Stadsnieuws. Uitdrukkingen die goed zijn om onthouden. De schranderheid onzer tegenstrevers. Beschuldiging. Rechtsomkeer!. Hunne beletten. Verzachtende omstandigheid. Overneming der Vlaanderen, liberaal programma. Jan. Dat is mogelijk, doch gij ant woordt nevens de vraag, wat beteekent dat allemaal Sus. Door het verplichtend onderwijs willen de liberalen den huisvader verplich ten zijne kinderen regelmatig ter schole te zenden Jan. -—En waarom die verplichting? Dien dwang versta ik niet goed. Sus. In ons landeken, beste Jan, loo- pen er ongeveer 175,000 kinderen langs bosch en heikant, 175,000 kinderen die niet weten dat er scholen bestaan en dan willen wij nog niet spreken van de duizenden en duizenden kinderen die de school siechts 's winters bijwonen. Dientegevolge treft men in België 10 ten 0/° ongeletterden aan. En dien deerniswaardigen toestand wil len de liberalen veranderen. Jan. 10 ongeletterden, Sus, dat is veel Sus. Oordeel zelf, Jan 10 °/0 dat is 100 o/oo of 1000 o/000-' Jan. Is het mogelijk, Sus Dat is on gehoord. Dat is wraakroepend En is dat de fout of de schuld der katholieken Sus. Ongetwijfeld, vermits de katho lieken gedurende 22 jaren 's lands regee ring in handen hebben. Jan. Gij hebt gelijk, Sus. Waarlijk, zulks is vernederend. Sus. Zoo is het nochtans. En zoudt gij niet denken, Jan, dat als die honderd duizend menschen goed konden lezen, schrijven en rekenen, ze veel gemakkelij ker dan nu aan hun broodje zouden geraken. Zoudt ge niet denken als die sukkelaars Wat geleerdheid bezaten, dat ze in plaats van arme dompe'aars zooals ze nu zijn, tot eenen zekeren welstand zouden gekomen zijn En zoudt gij dan ook niet 't akkoord zijn, om met mij te bekennen, dat het groot aantal vagebonden, dronkaards, slechte rikken, moordenaars, enz. voor het over groot deel ongeletterden zijn Jan. Ik ben oprecht verstomd, maar ik ben t' akkoord met U. Alleenlijk als ik nadenk, dat ik gedurende den ganschen zomer alle hulp van mijne kinderen zal moeten ontberen, dan gaat dat verplichtend onderwijs mij bliksems veel scha ie doen. Sus. In het geheel niet, Jan lief, Lui ster Het kind, dat ter school gaat-, wordt door den Staat gekleed en gevoed, 's Na middags zal het een goed noenmaal en ééns per jaar een sterk kostuum met ondergoed krijgen. Jan. Ah ah Dat verandert de zaak, want met koewachten, varkensdrij ven en vogelsrooven kunnen de kleuters noch voedsel, noch kleeding verdienen. En dan zullen ze ten minste eene goede geleerdheid krijgen, welke ik zelf tot mijn groot ver driet en nadeel maar ten halve bezit. Sus. Dat stelsel is sedert langen tijd in voege bij onze buren, in Duitschland, in Frankrijk en in Holland en levert de beste uitslagen op. Jan. En dat zijn de liberalen, welke dat stelsel in ons land willen invoeren Sus. Zekerlijk, Jan. Jan. Welnu, vriend Sus, het doet mij plezier het U te mogen zeggen, dan ben ik ook liberaal en zoohaast ik den Heer Bur gemeester zie, wil ik hem rechtuit zeggen, waarom ik liberaal ben. Sus. Het eenigste dat de katholieken tegen het verplichtend onderwijs opwerpen is, dat de vrijheid van den huisvader ge krenkt wordt, dat gij niet meer vrij over uwe kinderen binst de schooluren zult mo gen beschikken. Jan. Ah ah ah ah Nu dost ge mij lachen, zulle Sus. Ik moet nu toch ook belastingen betalen, en moet toch ook gaan stemmen. Mijn oudste zoon heeft moeten loten of anders kwamen de gendarmen hem halen en is moeten soldaat worden. Ik moet nu toch ook m>jne kinderen voeden en kleeden en ik moet nu ook werken, om mijnen kost voor mij en de mijnen- te ver dienen. Dat is allemaal flauwe zeever van de ka tholieken Sus. Ja, ja, Jan, zij spreken van niets anders dan van de vrijheid en zelfstandig heid van den huisvader. Jan. Zie, Sus, ge kent mij. Ik ben een vreedzaam man, maar als de Jappers spre ken van vrijheid en zelfstandigheid, wel, wel, waar halen ze de woorden, zie, dan kookt mij het bloed in de aders Wat Durven zij spreken van de ge krenkte vrijheid van den huisvader, zij, die niets anders dan knevelarij, broodrooverij dwang en dwingelandij voor oogen hebben, zij, die de menschen als poesjenellen willen leiden en doen dansen als ze met hunne ge benedijde handen aan het koordeken trek ken. Sus. Jongen, ik voel dat gij de zaken met het recht eind hebt en den 27en Mei, i stem ik Jan Twijfels, voor de Iibera'en en yoor het verplichtend onderwijs Antwoordende op den open brief I welken wij den heeren Colaert en