Stadsnieuws. II a Hun rijk is uit. Voor 't geloof en de goede zeden. Koninklijke Maatschappij S* Sebasliaaii, te Yper. De bevolking van Yper in de middeleeuwen. Een en ander. is Ten gevolge van de weigering van de klerikale regeering de grondbelas tingen te herzien hebben de landbou wers 20 millioen frank lasten te veel betaald Het is dus maar recht en redelijk dat M. de Smet de Naeyer eene restitu tie doe van 5 millioen frank aan de landbouwers die geschoren werden zonder zeep. Maar neen onze minister van krot in de kas die enkel raadsheer der Kroon, staatsminister, graaf en mil- lionnair geworden is dank aan de kle rikale kiezers van deu buiten, zooals Colaert en Van Merris, en lachtde boer- kens uit, zooals hij gedaan heeft met de herbergiers. Die trotsche kerel kan zelfs niet eens erkentelijk zijn ten aan zien van de sukkelaars die hem uit den slag getrokken hebben. Ook als niet komt tot iet, dan kent iet zich zei ven niet. Maar geld heeft hij Over, millioenen voor feesten, voor kerken en kloosters, millioenen voor eene nuttelooze mid denstatie te Brussel, millioenen voor macadamwegen om de boeren den dui vel aan te doen, 200 millioen voor for ten, enz. En wanneer in 1900 de Belgische missiën in China door de Boxers be schadigd zijn geworden, heeft de kle rikale regeering voor hen meer dan 1 millioen frank bekomen. En wat doen de beruchte landbou wersvrienden 'Colaert en Van Merris, in de Kamer Niets En die fameuze landbouwgroep Ook niets. Het stond die klerikalen vrij een ander wetsvoorstel in te dienen, als het deze hun niet aanstond. Zij die wat gedruisch hebben gemaakt rond de gevraagde forten van Antwer pen en pan gepaaid werden met noch piepen noch roeren Wij vragen ons af wat het zou zijn moesten die helden eens geene landbou- wersvrienden zijn... De liberalen, en vooral MM Nolf en Buyl, hebben hier alleen hun plicht vervuld door den minister te ondervra gen en een wetsvoorstel tot schadever goeding neder te leggen en daarom hebben zij het vertrouwen van alle landbouwers tot welke partij zij ook behooren, ruimschoots verdiend. In 1906 stemmen zij als één maD voor de Liberalen Uw rijk is uit, heeren klerikalen. Reeds ziet men menig uwer slaven zich bereid maken om over te loopen tot deze die u zullen opvolgen. Maakt u dus maar bereid tot de vernedering, want de dag der uitboeting breekt in 1906 voor u aan. De wetten der gerechtigheid hebt gij over het hoofd gezien de christelijke diefde was voor u eene spotternij, want niemand heeft meer gehaat en vervolgd dan gij. Daarom heeft het volk de hand van u afgedaan en ge zult getuige zijn van uwe eigene schande/ Als de Romeinen een volk overwon nen hadden, roeiden zij het niet uit neen, zij sleepten liever duizenden vau die ongelukkigen mede naar Rome en daar moesten zij tot schouwspel dienen voor het Romeinsche volk, en tot op luistering van den triomf van hunnen overwinnaar. Zoo zullen de overblijf sels der klerikale par:ij in de toeko mende Kamers dienen tot opluistering van de triomf der liberalen 't Woord zal dan vrij zijn in de Ka mers het Beknopt Verslag der Kamers zal terugkomen en ons Vlaan deren en ons volk op de hoogte stellen van 't geen in 't Parlement gebeurt gij zult uwe tegenstrevers niet meer kunnen overschreeuwen en uitschelden en als ze u waarheden in 't aangezicht slingeren zooals gij 't deedt met M. Buyl. Heden wij, morgen gij staat er op vele onzer kerkhoven geschreven. Voor ons, liberalen, is het droevig heden reeds aan 't eindigen voor u rijst het akelig morgen der vernede ring, der schande, der bespotting, van de algemeene verachting