Stadsnieuws. LEEST Het Wilde Meisje. Een miskend Raadslid. Liberaal leven. Waarom zal het ministerie vallen De vragen van M. L\olf. Gemeenle financiën. Hoe ooze klerikalen openbare werken begin nen en ze verwaarlozen die te voltrekken. dien het hoofd om het getal bevoordeelig- den van die facade wet te beperken. Deze was nauwelijks van krachte of den 19 Octo ber 1900, de minister nam een koninklijk besluit waarvan de strekking bestond om de rechten te verminderen eenige maanden te voren verleend door de wet. Den 18 Fe bruari 1902 ondervroeg de afgevaardigde M. Berloz den minister daarover en stelde de volgende dagorde voor, die met eenparig heid aangenomen werd De Kamer, den wensch uitdrukkende dat de wet van Io Mei 1900 op de ouderdomspensioenen toe- gepast zij in den voordeeligsten zin aan de belanghebbenden, gaat over tot de dagorde. Maar van af den 2J Juli 1902 kwam een nieuw koninklijk besluit tusschen om de voordeelen der wet nog te verminde ren, namentlijk met aan de regeering toe te laten zonder beroep de te breede beslissin gen te vernietigen der bescherm comiteiten ten voordeele der belanghebbenden. De re geering, wel is waar, moest trachten bespa ringen te doen. Hare slecht bestudeerde wet van Io Mei 1900 voorstellende, had zij verklaard dat 8 millioenen zouden voldoende geweest zijn. Welnu, in I90I reeds, beliep dat cijfer tot II 1/2 millioenen. Een konink lijk besluit van den 30 December 1902, beperkte nog meer het inzicht van den wet gever. Hetgeen den 12 Mei 190J den volks vertegenwoordiger M. Troclet er toe bracht den minister te ondervragen. De ondervra ging werd voortgezet den 19 en 26 Mei maar veranderde in niets de zienswijze der regeering. Slot DE KLERIKALE PARTIJ AAN HET BEWIND HAD EENS TE MEER HET LAND BEDROGEN. In de maand Mei aanstaande zal het kie zerskorps met eene verpletterende meerder heid aan de Regeering te kennen geven DAT [22 JAREN KLERIKALE OVERHEER- SCHING HET GELUK VAN HET LAND NIET HEBBEN KUNNEN UITMAKEN. Twintig jaar lang klonk het liedje de liberale partij is dood en begraven Hoe de tijden toch veranderen Nu zien wij Woebte, den clericalen hoofdman, wanhopig, met tranen in de oogen, tandenknarsend uitroepen de katholieke partij spartelt in den ma- rasme wat in andere woorden wil zeggen dat zij tegen de dood vecht. En ondertu8schen teekent het libe raal leven zich at, zoo frisch en jeug dig en krachtig, zoo geestdriftig en medeslepend als in de schoonste jaren, toen wij het bewind in handen hadden. Overal zien wij nieuwe liberale strijdersbonden tot stand komen. De liberale pers en niet het minst de Vlaamsche lange jaren als ontze nuwd, aarzelend, slechts op verdedi ging bedacht, bijua zonder richting, thans begeesterd door een breed volks gezind programma, dat aangenomen is door al de liberale groepen en vurig toegejuicht door de werkersklas en door de buitenbevolkingen, de libera le pers steekt vurig de trompet open blaast den aanval zij dringt door tot in de verst afgelegen hoeken van het diep verkwezel i Vlaanderen, wordt er gretig gelezen en werft voor de liberale partij duizenden nieuwe recruten aan. Alles laat voorzien dat België, naar het voorbeeld van Holland Engeland, en zooveel andere Europeesche Staten, weldra het hatelijk clericaal juk zal afschudden, heil en voorspoed zal er langen van de heropgebouwde en ver jongde en door de lijdensjareu als ge louterde liberale partij. Men denkeniet dat de werkzaamheid en de strijdlust van de liberale partij slechtn eenopsmeolent vuur vertoonen, dat maar