Open brief
NIEUWKERKE.
politieke
vergadering
YPER.
Openbare
voordracht
Volksgezind weekblad der Vrijzinnige Vereeniging van Yper en het Arrondissement.
Donderdag, 56 April 1906.
5 centiemen.
Tweede jaar. IV' 21.
2onda^ 8 April 1906,
Liberale Jonge Wacht.
Zondag 8" April 1906
HET VERPLICHTEND ONDERWIJS
Pol AUïU, van Gent
CMUDDE, van Synghem.
Kjesnieuws.
HH. CQLftERT EN VAN MERRIS
Eendracht maakt Macht. erschijttentle (les iïottdi'ititHJSVires acquirit eundo.
INSCHRIJVINGSPRIJS:
Voor den buiten: Een jaar, Fr. 3-00.
Voor stad Een jaar, Fr. 3-50.
Men handelt bij overeenkomst.
om 3 uren 's namiddags,
bij de Weduwe CLARYSSE,
Café 'de la Téte d!Argent
Deheeren kandidaten en de heer Ad-
vokaat Laheyne zullen er hetj'woord
voeren.
om 3 ure 's namiddags
OVER
door de heeren
EN
Ingericht met medehulp van den
Bond voor het Onderwijs waarvan
M. Buis, oud-burgemeester van Brus
sel, voorzitter is.
Men schrijft in bij den Uilgever, bixinudestraat, nr §3, te Yper.. De aankondigingen van
gansch België en 't buitenland evenals de Notariale en Rechterlijke aankondigingen mogen
gezonden worden ten bureele van dit blad. Men wordt vriendelijk verzocht alle boege-
naamde artikels uiterlijk tegen Üijnsdag middag vrij en onderteekend toe te zenden.
AANKONDIGINGEN
Aankondigingen 15 c. den drukregel.
Reklamen 25 c.
Rechterlijke aankondigingen 1 fr. id.
De hatelijke en tevens kleingeestige, poli
tiek die gevoerdt werdt in ons arrondisse
ment, waar men de gebeurtenissen op poli
tiek gebied in Frankrijk op rekening aan
schrijft van de liberalen, beeft de vrijzinni
ge partij te Yper zooveel walg ingeboezemd
dat zij besloten heeft met de uiterste
krachtdadigheid de clericale lijstte bekam
pen. Ook is de Liberale Associatie op baar
eerste besluit teruggekomen en in stede van
maar een enkelen kandidaat voor te stellen,
zal zij eene lijst van zes kandidaten voor
dragen.
Zondag heeft de algemeene vergadering
der associatie de volgende kandidaten uitge
roepen
Titel voerende
MM. Ernest Nolf, advokaat te Yper,
uittredend kamerlid
J. Van den Bulcke, eigenaar te
Wervick
Arth. Titeca, burgemeester van
Nieuwkerke
Plaatsvervangers
MM. EudL Victoor, burgemeester van
Meesen
Em. Iweins, advokaat te Yper.
Val. Masschelein, brouwer te
Poperinghe.
..De lijst, aldus samengesteld uit invloed-
rijke mannen, is ten gunstigste onthaald
geworden De kandidaten behooren tot de
^erschillige kantons en zullen er de gemoe
deren wel weten wakker te schudden.
AAN DE
klerikale kamerkeeren
van het arrondissement Yper.
Mijnheer en
Dp lge Maart 11., gezien de opstandtn,
le plaats hebben in Frankrijk ter gelegen
heid van het uitvoeren der wet op de schei
ding van Kerk en Staat en namentlijk deze
ingericht op de <r Abeele op Begisch
grondgebied, hebben wij ons veroorloofd
Ued. te vragen wat uw gedacht daarover
was en namentlijk of gij de gevaarlijke op
stokingen goedkeurt verschenen in het
Nieuwsbladhetgeen opgesteld wordt onder
het toezicht uwer partij.