Van Merris toegezonden hebben, geeft het Journal d' Ypres, antwoor dende voor die heeren, een artikel dat eindigt met deze volzinnen WelaanMijnheeraangezien le Progrès ons aanmaant partij te ne- men ziehier wat wij zeggenindien men moet kiezen tusschen de voor- standers van den burgeroorlog op zijn de Man's en de vredemakende rechtgeleerden als gijscharen loij ons onder de eersten. indien men moet kiezen tusschen de inventarism kers en Gerij Ghj- set van Boescliepe, verkiezen wij den laatste. En om geheel ons gedacht le zeg- genWij hebben meer bewondering voor de boeren van den Abeele, die met geweren en vorken ter verdedi- ging hunner kerk snelden dan voor de inventarismakers vergezeld van politiemannen en soldaten, die deze kerk gaan openbreken. Gij denkt niel als wij, Mijnheer het is u w recht, maar gij zult onze kandidaten toelaten hunne voorkeur uit te drukken, en aan de kiezers te zeggen wal zij er over denken en wait gij en le Progrès er over denkt. Indien gij dal slecht vindt, t is dal gij uw goed karakter verloren hebt. De heeren Colaert en Van Merris zijn beiden burgemeesters, en als dusdanig, gelast met de handhaving der orde in hunne stad. Zij zijn ook wetgevers, en in deze hoedanigheid, maken zij wetten waar aan wij allen gehoorzaamheid ver schuldigd zijn. Zonderlinge wetgevers vreemde vrienden der orde De openbare denkwijze zal hen streng oordeelen. Dezen onzer vrienden die zich wil len een gedacht maken van de schran derheid der heeren Colaert, Van Merris en Thevelin, moeten maar le zen wat zij schrijven of doen schrij ven in hun klein weekblad Onze Standaard. Het is moeilijkde onbekwaamheid, de grofheid en de kwade trouw ver der te drijven. Het Reusjevan droevige gedach tenis, is overtroffen. Te oordeelen naar de uitslagen welke dit bekwam in 1903, is zulks een goed voortee ken voor ons. Indien gij eene propaganda wilt maken voor onze vrienden, geeft On ze Standaard te lezen aan al de ern stige menschen. De afkeer die zij er van zullen gevoelen voor dezen die dat vuilblad opstellen en beschermen zal onze propaganda krachtdadig helpen. De heeren Colaert, Van Merris en Thevelin moeten zich een armzalig gedacht maken van hunne kiezers om hunne onbeschaamdheid zoover te drijven doorgaan voor een verdediger dei- kerk, zal dus gaan feesten, toasten en verbroederen met die afschuwelij ke fransche vrij metselaars (brr.. bn o o Wij klagen aan de verontwaardi ging van het JournaldYpresvan het Nieuwsblad en van Onze Standaard de twijfelachtige houding aan van M. Colaert, burgemeester en volks vertegenwoordiger van Yper. Die heer heeft zich inderdaad, bij ministerieel besluit, afgevaardigde doen benoemen der Belgische regee ring in de tentoonstelling van Tour- koenje, ingericht onder de bescher- i ming der fransche «inbrekers» (br...) en van het Combisten-bestuur (brrr..) van M. Dron. Die heer, die zich te Yper wil doen I Wanneer de artikelen van Jean sans Peur verschenen, kon het Jour nal d' Ypres niet genoeg de veront waardiging toonen die hij gevoelde ten opzichte der aanvallen waarvan M. Colaert het voorwerp was. Nu dat M. Colaert en de penne- knechten die ten zijnen dienste zijn onze kandidaten beleedigen in eene der vuilste talen, blijft het Journal stom. Waarom die rechtsomkeert Allo opsteller der groote dagen herneem uwe pen zooniet zal het publiek, dat haastig is om oordeel te vellen, dingen uitbrengen die niet in uw voordeel zullen zijn. Het zal uwe houdingvergelijken met de onze. Wij liberalen, wij houden er aan om in al wat wij schrijven de grootste recht schapenheid te behouden. De libera le gedachten zijn schoon genoeg op dat wij niet gedwongen zijn, u na te volgen om ze te behouden en ons te vernederen tot zulke lage manier van polemiek. Uw ideaal moet wel laag gevallen zijn- Het Journal schijnt zeer ongerust over de niet geruststellende neiging der inwoners van Dickebusch, West- outre en Reninghelst. Die kiezers hebben hunne mis noegdheid getoond van den beloof den buurtspoorweg niet te bekomen en M. Fraeys, op de hoogte hunner daden en werken gesteld, heeft er moeten van spreken aan zijne poli tieke vrienden, aangezien hun or gaan het Journal d'Ypres, even als in 1902, belooft dat die buurtspoor weg zal gelegd worden. Om zijne bevestiging te bewijzen, verklaart het geloofwaardig Journal dat -de minister het stellig beloofd heeft aan M. Colaert, altijd den onmisbaren man om iets te bekomen en nooit iets bekomt. Het zijn van