eenige warmte uitwerpt ten gevolge van den naderenden kiesstrijd in«ommigegewestenvan België en waar van de vlam zal uitdooven na den croo- t«n veldslag van Mei aanstaande Neen! de beweging is algemeen. Zij verraadt het bestaan van zooveel jonge, strijd lustige en geestdriftige elementen, dat zij ons eene waarborg van kruchfige en immer aangroeiende leefbaarheid geven tot in eene verre toekomst. Algemeen, zeggen wij, is de bewe ging. Inderdaad, leest de dagbladen en gij zult kunnen waarnemen dat de liberale propaganda zoo doortastend werkzaam is in de arrondissementen, waar er eerlang geene kiezingen moe ten gebeuren, als 111 degenen waar er Mei aanstaande slag zal geleverd wor den en waar de blauwe vlag zegevie rend zal oprijzen. In het arrondissement Gent-Eecloo, bij voorbeeld, teekent het liberaal le ven zich zoo krachtig, zoo strijdlustig en tevens zoo vurig geestdriftig af alsof het er op aankwam van morgen af eenen beslissenden triomf te moeten behalen. Onder dat oogpunt zenden Eecloo, Deinze, Selzaete, Moerbeke, Oaprycke, Nevele, .Ylaldegem, en zooveel andere steden en gemeenten ons alle weken hoopvolle en verheugende berichten. En wat td zeggen van Geut Al do oude liberale wijkknngen heringe richt en volop werkzaam, oen aantal nieuwe wijkkringeri dezer dagen tot stand gekomen, de Weergalm alle da gen meer lezers aanwinnende, de iibe rale feesten en voordrachten malkaar opvolgend en overal onze liberale hoofdmannen, zoowel degenen die in den strijd vergrijsd zijn als de jonge en veelbelovende aanvoerders, hunnen persoon te pande stellende, het voor beeld gevende van de werkzaamheid en van den stujdlust, de twijfelzuchti- gen tot vertrouwen en hoop terug brengend, de ontmoedigde strijders terug de wapens doende opnemen, de propagandisten door raad en daad ge- geesterend. De liberale rangen zijn terug aange sloten. Zij vormen een eendrachtig en strijdlustig leger met de blauwe vlag in de hoogte, rond knappe leiders die hunnen plicht weten te vervullen en die ons naar den triomfzuilen aanvoe ren, terwijl de clericale partij, met den akeligen Woeste en den droevig-kiuch- tigen de Smet de Naeyor in den ma- raame zullen versmachten. Omdat zij op hun twee en twintig jaren bewind niets deden voor boer, werkman of burger. Omdat zij ons misleid en bedrogen hebben, omdat zij den mindere miskenden en hunne creaturen bevoordeeligden, omdat zij de Staatsschuld tot meer dan 3 mil liards brachten, omdat zij overal haat en twist zaaiden, het volksonderwijs ontredderden, en iedereen misnoegd hebben. Het Journal d' Ypres besteedt eene halve kolom aan de vragen door M. Nolf gesteld ten voordeele der can- tonniers, over de voltooiing der vaart en over de verbetering van het ver keer tusschen Yper en Brussel. Het Journal, met eene minachting die zeker de werkeloosheid van de afgevaardigden der meerderheid uit legt, vindt dat het geen zulke vragen zijn die een man beroemd maken. Wij denken te mogen zeggen dat het dat niet is waarnaar M. Nolf streeft M. Nolf heeft geene andere bekommering dan zijn mandaat te vervullen met geen eene vraag te ver- waarloozen hoe nederig zij ook zij. Hij vindt ongetwijfeld dat in een ar rondissement gelijk het onze, dat maar drie volksvertegenwoordigers telt, het voldoende is twee beroemde mannen te hebben, eerst M. Colaert en dan M. Van Merris. In afwachting verzoeken wij het Journalop eene nauwkeurige wijze te zeggen wat er onnauwkeurig is in de vragen van M. Nolf. Wij weten wel dat de klerikale ministers vinden dat alles ten bes ten