Wij hebben het artikel opgenomen ver
schenen in het Nieuwsbladzijn oproep tot
weerstand aan do wetten van een naburig
volk en het verslag dat het gaf over de erge
feiten, die op Belgisch grondgebied gebeur
den onder den weiwillenden blik der over
heid.
Wij noemen deze feiten erg, want zij
zouden voorzeker aanleidinggegeven hebben
tot internationale moeilijkheden, indien de
moorddadige ontwerpen der inrichters van
den opstand niet verijdeld geweest waren
door omstandigheden die zij niet konden
voorzien de val van de fransche regeering
en den uitstel der inventarissen.
Wij hebben te dier gelegenheid herinnert
aan de opstanden, die in 1902 in ons land
plaats grepen, wanneer de werkliedenpartij
hare toevlucht nam tot de straatopstanden
met de slecht gegronde hoop, van te geraken
tot de herziening der grondwet en het alge
meen stemrecht te bekomen.
Wij hebben getoond, dat uwe drukpers
alsdan meteenen toon van verontwaardiging
sprak over de opstandelingen en haren lof
stuurde aan de Belgische regeering, die een
einde stelde aan den opstand met in het volk
te doen schieten, hetgeen namentlijk te Leu
ven het leven kostte aan een tiental werk
lieden, wier eenige misdaad was dat zij
de politieke gelijkheid eischten, die hen
zoozeer aan het hart hield.
Wij hebben daarbij gevoegd dat de Heer
Nolf in 1902 verzocht zijnde door uw offi
cieel blad Le Journal JYpres geen oogen-
blik aarzelde om in eënen Grief, die openbaar
gemaakt werd, zijne afkeuring uit te spre
ken voor alle geweldige middelen en te
verklaren dat het alleenlijk door wettige
middelen is dat eene partij hare gedachten
moet doen zegepralen.
In 1902, Mijnheeren, waart gij onder
dezen, die zeer hoog, hun eerbied verklaar
den voor de orde en de wettelijkheid. Wij
waren het toen eens met u, alhoewel gij
trachtet de openbare meening te misleiden
met ons voor revolutionnairen te doen door
gaan. Met U, hebben wij in 1902 den op
stand afgekeurd; gelijk gij, hebben wij ver
klaard dat wij eerst en vooral eene partij
zijn van orde, die onze wetten en onze in
stellingen eerbiedigt. Gij zult moeten be
kennen, dat het toen voor ons eene grootere
eer was als voor u onzen eerbied alzoo te
betuigen, want de Belgische opstand van
1902 geschiedde ten voordeele van eene her
vorming, die ons dan en nu nog ter harte
houdt, terwijl uwe afkeuring als eigenbatig
mocht aanzien worden want gij waart toen
en zijt nu nog de verdedigers der voorrech
ten in kieszaken gelijk op zooveel andere
oogpunten.
En nu, dat het uwe partij is die den op
stand inricht, nu, dat het uwe bladen zijn,
met het Nieuwsblad aan het hoofd, die in
naamlooze artikels, het geweld predikt, heb
ben wij -het recht Ued. te vragen of gij nog
wel dezelfde verdedigers van orde en wette
lijkheid zijt, die gij in 1902 beweerdtt te
zijn
De gelegenheid voor u was nooit schooner
om te bewijzen dat uwe verontwaardiging
van 1902 rechtzinnig was en dat gij als het
zijn moet de orde en de wettelijkheid kunt
verdedigen zelfs tegen de dwalingen en de
misdaden uwer eigene vrienden.
Gij hebt tot nu toe op onze uitdaging niet
geantwoord. Le Journal d Jpies heeft het
voor u gedaan en het is zijn antwoord dat
wii onderzoeken.
u Wij en raden nooit aan niemand aan,
schrijft uw blad, dynamietbommen te leggen
en nog minder van er ooit gebruik van te
maken om onze rechten en onze gedachten
te doen zegepralen
t Nog nooit, hoort het goed, nog in ge
lijk welke omstandigheden, ware het zelf
om de heiligste onzer belangen en onzer
rechten te verdedigen. Het is wij niet die
van dynamiet gebruik maken.
