De Doode-Hand. VLAEMSCH MIDDEN-COMITEIT. De genaemde Karei Lodewyk Deraeve, woonende te Proven, loteling der ligling dezes jaers is door den militie- rted van Yper goed bevonden en by dezen van Brugge werd hy afgewezen.'Aldus beschuldigd de eene raed den anderen van onkunde en beschikt in een oogslag, in een ja of neen, over de toekomst over het leven mogelyks van twee persoonendaer toch altyd by de afwvzing een nieuw slagtoffer moet opdagen, en die ditmael in plaets van Deraeve, zekeren Eduard Butaye, woonachtig te llous- brugge is. Zondag tegen den avond is een donderwedcr boven onze streek uitgeborsten en eene goede regenvlacg heeft de dorstige velden besproeit, hetwelk aeri alle gewassen eene onzeggelyk verbetering heeft toegebragt. Men zegt dat een huis ten gevolge van het hemelsveur in de omstreken van Poperinghe en Vlamcrlinghe de prooi der vlammen is geworden. De heer Van den Boogaerdevan Poperinghe en den heer Bancourt van Proven, hebben voor den jury van Gent-Brussel hun ezaem van kandidaet-notaris afgelegt; de eerste met groote onderscheiding en de tweede met voldoening. Het gemeentebesteur van het naburigCrombeke heeft In vergadering van 2 Mei 11.zyne kermis datjaerlyks plaets nam op den 2iea zondag van september, gebragt op den naersten zondag van Sl Janhetwelk dit jaer den zondag 21 juny is. Te dezer gelegenheid zullen er verscheidene openbare volksvermaken plaets hebben die reeds by plakbrieven bekent gemaekt zvn. Wy zullen later dit programma me- dcdeelen. Binnen kort zal een gcwigtig proces voor de regtbank van Gent worden gebragt. Een blad legt de zaek op de volgende wyze uit Zekeren Willem, heer van Maldeghem, kinderloos zynde gaf in de XIIP eeuw aen de hospitalen van S'Jan, te Brugge, al zyne onmetelyke landen, weiden en bosschen, gelegen te Ecloo, Maldeghem, Adeghem, Oedelem, enz., onder voorwaerde 1° Dat er te Maldeghemter plaetse Reeshecke genaemd, zoude gebouwd worden een hospitael bediend door twalf zusters en een geestelyken broeder. De eerste zouden ge last zyn met de verplegingen oppassing der arme zieken; den laetsten niet het doen der goddelyke diensten. 2° Dat in dit gesticht zouden opgenomen worden al de armen tot de heerlykheid van Maldeghem belioorende, zulks op de kosten derbrugsche hospitalen. Het oorspronkelyk handschrift van dit testament schynt verloren geraekt te zyn, en de bepalingen van den gever worden niet uitgevoerd. Nu moet het testament terug gevonden zyn en cischt Maldeghem het bouwen of herbouw en van lleeshecketer aengewezene plaets te Maldeghemtegen den w atergang de Eede-, of twee miljoenen betaling, in geval van niet voltrekking, met 100,000 franks schadevergoeding voor ieder jaer vertraging. Den advokaet Delhounguc, der balie van Gent, zal de zaek der armen van Maldeghem pleiten. Het hof van appel te Gent heeft in zyne zitting van 29 april, Anna-Maria Dierikx, vrouw Vandermeersehe, oud 56 jaren koopvrouw in boter tot Vinchem, verwezen tot 5 maenden gevang, uit hoofde van vervalsche boter te hebben verkocht te Veurne, den 22 October 1856. Te Diesen werd dezer dagen een pcerd van een veu len verlost hetgeen in plaets van twee slechts één oog bezat, zynde in hel midden van het voorhoofd geplaetst, daerby miste het geheel de bovenlip, en had oen buiten gewoon wanstallig aenzien; het heeft maer 45 minuten geleefd. Het visa op de paspoorten van alle vreemdelingen, over Calais uit Engeland komende en