Stadsnieuws. HET GAS. Eene Ongelukswet. Wat willen de boeren Buitengewoon mirakel En die lieden vallen wij aan, over al waar wij ze ontmoeten op de poli tieke baan, die hen ontzegd is door hunne bediening, door hun ambt zelf. De godsdienst bestaat niet in dit alles, zoomin als hij beslaat in erfdeel- rooverij. Spreek niet van vrijdenkers, die zich buiten de kerk doen begra ven, als gij zelf de arme lieden uwe diensten weigert zoo er geen geld, en veel zelf, nevens ligt. Uwe kerken zijn geene huizen Gods meer maar tempels van pracht, waar het wereldsche het godsdienstige ver dringt en waarin de priesters zich zelf (concurrentie doen het zijn uwe (schouwburgen en winkels. Dit hebt gij gedaan met den gods dienst. De priesters hebben zich zoo hate lijk gemaakt dat in het minste dorp zelf er eene partij bestaat die vijandig is aan den pastoor, en die twist wordt dagelijks grooter en grooter. De bevolking ziet klaar in uw spel en gij opent nog dagelijks, door uwe haatdragende daden, de oogen aan een groot getal lieden, die zich met walg afkeeren van de priesters, die den weg zouden moeten toonen tot het goede en die de leus aangenomen hebben Alles is goed als het einde goed is», die liegen, lasteren, vervol gen, daar waar zij alleen de grondbe ginselen van hunnegodsdienstzouden moeten prediken. En als huichelen beleekent bedrie gen, de daden in tegenstrijd stellen met woorden, dan zijn de klérikalen en de geestelijken meesters in dit vak. Vrijheid van geweten, ja, en de priesters in hunne kerk, maar ook nergens anders. Dat willen de liberalen, al de libe ralen en daarvoor strijden wij ook. Dat wil zeggen De burgmeester op het stadhuis, de pastoor in de kerk I Sommige katholieke gazetten, trach ten de verdediging op te nemen van de wet op de werkongevallen, doch doen dit op zulke armzalige manier, dat de lezer van hunne artikelen, geen oogen- blik twijfelen kan, aan al het slechte wat de wet bevat. Zoo lezen wij in de door ieder ge noemde oneer der pers, of Gazet van Antwerpen, van Woensdag 23 Augustus, dat het den patroon vrij staat, eeneover eenkomst te sluiten, met den door het ongeluk getroffene werkman, alhoewel artikel 23 der wet, duidelijk zegt, dat alle ongevallen door en volgens de wet, rnoeteu geregeld worden, zoodat voor noemd blad zelf aanpredikt, tot over treding, door het sluiten van een ak koord. Begrijpen de lezers, bazen wel, van zoo'n artikel, dat zij zich blootstellen, eene tweede maal vervolgd te worden, met alzoo te handelen, daar zulke ak koorden nul eü van geener waarde zij n Elke baas is verplicht- zijn werkvolk te verzekeren, zooniet loopt hij gevaar, den eenen of den anderen dag door het ongeluk getroffen te worden en geruï neerd te zijn, soms wel door onvoor zichtigheid, of onoplettendheid van eene der werklieden, want niemand zal betwisten, dat ergevallen zijn waar da baas voor het minst zou mogen ver antwoordelijk gesteld worden Verre van ons, te willen besluiten dat alle ongelukken in dat geval zijn, doch daarom zou er goed moeten on derzocht worden, aan wie de fout, want zooals de wet nu is, is ze slecht, voor baas zoowel als voor gast. Alle verant woordelijkheid komt op den baas, en wien rechtvaardig mensch zal betwis ten, dat de kleine fabrikant niet met schrik zijne bezigheden laat verlich ten, of er tegen opziet jaarlijks eene groote som te moeten betalen voor de verzekering. Ook voor de werklieden is ze slecht en wie werklieden of bedienden heeft is verplicht in deze voege. Elke baas of boer, die 3 werklieden heeft is ver plicht zich te verzekeren en heeft alle verantwoordelijkheid maar heeft men er maar twee, dan is men van alles ont slagen. Waarom