is in het arrondissement van Yper Alle slechte gevallen kan men loo chenen Maar het is de meening van het Journal d' Ypresorgaan van het arrondissement, dat wij zouden wil len hebben Moest er een oorlog uitbreken tus schen üuitschland en frankrijkwie zou er het eerste slachtoffer zijn Ons klein België Waarom Omdat Frankrijk daar eene goede gelegenheid zou in vinden om zich te wreken tegenover den laster onzer lieve kaloten, hem bij karrevrachten naar 't hoofd geslingerd I Wie bewerkt er dus den val van ons duurbaar vaderland De kalotenI In een zijner laatste nrs heeft het Journal aan le Progrès gevraagd of hij de stadskas overzien had en of de heer Ontvanger hem gezegd had dat er op dit oogenblik van 't jaar meer dan 85,000 fr. in kas was. Le Progrès antwoordt Neen, confrater, wij hebben geene hoeda nigheid om dat overzicht te doen, en indien de toelating ons daarvoor gegeven ware zouden wij ertoe over gaan op bepaalde tijdstippen en zonder te wachten dat men ons zegge dat er groote sommen ingeko men zijn. Wij zouden dat groot over schot ontleden, dat men in de oogen der lastenbetalers doet glinsteren, en wij zouden dan onderzoeken hoe het komt dat de kas heden zoo goed voorzien is, terwijl meesttijds de stad de dringende werken niet kan doen uitvoeren die zij besloten heeft en die zij van jaar tot jaar uitstelt, zulks bij gebrek aan geld. Dus, volgens het Journal, be schikt de stad over meer dan 85,000 fr. Indien het zoo is, zal zij dit jaar niet verplicht zijn hare toevlucht te nemen tot leeningen aan de Nationa le Bank. En, altijd volgens het Journal, dat zal toelaten in de eerste maanden van 1906, de werken uit te voeren gestemd voor 1905 en die niet ge daan zijn geweest, evenals de talrijke werken van stedelijke en landelijke wegenis, van voorlanden en riolen, voorzien in de begrooting van 1906. Om al die schoone ontwerpen te verwezenlijken, zou men geheel den dienst moeten herinrichten. Nu wordt alle werk voor rekening der stad met traagheid gedaan, zonder zor gen, bestuur noch toezicht. Eindelijk, zullen wij onze meesters aan het werk zien en, op het einde van 't jaar, zullen wij kunnen oor- deelen tot hoeverre zij hunne schoone beloften gehouden hebben. Is Frankrijk zoo een slecht land gelijk de katholieke gazetten en de geestelijken van België het aan de domme lieden doen gelooven In t geheel niet I Onze Belgische prinses Clementina verblijft de helft van het jaar in Frankrijk en 't is ook het land dat het meest door onzen Koning bezocht wordt Wanneer in andere steden nieuwe straten geopend worden, stelt men er onveranderlijk de breedte van vast, maakt riolen, plaatst water-en gas- buisen, paveert den weg en legt voorlanden, bakent den bouwgrond af en verdeelt dien in loten. Daar zijn zelfs gemeentebesturen die ter plaats eene staak doen planten waar op een bord genageld het aanduiden de voor de liefhebbers die wenschen perceelen te koopen. Hier, te Yper, onder het opperbe stier van M. Colaert doet men alles verkeerd zoo als het iedereen dage lijks kan zien, in zaak van openbare werken, wordt alles met een lichten zin en zonder overleg gedaan. Nemen wij, bij voorbeeld, de Ju les Capronsstraat. Deze werd bij koninklijk besluit van 24 Juli 1900, van openbaar nut verklaard en de rechtlijning er van goedgekeurd. Aan dezelve gaf men een breedte van 12 meters, maar twee jaar later (2 Augustus en 11 October 1902) vonden onze stadshuismannen dat het beter was dezelve op 16 meters te brengen. Slechts bekommerd om spoedig geld te maken, verkochten