‘1
IJ
Nr 44.
Woensdag 2 November 1892.
48“ jaargang.
r'
Dit blad
i
it den woensdag, onmiildelijk na de graanmarkt. Inschrijvingsprijs. 5 fr. ’sjaars; met de post 6 fr. Annoncen 20 centimon per regel.De groote
volgens plaatsruimte. Recfitei lijke eerherstellingen 1 fr. Een Nr 15 cent. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 20 fr. het 100.
I
verschijnt den Woensdag, onmiddelijk na de graanmarkt.
Moge God medelijden hebben met die
beklagenswaardige wezens!
Frissche legerplaats.
Met die treurige gedachten bezig, ontwa
ren wij op de hoogc vlakten, waar wij tus-
schen 't bladerloos geboomte voortgangen,
de vruchtbare vallei van de kide^e, klein
maar helder beekje, dat zich weert om op
den rotsachtigen grond al ruisschen voort
te vloeien. Groote hooge boomen, met dicht
gebladerde takken, omzoomen den kleinen
waterloop, en verschaffen ons eene koele
schaduw, die in het heete Afrika aan den
vermoeiden reiziger deugd doet. Wij slaan
er onze tenten neder. Betere en aangename
re plaats hadden wij tot hiertoe nog niet ge
vonden.
Onstuimige geruchten.
Onze dragers, volgens overeenkomst te
Bagemoyo aanveerd, moesten onze vrachten
tot Tabora brengen; en ze spraken van
maar lot aan Mohalala, op tien dagen reize
langs deze zijde van Tabora gelegen, met
ons mede te gaan, en dan naar hun land
want 't grootste deel zijn Sikumeezen te
rug te keeren.
De zaak moest onderzocht worden. Al de
Nyampara’s of grooten der karavaan moes
ten te gaar komen om ons hunne inz:cht?n
kenbaar te maken. Elkeen mocht vrij en
vrank de bezwaren bijbrengen, die hij had
Brieven van E. P. De Beerst,
oau Adinkerke, zendeling op reize naai
den Congo.
Leven der Karavanendragers.
Zoo leven die karavanendragers. Zij kun
nen 't stille leven van den landman niet ver
dragen, zij hebben liever ouders, vrienden,
kennissen en land te verlaten, om als le
venslange doolaars nu kuslwaar.s, dan weer
naar 't binnenland le reizen. Aan de kust
gekomen, ontvangen zo voor loon eenige
ellen witte stof, eenige zakdoeken, in ’t ge
heel eene weerde van vijf en twintig tol
dertig frank.
Met hunne dertig kilo's gaan ze drie
maanden reizen; eer ze t’huis komen, zijn
hunne goederen deerlijk verminderd, als
het is dat ze er nog overhebben. Ze gaan
dan aan pombee drinken; zij verleggen geen
strooi tot dat 't al binnengespeeld is, en ze
weer arm zijn gelijd Job.
Eene karavaan gaat kustwaarts.- ze tee-
kenen in.’t zelfde zwervend leven be-begint
en hei begint nog, totdat ze ziek, of oud en
v- rslelen, hunne vracht niet meer kunnen
dragen. Zij gaan z.ch dan onder eenen
boom leggen met e-m weinig droog gras
voor b d, eenen ste-n voor hoofdinde,
eenen slotdigen lendendoek voor deksel, tot
dal de dood hun leven e.odige.
SSechterlijkc kronijk.
De korrektionnele rechtbank van Veurne
•4
tegen dc reis naar Tabora.
Een hunner nam bet woord. Meester,
zeide hij, de Nyamwezi’s zijn tegen ons.
Gaan wij verder dan Mohalala hun land
in, zij zullen ons overvallen, onze goederen
ontnemen, ja ons zelfs dooden of slaven le
maken: ’t is ons onmogelijk tot daar le
gaan.
Die gevaren, antwoordden wij, zijn
enkele verbeeldingen en hoegenaamd niet
gegrond. Andere karavanen zijn in deze
laatste jircn, in groot getal Tabora binnen
gegaan, en geen een vooival kan men bij-
karavaan hebben aangerand. Ten andere,
hebben wij niet meer dan honderd gewe
ren? Gij waart ook verschrikt van de lic
hters. - - -“o-11
langs hun land, en geen een Heheër is tot
o as nog eenige allen goed en wij gaan
De woorden
maakten maar weinig indruk op ons.
