUmaal den vergrootenden trap vergeten!! Is nog maar vijl!! Nog llollnndsch! Patiëntie dictionnaire, allons done, puidrchampetterschapWelke aarc.ige lloll.indsche btoeders heb ik! De a Chronique r zou zulke scliobejachten kunnen vlaamsch leeren!Is zes Nu, moest ik al uwe langoortrekken meten, ge zondt zien dat gij het kruis op den rug draagt, vijf en keus, lees fauten, zou, met <L eerste lezmg jarig kind uil Meester Pauwels school in uw werk, onderleekeneii. Ik spreek niet van: ’k G loof dat er al niet vele bjj Ie voegen cn is; 'l zit een t wat in /.ij' e kele! Dat is uit uwen staart gezogen, zeker?? Och arme bcisl.’ trek gauw uwo muls aan dal uw hoogmoedig kopljc den mensch niet doet van schaamte blozen! llewel gij doet uwe muls niet aan? zal ik dan nog bij voeten uwe schranderheid in het uitleggen van artikels der g.tzidlen. Gij durft zeggen dat ik eerlijke cn treffelijke Priesters die het Vaderland dienen en beminnen, durf beledigen, uitschelden? Hall! schobejacht, datis laster, logenlaal, en logentaai kan men niet weerleggen. Ik bemin mijne broeders, die waarlijk voor den welvaard van ons Vaderland werken; zij hebben mijnen eeibicd, mijne ach ting, mijne nangeheclilheid Maar dat uilvcrkoien volk van God, die schriftgeleerden cn phariseers, die beweren braaf cn goed te zijn en doen gelijk hen, die hunnen Goddelijken Meester, onzen Zaligmaker kruisten! Van die godsmoorders wil ik niet! Van zulke schepselen, verlos ons Heer! Wat stoft gij daar op belonken Ik heb dit woord op zettelijk gebruikt. Beloken paschen bestaal bij ons niet meer; de paaschlijd duurt thans het jaar door! - Beloken is thans vervangen door belonken weet gij niet dal de lastertongen, de eerroovers dan de ondeugd belonken, beloeren, in den hongsten graadgeph egd hebben Pater Pier was hier ook maar gcioepen om alles at te loeien cn dan te gan miaauwen, of schoon ik. geloof het vrij, voor geen katsgcsch reeuw bee f, of de minste ontroering gevoel, zoo min als voor het «’cschrceuw van renen schobejacht. Maar omdat mijn artikel vol waarheid is, zoudt gij alles in het belachelijke willen doen onlaaiden; neen, ik heb uw beet, draagt gij de ezelooren Ik kende, «chobejacht, nog uw hol niet, maar, ’t is onder het meiboompje zegt gij. Het verwondert mij nu niet meer dat het arme boompje zoo ras verdroogt Het is immers uwe bende die al de jeugdige takjes.met den bloesem van hel armeboom- pjc knaagt; die het bezaait met snuift jes welke het boompje zoo zwaï t cn zoo treui ig maken Dikwijls hoor ik het boom pje uitroepend Die lafaards, die schijnheilige, die godsbedriegers licbben de zuivere kleedcrcn vanmijne nu onreine ziel geknaagd! Geen twijfel meer aan. ’t is de schobrjachtsbende. Wanneer ik te llaringhe aankwam, was ik verheugd in Let lommer van het meiboompje te mogen wonen. Maar helaas! het staat in de lente dor en kaal als in den winter! Ver wondert het u dan dat het boompje treurt? dat ik het dagelijks, bij de eerste zonnestralen, hoor uitroepen: Van schobcjachten zonder ziel, Verlos mij. O Heer! ’t Ts wanneer de schobcjaehts bende al die verwoestingen aan het meiboompje toegebrachl heeft, dat zij de gazet in handen neemt en dan de brleckenis der woorden ook wil ver woesten of doen ontaarden Ik zeg, schobejacht, dal gij nooit schrander, bekwaam genoeg zult zijn om uwe plichten jegens den mensch le begrijpen; dat uw hoogduitsch woordenboek im*t hoog genoeg is om o brein te bevatten; maar, waarom voortspreken aan eenen schobe- jacht, een dier dal mij niet kan antwoorden, de rede bezit bet niet! Ja. braaf beestje, kruip, den staart tusschen de achler- pooten, de ooien in de nek uw hol Linnen en kom nooit meer het z mneli -ht aan-J. Ki al dey Een oardii liet 'VOIlt Die God In eoislkomend»| mar plicht, druk

HISTORISCHE KRANTEN

De Veurnaar (1838-1937) | 1880 | | pagina 2