woIstET Regenmantels. v Kamer der 'Wrtegeuwoordigers 't Slaat legeu. l'.liiC komt, met zijU-' liberale van West-Vlaanderen het wetsontwerp op het bureel «rneêr te leggen. I Wetsvoorstel. bo. Vrt-ien 172bis van hef kïeswet bei' der kieswet van 12 8eptem VGi worden vervangen door de 3 schikking. ]j, -,:«zer8, die op den ddg der bli! i de gemeente niet meer ver- l irift waar zij op de kiezerslijsten zj|beven zijn, hebben recht, om Va,'ia.r de stembus te begeven en Vfi:lb terugkomst op het kosteloos Sfti1' °P do spoorwegen van den l m j oje de vergunde spoorwegw en op beiiSpoorwegen, in voorwaarden te af?" bij koninklijk besluit, van totjaaste statie van hun verblijf, zji Vlaste statie der pbata waar n n^,W stemrecht moeten uitoefe Ernest NOLP. Leon TERMOTE- A. BÜYL. 0i R. VANDE VENNE. wikl:Wers zullen hieronder de ont- van dat voorstel vinden. [!s Ontwikkelingen. aan '^stel dat wij de eer hebben cjer^bspreking der Kaïner te on- o,)gV hoeft bijzonderlijk voor vaardig herstelling eener onrecht- „etrc »id waarvan de bevolkingen vergpiï Z1jn die door de lijnen van spoorwegen bediend worden. 172i'ü,ii«9 verhouding der artikelen wet, (Itl het kieswetboek en 63 der die iV* 2 September 1895, de kiezer meer 1 dag der stemming niet zij inl'k 'ij vpn in de gemeente waar ten ïi'tkreven zijn op de kiezerslijs- stern 11 het recht om zich naar de op he begeven en weder te keeren weghi,a teloos vervoer op de spoor- atatiei®3 den Staat van af de naaste recht 'is plaats waar zij hun stem- J'8 «en uitoefenen Da van fdtikt, bekrachtigd door de wet voors'^ptember 1895, werd op het bespn 6r middenafdeeling ponder boek;'1^? in het algemeen kieswot- 1896.!||ïacht door de wet- van 11 Juni ojbligl'itibare heer Schollaort, alsdan er ziet:fyi1 't inwendige, vereenigde 1895 d J in de zitting van 24 Oogst Ik c le volgende bewoordingen. kie; het rechtvaardig dat de .zijn, die van woonst veranderd - óVejf *b0 geroepen zijn om te in oeue gemeente waar zij •'v-i ï'liji niet meer hebben, het Jftta vervoer genieten op de viijncn vaa den Staat Inder- genfcH stemming is verplichtend kiaieL geweest; aangezien men den plaatierplicht te stemmen in de uitofAVaar hij zijne rechten moet s niet- ban, is het billijk d»t men hem kostr plicht uit dbn hoofde zich billi Qap te leggen Dat is vooral nic t ^roor de kiezers die over wei- «dele itelen beschikken voor wien l^jei:te* kosten schadelijk zijn. onmeil' «rp op in de Karoor, eu de in de '!|£g werd weder voortgebracht bet ow11 missiën van den Senaat dat deel ï$fc*tvaardig was hetzelfde voor der pi verleenen aan dö inwoners spoorneten bediend door vergunde Optil de R« C>elofte van den minister nat gunst i^'ing zou trachten dezelfde vergunl^kouieu van de besturen der de kq» lijnen, werd de scHkking die lijnen v**08heid verleend op de enkele ring ai;ft den Staat zonder verande- pogini'i bet te voorzien was zijn de had te) welke de Regeering belooft vergunr'^n om bij de uitbaters der en het11 lijnen op mets uitgeloopen naamli) tamelijk alzoo op deze der gen vale* maatschappij der spoorwe- maar f West-Vlaanderen, men geeft en de 1 vermindering v»n 50 t. h. pen aair 0r blijft niet minonderwor- zou m j1 itgaven die de wet hem niet men g^n opleggen. Dat ia, gelijk digheió^d heeft, eene oni'echtvaar- dwijnea'1*9 wij zouden willen zien ver- In di, 1895. V*1 ding van den 24 Augusti Voor dr^de M. Schollaert er bij Wergnnde lijnen zijn er con tracten die den Staat binden en ik zou niet kunnen zegden of wij die lij°ön kunnen verplichten aan de kiezers de zelfde gunsten te vergunnen welk0 de Regeering beslist is