Ha antwoorden v ij h un, ge gaal al
uw goed verspelen in den pombe-, gij komt
drie vier maal bedronk en t’huis en dan
ver- 1
w cj --"CT -----
I slu ting-n; 10 rank boet, voor sc’aadi aan
meubels, en 5 IV. voor dronkenschap en 10
fr. voor nachtgedruis.
Zitting van 14 oclober. Wullus Remi,
zager, en Pousseele Pamphile, daglooner,
voor slagen; de tweede 30 fr., voor vernie
ling van afsluitingen.
Bela n Serafin, werkman te Weslende, 3
maand, n gevang en 20 fr. boet,
diefte, en 5 fr. voor dronkenschi
zijn en wat onze bestemming is; ’t is zij
die in ons de kiemen van geloof, hoop
en liefde vormt en versterkt; T is zij,
eindeling, die ons met zekere stappen
geleidt langs de gevaarlijke paden van
bet leven.
En wat bewijst de oorlog welke de
ongeloovige den Godsdienst en de Kerk
aandoel Wat bewijst zijn haat en zijne
verwoedheid tegen den geloovigen
mensci:, welkers gelukkige vrede hem af-
gusl baart klaarblijkelijk is hel dat de
ongeloovige of deze die het beweeit
te zijn zelf door een inwendig en
godsdienstig gevoel gekweld is, welk
hij niet kan verdooven; gevoelen welk
hem met zichzelven in geschil stelt, ten
gevolge des opstands van het stoffelijke
legenden geest. Het is daarom dat het
geluk, welk hem ontvlucht, hem alge
meen als een schrikbeeld verschijnt,
welk hij altijd wilt aangrijpen en dat
hem altoos ontsnapt. Dus, geen geluk
voor den ongodsdienstigen mensch.
Het is ook het genot der aardsche
goederen niet die den mensch gelukkig
maakt. En zien wij, integendeel, niet dat
de rijke doorgaans min gelukkig is dan
den eenvoudigen werkman, aan wien
nogtans alle de gemakkelijkheden van
het leven ontbreken, en die soms het
noodzakelijke niet heelt? waarbij komt
dal, tenzij omdat de werkman eenegroo
tere vrede der ziel geniet.
Het is raar dal de mensch, die groote
aard -die goederen bezit, zich er niet on
matig aan vast hecht, overrompeld door
den hebzucht. Welnu, uil den hebzucht
spruit de hoogmoed, de gierigheid, de
afgunst, de baatzucht en andere slechte
neigingen, allen vijanden van de rust der
ziel, en bijgevolg, vijanden van 't geluk.
De wetkman, natuurlijk min gehecht
aan de aardsche goederen, geeft aan zijn
geest eene meer wezenlijke spijs; zijn
geloof is sterker, zijne liefde vuriger,
zijne hoop vaster. Daaruit gevoelt hij
eene geheime voldoening die hem ver
heugt, hem troost en hem dikwijls op
recht gelukkig maakt.
Terwijl de rijkaard zich dag en nacht
in het hair schrabt om zijne berekenin
gen, die hem beletten te slapen en te
verduwen, geniet de werkman, vrij van
allen kommer, onder dil opzicht, eene
Viij lag is de zaak geëindigd der
dievenbende bestaande uil zeven Coucke-
larenaren, die in December 1891, aan
de in wooners van Leke, Zande, Vlads-
loo, Gouckelaere en Keyem den groot
ster! schrik veroorzaakte.
Bijna eiken nacht hoorde men van in
breken en plunderen van eenzaam staan
de huizen door eene bende gevaarlijije
kerels, die deuren en vensters openbre
kende, vooral bij oude lieden, welke
den naam hadden eenig geld te bezitten,
voor geene geweld iaden of doodsbe-
i dreigeingen terugweken, wanneer zij
eenigen tegenstand ontmoetten, en aan
die bejaarde menschen letterlijk hun
ge d ot goed afperstlen.
Het hof heeft de volgende veroor-
deelingen uitgesproken
1" Alttr Ma-rtens, oud 27 jaar. 15 jaren
dwangarbeid; 2° Philip. Verschaeve,
oud 42 jaar, 25 jaren zelfde straf; 3“
August Verschaeve, oud 33 jaar, 15
Gelukkig xijn*
Het gebeurt mij soms, dal men denkt
op den gelukkigsten staat van den
mensch op deze wereld, van rijke te
vergelijken met den armen, den am
bachtsman met den kapitaalbezitter, ten
einde te zien langs welken kant de ei
genlijke tevredenheid, het grootste ge-
luk zich bevindt. Dit vraagstuk is wel
de moeite weerd eens overwogen te
worden.
