I HET LIBERAAL PROGRAMMA. A. Dechièv "het wilde meisje. get liberaal programma is volkslievend en rechtvaardig het is de rechtvaardighied elve Inderdaad dit programma eischt enkel GELIJKHEID IN ALLES EN VOOR EL- gÉEN Gelijke rechten en gelijke plichten. K Geli; leid voor de stembus algemeen kiesrecht en één man ééne stem, met de evenredi ge vertegenwoordiging Gelijkheid in de loting Elk soldaat voor zijn lot, de begoederde nevens den volksjon gen, dit ware maar recht Dit programma eischt ook BE RECHTVAAKDIGHEID en eerst en vooral Een ouderdomspensioen, beter dan 9 centen daags, van de klerikalen, voor de blaarde werklieden Een beter volksonderwijs, waarbij met eenen de vrijheid van den huisvader gewaar borgd wordt in 't kiezen der school. Onze tegenstrevers liegen wanneer zij zeggen dat de liberalen, eens aan het bestuur des lands, vervolgers en wetverkrachters zullen worden Gelijkheid in rechten en plichten dat willen de antiklerikalen DE KEMPENAAR Halfvasten te Wervick. w een voor-ontwerp op voet te stellen voor de kiezingen. Maar indien, bij geval, de regee ring' niet omgeworpen wierd, zou het ontwerp na de kiezingen, zonder twijfel nog lang mogen wachten. In alle geval, nooit heeft men stoutmoediger en zichtbaarder kui perij gezien. ELIXIR D'ANVERS stilt maag- en buikpijn. Men herinnert zich nog de bewonde renswaardige kavalkade in 1883 door de liberalen ingericht Niettegenstaande de bovenmensche- lijke pogingen der klerikalen, had zij een succes, dat alio verwachting over trof. Nooit zag men zooveel volk te Wer vick. Ook deden de herbergiers, de hoteliers, de beenhouwers, de bakkers enz. allerbeste zaken. Het volgende jaar dachten de libe ralen te herbeginnen de jaar lij ksche kavaikade was zelfs reeds bi] plak brieven aangekondigd Doch onze vrienden hadden zonder de schaamteloosheid onzer meesters gerekend. De kavalkade werd op de volgende voorwaarden geoorloofd 1. Wegwijzer door het gemeentebe stuur opgelegd. 2. Willekego veranderingen en weglatingen i het programma. 3. De bussei dor omhaling zouden met den zegel der stad gesloten zijn en ocaangerand naar het stadhuis ge bracht worden, de gemeenteoverheid zou zich met de uitdeeling der omha ling gelasten. Zooals ge ziet mochten de liberalen alles betalen, terwijl de klerikalen zich van de geheele ontvangst zouden mees ter maken. Aangezien deze voorwaarden een on rechtstreek.->c h v i bod óaarst el de ndeed bet koiniteit banden op do affichn plakken, welke aankondigden dat door be handelwijze van het gemeentebes- tvuir, de koivalkade gc,a plaats zou hebben. Indien er sedert 22 jaar te Wervick geene kalvalkade meer ingericht is, tot groot nadeel der lastenbetalers, hebben zij dit aan de Iderikan ie danken. .Zijn do klerikalen ten te met fcich z*ven gelijk In 't geheel niet Tor wijl in 1883 de eenen hunne slag- Vensters sloten en de stad verlieten, de anderen hunne jonst aandeomba- lers Weigerden of vergenoegden met in de bussen rondekens in blik of plaat- Üzer te steken, zien wi] ze nu alle Jaren do kavalkaden van 't omliggen- de bijwonen. .kansck het klerikaal leger is het D'et met hetzelfde doel op 25 Maart Daar Komou-Frauknjk gesneld Waarom goedkeuren wat elders ge daan wordt sn dit te Wervick verbie den vreemdelingen naar toe s'rbomen bij de aankondiging van het minste feest, is in een waar kerkhof herschapen. ludien de klerikalen zich nog bepaal den met zich te onthouden, maar alles dwarsboomen of uit enkele politieke wraak, anderen beletten iets te doen, dat gaat waarlijk alle palen te buiten. Het aangehaald voorbeeld is niet eenig. In 1904 en 1905 beeft de turn- maatschappij La Libre Wervicquoise de toelating gevraagd een openbaar nachtfeest te geven. Iedermaal hebben onze gemeente raadsleden vlakaf geweigerd. Wervicksche