toe te staan- Wij zouden de opwerping verstaan indien heter op aankwame de vefgou ningsmaatschappijen van spoorwegen de verplichting op te leggeu kostloos de kiezers te vervoeren, wanneer er niet toe gedwongen zijn, door hunne vergunningscontrakten dit ware in derdaad eene soort van onteigening zonder vergoeding. Maar zulks i8 °ns inzicht niet. Wij willen slechts dat de Staat de kosten van vervoer ten zijnen laste neme. Hij doet het overigens, in een over eenkomstig geval aan het onze. Het ar tikel 52 der Grondwet beschikt dat de leden der Kamer van volksvertegen woordigers recht hebben op het koste loos vervoer op de lijnen der vergunde spoorwegen van hunne verblijfplaats tot de stad waar de zittijd gehouden wordt. Wat de grondwettelijke wet doet voor ons, kan de kieswet doen voor de kiezers die verplicht zijn zich naar de stembus te begeven en die dikwijls ar me lieden zijn voor welke die uitgaa* schadelijk is. 't Is hetgeen er ons ook toegebracht heeft den opstel van den grondwettelij- ken tekst aan te nemen. Wat. de middelen van uitvoering aan gaat en de wijze op dewelke de ontgin- ners der vergunde lijnen zullen schade loosgesteld zijn,de kieswet heeft in die bijzonderheden niet te komen met meer dan het grondwettelijk artikel het gedaan heeft dat den vrijen omloop aan de volksvertegenwoordigers heeft gegeven. Hat is bij middel van konink lijk besluit dat die kwestien moeten geregeld worden. Wij vragen ook dat de verplichting van het kosteloos vervoer der kiezers uitgebreid worde op de buurtspoorwe gen, die ook maar eene vermindering verleenen van 50 t. h. Talrijke gemeen ten, inderdaad, zijn zeer verre afgele gen van den spoorweg en er zijn zelfs streken waar het net der buurtspoor wegen om zoo te zeggen het eenige is om een spoedig verkeer te geven. Van dien kant, overigens, bestaan de opwerpingen die men voorgesteld heeft voor de vergunde spoorwegen zelfs niet. Volgens het 2e van het ar tikel 8 der wet van 24 Juni 1885, is de Regeering bemachtigd, aan de conces- sionnarissen, in het belang der openba re, algemeene provinciale en gemeente diensten de verplichtingen en het kos teloos vervoer of den verminderden prijs op te leggen die zij nuttig zal oordeelen Het recht van den Staat is dus onbe twistbaar. De maatregelen die wij voorstellen zijn billijk zij schijnen ons geene tegenspraak te moeten verwekken wij zij n ovei tuigd dat de Kamer er aan zal houden ze te bekrachtigen vóór de toekomende kiezingen. Een est NOLF. De Kamer heeft de zittingen der ver- Iedene week besteed aan de voortzet ting der bespreking van hot wetsont werp aangaande de zeevaart inrichtin gen en de versterkingen van Antwerpen. In zitting van Donderdag heeft M. Vauderveide eene groote redevoering uitgesproken tegen het wetsontwerp. Deze zitting is gekenmerkt geweest door een indrukmakend incident, dat toont hoezeer de rechterzijde verdeeld is. M. Vandervelde heeft de groote be hendigheid gehad M. Woeste te doen spreken. Onderbrekingen uitlokken van den afgevaardigde van Aalst, 't is aanval len uitlokken tegen M. Beernaert. Ook heeft M. Woeste niet nagelaten omzich tig in te brengen dat de oppositie van M. Beernaert tegen het ontwerp der Regeering zich uitlegde door eene vu rige begeerte eener ministerieele porte- foellie. De aanval heeft een groot deel der rechterzijde doen opspringen. M. Ru- zette roept uit 't Is een schandaal M. DeLantsheere,bleek van gramschap heeft geroepen «-'T 1SEENE EER LOOSHEID De stem van M. Melot ging verloren in het gerucht. Zeer kalm heelt M. Beernaert de luitenanten van zijnen eeuwigen tegenstrever