I
1
i J
I-:--
57e
Woensdag 4 Jili
JAARGANG
den eersten aanval der
volksfeesten
De liberale betooging te Nieupoort
I
föaaïïia
Duii chiarid boven a les!
on-
zulke vaderlandsche ver-
De Duitschers, een koel en gezapig
volk gelijk de Vlamingen, maar die
daarom niet en lieten den franschman te
kloppen in ’t j iar zeventig, hebben
ter eere van dien zegepraal over Frank
Incest hier.
Woensdag aanstaande vieren wij nog
eens de blijde verjaring van den Slag
der Gulden Sporen.
Wij verhopen dat de Wijken, zooals
andere jaren, hunne welwillende mede
hulp zullen verleenen; dat alle Vlamin
gen, zonder onderscheid van po
litieke denkwijze, hunne huizen
zullen bevlaggen, ’s avonds, in den stoel
medegaan.en uil volle borstde Vlaamsche
Liederen zullen doen weerklinken.
Nu dat wij nog min ol meer in tijden
van kiözing leve:., achten wij hel noodig,
bijzonderlijk voor de jongeie manifes-
ianten, aan alle deelnemers te ver
zoeken geene politieke liederen
te zingen in den stoet.
De herinncing aan den roemrijken
zegedag van 11 Juli 1302, is eene vader
landsche leest, en alle politiek moet er
un verbannen zijn.
Wij houden eraan dal dit verzoek
trouw nageleeld woide.
Ja, in Frankrijk zelve, nu zoo
gevallen en zoo ongodsdienstig, lijzen i waren; en wier houding zoo treffelijk
siai (beelden en viert men jaarlijks ter was. dat eenige libeiaien van Nieupoort,
eere van eene heilige Jeatine d’Aic ge-he-chaamd over zulk gezelschap* den
heeten, die over 6 eeuwen haar vader
land verloste uil de klauwen van den
Engeischman.
En waarom zou hel in Vlaanderen an
ders moeten gaan?
Waarom en zouden wij, Vlamingen,
geene vadetlandskelde, geene eigene
liet heid, geene danklaarheid voor onze
vooivt dets mogen gevoelen, ge ijk alle
andere volkeren?
't Is waar, daar heelt binsl eenige
jaren. over Vlaanderen, een li arische
wind gewaaid die de vaderlandsliefde,
’i gevoel van eigen deugd en grootheid,
aliengerhand verdoolde; dat was de
schuld ten giooten deele, van opvoeding
en onderwijs niet alleenlijk men leerde
fransch, geene loffelijk en noodzake
lijk is voor velen; maar men wierd
iransch, en dat was slecht.
Doch, Goddank, nu is die wind ge
keerd en al blijft men fransch leeren,
men woidt wederom Vluming zoo ’t be
boort.
Omhoog in de Wetgeving in 't Ge
recht, in ’l Leger, in 't Bestier is men
bezig en zal men welhaast gedwongen
zijn alles in, Vlaanderen te veivlaam-
schen;
Bij de jeugd van onze scholen is de
geesl veranderd en kiiell het van jonge
blijde Vlamingen die in korte jaren ge
heel hei aanschijn van Vlaanderen zullen
vernieuwen.
En zoo rijst hier aliengerhand de
vlaamsche dageraad, herleeft de vader
laudsliefde met de etkenienis en de
dankbaarheid voor het groot werk onzer
voorouders en namelijk van onze Helden
van 1302. Vlaminc.
lijk een prachtig standbeeld doen gie- bladen daarover drukken, toch blijkt het
ten uit het staal der fransche kanons en j uit inlichtingen van personen die den
I dn opgerichl langs den Rhijustroom stoet gezien hebben, dat zij onvolledig
Wij vinden nergens melding gemaakt
i de Dixmndsche maagden die zooveel
«lihef gemaakt hebben, en in zoo groot
De Guldensporenslag.
Wat aardig ras van volk zijn die
Vlamingen! Koel, gezapig, moeielijk
om in den gang te krijgen, maar eens
dal ze er op los gaan, zij en zouden
niet omgaan voor al ons volk van
Frankrijk.
’t Verwondert mij niet dat de fran-
sche Ridderen in den slag van Groe-
ninge, onder den Vlaamschen Goeden
dag moesten bezwijken.
Zoo spreekt, van de Vlamingen, de
fransche schrijver. Paul de Cassagnac.
Die slag van Groeninge of van de
Gulden Sporen, voert ons in den geest
zes eeuwen achteruit, naar 1302, het
gezegendste jaar uil do vaderlandsche
historie.
Ten dien tijde stond Vlaanderen in
rijkdom en weelde, in bloei van handel
«n nijverheid, in deugden en kunsten,
•aan 'i hoofd der beschaafde wereld.
Geen keure dal Frankrijk, onze eeu
wige en ertelijke vijand, zijne begeerige
■oogen op al die schatten sloeg en naar
middelen uilzag, ’t zij goede ol slechte,
om dien perel aan zijne kroon te hech
ten.