lastenbetalers, herin- .nert het u, wanneer bij de naaste kio- zingeu de klerikale kiesdravers uwe stem zullen komen afbedelen. Wervicksche lastenbetalers, deukt er aan en gebruikt het stembriefje dit ontzaglijk wapen, om het hatelijk gedrag.onzer meesters, die geen tijd hebben om zich voor uwe belangen te bekommeren, te schandvlekken. lé meilleur Elixir et Ie mo;ns cher. iMastque et Mecouvrement. Achat cS Wente de Idoseds pubUcs Étcimuge de coupons. €Jo»wersiome/Jfou8cripiion a tons emprunts Beigeset étrangers. MPéiivemwe stir ion® pay» de lettres de crédit, traites et chèques. Avances de fonds. Dépot de fonds. Comptes-courants de Dépots de fonds ctvec carnet de chèques. 15, «*E5«? «I© Mieniiij 15 i» It E fS 1873. co c: •I hlaiHOis foasdé© en aarom altijd en overal twee maten tn (nee gewichten fatusschentijd kwijnt Wervick Wervick, eene kleine stad, waar de AVIS IMPORTANT. Verification des tirages de litres remboursables. Les listes qui me sont présentées doivent être dressées par ordre ïiumé- rique. Le bureau est onvert de 9 d 12 li™*matin. BALSAM, zuivere kinawijn, verwekt eetlust. UI. (9de Vervolg De Stut der vervloekten. Zekeren avond vertrok Miehiel met zijne drie broeders voor eene 'onderneming 's morgens kwam hij niet terug en Vloghaver was ouderloos, verloren schaap te midden eener bende wolven. Van dan af meenden de vrouwen het recht te hebben haar te ver volgen, maar de oude Kermar stond op en zeide meteen gezag dat niemand durfde te genspreken j)e kleine is het kind van mijnen zoon die haar zal mishandelen zal mij rekening geven over zijne boosheid. Vader, antwoordde Yzeren Arm, met ruwe stem, vergeet niet dat Micheline's bloed ie hare aderen vloeit en dat Micheline ons nooit bemind heeft. Deze zal u beminnen indien gij goed zijt. Hebben wij den tijd om de kindoren te streelen gelijk de mannen der steden Nauwelijks hebben zij den ouderdom be reikt om te verstaan wat hier omgaat en welk bedrijf liet onze is, of zij moeten onze hulpen worden. Vloghaver zal ons dubbel helpen, indien gij niet wil dat wij haar te vreezen hebben. Zij moet met ons zijn, zoo niet is zij tegen ons. Zie hoe bleek en hoe teeder zij is, be merkte Heliër Kermar. Oh antwoordde de Groote-Duivel, zij zal kloek genoeg zijn voor de bediening die wij haar bestemmen. Wat zal die bediening zijn vroeg de Grootvader. Zij zal de zwarte koei doen weiden, antwoordde de jongste dien zijne broeders Groote-Duivel genoemd hadden. -- Neen neen zei de grijsaard, ik wil niet, ik wil niet Kn waarom weigert gij, vroeg eene vrouw met lompen bedekt en wier verward haar zich in eene bruine linnen kap verborg. Het is de kleine's beurtElkeen onzer dochters heeft dit gedaan, en wie hier brood eet moet het winnen. Ik ben rijk genoeg om ze te voeden, antwoordde de grijzaard. Ja, hernam de vrouw, gij zijt rijk, wij weten het allen en wij weten ook dat deze, de laatste gekomen, gansch uw hart heeft ingenomen. Gij bemindet Miehiel meer dan zijne broeders en gij duldet Micheline. Maar wij hebben opgelijk recht de fortuin, gelijk wij een gelijk deel aan het werk ne men.... Geen middelweg, Vloghaver zal de koei wachten of zij zal het land verlaten. den dag op welken zij zou klaar zien, zou zij niet nalaten ons te verraden U verraden, zij Wij mogen haar vreezen. En indien ik voor hare bescheidenheid borg sprak - Men verbindt zich slechts voor zijne eigene rekening, antwoordde Groot-Duivel: Wanneer een onvoorzichtig woord alles kan doen verliezen is men niet sterk genoeg om zich aan het gevaar bloot te stellen.... Wij kunnen u eerbiedigen als ons opperhoofd, dit is alles.... de kleine zal doen gelijk de anderen, zoo niet.... Zoo niet herhaalde de grijsaard, een vlammende» blik op zijne zonen werpen de. Zoo niet zal zij verdwijnen. Gij