dat verschil Bijvoorbeeld een boer heeft drij knechts, of meisjes, (want een meisje wordt ook gerekend voor werkman), er valt aan eene daarvan een ongeluk voor, hewel, de knecht of het meisje zal zijne schadevergoeding ontvangen, maar iemand met twee knechten moet zich daar niets van aantrekken en de verongelukte ontvangt niets. Knoopt nu dat aaneen, ze maken wetten zoogenaamd voor den werk man, doch voor den eenen zijn ze van tel en voor den anderen niet. Waarom niet eenvoudig een wet gemaakt, waar door het gouvernement de werkonge vallen regeld en verzekerd, eene wet die aan ieder recht geeft, wie recht toekomt, zoo werkman als baas dan ten minste, zou men niet lastig geval len worden door de verschillende ver zekeringsmaatschappijen, wiens pre- miën allen merkelijk verschillen zooals nu, dringt de nood zich op, aan alle patronen zich te vereenigen en mat re gelen trachten te nemen, om die slech te wet te keer te gaan. En voor u landbouwers, gij die slaaft van den vroegen morgen tot den laten avond om uw bestaan, het is nog niet genoeg dat ge door de onweders en besmettelijke ziekten bezocht wordt, waarvoor uwe verdedigers de zooge- naamdekatholieken zich niet het minst bekommeren,watdenkt u van die wet? Dagelijks komt men u voorspiegelen, dat de liberalen eens meester, de ker ken zullen afschaffen en dat het zal verslechten, begrijpt ge nu dat de ka tholieken u het leven allengs om bit terder maken en dagelijks meer en meer naar uwe beurs snakken Zult ge u nog laten afschrikken, wanneer toekomende jaar met de kie zing, die mannen uwe stem komen af bedelen. Neen niet waar, ge zult dan met ons zeggen, lang genoeg hebt gij ons bedrogen, lang genoeg hebt de werkman en boer verdrukt en uw rijk is van deze wereld niet meer. Wat de boeren willen, is dat er Volle schadeloosstelling worde betaald voor de beesten die in naam der openbare gezondheid worden in den grond ge dolven 1 Wat de boeren willen, is dat men de grondlasten vermindere en eens ginge kloppen op de brandkast der millio- nairs. Wat de boeren willen, is dat men de doodschuld afschafte in rechte lijn. Uw vader of moeder sterft. Veel onkosten aan lijk, uitvaart,doktors., apothekers. Jaren en jaren hebben uwe ouders ge zwoegd en gespaard voor een stukje grond. Het is dan aan u, denkt ge neen, neen Eerst een deel afstaan aan den Staat of niet erven Wat de boeren willen, dat is dat men niet meer soldaten eische, als er vol strekt noodigzijn voor 's lands verde diging, en bij voorkeur degene nemen die er goesting voor hebben. En ook dat men de jongens in den spantijd van het werk naar huis zende, in plaats van de verlofgangers dan juist binnen te roepen, ja dikwijls de jongens uit Frankrijk doen komen, om hier of daar een comediespel te gaan vertoo- nen. Wat de boeren willen, is dat er in al le besturen toezicht zij, 't is te zeggen de vertegenwoordiging der minderhe den in Staat, Provincie en vooral Ge meentebesturen Op vele gemeenten zouden er dan misschien veel min sou- peekens gegeven worden. Een Landbouwer. De Weergalm heeft eene buitengewo ne, eene bijna ongelooflijke ontdek king gedaan, iets zoo wonderbaar, zoo merkwaardig, zoo uiterst zeldzaam dat het wel met de uitvinding van het ra dium op gelijken voet zou mogen ge steld worden. Konden al onze lezers den ouderdom van Mathusalem bereiken, dan zouden zij zeker nog niet kunnen raden wat wij gevonden hebben, en wij zullen het hun dan ook maar onmiddelijk zeggen. In het Staatsblad van Woensdag 6 September 1905 hebben wij eeDe be- grooting aangetroffen, waarin geen en kele cent voorkomt ten voordeele van kerken of kloosters of geestelijken Eene begrooting van een Belgisch