Alsdan zat er op den franschen troon
een booze koning, Filips de Tweede
bij name; den Munteschrooder, zoo noem
den hem onze vaderen, omdat hij, om
zijnen grooten vorsielijken zak te vullen,
het geld of de munte vervalschte.
Koning Filips, belust op Vlaanderen,
had allicht reden gevonden om onzen
ouden graaf Guido van Dampierre, den
oorlog te verklaren.
Hij rustte een leger uit van GO,000
man, waaronder 10,000 edellieden, de
bloem van Frankrijk, geharnast en ge
staald en blinkende onder de zon, bet
schoonste leger, zeggen de geschied
schrijvers van dien lijd, dai men ooit te
2ien kreeg.
Zoo zeker waren de Franschen van de
2cgepraal, dat zij boven aan hunne wa
pens bezems hadden gebonden, om te
bedieden dat zij ons landeko plat gingen
vagen.
Gaat, zei Joanne van Navarre, de irot-
8che koningin, tot hare Ridderheeren
gaat en dóórsteekt die vlaamsche evers,
dat waren de mannen van Vlaande-
Cn,en ontweit die vlaamsche zogen
dai waren de vlaamsche vrouwen.
Gij ziel het, die edele vorstin was al
Geinig beter als haar koninklijke man.
Ook hare ridderen hadden dien schan
delijken inad wel verslaan, want, overal
*aar het fiansche leger voorbij trok,
daar wierd geroofd en gebrand, weer
loze vrouwen cn ouderlingen wierden
vermoord en alles te vuur en te zwoord
gezet.
Intusscheniijd was het leger van de
banschen tot bij Kortlijk algezakt; de
Overmachi van hunne lege scharen, de
g'anzwide pracht hunner wapens, hunne
lei’gende en spo’tende blikken en ge-
b,a,en, alles scheen te zeggen dat zij de
dingen gingen verpletteren.
Aim Vlaandeien! nu gaat ’t met u ge-
daan zijn al uwe grootheid, uw rijk
dom, uwe vrijheid ei* ja, uw naam zelve,
ln°eten hier bezwijken onder de fran-
sche dwingelandij!
1 Is in d en nijpenden nood dat wij
“•‘‘del en De Conlnck, onze Helden, zien
°P'l;tgen.
De vrijheid ol de dood! roept hunne
siem over het land van Vlaanderen, en
°P bun woord t ijzen de Vlamingen als
U1’ den grond, vei zamelen van alle kan-
'ei1 de mannen van Biugge, van t Brug-
sche Vrije, van *t Veurnsche, van ’i Gent-
sche en van IJpersche, immeis van
geheel het vlaamsche land.
Zoo kregen zij een 1~
20,000 man, dus een legen diij,
sterk in God en in hun recht en zoo gaan
zij, onversaagd en vol hope, voet vatten
aan de Kortrijksciie Leiemeerschen
der de oogen van den vijand.
’t Was den 11 in Hooimaand van ’i jaar
1302, op eenen woensdag, nog voor
hel dagstriemen, dat de groote slag aan
’i woelen ging.
De Vlamingen hebben van eenen
priester den ztgen ontvangen, zij nemen
eene greep van hunnen heiligen vlaam
schen grond en brengen hem aan de
lippen, en onder ’t geroep van
Vlaanderen den LeeuwI
begroeten zij
franschen.
Heet was de strijd; diijmaal her
haalde de vijand den sioun'oop, maar
niets en vermocht hij legen den helden
moed der Vlamingen, er; z gevierend
welhaast weerhrjlmde over bel slagveld:
Jbif IValsch is, valsch is
en Vlaanderen den Leeuw1
De franschen hadden den Vlaming ge
zien 20,000 hunner mannen lagen in
't zand te bijten; 700 gulden sporen van
fransche Ridders iaapten de Vlamingen
op hei slagveld en gingen ze uit dank
voor den zegepraal, aan ’i gewelf han
gen van O. L. Viouwcapelle ie Konrijk.
In drze we nu e woorden die voor
gaan beschrij en wij den grouén zege
praal van Vlaanderen over Frai.kiijk.
Wij doen het opdat hel vlaamsche
volk van langs om beier zou verslaan,
waarom men jaarlijks in de dorpen en
sleden van Vlaanderen, feesie viert op
den 11 Juli;
Waai om men te Btugge, op de Gtooie
Markt, de beelden heeft geplaatst van
onze onsterfelijke mannen, van Breidel
en De Co.nnck;
Waarom men van zin is in 1902, op
den 600'" veijaardag van dien slag van
Gioentnge, den Leeuw van Vlaanderen
op te lichten op het Gioemngeveld, bij
Kortrijk, lot eeuwige gedachtenis aan
de verlossing van ons vaderland.
Wam, weet het wel, Vlamingen, zon
der den heldenmoed onzer Vaderen op
d en heugelijken slag, bel ware sedert
lang met Vlaanderen gedaan de naam
zelve tan ons vaderland ware vergelen
en uil de geschiedenis gevaagd.
En heden ten dage zouden wij, als
burgeis van Frankrijk, al de oneere en
de schande moeten deelen van dat diep
gevallen fiansche volk, zijne godde
loosheid en zijne zedeloosheid.