zij op- volgentlijk al de perceelen ten noord- kante der straat, maar gelijk zij verwaarloosd hadden den bouwgrond met piketten af te palen, de huizen werden, de eene in en de andere den haak gebouwen, met het gevT1 dat deze nieuwe straat, in pla^ van regelrecht te zijn, gelijk het zT behooren, nu eene gebrokene r,U vertoont. In 1903 lieten eindelijk onze kleri kale meesters eene riool maken ma sedert dien is de Capronsstraat modderpoel geworden, waar, nocj? mensch noch dier door kan. De he woners der huizen moeten tot over de schoenen in het slijk gaan het minste voertuig kan er niet bij/ZOo, dat, kolen en andere menage- voor raad, te lijve er naartoe moeten ge„ dragen worden, 't Is schandelijk! Duurt deze staat van zaken no? langer, dan zullen de huizen no? moeilijk kunnen verhuurd worden Te verwonderen is het, dat de eigenaars derzelve geen proces in schade en intrest tegen ons nala tig stadsbestuur inspannen. Het is inderdaad ongehoord dat, na een tijdverloop van bijna zes jaar de Ca pronsstraat nog niet gekasseid is en er geen voorlanden liggen. Een aannemer die, over meer dan twee jaar, aldaar eenige perceelen grond gekocht heeft, weigert er op te bouwen, zegt men, omdat het hem onmogelijk is, materialen bij het werk te voeren door de schuld van de stp,d. Over dezen ellendigen toestand zijn menige en herhaalde klachten gedaan geweest. Zij hebben zelfs weerklank gevonden in onzen ge meenteraad, doch te vergeefs. M. Colaert laat er zich weinig aan gele gen, en zegt onveranderlijk wij zullen het noodige doen of wel de schepen der openbare werken zal daar voor zorgen. En alles blijft gelijk het was. op de derde bladzijde van heden het 5' vervolg van ons boeiend mengelwerk Ouder onze achtbare Raadsleden, is er een die zich bijzonderlijk onder scheidt door zijns somtijds belangrij ke vragen, en die van aard zijn alle andere dan onzen sympathieken bur gemeester verlegen te maken. Het talent waarvan de eerste magi straat bewijs geeft om iemand naar den bliksem te zenden heeft zijns gelijke met, hij doet het met eene wonderbare bevallige houding. Wanneer dit goede Raadslid zich veroorloft hem te vragen ho8 het is met de kwestie van den buurtspoorweg van Yper naar Belle, krijgt hij voor ant woord dat zij op het; punt is opgelaat te worden, aangezien eene vergadering der afgevaardigden van de belangheb bende gemeenten plaatsgehad heeft in het Stadhuis, waarin al de noodige en onontbeerlijke maatregelen genomen zijn geweest met het. zicht op eeno spoedige oplossing. Ons Raadslid, nog zeer argeloos, ver genoegt, zich met deze uitlegging die tot niets verbindtmaar indien hij eens het gedacht kreeg aan te dringt indien hij vroeg om de plans te zien, zou hij niet weten wat antwoorden, daar niets gedaan is. De altijd gefopte Raadsheer zou een keervoor alonzenburgemeester moeten tegen den muur zetten. Laatsmaal nog, drukte dat goed Raadslid de begeerte uit de Capron- straat te zien herplaveien, M. de Bur gemeester verhaastte zich te antwoor den dat het werk onmiddelijk zou ge' daan worden ofschoon de aannem«r een nieuwen uitstel bekomen heef' dat niets zal gedaan worden voor Meimaand aanstaande. Ah M. Remy, men mag goedIz'jjj maar men mag niet naar den blikse gezonden worden eiken keer dat zich veroorloft den Raad te ouder.uo dan met vragen die de stad aaube a gen, en welke veronachtzaamd en het zicht verloren zijn door onzen geloozen burgemeester die altijd zijne gedachten elders is.

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1906 | | pagina 2