Gheluvelt. WEHV1CK. Een en ander. Mengelingen. staan. Men zal dus morgenden beknop- ten inhoud van de engelsche redevoe ringen in het'franach geven en omge- kerd. Het is 4 uren en de rijtuigen staan gereed om de congressisten bij den Koning te voeren. De vergadering gaat uiteen. Uitslagen der schieting gegeven door de Schuttersgilde van Gheluvelt en on dersteund door Mevrouw de Lijftoch- tenares Keingiaert de Gheluvelt Morg ends chieting De oppervogela zijn geschoten ge weest door le vogel. M. Hof, Henri, Yper. 2® M. Depoorter, R., Ghe- luwe. 3® M. Burgho, J., Yper. 4s n M. Lamerand, H., Ghe luvelt. 5® M. Liefooghe.Moorseele. Namiddags chieting 1® vogel. M. Camerlynck, Pas- schendaele. 2® M. Dutort, Arthur, Moor slede. 3® n M.Gheysen,D.,Wervicq. 4® M. Yandewynckel, Ghe- luwe. 5® n M. Vandevyvere, Moor- De honderd en dertig schutters die verleden Donderdag aan den wedstrijd deelgenomen hebben bieden aan Mevr. de Lijftochtenares de getuigenis van hunne vurige dankbaarheid voor de schoone schieting die hun is aangebo den geweest. Zondag 6den dezer hadden alhier de zoo gezegde vaderlandsche feesten plaats, ter gelegenheid der 75st® verjaring onzer onafhankelijkheid. Volgens ons gevoelen hadden al de maat schappijen der stad, zonder onderscheid van politieke denkwijze, er moeten aan deelne men. Alle Wervickanen, 't zij katholieken, li beralen, socialisten of christene democraten, hadden tot die vaderlandsche feesten moeten toegelaten worden. Doch ge weet, hoe het gaat in de dorpen en zelfs in zekere steden van ons fanatiek Vlaanderen, waar de geestelijkheid heer en meester speelt. Alzoo gebeurde het, dat hier op 6den dezer in plaats van vaderlandsche feesten, kortaf klerikale feesten, met hot geld van Jan en alleman, geven werden. Onnoodig hierop langer te steunen de klerikalen hebben het zoo klaar als de zon bewezen. Inderdaad, de klerikale maatschappijen alléén werden tot het feest uitgenoodigd. De liberale Fanfaren Les Amis Rèunis-a en de turnmaatschappij La Libre Wer- vicquoise werden niet alleenlijk tot het feest niet uitgenoodigd, maar zagen boven dien hunne aanvraag tot het bekomen eener toelage, om op hun eigen een nacht feest te geven, ter gelegenheid der 75ste ver jaring, door het gemeentebestuur verwer pen. Wij zagen zelf eene onpartijdige maat schappij van oud-soldaten slechts eene uitnoodiging vier dagen voor het feest ont vangen, en dat waarschijnlijk, omdat het gekend was, dat die maatschappij zich op zelfden datum naar Brugge begaf. Voor wat de zangers en zangeressen be treft, gekende antiklerikalen werden van kant gelaten zelf kinders, die de gemeen teschool van Wervick-Frankrijk bijwonen, werden, na gevraagd te zijn geweest, uit gesloten Is het dan zoo te verwonderen, dat een half dozijn liberale grootmakers, zooals de gerokte briefwisselaar van het Nieuws van den Dagze gunstig noemt, het recht meenden te hebben te protes teeren tegen de willekeurige handelwijze der Wervicksche klerikalen Is het dan zoo te verwonderen, dat zij het meenden te hebben zich te onthouden, zonder zich aan vuigen klerikalen laster bloot te stellen Rechtuit gesproken, heeren klerikalen, zoudt gij in onze plaats, anders gehandeld hebben Uw verleden antwoordt Neen Waar om u dan over dit half dozijn liberale grootmakers bekreunen Waarom u kwaad blood maken en durven uitroepen Schande aan dezendie uit hleingees- tigheid en haat niet wilden meedoen, het wel hadden willen beletten. (rij) die weet, dat noch wij, noch onze maatschappijen gevraagd zijn geweest, en, dat wij u, ter gelegenheid van dit feest geen strooi in den weg gelegd hebben. 8 Praten zijn geen oorden zegt het spreekwoord. Wij zullen u dus op dit terrein niet vol gen en ons bepalen, met u uwe lengens en laster voor rekening te laten. 