ministerie, zouder toelagen voor de kerk, ja dit is wel het elfde wonder van de wereld. De begrooting in kwestie is deze van het ministerie van spoorwegen, poste rijen en telegrafen. Geen enkel subsideken voor pastoors of paters komt er in voor. Het geval is zeldzaam genoeg om te verdienen dat het de wereld door wor de verkondigd Gelukkig voorde pries ters dat zij het dubbel en dik weten te halen uit de budgetten van justitie, onderwijs, binnen- en buitenlandsche zaken, landbouw. en zelfs uit ff bud get van oorlog De groote gebeurtenis der week is de zitting geweest der vermaarde Gas- commissie die Maandag 11 dezer plaats had, onder het voorzitterschap van M. Colaert. De vergadering heeft plaats gehad in het gewoon lokaal van het Stadhuis, ten 6 ure 's avonds. De be- roepingsbrief droeg de volgende dag orde 1° Terugblik. 2° Uitvoering der werken. Tegenwoordig de heeren Golaert, Boone, Baus, D'Huvettere, Fraeys, Fol, Vandenboogaerde en Vanderghote, vertegenwoordigende M. De Brouwer, die in belet is De heeren Vandevoorde, ziek en Goomans, bij gebrek aan tijd, doen zich verontschuldigen. Af. Golaert opent de zitting met de volgende redevoering Ik heb u vergaderd, Mijnheeren, om eenen terugblik te werpen op het grootsche en eerlijk werk dat wij vol bracht hebben. Grootsch, te oordeelen naar de stati ge schouw die reeds de reusachtige fa briek beheerscht van 6.000 km, welke ik gedroomd had. Grootsch, Mijnheeren, omdat de Gaskwestie van Yper in de hooge provin ciale en in gouvernementeele sferen een schitterenden en vleienden glans op mijne persoonlijkheid geworpen heeft. Af. D'Huvettere Hum Hum Af. Golaert. Grootsch omdat het ten overvloede licht verspreidt op de duistere en verachterde centrums van Poperinghe en van Waasten, die steden zullen mij eeneeeuwige erkentenis toe dragen waaruit ik al het voordeel zal trekken. Wat geeft het dat het de stad is welke ik beheer die er door bescha digd wordt het bijzonderste is dat mijn mandaat van volksvertegenwoor diger mij verzekert zij ad vitam ater- nam Grootsch, zeg ik, aangezien de Faam in alle plaatsen mijnen naam en mijne heldendaden bezongen heeft op het air van Nichtjes' gas'en van de Colardiana. Eindelijk, grootsch, Mijnheeren, omdat het eene bron van winsten is voor een groot getal van ons, want zonder personnaliteiten te doen kan ik mijne vrienden Boone, Baus, Van devoorde, Vanff^rghote aanhalen die allen het grootste belang hebben in de goede zaken welke de vreemde aanne mer doen zal dien ik mijnen goeden gemeenteraad opgedrongen heb. Af. Jan Fol. En ik zal maar het voordeel hebben mijner vervelingen en van mijnen spijt. Af. Golaert. - Komaan, Jan, rekent gij het voor geene eer in de Gascom- missie gezeteld te hebben tusachen mij en Ernest Fraeys Af. Jan Fol. Oh ja, dat maakt mij een schoon been, voeg er de eer bij openlijk beschimpt en belachelijk gemaakt te zijn geweest door de vrien den die mij met reden de rol van goed zakkige figurant verweten hebben ne vens de slimmen die de kastanjen hebben opgeëten Af. D'Huvettere. Da slimste we zels, zuipen de beste eieren. M. Golaert. Genoeg, Mijnheeren, ik heb gezegd dat het werk dat wij verricht hebben grootsch was, ik voeg er bij dat het eerlijk was. Inderdaad, sedert 60 jaren was de verlichting der slad in handen van po litieke tegenstrevers. Wij hebben een einde gesteld aan dezen onregelma- tigen toestand :wij zijn voor eenen keer getrouw gebleven aan onze kiesbelof- ten wij haddeu inderdaad aangekon digd dat wij zouden goed zijn met de goeden, en onmaedoogerid metdeslech- ten (MM. Boone, Baus en Vanderghote juichen toe.) Ik weet wel dat M. Valcke altijd oprecht de voorwaarden van