Vooreerst ik neem liet woord geluk in
zijne breedste en edelste beteekenis, ik
noem geluk dc gesteltenis van den
mensch in wien de noodwendigheden
der ziel voldaan zijn, wiens geest zuiver
is en wiens geweten zich niets te verwij
ten heeft, eenen slaat waarin hel hart
voedsel gevonden heeft, bekwaam hem
te vergenoegen en te vervrolijken,
waarin de karakierkiacht de bovenhand
heelt over de ijdele begeerten die alle
verstandig wezen overstroomt.
liet spreekt van zelf dal het geluk niet
bestaai in de voldoening der wellustige
neigingen. Ware het zoo, het arme
menschdom ware zeer le beklagen, en
cr waren geene gelukkigere wezens dan
de vei keus die aan T vetmesten zijn, de
kleine honden der groote damen en ze
kere zweheis die boven alles de groeve
genoegiens plaatsen van het verachte
lijkste materialismus of stofleer. Wat
deze laatster) betreft bet zijn juist dezen
die de ongelukkigste der menschen zijn,
gedurig in twist zijnde met hun denk
vermogen dat er tegen opkomt, met
hunnen geest die heimelijk lijdt en met
de altijd heropkomende begeerten die
bun gedurig voo'tdrijft naar onaantaste-
lijke goederen.
Om gelukkig te zijn is het vooraf
rioodzakehjk van aan den geest zijne
natuurlijke noodwendigheden niet te
weigeren. Allen geest voelt de nood
wendigheid van te gelooven, te bemin
nen, te hopen en zich t) verheffen
zelfs tegen zijnen wil en dank, boven
deze aarde naar eeuwige oorden. Ook is
bei hier dal de Godsdienst, dal de Kerk
onzen zielenzucht komt bijslaan, met ons
de waarheden te openbaren, welkers
kostbare bewaring zij ontvangen heeft;
het is zij die ons leert waarom wij hier
volledige gerustheid van geest. Wat
geeft het aan hem, dat de beurspapieren
in rijzing of in daling zijn? Wat geeft
het hem dat de dieven op gang zijn? Wal
geeft hem dat een hond des nachts blaft, een bankbricfkcn gcvonJon hebber,
dal eene deur eerder open dan toe weze? nummer door den eigenaar gekend I’m uu>u<i«
Voor hem brengt iedere dag zijn dage-
lijks brood mede, en uit welk gewest
ook de wind waaie, draait hij er zijn mo
len in, en slaapt gerust.
De rijke, integendeel (daar zijn uit
zonderingen) ió overrompeld met be- uc RUITCMioune
geerlijkheden waaraan hij moeilijk we- heett veroordeeld
derstaat, de eene is nog niet voldaan, j £illulg Van oen 13 octon?i
als er reeds tien andere hem overvallen. Berlin, werkman te Walou,
Deze achtervolgen hem, en laten hem
noch rust noch vrede. 1
De volksman, integendeel, gewend
aan ontberingen, wederstaat gemakkelijk
aan de begeerlijkheden welke hij niet
kan bewerkstelligen. Hij droomt niet van
prachtrijiuigen, noch van gegalonneerde
knechten noch eerlijke landen. Hij
genoegt zich algemeen met het dagelijks
b—J - --
schijns wint, en dit brood smaakt hem
letters
De Annoncen voor Belgie (ter uitzondering der Vlaanderen) en ’/buitenland worden ontvangen door het Office uEPtjBLiciTÊ, Magdalenastraat, 4G, te Brussel.
Men schrijft in bij BONHOMME-RYCKASEYS, drukker uitgever, Zwarte Nonnenstraat, 4, te Veurne, en in de Postkantooren.
klaagt gij dat uw
wij al onze waren
Ion. en als alles op is o
I.
geeft ens eenige ellen gred om eten ie
koopen, wat zoudl gij er van denken 1 Gij
hebt allen evenveel gekregen; velen zijn nog
goed vooizien had ge wat matiger geleefd,
gij hadt ook nog, gelijk zij, overvloedig
ja zelfs veel verder te reizen.