Ongelukkiglijk voor u zijn de feiten daar
die dit logenstraffen en deze feiten werden
door ons niet verteld maar door uw vlaamsch
orgaan Het Nieuwsblad en gij hebt het tot
nu toe nog niet afgekeurd.
Ziehier inderdaad, hetgeen wij er lezen
Sommige oolijke liberale politiekers
zijn verwonderd over den tegenstand dien
de inventarissen overal tegenkomen. Noch
tans daten is zoodanig niet te verwonderen
Wie zou er door dieven laten al zijn goed
opnemenzeker zijnde dat de opneming den
eersten stap is tot....
Wij komen toe aan «den Abeeles ten 12
en half. Nauwelijks buiten de statie, of wij
hooien reeds 't gezang en geroep dor be-
töogers die vaste besloten zijn de opteeke-
ning te beletten.
Aan de eerste herberg zien wij een
tiental kloeke mannen gewapend met vorken
met stokkenijzeren baren, stokken met
ketens aanstokken met sterke nagels in den
kopanderen met geschut.
Aan het dorp, die maar eene straat
uitmaakt, zijn op twee honderd meters
verre de kalsijdesleenen uitgedaan en zwa
re slaken te midden geplant op een meter
van malkaar.
i> Wagenskarrenrijtuigenmet de
wiel n afgedaansleephout, eegdentakke-
bosschengeheele boomen zelfs beletten alle
gerijde kalsijsteenen liggen le kante en
zullen desnoods ook le passé komen.
Een groep van wel twee-drie honderd
kloek gespierde mannen, allen wel gewa
pend gelijk in den Boerenkrijgtrekken
de wacht op, altijd weg en weere van 't
een einde van 't dorp naar het andere.
Aan kun hoofd is een man met politie
muts op en een savel aan de zijde. Een
driekleurig vaandel en trommel en hoorn
blazer geven de mate voor den stap.
Al den kant van Steenvoorde op een
paar honderd meters buiten de dorpplaats
ligt te midden de kalsijde eene dynamiet-
bomme gereeden verbonden met elektrieke
draden.
Op 't gepaste oogenblik zal men de bom
men doen ontploffen en andere lig gen volg ens
het zeggen van onzen gidsnog in bewaring.
A ndere wapens zijn gereed, en moeten
dienen voor de u reserve mannen die
vast besloten zijn hunne kerke te verdedi-
Daar is, Mijnheeren, het verslag der
feiten zooals uw blad het gaf. Wij vinden
niets uit wij schrijven slechts na. En uwe
gazet Het Nieuwsblad geeft daaraan den
naam van Welgemeende verdediging
hunner kerk.
Ha! Gij raadt niemand aan van dynamiet
bommen te leggen 't Is mogelijk, maar
uwe handelwijze is slechter als datgij
iaat deze begaan die het doen. Want de
feiten gemeld en opgehemeld in het Nieuws
blad zijn op Belgisch grondgebied voorge
vallen, in eene gemeente door uwe vrienden
bestuurd en alwaar zij de wet moeten doen
eerbiedigen.
Wat denkt Ued. daarover, Mijnheeren
de volksvertegenwoordigers
Gij verklaart uw eigenzelven als mannen
van orde, anneer de socialistische partij
verkeerd handelt. Maar als eene wet u niet
aanstaat, wordt gij nog gevaarlijker re-
volationnairs dan de socialisten, want ae
overheid zou van hen niet dulden hetgeen
zij u onbestraft laat begaan.
En dan denkt gij, U en de uwen, te kun
nen verontschuldigen met de redevoering
van den abbé Lemire te verdraaien en te be-
weeren dat de fransche wet den diefstal be
krachtigt, hetgeen gij weet valsch te zijn.
