s ft i-l 'aii in I f898. 2 Maart 188!. L Veurne, Mar Dit Bind verschijnt den Woensdag, ontniddelijk 22 12 8 0 - 6 I lilr *’w X. caramis. u 30 - a a 24 - i Kapitalen. i van r.-i«. ft.Ooo en daarboven I"’, S4* <>i' hypo- •a-MliTi n a m den in» l-p'"/.. cigendoinslilclen fdbrug. bisiuudc. a 18 a - I 2(5 a 28 23 Feb. I 26 - i IJ 60 iii »- a 18 80 «Utabilé. l it Rome wordt gemeld, dat Z. H. Leo XIII, autwomdeude aan de gelukwenschingen die hem door bet II. Kollegie werden toegestuurd ter gelegenheid der derde verjaardag zijner kie- zing tot Paus, ingezien don ernstigen toestand ver» locrsch over zijn^igen gezag, tot zijnen afgezant bij den II. Stoei zeide handeld worden alsof er achter Hem zou staan van twee honderd duizend man. Onze eerste plicht dan, jegens de Kerk genoeg; wij moeten 28 a 30 meerderen deel ilcr morgen, het brood per 1 i/2 kilo, 48 c. "Mg.ë. "ijn haar schuldig huceitdige en uiticendige cere, gehoorzaamheid en behulpzaamheid. Alle gezag komt ren God, gelijk ons de II. Pau lus leert (Rom. XIII. I), en uit hem spruit alle immlit. Deze goddelijke glans die alle wettig gezag omringt eu met zijnen luister als het ware de onvolmaaktheden bcsluiert der menschen die gebod mogvn geven, is alleen genoeg om het gezag, waar ergens en onder welke ge daante men hetzelve ontmoet, al onzen eerbied weerdig te maken. Vrije en verstandige schcp- scloii (Pods gelijk wij zijn, wij eerbiedigen hel gezag van den ader des huisgezins, omdat hij (lod lerlegenwoordigt; wij ontzien den Vorst omdat hij de dienaar van God is voor bel goed; wij eeren de Kerk omdat zij ook, en zij bovenal, la t gezag met welk zij bekleed is van God heeft ontvangen. Inderdaad, terwijl koningen on opperhoofden van volkeren hun gezag van God ontvangen, niet regelrecht, maar door voorloopige lusschen- komsl der volkeren zelven, de Kerk heefl oi - tniddelijk en t .zelven, hare inrichting, bate wezenlijke gronden, hare t dfti het gezag anders is dan de voortzetting, dweers door den loop der eeuwen, van de t over heefl. Luistert, Z. L. B, naar de woorden van Jesus-Ghristus, sprekende tot zijne apostelen, en in hunnen persoon tol Apostelen, de Bisschoppen en den Prins Bisschoppen den Paus; Alle macht is mij gegeven Joannes-Josephus Faict, door de bermJiei tighehl Gods en de genade van den H. Apostelijkeu Stoel, Bisschap van Brugge, lluisprelaat van Z. II. den Paus en assistent bij den Pattsehjken Troon, aan de geestelijkheid en de- gelooingen van ons bisdom, zaligheid en zegen. Zeer lieve Broeders! In onzen Vastenbrief van velleden jaar spraken Wij over het gezag en de weerdigheid der II. Kerk. Wij loonden u haren goddelijken oor sprong, en brachten u in hel geheugen dat, wen als de gaijsebe schepping het werk der huilden is van den Almachtige, zoo ook de Kerk ’l eigene werk is vat. Onzen Heer Je$us-Christuc. Er blijft ons, dezen jure, te spreken over de plichten welke wij ten opzichte der II. Kerk te volbrengeif hebben. Deze plichten zijn juist degene die ons ve: binden ten opzichte van alle wettig gezag, en staan wonderbaar beknopt in het antwoord van den Catechismus hetwelk wij in onze jonge jaren hebben geleerd JFy c -non buitengewonen jubih- te opei en, ten ■i'! d'ior de vermenigviildiging der gebeden -- e t boelpiegiiigen de barmhartigheid des hemels van verkleefdheid, die V, ij u komen voor te over hi t aaiorijk. te doen nederv ulep, en aan. de houden, goed verstaat en beoefent, dan wordt ongelukkigen die door de vijanden der Kerk is eer- I zijn. onzer plichten is, dit verklaart ons de II! Geest, schier op elke blad onzer heilige boeken, zoowel in woorden als in voorbeelden. Met