Eenigen mompelden nog wat in elkanders
-maar niemand nam nog openbaar
langs uuu ianu, en geen een tieneër is tot Als slot vao de vergadering, verklaarden
hiertoe gezien geweest. Weest dus gerust? wij, dat er geen voldoende redenen waren
zoolang gij met ons blijft, en zal er u geen i om do voorwaarden, le Bagamoyo aanveerd,
kwaad geschieden. td verbreken, en dal ze allen lot aan Tobara
Wij zouden wol, zei een ander ecu zouden medegaan. Vluchten ze weg, men
dronkaard. lot aan'1 ibora gaan, hadden i zal ze vervolgen lol in hun land. Reeds
wij tnaay goed genoeg om voorraad le waren er zes en twintig gevlucht, maar
koopen. t Begint merkelijk te minderen-, zonder eene uitzondering, waren weder-
zonder eten kunnen wij niet verder goett gebracht, hunne verdiende straf ontvangen.
i mee.De opsiokers waren nog met hunne ketens
van d n pombredrinker j beladen T zelfde lot staat hun ie wachten,
ni<r inrlrnlz nn 1 v -
De opsiokers waren nog met hunne ketens
is 't dal ze hun woord ongetrouw zijn.
All n wierden ondervraagd of zij hun
woord gingen gestand blijven. Allen, alhoe
wel eenigen misschien met tegenzin, ant-
woorden van jt. (Wordt voorlgezct.)
goed uitgeraakt! Moesten
in baldadigheden verspe-
u komen en zeg
gen onze waren zijn op. onze buik is ledig
brengen, saai de Nyamwezis eene groote kunnen voorzien zijn om lot aan Tabora,
karavaan heblnn aanrrarnnJ Ton J
dan honderd gewe-
wij reizen al sedert eenige dagen 't WOo’rd.
Iiun and All /TAPn OAIl Hph, z'Ik ie frvf i i
Zitting van den 13 October. Merlevede
26 frank boet,
voor slagen.
Veislype Jul:s, koopman in borstels, te
Clercken, 8 dagen gevang en twee maal fr.
1.57 boet, voor boschdelikt.
Bedert Lodewijk, hovenier te Lombait-
zyde, 26 fr. boe’, voor bedreigingen, en 5
fr. boet, voor icoeldwooiden.
I L'fi‘f Servaas, dienstknecht te Merckem,
I 16 dagen gevang, voor vernieling van af-
zachten slaap geniet; hij bevindt zich wel boido te Rousbrugge,. de eerste 52 fr. boet,
in zijne woonst, omringd van alle deze
die hem duurbaar zijn, en met welke hij
de vruchten zijns arbetds, zijne tegenhe- maand n gevang en 2G fr> boe!>
voor huis
den, zijne vreugden deelt. diefte, n 5 fr. voor dronkenschap.
ien anderen, zie eens hoe de rijken i -
doorgaans een vinnig en ongelukkig Assisenhof van Westvlaandersn.
karakter hebben! Zie eens hoevelen er
zijn aan wien men noch een glimlach,
noch een deuntje zou kunnen ontrukken!
Zie eens hoevelen er afgeleefd zijn voor
de jaren, gekweld door allerhande pla
gen en verstooringen des lichaams.
Men moet het getuigen, T is te veel
om gelukkig te zijn, en ik begrijp zeer
goed de oprechtheid van hel woord van
deze die zegde. «Ik heb nooii min de
rijkdommen begeerd, dan sedert het mij
gegeven is geweest van nabij het leven
na te gaan van degene die er van ge
nieten.
r
i
I
(i2c vcivotg).
Bij koninklijk besluit van den 31 October wordt
M. dc graaf de Merode Wcsterloo, oud volksver
tegenwoordiger. benoemd tot minister van buiten-
landsche zaken.
Maandag, bij de aankomst van den trein uit
Dixmudc, ten i u. 38, heeft de justitie eenen mans-
kerel en eene vrouw die hem vergezelde, aange
houden. Beide kwamen van Nicuporten reisden in
1‘ klas Het pareet was verwittigd dat men veron
derstelde dat beiden dc daders waren van eenen
die.'stal van 120 fr. in de afspanning Breydcl en
de Coninck. In hun bezit zou men, naar ’t schijnt,
bankbricfkcn gevon Jon hebben, waarvan het
- 1 was. Na hunne
Terwijl dat ons blad ter pers lag. zijn alhier
gevankelijk ingébracht drie kerels,als daders eencr
diefte van wijn bij M. Van Merris, te Poperinghe.
iot
l
--vawy VU/JI 11 1XVV A V V
- - ca
3
koopen, waf zoudt gij er van denken Gij
goed vooizien had ge wat matiger geleefd,
r - ---j uij uddi Ook nog, gelijk zij, overvloedig
j vvu vui vau ue rie- ooren n
---j
brood welk hij in bel zweet zijns aan-
schijns wint, en dit brood smaakt hem
opperbest, en hij verleert het; hij bemint
zijne harde legerstede, op welke hij een n