bestemd naer Paris. Belgie en Duitschland, is afgeschaft. Het woord Doode-Hand komt dikwyls voor in de bc- raedslaging welke thans in onze Kamer der Volksverte genwoordigers gevoerd wordt over de wet op de liefda digheid. Eenige opheldering over dit woord zal dus hier niet ten onpas komen; De Doode-IIand is een regt uit de middeneeuwen afkomstig, toen er nog twee klassen van monschen beston den héeren en hjf-eigenentoen de eerste meenden dat de lesten hun in bloed-eigendom gegeven waren, even als zy hun vee, hunne huisdieren, hunne gronden in eigendom bezaten. Moeijelyk is lietnogtans eene juiste en alles omvattende verklaring van dit regt te geven, aengezien het verander de naer de willekeur van den heer, of naer de verschil lende kostuimen destyds in gebruik. Meestal mogten zy, die aen het regt der Doode-Hand onderworpen waren, by testament niet beschikken over hunne eigendommen, tenzy tot een zeker beloop. Hadden zy geene wettige kinderendan vervielen de eigendom men tecnemael aen den heer. Molanus, professor aen de hoogeschool van Leuven, meldt dat de bisschop Albero of Adalbcro iu 1142 gestor ven, in het land van Luik eene soort yan dienstbaerheid afschafte, welke zeer oud was en die men Mortua man us (Doode-Hand) noemde. Zoohaest een laet of lyf-eigcne ge storven was, sneed men hem de regter hand af, en bragt ze by den heer, ten einde daerdoor te bewyzen dat hy van de dienstbaerheid ontslagen was. De dóód alleen ontsloeg dus den slacf van het juk dat op hem woog. Gansch zyn leven had hy gezwoegd en ge zweet zonder iets voor zich-zelf te kunnen vergaêderen, en alleen het vertoonen der yskoude en bestorvene hand was in staet om den heer van zyne baetzuchtige ontgin ning te doen afzien. Het was dus dit zoogezegde regt dat de gemelde bis schop afschafte. Die yselyke gewoonte was niet in andere plaetsen in voege, en het regt der Doode-Hand bestond enkel in onvervreemdbare regten van hceren op de eigendommen van hunne lyf-eigene. Lodewyk XVI gaf in 1779 het voor beeld op zyne domeinen en schafte dat hatelyk regt af. Zyne uitnoodigingom het gegeven voorbeeld te volgen, werd nogtans niet nagekomen; de heereh waren met te veel eigenbelang bezield en aénschouden den minderen man met nog al te veel vooroordeel. De konstitueerendc vergadering bevool, door de wet van 28 niaert 1790, de afschaffing der Doode-Hand, en van daer heeft zich die afschaffing in verscheidene der naburige landen overgezet. Men noemde onder het oud stetsel doode-Hund al de lichaemen of gemeenschappen, die voor eeuwig ingesteld zynde, door eene beurtelinsche opvolgieg van persoonen, schynbaer altyd dezelfde zyn; die daerdoor geene ver- hoofding te weeg bragten door het overlyden en over welker goederen niet konde beschikken zonher oorlof der vorsten. In onze tyd bevinden zich de geestely ke gemeen schappen de godshuizen en andere openbare gestichten in hetzelfde geval. Brussel 2 April 1857. Aen de Vlaemsche maelschappyen en verdedigers der vlaemsche zaek. Overeenkomstig met de belofte in omzendbrief van IQ february vervat, hebben wy de eer, al wie er belang in stelt, te verwittigen, dat de jaerlykschc algemeene ver gadering des Comiteits zal plaets hebben op zondag, 7 juny, om half tien ure des morgens, in eene later aen te wyzene zael. De dagorde zal by een volgend rondschryven bekend gemaekt worden.

HISTORISCHE KRANTEN

De Dorpsbode van Rousbrugge (1856-1866) | 1857 | | pagina 2