uitge daagd de toespelingen van deze laatste te onderhalen Die heeren hebben niet m*eer geroerd en men heeft afgevaar digden zonder vooringenomenheid, ge- li k M. De Jaar, de woorden van M. Bfciernaert zien toejuichen. Het otidka- bi etbhoofd heeft zich dan in de gan- g n der Kamer begeven, talrijke leden d,jir i'echterzijde, walgend over de houding van M. Woeste, zijn de hand k men drukken van M. Beernaert, bij- wjze van protestatie tegen de aanval len van zijn onverzoenlijken tegenstre ver. Herinnert men zich den toestand der K -mier in 1885 De Regeeriug van M. Frère-Orban weigerde de gedachten aan te nemen der radicale groep, die nochtans gematigd waren. Doctrinai re n en vooruitstrevers verscheurden eilsaaar Hunne oneenigheden maakten de vreugde uit der rechterzijde. Eeni ge maanden nadien stortte de liberale meerderheid in. De geschiedenis is een eeuwig begin. In de zitting van Vrijdag heeft M. de Smet de Naeyer geantwoord op de redevoering van M. Vandervelde en de waarde der nieuwe araendementen van de Regeering uitgelegd. M. Hymans he nagevraagd hebbendeoldeRegeering nieuwe toegevingen voorbehouden had, he-eft M. de Smet. de Maeyer geweigerd te antwoorden, zeggende gij zijb te nieuwsgierig aan den schandpaal gesteld door zijne katholieke vrienden. Ziehier hoe het incident Woeste-Beer naert zich in de Kamer heeft voorge daan De heer VANDERVELDE. - Dezer dagen hoorden wij hem met bitterheid sommige medeleden der rechterzijde verwijten, dat zij de regeering beetrij- deri. Die dingen zijn niet geoorloofd, ten-zij wanneer het de evenredige ver tegenwoordiging geldt (Gelach aan de uiterste linkerzijde) want, zonderling genoeg, er was een tijd toen de huidige toestand gansch was omgekeerd 't wa« de heer Beernaert die de regeering steunde, tei wijl de heer Woeste ze he vig bestreed. Toen vond hij het billijk de regeering omverre te werpen, ter wij 1. zoo anderen,zijn slecht voorbeeld navolgend, hetzelfde willen doen, het eene wezenlijke zonde tegen den Heili gen Geest wordt (Gelach, links.) Ed de heer Woeste voegt er bij Zoo gij te gen de regeering stemt en ze omverre we.rpt, waardoor zult gij ze vervaDgen? Oij zoudt niemand vinden die eene portefeuille wil aanvaarden. Da heer WOESTE. Dat heb ik niet gezegd, want ik houd mij over- tuigd dat de heer Beernaert ze dadelijk zou aanvaarden. (Gelach links, aan de uitfcwrste linkerzijde en op sommige bar-ken rechts. - Verzet op talrijke bar - ken, rechts.) Dat is de grond dier zaak (Herhaald verzet op talrijke banken, rechts.) Da heeren ÜE LANTSHEERE en MIL DOT 't Is niet waar De heerRUZETTE. - 'T IS SCHAN DE! (Heftige beweging.) De beer DF! LANTSHEERE (recht staande eu hevig op zijn lessenaar slaande.) - 'T IS EEN EERLOOS- HE. 1.D (Gerucht D« heer BEERNAERT. - Ik acht het niet eens noodig UWE! ONBETA- MHLUJKE VVOORDEN te weerleggeu. wel Zeer wel Toejuichingen op verscheidene banken, reebts.) De heer WOESTE. - Op sommige oogenblikken moet men de gansche waarheid zeggen. Dr, heer DE LANTSHEERE. - 'T IS RJERLOOS zulke zinspelingen te doen. (Aanhoudend gerucht.) D© heer BEERNAERT Ha, dat is voor u de waarheid Gij hebt het te gen, deel in uwe redevoering gezegd. De heer JAN SON. - 't Is zoo, bij heest het tegendeel gezegd D© heer VANDERVEiLDE. Wij wonen thans een stichtend schouwspel bi] Alen beschuldigt ons vaderland- loozen te zijn en men handhaaft de plaatsvervanging men beschuldigde ona daareven bezield ie zijn met poli tiek:© nevenbedoelingen, en thans be- schi digt men een man, die uitsteken de cr iensten bewees aan de katholieke parti j, uiet bezield te