ril
Op St. Joseph’s dag.
Nr 2057
Woensdag 19 Maart 1884
I
tog van Areuberg,
altaar overeen-
scbolen, bijgevahj zij moeten
bij gevolg
en be-
moet daarover al zwijgen, de slilzwij-
1 is verplichtend, immers alles is
kandelaars gingen mede.
De kerk van hel nieuw bi gijnhof
eenc i
i konden de kandelaars niet meer dienen,
en
3
IPlaatsclijk.
Ja, plaatselijk, dat is al wel! Maar
over wat moet ik nu gaan schrijven?
I ofeene dischvrouw of eene disihjuj'er?
franscbe helden. Dus, procesverbaal te
gen de begijntjes, dat is klaar. De be
gijntjes, zullen dan voor hel tribunaal
moeten komen, en daar zal men hun wel
wijsmaken, dat zij groot ongelijk gehad
hebben al hun eigen goed niet le laten
stelen in de groote revolutie! .Men zal daar
bewijzen gelijk twee en vier maken,
POLITIEK OVERZICHT.
In den Oosten hebben de Franschen
eene zegepraal behaald. Generaal Itfe-
grier heeft woensdag Bac-Ninh ingeno
men. De Chinezen, vernist en onthutst
door de omtrekkende bewegingen der
Franschen, hebben hunnestellingen ver
laten en zijn gevlucht langs den weg van
Thainguyen. Zij hebben belangrijke ver
liezen ondergaan. De Franschen hebben
70 gekwetsten. Eene groote hoeveelheid
krijgsvoorraad, eene balierie Krupp-ka
nons en 100 stukken kanon werden in
de citadel gevonden.
In Egypte hebben de Engelscben
Woensdag eenen gewichtigen slag ge
leverd aan Osman Digna, die ten minste
12 duizend man onder zijn gebied had.
Die slag, des morgens Ir'gotineu, is ge
ëindigd met de volledige zegepraal der
Engelschen en de vlüciil des vijands.
De verliezen der Engelschen neloopen
100 dooden, wa.iKinder veel ollicmreii,
en verschillige gekwetsten.
De Arabieren nebben meer dan 2,50U
man verloren; zij wilden zich niet over
geven; zij vochten als leeuwen mi in het
begin hebben zij de brigade, door den
oppergeneraal amiin zeil gecomman-
rleeid, aublciuii geslagen en de kuiions
Gatling en Gardner veioverd. Later zijn
venter dl? kanon» weer leruggr-woiinen
en eindelijk wei den de Arabieren ge
dwongen bun kamp te verlaten.
tuurlijk ook de ontsnapte boeken en Moet ik u zeggen wat een disci.heer is,
'j I ;n Iedereen weel dal, iedereen kent ze!
anderen trant gebouwd zijnde, Moet ik u spreken van ’l stadsbestuur?
Iedereen weet dat hul samengesteld is
en onpartijdige mannen!
langen hebben in de gemeente waar zij
verblijven.
De tweede bepaling van hel wetsont
werp is dus eenvoudig eene schending
van bel gemeen burgerrecht en eene
overtreding van het Burgerlijk Wetboét
is zake van woonstede.
De burgerlijke wet kent den klooster
ling niet; zij kent alleen den burger. De
Staat heeft bijgevolg liet recht niet aan
eenen Belgischen burger te vragen of
hij kloosterling is of niet, noch hem
zijn stemrecht betwisten, daar waar hij
wettiglijk gehuisvest is.
grond zelf van hei begijnhof kunnnen
mededingen, voorzeker zouden zij dat
ook al ifi hunnen zak gestoken hebben,
al ware het maar geweest om later de
moeite te sparen aan hunne lieve erfge
namen, onze tegenwoordige geuzen.
Noglans hoe rap en behendig ook die
brave franscbe roovers waren, hier en
daar zijn er hun eenige voorwerpen van
het begijnhof ontsnapt, onder andere
de archieveboeken en eenige zilveren kan
delaars. Hoe die zilveren kandelaars
voornamelijk hebben kunnen ontsnap
pen, dat weet God. Misschien hadden
de begijntjes die kandelaars onder haie
falien verborgen, of misschien ook,
wanneer de franscbe roovers de kerk
plunderden, waren zij reeds te drotike
om nog tin uit zilver te kunnen onder
scheiden? In alle geval waren toch de
kandelaars en de archieveboeken ont
snapt, en ziet eensdie afgrijselijke
begijntjes hebben de stoutmoedigheid
gehad die boeken en die kandelaars te
durven bewaren! Is dat geene schande,
aldus zijn eigen goed durven bewaren
en dat voor begijntjes?