en walg. Hoogmoed, verachting der kleinen, vooral ongerechtigheid, verdrukking en vervolging, ziedaar groote bronnen vau den val die de klerikale partij te gemoet gaat. De hoogmoed, de verwaandheid ver blindt en belet ernstig werk Vervolging en verdrukking jagen de gemoederen der krachtige menscheu op, en ontzenuwen eigen partijgangers, die laf en krachteloos worden als sla ven. Ongerechtigheid roept den vloek van 't volk op u. Langs dien kant hebt gij gezondigd, heeren klerikalen, en ook uw aanhaDg; daarom ook valt gij, en diep, hopeloos diep. De aarde zij u licht, zegt men bij eene begrafenis, maar wij zijn zeker dat ze voor u altijd zwaar genoeg zal zijn om u te beletten van nog op te staan en nog ooit de macht in België te veroveren. Zij die gelooven dat men in de wereld met geld alles kan doen, ziju zeker ook met geld tot alles in staat. Waarom ijveren de liberalen voor den persoonlijken dienstplicht, vraagt een klerikaal papiertje, en 't ant woordt Het is niet uit liefde voor het le ger, maaralleen uit haat tegen de H. Kerk Zij hopen dat met den persoon lijken dienstplicht de seminaristen naar de kazerne zullen moeten trek ken en er hun geloof, hunne zeden en hunnen heiligen roep verliezen. Indien dat waar is, dan zijn de se minaristen de gevaarlijkste vijanden van de religie, welke onder de zon loopen want, eens dal zij het seme- narie verlaten en priester worden, spelen zij den zielhond en trachten zooveel jongelingen mogelijk naar de kazerne te sleuren, om er hun geloof en religie te verliezen. Of is een simpele boerenjongen be ter bestand tegen de bekoringen van het kwade, dan een seminarist Uitslagen tier scliieting-eu. Groote schieting van 13 Oogst 1905 1* vogel. Jean Vanherle, te Yper. 2e vogel. Briche, te Gales. 3e vogel. Dekemele, Emile, te Boe- singhe. 4e vogel. -- Yan Helleputte, Reué, te Rousselare. 5e vogel. Banchaert, Lucien, te We- velghem De medalliën zijn als volgt uitge deeld geweest Vreemdelingen. Voor het grootste getal schutters, aan de S' Sebastiaan Gilde van Eecke. Voor het verstkomende, aan de S' Sebastiaan Gilde van Gales. Belgen. Prijs voor het getal. Prijs van verstkomende, aan de Koninklijke Sebastiaans Gilde van Brugge. Schieting van 15 Oogst 1905, ge sticht door wijlen Heer Eric Boucke- naere, oud Onder-Voorzitter le vogel. Jules Burgho Braqué, te Y per. 2° vogel. Jules Samyn, te Loke ren. 3" vogel. Jules Burgho-Braqué, te Yper. 4e vogel. Gharles Hassebrouck, te Dickebusch. 5" vogel. - Emeri Stamper, te Zon- nebeke. Ofschoon een jaar verloopen zij se dert de uitgave, door J&. Henri Piren- ne, leeraar bij de Hoogeschool van Gent, eener historiesche studie over de bevolking van Y'per in de middeleeu wen, deel I der Vierteljahrschrift für social und Wirtschaftsgeschichledenken wij dat het kort vérslag dat wij ons voorgesteld hebben er over te geven, niet min vatbaar is om de rneuwsgie- righciti onzer lezers op te wekken. De geschiedenis der Nederlanden leert ons dat de stad Yper, te rekenen van de XIIe eeuw, even als Gent en Brugge, zich tot deh rang van groote nij verheidsstad verheven had. De groo te meerderheid der schrijvers van aan vankelijke verhandeling en van na tionale geschiedenis, doordrongen van eene overdrevene bewondering voor haren rijkdom, schrijven haar voor hetzelfde tijdstip en volgende eeuwen de fabelachtige bevolking toe van 200,000 inwoners. M Pirenne besluit uit de opzoekin gen die hij gedaan heeft in de archi- ven onzer stad, dat die min ot meer vaderlandslievende verzekeringen, ver schoonbaar door de begrijpelijke on wetendheid van dezen die ze in omloop gebracht hebben, niet meer wederstaan aan het zeer srieng wetenschappelijk onderzoek der oude historische oor konden. Lene bul van den Paus Innocentins IV, gedagteekend van den 22 Mei 1247 en gericht naar het bisdom van Morinie, verklaart dat nochtaus een verslag der schepenen meldt: fere ducenta milia hamonum (Diegenck, inventaris der archiven van de stad Yper, deel I-Il, bladz. 