hel begin van j hei menschelijk geslacht, in het onheil onzer eeiste ouders, wat vinden wij anders dan de kastijding der ongehoorzaamheid? De ongenade j van koning Saül, en zoo veel andere bewijzen der goddelijke gramschap, hadden geene andere oorzaak; terwijl van eenen anderen kan de ge hoorzaamheid met de prachtigste belooningen bejegend wordt Omdat gij mij gehoorzaam zijt geneest, sprak God tot Abraham, zal ik u zegenen, en mu geslacht vermenigvuldigen, gelijk de slemu des hemels, en gelijk de zondekens op den oever der zee; en alle volkeren der aarde zullen in u gezegend worden, omdat gij gehoorzaam zijl geweest aan mijne stem (Gen. XXII. 16, 17, 18). Geen wonder Z. L. B., zoo in Gods oogen de gehoorzaamheid ten zoo grooten prijze staat. Zij besluit immers in zich eerbied en liefde, en beslaat in het offer van het kostelijkste en het innigste dat wij heb ben, te weten onzen eigensten wil. Dit offer, wij bekennen het, is altijd lastig voor onze na tuur en onzen hoogmoed; doch onze rede ge paard met ons geloof, kan hetzelve wonderlijk, verzachten en gemakkelijker maken. Bekennen wij eerst en vooral en hoe dikmaals onze williugen onvolmaakt, ja zelf uitzinnig zijn; zoo kort is ons gezicht, zoo geweldig onze drif ten! hidien de ondervinding ons leert hoe waar dit is, in het bereik onzer tijdelijke belangen, met hoeveel meer grond zal het niet waar wmzen in de vei hevene orde der belangen onzer zielen? Ja! zonder vrees mogen wij hel bekennen hoe groot wij ten andere wezen mogen, in de orde der eeuwige zaligheid blijven wij altijd min of meer kleine kinderen, die raad en beleid noodig hebben; die iemand noodig hebben om ons te troosten en aan te moedigen, iemand om ons te zeggen wat. wij moeten laten en doen; iemand die om dit oogwit te bereiken, kracht met goed heid kan paren, en ons des noods met zacht geweld kan dwingen, met een wrood gezeid, cene moeder hebben wij noodig. Nu deze moeder, hoogweerdige cn heilige Moeder, die Koningin onzer zielen, het is de IJ. Kerk. Zoudet gij twijfelen of Zij genoegzaam verlicht is? Maar zij is bestierd door den II. Geest. Of Zij leerhertig genoeg is? Maar de Goddelijke Zaligmaker, voor de menschen ster vende op Calvarieberg, heefl Haar alle zijne liefde ingeslort tot ons. Of zij eindelijk gezag heefl ontvangen? Luistert, Z. L. B., naar dit laatste woord tot de II. Kerk en tol hare die naren sprekende, heeft Jesus gezeid Die u aan- hoort, aanhoort Mij, en die u veracht, veracht Mij (Lie. X. 16); en zoo iemand naar de Kerk niet luisleit, hij weze als een heiden en een publicaaii (M.vnii. XVIIL 17.) De gehoorzaamheid aan de II. Kerk is vóór ons allen een plicht, eene ware verbintenis. Alle hapering is dan onmogelijk; immers zegt de groote H. Cyprianus gij kunt God niet hebben lot Vader, zoo gij de Kerk. tol Moeder niet hebt. hun alles onderhouden wat ik u bevolen heb; en ziet, ik ben met u, alle dagen, tot de voltrekking der eeuwen (Matth. XXVIII, 18. Ifl). Gij ziet het dan, Z. L. B., in den persoon uwer geestelijke over sten, vindt gij niets anders dan de zendelingen, de afgezanten, zoo de II. Paulus spreekt (2 Con. V. 20.) en de vertegenwoordigers van Christus zelven. En het betaamde dat bet zoo zoude we zen; immers aan de Kerk is hel besturen en het behoeden vertrouwd van bet kostelijkste dat de mensch bézit, zijne onsterfelijke ziel. Weg dan! weg! met die christenen, zoo zij nogrhi istenen verdienen te heeten, die liét ge zag der Reik miskennen en misachten, een ge zag, het hoogste ongetwijfeld, dat op de aarde bestaal! Weg! met hen die, door hun spreken en schrijven, liet op zich schijnen