Maar er is iets dat nog veel wreeder
is, en klaarlijk bewijst uoe de schaam
teloosheid der gentsche begijntjes waar-
staande» voet, zonder vertoeven, is de
procuieur du roi het begijnhof gaan in
nemen. Zonder die spoedigste lusschen-
komst, God weet wat er zou gebeurd
zijn; waarschijnlijk zouden de begijntjes
revolutie gemaakt hebben, en gansch
Belgenland misschien in vuur en vlam
gestoken hebben, want wal mag men
van die begijntjes niet verwachten?
Zijn zij niet tol alles bekwaam? God zij
gedankt, de procureur du roi heeft dat
ongeluk afgekeerd, en nog eens is ons
vaderland gered. Ah! mijn duurbaar
vaderland, proficiat, gij komt daar aan
een wreed ongeluk te ontsnappen. Reeds
hadden de begijntjes alle hunne koflie-
potjes met dynamiet gevuld, om u, met
geheel uw gouvernement, in de lucht
te doen springen. Maar die misdaad is
mislukt, en dank aan de Elandre libérale
en aan den procureur du roi, gij zijt
gered. Nog eens, proficiat!
Maar, zal men zeggen, wal is daar de
procureur gaan doen? Dal is zeer een
voudig volgens de Elandre liberale, de
zilveren kandelaars der begijntjes en be
hoorden aan de begijntjes met meer
toe, maar wel aan de frausche dieven,
die dezelve hebben willen stelen of wel
I ten minste aan de ertgenarr.cn van die
lijk geene palen kent. En mag dal zijn? franscbe helden. Dus, procesverbaal te-
Hoort.
In het jaar 1874, werden de begijnt
jes uit hun eeuwenoude begijnhof ver
jaagd. De geuzen hebben willen eene
les geven aan do franscbe sansculotten,
zij hebben willen looiien dat zij veel
beter wisten hoe de begijmjes plagen,
i 1 dat het de begijntjes zelve ajn, die de
i kandelaars en al de archieven aan de
e J franscbe of belgische geuzen gestolen
hebben en dat zij allen afgrijselijke
1
UbcriaUe Uitvinding.
Eene splinter».eiuve soort van dieven.
Tot nu toe hadden wij altijd gedacht
dat ilieecii meiischen zijn diccen anders
goed oiiieclitVcerdiglijk uiHiienieii. Vol
gens oi.ze hedendaagsche liberalen is
dit mis. De ware dieven immers zijn
diegene die een deeltje van bun eigen
goed vooi roovers durven verbctgeii eu
tiet daarna durven bewaïen!
En inderdaad, lieve lezers, denk;
toch ecus, wat de begijmjes van Gent
hebben durven doen. In de groote re
volutie van Geut, van de laaste eeuw
zoo verhaalt de Vlaming de ir.-.u.-cbe
Sansculotten of aonderbroeks waien hier
in Belgenland alle kerkgoederen eu
nog vele andere goederen komen stelen.
Natuurlijk deden zij ook een I ezoek
aan liet gro.it begijnhof van Geiit, en
daar stolen zij dat in t een plctzier was.
At i.eigene zij Konden kiijgeti was het
hunne, en hadden zij de buizen en den
1 6.
Welnu, het wetsontwerp wil den
kloosterling verplichten te stemmen
daar waar hij niet gehuisvest is of zelfs
niet tijdelijk verblijft. Die bepaling is
een maatregel van uitzondering, tegen de
kloosterlingen genomen en die hoege
naamd niet te verrechtvaardigen is.
Wat nu de derde bepaling aangaat,
waarbij de provinciale- en gemeente-
kiezingen voorlaan des zondags zullen
geschieden, deze is aattne'emlijk, als
zijnde in ’t belang der werklieden, die
stemrecht hebben, maar hun werk niet
kunnen laten staan en eene daghuur
verletten om te gaan kiezen.
De bepaling ee.mer zou kunnen oor
zaak worden dal in meer dan een geval
de kiesgescliiiicn met vuistarguinenten
opgelost worden.