zijn con- trakt gevolgd heeft, hij beminde het beroep dat zijn waarde vader a stichter der fabriek van Yper, aenè tie8 oudste des lands, hem geleerd had. F Ik beken ook dat M Valcke voor deeliger voomtellen gedaan had voor de financien van Yper en voor de abon- nenten dan deze welke wij van De Brouwer bekomen. Ik weet ook dat ik de loopbaan ver brijzel van den zoon van M. Valcke verstandige en werkzame jongeling' die zich voorbereidde en met eene ze kere fierheid rekende op het voortzet ten der exploitatie van de fabriek zij ner voorouders. Ik ben vader des liuisgezins en ik begrijp die kleine vervelingen maar in politiek kent men gaene gevoelens. Ook is het zonder aarzelen dat ik, in éénen tijd en drij bewegingen, M, Valcko weggemoffeld heb, hem zeg gende Mijn lieve vriend, gij wilt de intercommunale niet, welnu maak uwe pakken Dat is gekaart, hé Welnu, recht zinnig ik heb gemeend eerlijk werk te verrichten. Maar drommels daar komt de fameu ze groep Yparlingen voor den dag, welke de intercommunale aanvaardde met prachtige voorstellen die al deze van den vriend De Brouwer in duigen wierpen. Het was de dood van onze kleine geheimzinnige berekeningen Men moest ten alle prijze dat nieuw gevaar verwijderen, de Ypersche nij verheid, ontrukt aan eenen Yperling, te zien vallen in de handen van andere Yperlingen ff Is aan dat roemrijk maar schraal werk dat ik al de middelen van mijn talent en mijner slooheid besteed heb. De strijd is lastig geweest maar wie wint zonder gevaar zegepraalt zonder roem. Ik beken het, bij de overheden heb ik moeten leugens, smeekingen, bedreigingen gebruiken maar, helaas ik was voet voor voetgevolgd en tegen gesproken door mijne woelige tegen strevers. Ik heb eindelijk gezegepraald, wel is waar, maar 't is voor gansch bijzon dere en politieke overwegingen, dat de overheden onze konkelarij bekrach tigd hebben. Ah ik beef nog bij het gedacht van hetgeen er zou gebeurd zijn indien... maar verwijderen wij alle droevige gedachten verblijden wij ons, integendeel, want alles is wel dat wel eindigt. Maar ik heb haast om tot het tweede punt onzer dagorde over te gaan. Uit voering der werken. Dat is eerder in de bevoegdheid van onzen duurbaren schepen van openbare werken. Af. Baus. Verschooning, ff is ik die de werken der fabriek nazie. Af. Boone. - ff Is ik die het werkvolk aanwerf Af. Golaert. M. Vandenboogaerde, verantwoordelijke Schepen,"heeft het woord. Af. Vandenboogaerde. Eerst en vooral, Mijnheeren, denkt gij dat M. De Brouwer zal gereed zijn den 31 De cember aanstaande Af. Vanderghote. Ja. Af. Baus. Inderdaad, voor de maand September zal er gas zijn te Po- periöghe, 'tis Jan die het mij gezeid heeft. Af. Jan Fol (woedend). Ik heb niets .gezeid want Af. Baus. Maak u niet kwaad, Jan, ik spreek van mijnen vriend Jan De Brouwer. Af. Jan Fol. Ah ik hoop het, want voor het gas zog ik niets meer. Ik heb er mijnen buik vol van. .Zelfs zoodra men in het koffijhuis van gas spreekt, sta ik op en vertrek ik: men zal mij niet meer uitschelden als een eenvoudig gemeente raadslid. Af. Vandenboogaerde. Het is dus vastgesteld dat M De Brouwer zal ge reed zijn. Het is waar dat hij zeer neerstig is, dat hij zelfs de ZondagruBt niet eer biedigt het is nochtans niet zeer schoon voor eeu christenmensch te werken op den dag van onze Vrouw Hemelvaart. Wat denkt er M. de Deken over Af. Golaert. M. Vandenboogaerde, ik bid u noch de aauwezigen noch de afwezigen te ondervragen. Af. Vandenboogaerde. Ik zou noch tans nog willen weten of M. De Brou wer niets van de kanaliseering van M. Valcke zal overnemen s«EOE3»»—<-

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1905 | | pagina 2