64.) Maar elf jaren later, Alexander IV, ingelicht door den proost en het kapittel van S4 Maarten, schat in eene bul gezonden naar den bisschop, den deken en den aartsdiaken van Atrecht, do bevolking van Yper op meer dan 40,000 man. (Diegerick id. bladz. 82). Het ware belachelijk eenig geloof te hechten aan zulke tegenstrijdigheid tusschen twee geschiedkundige ge- denkteekens dagteekende omtrent van hetzelfde tijdstip, dat geen getuige was eener politieke of maatschappelij ke omverwerping die zulke verschil lende uitslagen had kunnen verwek ken Deze tegenstrijdigheid is maar zinnebeeldig, zij is tegen de weten schap De bevolking wasechter aanzienlijk in de XlVe eeuw, aangezien Diegerick in zijn Inventaris het getal overlijdens schat op gemiddeld 108 per week, gedurende de pestziekte van 1316, van den 25 April tot den 9 October van een-m anderen kant, geeft de Poorlerie boeli't is te zeggen het optellingsre- gister opgemaakt door den Hooftman van den wijkskapitein der Poorterie voor de tweede helft der XIV6 eeuw tot 1370, eene middelmaat van boven de 100 vreemdelingen die zich het burgi-rrecht zieD verleenen bij gifte of bi) aankoop. De hardnekkige mededinging der engelsche lakenweverij, het beleg van 1382 dat den brand der voorsteden en de uitwijking der ambachtslieden ver wekken, brengen een begin van verval te weeg op hot einde der XIVe eeuw. Van 1383 tot 1413 is het gemiddeld ge tal vreemdelingen die het burgerrecht vragen slechts van 41, maar men zou zich bedriegen met te gelooven dat de bevolking der stad, sedert 1383, ge smolten is in dezelfde verhoudingen, want het getal nieuwe burgers groeit aan in 1431 en in 1437, al was de be volking niet vermeerderd. In 1486, een besluit door hetwelk de Raad der financiën van den koning der Romeinen, aartshertog van Oosten rijk, ontlast de stad Yper van een deel van haar aandeel in de buitengewone hulpgeldden onlangs verleend, ver klaart dat sedert 1408, van de 3 a 4000 getouwen van lakenwevers, er in 't geheel nog 25 tot 30 overblijven, en dat de bevolking, van 80 tot 100,000 inwoners verminderd is op 5 of 6000 inwoners. [Diegerick, b 3, 4, bladz. 121). De onlusten die in Vlaanderen woe den in de tweede helft der XV6 eeuw, stelden voor altijd een einde aan den grooten bloei der stad. Een akt van I486 bekent van 5 tot 6000 inwoners. (Wij hebben hem gezien). M. Pirenne denkt er overdrijving in te zien. In derdaad, een geschreven kronijk van Pieter Leterde vertelt dat in 1464 de optelling gedaan door de Hooftmaunen der vier wijken van Yper (Pooiterie Weifambacht, Vuilene of Vulres' Ghemeene Neringhe) 7,145 inwoners geeft, plus de grijsaards hij meldt 2451 huizen (het ware belangrijk dit laatste cijfer met, het tegenwoordige cijfer te vergelijken) il6 opgingen der jaren 1412, 1431, 143), 1491 en 1506 geven voor de vier wijken, ter uitsluiting van de leden der wereldsche geestelijkheid, der ka- numkken van 8' Maarten met diena ren en der bevolking van de vier be staande^ kloosters, 10,736 mwoner„ ,n 10'523 150f)ners drie laatste optellingen zijn mm '^6 twistbaar.) a' 1412 9,390 inwoners in 14BJ inwoners in 1437 7,626 in 1491 9,563 inwoners m °obe. De beroepen der huisvaders van wijk Ghemeene