genomen te hebben het werk van Christus te lasteren, de Kerk cn hare bedienaren, op welken rang die mogen staan, te ontecren en met modder te be zoedelen. Weg met hen!... Doch neen, veeleer, Z. L. B., zullen wij hen beklagen, en over hen, die toch onze broeders zijn, de oneindige bèrm- hertigheid Gods afsmeeken, opdat Hij hunne blindheid zou genezen en ’hunneii haal zoude doovén. Mochten zij echter gedachtig wezen hoe vcrschillig te dien opzichte do gedachten waren van dÓn grooten krijgsman die in het be gin dezer eeuw leefde, cn die hoewel zoo ja- ook zoet en gemakkelijk bei volbrengen onzer -•- ver- is, te we- j'. na de graanmarkt. Inschrijvingsprijs. 5 fr. ’sjaars; met de post fr. Annoncen 20 ccnlimen per regel. De groote letters volgens plaatsruimte. Rechteilijke eerherstellingen 1 fr. Een Nr la cent. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 20 fr. het ÏOO. De Annoncen voer Belgie (ter uitzondering der Vlaanderen! en ’[buitenland worden ontvangen door het Office de Pi bi.icité, Magdalenastraat, 46, te Brussel, Men schrijft in bij BONHOMME-RYCKASEYS, drukker-uilgever. Zwarte Nonnenstraat. 4. te Veurne. dat de Paus moest be- j laatste verplichting opzichlens de Kei k’ die er achter Hem een leger plicbting welke de zwaarste van allen is, te ten de gehoorzaamheid die wij haar schuldig bied. Doch eerbied is niet'genoeg; wij moeten J[)at de gehoorzaamheid de gewichtigste ook de Kerk beminnen. I nlmhien is dit vnrU.m.., n Is er wel iemand onder ons, Z. L. B., iemand I ellendig en ontaard genoeg, om zijne moeder niet te beminnen? Welnu, de Kerk is moeder; dien naam draagt zij; en wanneer Jesus Christus de zorg en het lol onzer onstei felijke zielen aan de Kerk heeft vertrouwd, aai: eene Moeder is hel dat Hij ons gegeven beeft. Eu voorwaar, is zij hel niet die ons in Jesus-Clirislus door liet doopsel gebaard heeft? die ons met het zog barer hemelsche leering gevoedsterd heelt? die onze wankelende stappen langs de ruwe levens baan heelt geleid? Deze moeder bij uitmuntend heid, die desnoods bare teei hei tigheid met voorzichtigheid matigen kan, heeft on’saltijd ter zijde gestaan, hetzij om ons te helpen als wij vielen', en om onze wouden te heelen in hel Sa crament der verzoening; hetzij om ons aan de heilige Tafel met hel brood der engelen te spij zen; hetzij om ons in hel Vormsel licht en sterkte te schenken, ter zegeprale over dolingen en drif ten; hetzij, eindelijk, in alle beslissende om standigheden des levens, om ons aan te moedi gen cu te zegenen. Wij mogen altijd staat maken op haar nimmer zal Zij ons verlaten; op onze laatste levensure, die ure die voor allen komen zal, vroeger misschien dan wij gelooven willen, op die plechtige uur der dood, de Kerk zal wa ken bij onze sponde, onzen angst zal zij stillen, ons lijden verzachten, onze zielen zuiveren en versterken, en door hare smeekgebeden ons de deur openen van bel eeuwig geluk. Ziet daar, o christenen, de moeder aan welke God ons heeft vertrouwd, eene moeder wier verkleefdheid, als bel op onze zaligheid aan komt, voor geene opofferingen achteruit deinst, maar die gevaar en dood kan te gemoct gaan. Al de oneindige goedheid van zijnen Goddelijken rechtstreeks van Jesus-Chrislus i Meester overdenkende, riep de Apostel uit Zoo iemand Onzen Heer Jesus-Chmstus niet bemint dat noödzakëlijê rechten ontvangen. Zoodan g hij gevloekt zij (1 Cor. XVI, 22)! Door een dus- hetwclk de Kerk uitoefent niets danig gevoel van verontweerdiging aangedre- 2_._' I ven, zouden Wij op onze beurt willen uilroepen macht I Zoo iemand zijne Moeder de II. Kerk niel be- welke haar goddelijke Stichter