Onze vadeien hebben ons voor die
schande bevrijd en ons, door hunne
vaderlandsliefde, de vrijheid bewaard
mei al de deugden van den vlaamschen
stam.
Is hel dus reden, ja of neen, dal wij
dien groo'.en dag zouden vieren?
En is hei veel gedaan, om onze ver
lossing, ons bestaan als vrij volk te
bevestigen, dat wij op dien veijaardag
onze vlag misteken, en volksfeesten
houden?
In alle andere landen, bij alle volke
ren, vier l men
jaardagen.
De blad verschijnt den Woensdag. Inschrijvingsprijs. 5 fr. ’sjaars; met de post 6 fr. Annoncen 2t)cenlimen per regel. De groote tetters volgens plaatsruimte.
Rechterlijke eerherstellingen 1 fr. Een 10 cent. Afzonder4ijke nummers voor artik Is. enz. 20 fr. het 100.
De Annoncen voor Belgie (ter uitzondering der Vlaanderen) en 'll'U.tenland wordeu ontvangen door het Office de Publicité, Magdalenastraal, 46, te Brussel.
Men schrijft in bij BONHÖMME-RYCKASEYS, drukker-uitgever, Appelroaikt, 7. te Veurne, en in de Postkantooren.
leger bijeen van en daar gaan zij 'i jaar door me; geheele zijn.
Legen di ij, maar j scharen naai toe, als in bedevaait, al W
zingende vol blijheid van Duit.-chlaud, van
diep getal m de liberale betooging aanwezig
daeelden en viert men jaarlijks ter i was. dal eenige libeiaien van Nieupoort,
-x - 1 II 1.1 J
i stoel hebben verlaten.
Zeg,onliaters, verdienden die blauw-
getuite siraa'juffers, die zoo luide kon
den bueschen, en zoo hooge konden
springen, geene bijzondere melding in
uwe vei slagen.
Waarom worden zij alléén achterge
laten als dikke N'eue zelf gratie vindt in
uwe oogen
Slacht gij misschien zekere libeiale
heeren van Nieupoort, die met zulk
goedje niet gediend zijn
Maar waarom ze dan aanveerd in
uwen stoei Waarom moest M. Buyl
hen opwekken op de Groote Maikt, om
te dansen
’i Was toch wel dnt hij ze aanzag als
wezerde van zijn volk, en deelmakende
van zijne beioogmg.
Waarom mogen die vrouwelijk manifes
tanten niet figureeien in hei verslag der
betooging
Wij, katholieken, wij willen dat ge
weten hebben dat er vrouwen in onzen
stoei medevieren, en wij moeten er niel
beschaamd over zijn.
Maar ja, de uwe waren er van een
bijzonder ias, en daarom zwijgt gij lietsi
daarover.
En ziet, die mannen die in gezelschap
yandamen, welke men maar liefst met
hunnen waren naam niet bestempelt,
de straten eener stad doortrekker., zou
den dan, ir. hunne dagbladen, eerzame
vrouwen en dochters uitschelden voer
brieschende bende, en voor slooren.
Eens dat de echte soort van sloot en uit
uwe beloogingen verbannen zijn, heeren
liberalen, spreekt dan
De danstaksen.
Onze lezers zullen gezien hebben,
door het verslag, welk wij woensdag
laatst gegeven hebben over de laatste
zitting van den geme nieraad, dai er
eene kleine wijziging gebracht is aan
de politieverordeningen betrekkelijk de
dansfeesten.
De liberalen, volgens oude gewoonte,
wijten alle veranderingen aan hu i eigen
zelven loe, en schrijven dus ook, dai hei
dank aan hen is dai die wijziging op den
danstaks gestemd werd.
Weesl met zoo haastig, kameraden
Vóór de gemeentekiezing reeds, was
er kwestie eene vetandering aan die
politieverordeningen (e brengen, om den
onrechlveeidigen loesiand der inwoners
van Veurne Bewesierpoori ie doen op
houden, en wel in den zin door het
scheper.colleg'e voorgesteld.
Maar, omdat al de kermissen dan
voorbij waren, daar was geen haasle bij.
Dat het schepenjollegie van zin was
die wijziging voor te dragen, dal be
wijst ook nog de vergunning verleend
door den heer Burgemeester om op
Dijkje kermis laatst onvergeld dansspel
ie houden; niettegenstaande hel oud
In Ons Blad en Jn hel Advertentie blad pohiiereglement nog bestond, cn nog
wordt breedvoerig de betooging be- j we| ^ddr de bespreking van het voorstel
schreven, welke M. Buyl, te Nieupoort, Van M Claeys. Had de gemeenteraad
is te beurt gevallen. j moeien samengesteld blijven uiuluitclijk
Jkar hoe uilgebreid en lauijk de m; katholieken, de wijziging op het dut s-
artikeis ook wezen, welke de liberale leglemeut ging voorgedragen en ge-
i
r.
1 e
wateu- en L--J;«-.i.-xt
--
t t I, ><i>