De kiczing, samenvallende met den
rusidtig, waainp iedereen, kiezer en
geen kiezer, zich al een glas drank
veroorlooft, zou den geest van strijdende
politiek kunnen in de massa brengen
en werk leveren aan de gi ndai merie.
Ken uctsontxicip.
Vrijdag heeft iniiiisier Rpnn iu de
Kamer een wcisonlWerp neergelegd,
waarbij de kieswetten op nieuw gewij
zigd worden. Bij de eeiste bepaling vun
dit ontwerp woidl het .stemrecht der
onderofïleiuicii en simpele soldaten op-
ges hor t, gcdiiremle den lijd dat zij
onder dc wapens zijn.
De tweede bepaling verplicht de
kloosterlingen h .u sleipieciil uil te oefe
nen niet in de plaats waar zij verblijven,
maai in uu gi-iueenlcn waar zij hunne
woonplaats hadden vooraleer in .‘iet
klooster te treden.
De derde bepaling zegt dal de provin
ciale en gmneciilekcizingen voortaan des
tendags zullen plaats hebben.
Wat de eerste bepaling betreft, deze
is maar reclnvcidig. aangezien in de
kleine steden, alwaar een garnizoen
ligt, de wet zou gegeven worden door
de sofdalen-kiezers, welke aldaar slechts
een lijdelijk verblijf en volstrekt geene
belangen hebbeu; maar liet is geheel
Anders gesteld met de kloosterlingen, Al i.eigene zij koude
die wel degelijk gehuisvest zijn en be- 1
den duivel aandoen en hun hel leven
op hel oud begijnhof onmogelijk maken.
Onze geuzen, inderdaad, zijn in hunne
oiidei neming gelukt, dal doel hun eer
aan; de begijmjes hebben moeien de diefeggen zijn,
vlucht nemen, maar dank mm de tus- i Zoo belachelijk gaat men hedendaags
schenkomsl van'den edelmoedige» lier- te werk in ons land, zullen de kiezers
log van Arenbcrg, er was reeds een j
splinternieuw begijnhof gereed op Sint i
Amand om de slachtoffers der geuzen
te ontvangen. Op den 29 September
nokken al de begijmjes daarnaartoe,
met hunne potjes en pannetjes, en ua-
i j
de begijntjes h-bben ze verkocht otn uit vaderlijke
met dal geld nieuwe te koopen die met En hoe staat het met de sladskasse?
den irant van kerk en altaar overeen- Hewel! zij is ijd^l en’i is daafmeê al
komen. Wat wilt ge, de scholen zijn daar; 't zijn
Gelukkiglijk is dat schelmstuk/!!!) niet liberale scholen, bijgevolg zij moeten
lang onbekend gebleven, liet is over betaald worden met ’t geld van iedereen
eenige dagen aan de ooien gekomen Hoc anders dan? En ’t Advertentie-blad
van de Elandre libérale, eu bij gevolg j moei daai
ook van den proiureur du roi, eu op J gendheid
Dit blad verschijnt den Woensdag, onmiddelijk na de graanmarkt. Inschrijvingsprijs. 5 fr. sjaars; met de post 6 fr. Annonce» 20 ecnlintcn por regel. De groote letters
volgens plaatsruimte. Reehtei lijke eerherstellingen 1 fr. Een N' H5 cent. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 20 fr. het 100.
ik Annoncen voor Iklgie (ter uitzondering der Vlaanderen) en ’t buitenland worden ontvangen door het Office de Plblicitè, Magdalenastraal, 4G, te Brussel.
Men schrijft in bij BONHOMME-RYCKASEYS, drukker-uitgever. Zwarte N'onncnslraat, 4, te Veurne, en in dc Puslkanlooren.
Zoo belachelijk gaat men hedendaags
i dal nog lang lijden en verdragen?
I
v
y
■L
4 W*
4Qe jaar
-'-r--- -- - 'F’CD"” - --
Ziet eens wat hij gedurig doet,
Oir. bolerhaius te winnen,
Hij ga.it bij dag, bij nacht te voet,
En komt be lijkt naar binnen!
Wees stil en fraai, en maakt een kruis,
Via.'igtonzen Lieven Ileere
Dat vader toch al gauw naar huis
Gerustelijk wederkeert.
8.
Wij legg m al de handen 't zaam,
En lezen zoo godvruchtig
Nooit waren wij zoo aangenaam
Nooit waren wij zoo tuchtig.