zijn met den le- vencixgeU wensch 'a lauds verdediging zoo i>oed mogelijk te verzekeren en te trau laten eene eerzucht te verzadigen ltelang genoeg werd bevredigd. Dat taar na ij toe niet verder aan te dringen op de beteekenis der woordeD van dep heer Woeste. (Zeer wel Zeer wel De heer BEEiRNAERE. Geen en kel lid der rechterzijde zou de woorden van den heer Woeste willen bevestigen (Levendige toejuichingen op verschei! dene banken, rechts, en sommige ban ken, links.) De heer WOESTE. - Ikzegde luidop wat veleustilzwijgend denken. (Leven dige protestatiëu op dezelfde banken rechts.) De heer VERHAEGEN. En wij we zeggen luidop ai wat wij denkeu! (Allerhande onderbrekingen. Laug! durige opschudding De heer VANL)E,iiVELDE. Ik wil met verder aandnugeu. Dit incident zal ongetwijfeld eeu diepen indruk op het land maken eu ik meen dat ik mij nietvergis, wanneer ik zeg dat de uit slag, dieu de heer Woeste er van ver wacht, met juist die zal zijn, welken hij beo güe. (Goedkeuring op ver scheidene banken.) De heer RUZETTE. 't Is zoo (Horhaalde goedkeuring op sommige banken, rechts, dat is de katholieke kant.) Indien minister de Smet de Naeyer, gelijk alle spelers, lang op zijn geluk ster heelt durven rekenen, zoude eene reeks omstandigheden hem nu toch de oogen hebben moeten doen open gaan en hem doen begrijpen dal de kansen voor hem gekeerd zijn. Cósl la devetne et c est la debacle. Wanneer bij niet stuit op den on wil van zijne vroeger zoo slaaische meerderheid, komen andere omstan digheden hem m zijn wild spelen be lemmeren. Er is geen kwestie meer van de besprekingen over de forten van Antwerpen en de havenwerken stormenderhand te leiden. Van zijn fameus ontwerp, waarvan de eerste indruk wezenlijk verbluffend was en zelfs door sommige bewonderaars als eene grootsche poging en als eene beau geste!) bestempeld werd, blij ven er niets meer dan onsamenhan gende stukken en brokken. Het ontwerp moest Vrijdag terug voor de Kamer komen zonder dat de Kamereigenlijk wist waarover zij nog zou te beraadslagen hebben, vermits de snuggere minister van oorlog de twee derden van zijnen milloenen- zwolg laten vallen heeft terwijl de Smet de Naeyer bet hoofdpunt van zijn ontwerp de groote doorsteek voor de drij vierden m 't water liet zinken. Het overlijden van den graaf van Vlaanderen brengt nu weeral na zooveel andere eene week uitstel aan de bespreking en wie weet wat er ondertusschen nog kan voorvallen. Het ministerie de Smet de Naeyer meende zich hoog op een voetstuk te plaatsen, door allen bewonderd en be wierookt, en, och arme, het gouden kalf ligt daar verpletterd in 4 zand, wroetend om zich nog voor een tijdje recht te kunnen houden. Ondertusschen lekt het al meer en meer nit dat indien de minister van oorlog gelijk een wild konijn den af tocht heeft geblazen en op zijne 108 millioen forlenverbrassing er reeds zestig heeft laten afdingen, bij er zou aan denken om langzamerhand terug te nemen wat hij nu heeft opgeofferd de zoogezegde toeg .vingen zouden maar toegevingen zijn IN SCHIJN. Met anderewoorden, de kluchtige mi nisters van geen man, geen paard, geen kanon meer, in plaats van de kiezers en belastingschuldigen eene peerdepurgatie op te dienen, gelijk zij voornemens waren, zouden zoeken ze te paaien met het kloddenremem ALLE UREN EEN LEPEL. De kiezers en lastenbetalers zullen een oog in 't zeil houden, gelijk men het doen moet tegenover gepaten teerde zeurzakken. Vraagt staleD en prijzen aan het FV briek, 118, Haechtsche steenweg- Brussel. Ui

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1905 | | pagina 2