die beloften die nie mand meer bedriegen. Onze meesters hebben, in het be gin van den kiestocht, gemeend dat de kiezers der grens zich gingen laten indruk maken door den oproerigen weerstand der fransche klerikalen aan de regelmatig gestemde en be krachtigde wetten ongelukkiglijk voor hen, zij hebben hunnen vinger in hun oog gesteken en zij zijn maar te wel gewaar, maar wat laat, dat het belgisch kiezerskorps zich meer met de zaken van het land bezig houdt dan met deze der fransche Republiek. Daar de heeren Colaert en Van Merris van dien kant in hunne hoop bedrogen zijn, doen zij hun best om de kiezers te winnen door beloften, altijd dezelfde, maar dat zal niet meer lukken zij zullen schoon te verzekeren hebben dat de vaart der Lei naar de Yperlée zal voltooid worden, dat de buurtspoorweg van Yper naar Belle, met vertakking van Poperinghe naar Kemmel, waarvan de nationale maatschappij volstrekt niet hooren wil, zal gelegd worden, onze goede buitenlieden zullen er geen geloof aan hechten, want onze meesters hebben te veel beloofden zij hebben altijd hunne beloften geloo chend. In ons nummer van 11 Maart. 11. hebben wij gesproken van de ver plaatsing van boomen, die op het Minneplein geplant waren daar waai de tribunen der Koersen opgeslagen zijn, er bijvoegende dat ons bestuur in zake van openbare werken scheen vermaak te hebben met te mak te hermaken zonder zich te beT meren om de centen der lastenum~ Iers. 3eta- Wij hebben dikwijls genoev a gelegenheid onze meesters te& h knibbelen opdat wij bij gelegenheid geene verzachtende omstandighe(j zouden toeschrijven, als het past De verplaatsing der boomen het Minneplein is beslist geweest de vraag van le Sport HippiqU6) dat zij beletten de tribunen óD t" slaan. 't Is goed, maar daar de koersen alle jaren plaats hebben, had men niet moeten voorzien hetgeen men maar naderhand gezien heeft Dat belet niet, in het geval is er eene verzachtende omstandigheid^ wij staan ze toe. Een blad dat goed isigeliciit is. Wij lezen in het Journal d' Ypres van Woensdag 11. Wij vernemen uit goede bron dat de heer minister Liebaert de overne ming verhandelt van den spoorweg van West-Vlaanderen. De talrijke belanghebbenden zul len het met genoegen vernemen en, als wij, zullen zij vurig wenschen dat de begonnen onderhandelingen eene goede oplossing bekomen. De goede bron waaraan het Journal d'Ypres geput heeft is het Beknopt Verslag verschenen daags vóór de verschijning van het Journal en dat het antwoord inhield door M. Lie baert gedaan op de vraag die M. Nolf hem den 6 April gesteld had. M. Nolf vroeg aan den minister Is het waar, zooals het gerucht er van loopt, dat de regeering op dit oogenblik de overname onderhandelt van het spoorwegnet der maatschap pij van West-Vlaanderen Zoo ja, zou de minister ons niet kunnen zeg gen of de staatder onderhandelingen genoeg gevorderd is opdat men in kort de neerlegging van een ontwerp van overneming moge verhopen De minister heeft geantwoord De Regeering verhandelt de over name der spoorwegen van West- Vlaanderen. Het ware ontijdig op dit oogenblik eene grootere mededeeling nopens deze zaak te doen. Ziehier wat wij te dien opzichte in de Gazette van Woensdag 11. lezen. Een groot nieuws, dat het begin is eener stoute kieskuiperij is Dins dag stillekens in de Kamer uit gestrooid geweest door M. Liebaert. Antwoordende op de vraag van M. Nolf, heeft de minister van spoorwe gen aangekondigd dat men de over name der spoorwegen van West- Vlaanderen verhandelt. Het is sedert lange jaren dat de inwoners dezer provincie de overna me vragen door den Staat van dat net van 175 kilometers. Hoe. dikwijls hebben wij ons hier de tolk niet ge maakt der klachten waarvan de uit bating van dat net aan leiding gaven- Op die reclamaties, op die wen schen, op de pogingen der volksver tegenwoordigers, heeft de Regeering altijd uitstellende antwoorden ge£e' ven. Zij meende te mogen rekenen op de getrouwheid der kiezers van West-Vlaanderen. Maar al met een keer ontwaken die goede kiezers. Men bestat^e eene beweging van ontvoogding alle dagen vermeerdert. Het kar is besloten door al de oppositie mac ten. 't Is West-Vlaanderen die omverwerping van het ministerie toelaten. En M. Liebaert komt Kortrijk terug, aankondigende men het net zal overnemen. Wij mogen er bijvoegen cu koortsig werkt om den ministe te laten, een ontwerp of ten nn Ant

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1906 | | pagina 2