Zoo waren wij al even blij,
En zoo van kinds gebeente
Verstaat gij, dat ons hert verhief
Met ziel, en bloed, en zinnen,
Dien man, duj vrouw, te zaïnen lief,
Voor eeuwig Ie beminnen.
12.
I Wanneer ik nu bij elke reis,
I Bij avond en bij morgen,
Op mijtte lieve ouders peiz’
I Met «•«•rli.vd, vrees en zorgen,
Op al ’L geen’ ik verschuldigd ben,
Hat ik geniet in ’t leven,
Mijn hand ontvalt de zwanepen
Ik kan *t niet wedergeven....
13.
Maar eindling roep ik, *k wil toch iets
Op Joseph’s dag vereeren,
Al s het slechs van klein bedicds,
Men zal het wel wa.irdeeren,
Wanneer ik hier in ’t kleine lied,
Ook needrig vraag verschoon ing
Terwijl mijn oog een traan ontschiet
i Van w.:re dankbetooning....
- M CJ
1.
Nooit vierde ik een goboorte.I.i;;
Zoo lief, zoowel, zu<» jjeeren,
Als dien. wa.r ik roemen ma-:
’k Hel» weer al mijn beboeren
’I Is Josi-ph'. <1 ig voor 't liuisgezin!
Zcj mij, wie is er nader
I),in bij, He oorsprong, het begin,
Dm ta.enMiehl, een vader?
9
Ik weet het “iet, ik voel een plicht
Door liefde fl‘“I hem gehuldigd.
Iels iwaar, <hd °l' 't heide ligt
Van overlang verschuldigd.
Het is een Ie r. een lacht geftuis
Hij ..vond i'H bij morgen,
•t Ven ieuwt bij elke zonnereis
l!«l eerbied, neet eu zorgen.
0 4
of-gedragen door eenen ootmoedige»
joon aan fijnen vader, ter gelegen i
heid van dejet naamdag, den iq I
Maart z835.
3
I Hoe machtloos ben ik ovri kropt,
Ach! mocht het mij gelukken,
Turwyl mijn hert soo heiig klopt,
Dit .dies uil Ie drukken.
Maar neet., ik zwijg in cenz.i.imh id,
Die ceiuaarnhcid zal spreken;
En vraagt men mij. ik hen bereid
Die eenzaamheid te breken.
4
Dan zeg ik u, een stille vreugd
Doorwoclt rii gloeit van binnen;
Mijn’ moeder vun mijn’ tcere jeugd
Dm leerde mij beminnen,
Beminnen. Ja haar tweede ziel,
Niets meer kan ik uitleggen;
Maar 't geene in mijn gedachten viel
Wil ik u geercn zeggen.
5.
Haar wederhelft w..s uitgegaan
N.utr *t bosch der klerken.uen,
i ’t Wun d itvuiid, eu ge n heldiu maan
1 Vei scheen tul ons bezwaren
i In ’t ergste va;; dun wintertijd,
i W»j kinders en getclleif,'
I Wij zaten vun de sneeuw bcviijd,
Eu bvzij te vuil ellen.
Doch moedersprak geen enkel woord,
i Wat wilde dit bedieden?
Wij vroegen of zij was gestoü’d v.
Op oi s of under lieden?
Och men ik, zegt de vrouw, en zucht!
I Wij zuchten al te gader!
1 Hetgeen waar voor ik beu beducht,
Is, kinders, voor uw vader!
■Mta—niTWIWB HTBWBM ITUBfll MM—LflfWM
i Maar wie er kwam, ’t was vader niet;
i Wij wierden om te sterven,
Zou bleek van kommer en verdriet
i Om hem te moeten derven.
i 9.
I Gebeden wierden dan gestaakt,
Wij leefden reeds al peinzen
’t Is donker dat ’t een helle maakt,
*t Is koud dat d’honden grinzeu
Ach God! waar mag die man toch zijn?
Waar mag hij zijn? zegt moeder;
Ach God! verligt mijn kruis en pijn;
Behoud me toch mijn hoeder!
10.
Zij spreekt, en luistert naar de deur!
Wij zien hem binnen komen
Wij laten varen ons gtereur,
Door blijdschap ingenomen;
Den eenen neemt zijn sl< kje uit d’hand
En gaat de slaapmuts halen;
Een ander brengt hem van de wand
Den zetel zonder dralen.
1L
Dan krijgen wij wal kuekerij,
Wt mokken uit ’t gemeente;