zondt haar dooden, Groot-Duivel, gij z udt de dochter uws broeders dooden Ik verdedig mijne andere broeders, ik Ellendelingen ellendelingen sta melde de grijsaard. Hij aarzelde een oogenblik, dan hernam hij Welaan, u allen zal ik verlaten en ik zal met haar vertrekken. Nooit, hernam Groot-Duivel, nooit Gij /oudt het geheim der spelonk mededra- gen en dit geheim is ons erfdeel. Gij wilt mij uwen wil opdringen Gij zult uwe verbintenissen houden. Maar ik ben uw vader, uw grootva der Wij zijn uwe medeplichtigen, antwoord de Groot-Duivel. Ten andere, de kleine zal niet sterven omdat zij de zwarte koei wachten moet. Heliër Kermar verstond dat hij niets kon winnen op dezen die, de hoedanigheid van zonen verloochenende, slechts die van me deplichtigen aanveerdden. Eene nieuwe wei gering zou het leven van Vloghaver, het zijne wellicht blootstellen. Hij boog het hoofd, drukte krampachtig zijnen stok in zijne vuisten en antwoordde Het zij zoo, zij zal de zwarte koei wachten. Eene zegevierende uitroeping onthaalde dat woord. Dit scheen eene kleine zaak en eene zeer weinige gevaarlijke taak te zijn, de kleine koei te wachten met zwart haar en scherpe hoorns, en nogtans de toegevendheid des grootvaders en de vordering zijner zonen moesten eene ernstige buteekenis hebben want nauwelijks had Heliër Kermar zijn woord gegeven of de vrouw van Groot-Dui vel lachte op eene luidruchtige wijze, ter wijl zijne broeders zich met een voldaan ge laat verwijderden. Den zelfden dag nog ging de Steenhuil, het was de naam waaronder die vrouw in het gezin Kermar gekend was, Vlog haver in de benedenzaal der hut halen, bracht haar met barscheid op den dorren- grond die de hut omringde en die nauwelijks eenige stekende brem opbracht dan de koord der zwarte koei rond de vuist binden de o Ge zult ze op den dag doen weiden, zeide zij, en des nachts zult gij ze bewaken. Vloghaver bezag de Steenuil zonder haar te verstaan, en deze verwijderde zich terwijl de koei het mager spijsaandeel vreette. Omtrent den avond kwam zij terug en zij vond har.i ooms op de rotsen, de oogen op een verwijderd zwart punt gevestigd. Zij redekavelden over de mogelijkheid eener aanzienlijke winst, en de Steenuil lachte en deed hare geele tanden glinsteren, terwijl de mannen, door het gedacht van den buit aangemoedigd, hunne handen naar het ge heimzinnig punt reikten en het schenen tot zich te trekken door'de macht van een dui- velschen wil. Het meisje stak de zwarte koei in den stal. Verwittigd dat zij dezelve niet meer moest verlaten, deelde zij het strooisel van het dier, en sliep vreedzaam, De Steenuil wekte haar met eenen zwa nen slag op de schouders. Op zeide zij, op Wat moet ik doen vroeg Vloghaver. De Steenuil ontbond de koei en trok ze buiten dan het meisje eene lantaarn aanwijzende Maak dit tusschen de twee hoorns vast, zeide zij Gaan wij op reis vroeg het kind. Op tocht antwoordde de Steenuil. Het meisje bond de ontstokene lantaarn tusschen de hoorns der koei, dan trok de Steenuil het dier voort en stootte het kind. Zie wel welke beweging ik het hoofd der zwarte doe maken, ik trek aan de koord, en de muil der koei raakt den grond. Ik laat de koord los, en de kop van het dier gaat omhoog.. Verstaat gij Ik geloof ja, antwoordde Vloghaver. Het meisje trok de koord, de kop der koei boog en met hem de lantaarn die tusschen de twee hoorns geplaatst was dan liet Vloghaver den band los, en de zwarte stak schielijk den kop op. Is het goed vroeg Vloghaver. Ze r goed, antwoordde de Steenuii met een helschen lach, beter dan ik het van Micheline's dochter had durven hopen ga voort Tot wanneer -- Tot dat ik u zegge dat het genoeg is. O mijn God riep het meisje een CN Q3 o =3 <35

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1906 | | pagina 3