't Zal uwe grootste straf zijn Wervickanen De Wervicksche brief wisselaarvan het Nieuws van den Dag wil de u verledene week appelen voor citroenen verkoopen. Wij hielden er aan het u te bewijzen. VOORUITZICHTEN VAN DEN OOGST IN VLAANDEREN. De rogge zal over het algemeen van goede hoedanigheid zijn en 500 tot 550 Ir^ per hectare opbrengen de tarwe 375 tot 425 fr. per hectare wat de ha ver betreft, zij is omgevallen alvorens in bloemen te staan en het is te voor zien dat zij geen 50 ten honderd zal geven van de opbrengst der gewone jaren. Wat het vlas aangaat, het zal eene zeer slechte opbrengst hebben, zoo in het opzicht der hoedanigheid als in datgene der hoeveelheid. Veel vlas heeft geen koopar gevonden en het beste is verkocht geworden tegen prij zen verschillend tusschen 500 en 700 fr. de hektare, hetzij 50 ten honderd van eenen gewonen oogst. De aardappeloogst is zeer bedreigd door de plaag, maar met volstrekte zekerheid kan nog niets worden voor speld. De voeder- en suikerbeeten, alsook de suikerij en de tabak, zullen eenen overvloedigen oogst leveren. Voeder voor het vee zal er niet te kort zijn. Over het algemeen zal het fruit, voor namelijk de peren en de appelen, wei nig opbrengen. CHINA GAAT VOORUIT. De keizerin-weduwe van China heeft ter beschikking van den minister van binnenlandschezaken van het Hemelsch Rijk eene som van 40,000 taels gesteld ten einde eenige mandarijnen naar Europa te sturen die er de parlemen taire en bestuurlijke instellingen zou den bestudeeren. De mandarijnen zullen Brussel, Pa rijs, Berlijn, Londen en Rome bezoe ken. 3,000 AANHOUDINGEN Ondanks alle officieele loocheningen van de Turksche regeering mag men het getal personen, die aangehouden werden ten gevolge van den aanslag op den sultan, op 3,000 schatten. DE FRUITOOGST. De fruitoogst is dit jaar totaal mis lukt. Vooreerst zijn de pruimen buiten bereik van den minderen man gesteld. Men vraagt gladweg tot 70 en 80 centiemen den kilogram voor fruit van tweede klas. Peren en appelen zullen ook niet overvloedig zijn. In de fruitstreken van Limburg is de oogst maar de helft van verleden jaar. En tot overmaat van ongeluk, de oogst is ook bijna mislukt in Amerika en Canada, zoodat wij niet veel op den invoer van vreemde vruchten moeten rekenen. Merkwaardige samentreffing nu als al't ander fruit zoo duur is, zijn dit jaar de perzikken goedkoop, 't Is de eenige steenvrucht die goed gedijt heeft. VOOR KIEKENHOUDERS. Een broedende kip moet iederen dag verscb water en graan hebben, maar geen haver. Water en voêr moet een eind van hetbroednest afstaan, zoodat de kip dit verlaten moet als ze wil eten; de eiëren moeten van tijd tot tijd afgekoeld worden. Het bestrooien van het nest met insectenpoeder houdt het vrij van ongedierte. DRINKGELD. Er is uitgerekend geworden dat te Parijs alleen iederen dag 280,000 frank worden uitgegeven aan zoogenaamd drinkgeld, dat voor. de meesten die het ontvangen ook wel eetgeld zou mogen genoemd worden. Dergelijke som maakt per maand 9 millioen 400,000 fr. 'of honderd mil- lioeu 800,000 fr. per jaar, voor Parijs alleen. Het gemiddeld drinkgeld door eiken Parijzenaar daags gegeven - debevol- king gerekend op 3,300,000, vreemde lingen er bij zou dus 7 en half cen tiemen bedragen. Het overige der bevolking van Frankrijk, 33 millioen, geeft gemid deld 3 centiemen drinkgeld daags, 't zij eene som van 372 millioen 300 dui zend frank. Zoodus dat Frankrijk jaarlijks 473 millioen verteert aan drinkgeld, het zij het 7® gedeelte van de begrooting van 's rijks middelen. ALTIJD NIEUWE MACHIENEN. Te Pittsburg in Noord-Amerika heeft een ingenieur eene machien ge maakt die drie duizend taarten per uur