VAN ROUSBRUGGE. 8 SEPTEMBER 1857. N.° 39. l.slc JAER. AVIS. DE ST.—HELENA MEDALIE. ii iimim Men belaeld voor DEN DORPSBODE die eiken dinsdag verscliyntte Rousbrugge en allen die het blad by den drukker afhalen, perjaerfr. 4-00; zes maendenfr2-25; met de post fr. 4-75, of fr. 2-50 per zes maenden; voor Frankryk 7 fr. 'sjaers. Berigten en Aenkondiaingen 12 cenlimen den drukregel. Afficlien en Bekendmakingen by den uitgever gedrukt worden Gratis in dit blad geplaetst. Alle opzendingen moeten vbacHtvrt voor den mucndag morgend by DÉSIRÉ ALLAERT, drukker-uitgever te Rousbruggc-Haringhetoekomen. AUX BELGES QUI ONT SERVI DANS LES ARMÉES FRANgAISES. '■L'Office de Correspondances, qui compte a Bruxelles plus de dix années d'exercise, vient de fonder a Paris un bu reau spécial pour h&ter la vérification des litres a l'obten- tion de la médaille créée par l'Empereur Napoléon III en faveur des anciens militaires qui ont servi, a, au époque guelconque, sous les drapeaux francais, de 1792 a 1815 mclusivcment. L'adininistration de YOffice s'empresse d'informer tous les ayant droit, a cette médaille d'honneur, qu'elle se charge, au prix le plus modéré, de la recherche et de la copie des états de services, de la rédaction des petitions et des mémoires, ainsi que des demarches prés des auto rités compétentes, en Belgique qu'en France. L'Office, essentiellement beige, se rendra gratuitement utile aux anciens militaires dont l'indigence sera constatée. S'adresser en personae, ou par letlre affranchie, 7, rue des Éperonniers, Bruxelles. De Monileur meldt, dat de medalie, welke gesticht j is, voor al de persoonen, die Frankryk gediend hebben van 1792 tot 1815, medalie van Sint Helena zal genoemd worden. Op bevel van den keizer is het streng verboden het lint te dragen, zonder de medalie van Sint Helena. liet dekreet van den keizer der Franschen; instel lende eene medalie ten voordeele der oude militaire van de republiek en van het 1° keizerrykheeft verscheidene^ vragen opgeworpen. Men vraegt of, om regt te hebben op dit onderscheid, men moet gediend hebben van 1792 tot 1815. De wyze waerop het dekreet reeds toegepast is, bevvyst dal daerop ontkennender wyze te antwoorden is. lnderdaedde me dalie is verleend aen verscheidene generaels die naer de laetste jaren des keizerryks in dienst zyn getreden. Dus, om aeuspraek te maken oni de medalie, is het genoeg onder de fransche vaendels deel genomen te hebbon aen den eenen of anderen oorlog van de republiek of van het eerste keizerryk. De tweede vraeg is die of de officieren of leden van den gezondheidsdienst of van de inlendentie gelyk zyn ge steld met de stryders. Volgens al de vorige gebruiken, is deze vaaeg bcvestigender wyze te beantwoorden. Eindelyk, de derde kwestie is die van te weten op w elke wyze de Belgendie gediend hebbonhunne regten moeten doen gelden. Diesaengaende zal het frahscli gouvernement een reglement afkonSdigen. Men weet even wel van heden af dat een vertoef van dry maenden ver leend is aen al de oude soldalen des keizerryks, behoo- rende tot de vreemde natiën of zich niet in Frankryk bevindende om lit .ne regten op het bekomen der medalie te doen gelden. De vreemde reklamanten zullen hunne stuks moeten inzenden aen de gezanten of ministers hun ner natie te Par)rs. In Belgen is het getal persoonen, die 400 fr. ont vangen uit het legaet van Napoleon I aen zyne voormali ge soldaten147. Rousbhugge-IIaringhe, september 1857. Mynheer de Uitgever van den Dorpsbode, Ik weet dat uwe kolommen niet open staen voor den strydlust over persooneele zakennogthans wanneer men begeerlyk is een feit in het publiek te brengen waervan men de geheele verantwoordelykhcid op zien wil nemen, dan, mynheer, denk ik dat dit geenzinds uwe onafhang- lykheid in dergelyke omstandigheden, nog veel min het gedrag van uw dagblad kwetsen kan, zoo veel te meer, daer een dagblad byzonderlyk voor de goede zaken en de teregtwyzingen bestaet. Zoo denkende zult Ued. my ver plichten met dit volgende in uw eerstkomend nummer te plaetsen. Daer zyn menschen, Mynheer, wiens harlhoofdigheid en jaloerzy men nimmer kennen kan dan door daedzaken waerin zy hunne dwalingen doen uitschvnen, dwalingen die by eenieder verontweerdiging moeten opwekken, dwalingen die begaen w orden van hen die zekerlyk niet overwegen tot welk einde zy kunnen aenleiding geven ja, en van het goene ik spreken wil, maer te ongelukkig gegeven hebben. Bemerkt het wel Buitengewoone om standigheden genoodzaekten my eenige dagen myne ver- blyfplaets te verlaten, en aldus geene gevallen kunnende verhoeden die in myne hoedanigheid van veearts zich konden opdoen, zoo was ik wel verplicht alles aen de toekomst over te laten. Welnu, de omstandigheid heeft gewilt dat in myne afwezigheid een peerd van zekeren sieur Pieter Dehaene, landbouwer te Proven, aengetast is

HISTORISCHE KRANTEN

De Dorpsbode van Rousbrugge (1856-1866) | 1857 | | pagina 1