beschikt mint, dat hij in den ban der chrislcne samenle- 1 Mng worde geslagen! i ,.ijuv «pu-iiviv.i, Alwie zijne moeder eert cn bemint, moet dc opvolgers der I noodzakclijk hare belangen bebertigen, haar der verdedigen en ter hulp slaan. En deze is de iHssuu-.ppeu uvu «u., reveil derde onzer verbintenissen jegens de 11. Kerk. in den hemelen op de aarde. Krachtens deze macht, Helaas! verre zijn wij, in ons geliefde en gods- zend ik u; gaat en onderwijst alle volkeren, le<rl t dienstige Belgenland, dat zij allen dezen plicht 1 1- I erkennen en volbrengen! Hetzij uit onweten- heidofuit hoogmoed, geenszins staat hel om te verminderen hel getal dergenen die bun doop sel en hunnen eertitel van christenen vergeten, en die haudelen alsof de Kerk voor hen een vreemdeling, ja zelfs een vijand zoude wezen. Van de zulken zou de Kerk mogen zéggen met den Profeet Isaias r Kinderen heb ik gekweekt en hun alles gegeven, en zij, zij hebben mij versmaad (Is. 1. 2)! Wat u betreft, Z L. B., vergeet het nimmer hoe meer de ondankbare kinderen der 11. Kerk in woede aangroeien om hunne Moeder te ver nederen en haar alleen te laten staan, hoemeer gij wedijveren moet, gelijk gij doet, om Haar te verheffen en te verdedigen. Kinderen der H. Kerk, aanschouwt allen smaad en laster, die naar uwe Moeder geworpen worden, als waren die tegen u zelven gericht. Zoo men Haar tergt, ondersteunt Haar; zoo men Haar in Hare wer ken van heiligmaking dweersboomt, beschermt Haar; zoo men Haar, in den persoon van haar Opperhoofd of van hare, dienaren beschadigt, l 'va.irin de Kerk zich bevindt, uu zij overal komt haar ter hulp. Nimm r zal l.et u spijten! wordt, besloten heeft in dei. loop dezes die kinderlijke genegeuhei i" i; 'b'•■•n tootiJ; nimmer zal die zonder belooniug blijven. Zoo men die plichten van liefde, van eerbied, i van i f" I UD i 1 l -■•01^. i a - a r-~----x— k‘, In «lil lirv.tl 'mie. ddis aan- >rw. lux a»n. Zij, fijn in tl.- b st n 5>n rug; Z<: omier- #4ri> ern' g. <u«i- WW t>. 'i >n n >n d« n mon1 ••«ktiire Zctot .i.i'i, - •t'orwkx. I) xi'k'! rvire drukkinir <’J> n pivoi'l vu» jv.’akt. 1 leegte in In t bin- Po'H zijn duf n de 1 'ijn IwilJ en k uu. min etn lit'C't, i maar nu eeriïu niet opg v ng van tikt! eei-oet fine *0 en te vi rgi i Is 'Sca zjn tor.-t.nil Uro g. ns wor.it hij rn So i.rer en neemt ij oenskl- ps opslaat, 1 van duiz< iingli j P’.eid); zij c bu d is 1 Warmh t b o d t 1 er u gi n kr j.-t ^tine worlt t-ehlrc fivaxn en donk'r van ‘ke KeuoiMza. kl hot b over te geven, die iji'ond dan Cfjis cen izo Uehtigcn smaak ju ze door harik op- it van den zitkc ver- trrth vcor iir uug'P #,-e verin Mh> i i en 'en duen z;eli i>. r- 1 dit een derde er S' ruil vo’in d i aan «ebbe» zi h dikwij s *»'e b' drogen; een-ge. ^'tirktc tirhanJ'Jd, *Pjsverlcnnit, roui- enz., niiur nitt klianüiluigen beeft I? Ier» ril. .Af n be.i ft JP.M. ..Cl f Koets 'brirht.g. Siroop drr kom, n genyi st. ene ze r r”»' ge hUl d.r .vlkvklni'M tü" l>za; g- o ik nu .rdt i» en» af io<.nd gevallen. *seiiaHr it, I.enden. [/,'r fnucdtt ifl 1 cn ijzeren**«'«T» ‘r'«i«el (1 ’lnu-1 1*81). Gx", 3 05, Cen vrtpekend. stnwn Zurren, Ecs»en. ’r’ift-puinkcrkc, 5 55 7 44 Ghpelde), 7 35’ 5 54, 11 UO, 5 00, 1 58’, 6 32, 11 39, 3 48 ;he«l.Bruisel JlG’ 7 12, T ’•’i'li'-G^nt u ■•et, 10, r> 47, 7 15 «I|>. "»t Bt iissrl, 7 9«», L 7 2 fxprrs. '8, 9 51, 12 15 tip., 2 40 C 50. 0 01. 11 30’ 1 44. •o 11. 1223 (259. 8.»9 9,5). ■•,8 25, 1 18. 4 37, 5 22, 7 8 10, 12 18. 3 45, 9 41 1 55. 8 oo. 7 3. 12 22 5 52 G 98. 5 25. 8 24. 1 -75 40, 8 03, JI 00. 19 35, i .0,

HISTORISCHE KRANTEN

De Veurnaar (1838-1937) | 1881 | | pagina 1