Aan wie zult gij ooit zulk een verdichtsel
kunnen wijs maken
Gij zult toch niet, hopen wij, zoo ver gaan
van de inzichten te verdenken van den heer
Ribot die, in de Fransche Kamers, uwe ver
dediging uam en, meer dan wie ook, hielp
om het ministerie Rouvier om te werpen.
Ziehier hetgeen de eerwaarde heer Ribot
zegde sprekende aangaande de wet over de
scheiding van Kerk en Staat en zich wen
dende tot zijne vrienden
Gij zult deze wet mogen beknibbelen,
gij zult mogen zeggen dat het land niet
rijp was vooi de scheiding gij zult mo
gen zeggen, dat de geest waarmede geheel
deze veldtochtondernomen werd, geen geest
van eerbied en welwillendheid voor de ka
tholieke kerk is, 't is waar, dat alles zult
gij mogen zeggen, maar wij hebben hier
samen gestreden, niet om te beletten dat de
wet besproken werd, maar om haar te ver
beteren en als mogelijk aannemelijk te ma
ken, omdat wij boven de partijbelangen,
deze van Frankrijk stelden en gij, Mijn
heeren, deze der katholieke religie Zeer
welZeer wel
t Eene wet die aan d-n Paus het recht
gegeven heeft van, zonder toezicht, de bis
schoppen te benoemen, en hij heeft er reeds
gebruik van gemaakt, eene wet die aan u en
uwe bischoppen toelaat zich te vergaderen,
te bespreken en de belangen der katholieke
kerk te besturen, eene wet, die u toelaat ge
bruik te maken van de kerken, zonder de
minste pacht te betalen, zonder iets dat be-
leedigt en zonder vaststellen van een tijd
stip
M. Paul Dechanel. Zeer wel Zeer
wel
MRibot laat mij toe het Ued
te zeggen, 't is eene wet die u mischien niet
aanstaat, maar 't en is voorzeker geene wet
van geweldige vervolging.
Daar is hetgeen een gematigde zegde.
Gij zult hem niet afkeuren. En het is dan
tegen eene dergelijke wet dat gij het goed
dunkt opstand in te richten Eh wel,
laat ons toe het Ued te zeggen, indien gij
durft beweeren dat niemand deze wet moet
gehoorzamen, dan spreekt gij eene revolu-
tionnaire taal, die men uit den mond niet
zou moeten hooren van mannen die besef
hebben van hunne verantwoordelijkheid.
Daarbij als gij uwe landgenoten ophitst om
geweld te gebruiken tegen fransche beamb
ten, stelt gij daarenboven ons eigen land in
gevaar.
Gij beoefent, waarlijk, Mijnheeren de
Volksvertegenwoordigers, zeldzame leerstel
sels. Ah de weerstand is goed tegen wet
ten die niet overeenkomen met de zienswijze
uwer partij. Maar op deze wijze, zou België
in volle oproer moeten z'jn. Want gij beeldt
u toch voorzeker niet in, dat wij welgezind
sedert twee-en-twintig jaren uwe rampza
lige politiek lijden, uwe onrechtvaardige
wetten die, om er maar twee voorbeelden te
noemen, in krijgszaken al den last doen we
gen op de onterfden der fortuin en, in kies
zaken, de Evenredige Vertegenwoordiging
slechts daar invoert waar uwe belangen er
bij winnen en ons overal uitsluit waar wij
er belang bij hebben
Of gelooft gij dat wij niet weten dat deze
wetten tegen ons gericht zijn! Wij onder
staan ze nochtans en het is ons nog nooit
in de gedachten gekomen van te preken van
opstand en gebruik van dynamiet om ons
daarvan te ontdoen. Wij zullen er geraken
met onze stembiljetten hoe slecht het tegen
woordig kiesstelsel ook zij
Gij vraagt ons wat wij zullen doen als
wij aan het bewind geraken, of wij in Bel-
gie de politiek van den H. Combes zullen in
voeren en of M. Nolf, de afgevaardigde der
liberale partij van Yper, zich zal rangschik-
WEERGALM
j