vervaardigen en voor welker leiding slechts drie man noodig zijn. De machien werkt met twee ovens en al de bewerkingen voor het vervaar digen der taart worden automatisch gedaan. En die er van geproefd heb ben zeggen dat deze taarten veel sma kelijker zijn dan deze op de voorva derlijke wijze gebakken. PETROLEUM OP SACHALIN. Als de beslissing gevallen zal zijn, aan welke van de twee oorlogvoerende mogendheden het eiland Sachalin zal blijven, voorziet men een strijd om de concessies tot exploitatie van de petro- leumvelden van Sachalin, tusschen de Standard Oil C° en de Shell C°. Reeds thans doet de Standard Oil moeite, door haar dochtermaatschappij in Japan, de International Company, de petroleumvelden van Sachalin aan te koopen, en ook de Shell doet daar moeite voor. ZIJN SCHULD. Naar het Spaansch Toen ik na een afwezigheid van vijf ja ren naar mijne familie terugkeerde in de kleine stad aan de zee, gold mijn eerste en nadrukkelijke vraag mijnen vriend Branlio Recacho. Sedert onze eerste kindsheid wa ren wij speelkameraden geweest, tot de toevallen van het leven ons van elkaar had den gerukt, mij dieper het land in, hem naar buiten, de zee op dat is te zeggen mij bracht de eerzucht aan het hof, ver van de heerlijke zeelucht, Branlio begon de zee- mansloopbaau. Reeds in onzen jongenstijd waren onze neigingen op deze verschillende doeleinden gericht, tot wij op een goeden dag beiden uit Raneces verdwenen, hij in een kustvaarder, ik in een postkoets. Bran lio aanvaardde den strijd mot de golven, ik stortte mij in niet minderdreigende gevaren. Men vertelde mijtoen ik thuis kwam, dat Branlio Recacho te Raneces vertoefde hij had het zeemansleven er aan gegeven zijn vroolijk opgeruimd karakter was ge heel verdwenen hij was een somber in zichzelf gekeerd man geworden en zijnschip, waarop hij vroeger als kapitein het com mando had gevoerd,lag in een hoek van de haven en hij had het uit medelijden aan een armen schrijver als woning aangeboden. Deze mededeelingen werkten als een ver giftige drank op mijn vroolijke, opgeruimde stemming. De vreugde over mijn terug keer in de stad mijner geboorte wa^geheel vergald. In het verleden van Branlio moest een donker punt wezen misschien had zich daarin een somber drama afgespee'd. Treu rige verhalen uit het zeemansleven kwamen mij in de gedachten en lang wierp ik mij dien nacht onrustig op mijn bed heen en weer. Den volgenden morgen ging er op uit, om mijn vriend op te zoeken. Recacho was niet meer de man, zooals ik hem vroeger had gekend.In zijn zwarte ha ren waren zilverdraden gekomen. Zijn ge zicht was ingevallen en had een groenachti ge bleeke kleur gekregen, zooals men dat dikwijls bij zielszieken ziet. Zijn vroeger zoo schitterende oogen waren gebluscht. Recacho was niet meer de man, dien ik vroeger bad gekend. Wij wandelden verscheidene straten door. Toen gingen wij een eind naar buiten tot aan het strand en daar, in het gezicht van den gladden zeespiegel, hoorde ik het treurig verhaal van het lot dat mijn vriend had getroffen. Och, 't is eigenlijk niets... begon hij. 't Zijn van die dingen, die zoo vaak in het zeeleven voorkomen. Wanneer men maar eerst eenmaal buiten is op de zee, ja, ja... Ge herinnert u wel, dat ik als kapitein op de Covadonga voer Wij oefenden er de kustvaart mee' uit kinderspel schoon weer schoone zee niets te beduiden. Daar komt plotseling een handvol wind, dan nog een, en nog een, tot hij telkens sterker wordt, 't Water zwelt, de golven worden telkens hooger. Wij raken uit den koers en krijgtn water binnen. In 't kort een hevige storm, een leelijke geschiedenis, maar wij komen vooruiten laveerenhandig. Nu en dan stort er een golf over het dek, en daar, midden in de gevaarlijkste