Neringhe, VerJ door de optelling van 1431, verde i zich tusschen eenen advokaat fe D notaris, eenen heelmeester, twee toors en eenen schoolmeester De ^as' versnijverheid bereikt do 51.6°/ We~ het getal arbeiders het getal der^ beidende vrouwen beloopt tot 23 oT' er zijn maar 48 huisgezinnen die hunne renten leven, 't zij 5 8 i°^ bevolking. J /odet Gedurende de nieuwere tijden i8 a bevolking van Yper niet gevoelig aan6 gegroeid eene fransche optellino- Va„ 1697 geeft 12,862 inwoners in 1786, de bevolking van 11,860 inwoners. Sedert de eerste vorderingen der geschiedkundige demographie, gedeel. telijk verschuldigd aan de werken vaj M Pirenne, is het bewaarheid, geliiv wij komen te zien dat geene geschied kundige geloofwaardige getuigenis eeu0 bevolking meldt 100,000 inwoners overtreffende,, cijfer in 1485 door de schepenen opgegeven en dat nog over dreven schijnt, wanneer men het ver gelijkt, zelfs rekening houdende der maatschappelijke toestanden van den tijd, met dat van het volgende jaar welk maar 6000 inwoners geeft. WERELDTENTOONSTELLING VAN LUIK. Kunuen gratis ingangskaarten beko men voor de tentoonstelling, rmt* aan vraag aan den minister van arbeid 1. De gemeentebesturen en oversten van nijverheidsgestichten, voor hunne werklieden afgevaardigden. 2. De maatschappijen van ouderlin gen bijstand en de beroepsvereenigin- gen voor hunne leden-werklieden. HET HARAKIRI VAN EEN JAPANSGHE BRUID. Sedert Japan den invloed*der Euro- peensche zeden en beschaving heeft ondergaan, zijn er vele oude, dikwijls 1 onmenscheiijke gebruiken afgeschaft, o. a. het harakiri, de zelfmoord door het opensnijden van den buik, dat zelfs in de hoogste kringen van Japan niets zeldzaams was en voor een heldhaftige dood werd gehouden, waardoor men onmiddelijk ter zaligheid geraakte. Toch zijn er altijd nog mannen en ook vrouwen in het rijk van den Mikado, die in een vlaag van wanhoop het ha rakiri aan zich voltrekken. In den slag van Liaojang was de Japansche luite nant Kichi Naschisawa gevallen. Toen zijn bruid dit vernam, werd zij door hevige wanhoop aangegrepen, doch slechts voor de eerste oogenblikken spoedig scheen zij tot kalmte gekomen te zijn. Den avond van den volgenden dag nep zij haar vriendinnen en vrien den bijeen en gaf hun een feestmaal, na welks afloop zij de gasten in den tuin van haar buis voerde. Daar stond een beeld van haar bruidegom, verlicht door fakkels en omgeven door palmen en laurieren. Plotseling scheurde zij haar kleed, greep een mes en reet zich den buik open, en de omstanders pre zen haar als een heldin en zongen lof zangen ter barer eere. EEN KOSTBARE STEEN. In een mijn in Brazilië is een buiten gewoon groote witte saffier gevonden, die eene waarde schijnt te hebben van ongeveer 180,000 gulden De kostbare steen woog ruw 1250 karaat (een karaat is 1/5 gram)thans, na het slijpen; waarbij er eenstuk van400 karaatisaf gesprongen, weegt hij nog 418 1/8 ka raat. Van het afgesprongen stuk zulle" waarschijnlijk nog 100 karaat te red' den zij n De saffier, voor zoover beken de groote ter wereld, is 50 1/2 mill'»0/ ter lang, 37 1/2 millimeter breed en millimeter hoog. De BerlijnscbejuW® lier en goudsmid Louis'Schluttig, 60 beëedigd taxateur, heeft de waarL ervan geschat op 180,000 guldem eteen is het eigendom van Dr R- ner, te Rio de Janeiro, een Duitse'1 die verscheidene jaren geleden als,n!)I, genieur naar Brazilië is gegaan en de mijn heeft ontdekt, welke thans dezen kostbaren saffier hee P leverd. Hij hoopt een Amerikaan8 iyu» j«! gi a WU.. VAN IQ

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1905 | | pagina 2