oogenblik- ken, loopt mij Garrucho, de scheepsjongen, angstig en ontsteld voor de voeten. Ik zelf had Carrucho op het schip geno men. Herinnert ge u Carrucho nog, die al tijd haringen voor ons klaarmaakte, wan neer wij naar Escabon voeren en in de boot ontbeten Die jongen dat was een zoon van Garrucho, een slungel van dertien jaar, tusschen de schepen opgegroeid, in eeuwige afwachting van vreemden, die geldstukken in de zee werpen, om te zien, hoe handig de arme jongen zich ontkleeden, in zee sprin gen, duiken en even later met het geldstuk tusschen de tanden weer boven komen. Op een goeden dag loop ik hem toevalig tegen 't lijf en vraag hem Zoudt ge gaarne naar zee willen Naar zee Naar ze9 Ik zou 't wel willen, maar moeder wil 't niet hebben. Vader is op zee verdronken. Ik ging naar zijne moeder en zegde Garrucho wil gaarne op zee. En zij antwoordde Wanneer hij met u meegaat, is't goed. Toen ik Garrucho vertelde, dat hij op de Covadonga scheepsjongen zou worden, sperde hij mond, oogen en neus open. Zijn geheele gezicht drukte sprakelooze verba zing uit. Ik schoot in een luiden lach. Hij zegde Op de 8 Covadonga Op de Cova donga Met het stoommachien en de twee schouwen Ik dacht, dat de mond en de neus van den jongen zich heelemaal niet meer zouden sluiten. Zijn ademhalingswerktuigen sche nen een stroom van lucht en vreugde op te vangen bij het onverwachte vooruitzicht op het zeemansleven... Telkens als ik daaraan denk, zie ik hem weer voor mij staan. Dus de golven sloegen over het dek, toen de verschrikte Garrucho mij voor de voeten liep. Ik wilde juist een nieuw bevel geven, maar de bengel hinderde mij in mijn bewe gingen ais een hond, die voor onze voeten trippelt. Vooruit, domkopschreeuwde ik. Wat hadt gij u wel van de zee voorgesteld Om te antwoorden liet ik hem geen tijd. Ik pakte hem bij den kraag en slingerde hem den trap af naar beneden. Op 't zelf le oo- genblik dat Garrucho over den grond rolde brak een vreeselijke windstoot den grooten mast. Donderend stortte hij, op het schip en juist in de richting van Garrucho, doch de scheepsjongen was niet dood hij werkte zich onder het takelwerk vandaan, klauter de opnieuw de commandobrug op en klemde zich als een polyp aan mijn beerien vast. Vervloekte jongen brulde ik. En ditmaal vloog bij in een hoek van de brug. Een oogenblik zag ik zijn angstig ge zicht en het oogenblik stond mij weer klaar voor den geest, dat ik tegen hem had ge zegd Gij vaart met mij mee op de Cova donga Ondertusschen woedde de storm met onverminderde hevigheid. En Garrucho hinderde mij, hij belemmerde mij in mijn bewegingen. Nu greep ik hem, met de be doeling hem over boord te gooien. Hij ver weerde zich niet, maar ik weet niet, hoe het kwam, doch opeens viel het mij in, hoe gij en ik haringen van Garrucho aten en deze herinnering weerhield mij, hem in zee te werpen. Ik stiet hem in de dekkajuit, sloot de deur en draaide den sleutel om, zoodat hij ons niet meer kon hinderen. Een half uur later dreven we zonder roer en met gebroken masten hoe moest dat af- loopen Een schipbreuk was onvermijde lijk. De booten werden neergelaten. De manschappen sprongen er in. Ik bleef het laatste achter. Eindelijk moest ik ook de 8 Covadonga verlaten. Het trotsche schip bood een beklagenswaardig schouwspel, 't Was een spel der golven geworden Onze boot' verwijderde zich voortdurend moer van het vaartuig. Wij waren met henen of twaalfen. Daar schreeuwt er plotseling een Daar is nog een mensch op het wrak Garrucho riep ik, mijn vriend Bran lio in de vrede vallend. Garrucho antwoordde hij Garrucho Hij stak den arm door een venster van de kajuit en wenkte met een lap.

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1905 | | pagina 3