1. Dechièv AVIS. I'Adjudication rn li i T7 WT DE KEMPENAAR HET WILDE MEISJE. Eene Comedie. 1 m. v l' D'E\TIiETÏE\ DES BATIMENTS liberale volksvertegenwoordi- altijd ten dienste der inwoners °Vzijn arrondissement, hetzij dat v.a yerikalen, socialisten of liberalen zl!n had den minister verzocht eenen Zl'estand te verhelpen die schadelijk t0n< voor de onderteekenaars van het boekschrift. pet Journal d' Ypres van Zaterdag 11 kondigt aan dat er voldoening ge geven is geweest en voegt er bij dat he tusschenkomst van M. Nolf voor niets telt in den bekomen uitslag, pat het ons toelate van zijn gedacht niet te zijn. Water van zij, M. Nolf heeft aan he landbouwers van Boesinghe en Zuidschote den dienst bewezen dien zij hem gevraagd hebben. Hij heeft zijne belofte gehouden. Vele klerika le volksvertegenwoordigers kunnen niet altijd zooveel zeggen. Ifaw/ue ei MS cco tt r re ment. Achat et Teute de tf'ontls publics change de coupons Con version et Conscription a tons emprunfs Beiges et étrangers. Déficrance sur tons pays de lettres de crédit,traites et chèqnes. Avances de fonds. Dépot de fonds Comptes-courants de Dépots de fonds avec carnet de cheques. 50 15, rue dc llcuSsa, 15 ff 1® II K 8 |gai§oiB foudee «is 1873. AVIS IMPORTANT. Vérification des tirages de titres remboursables. Les liatea qui me sont présentées loivent être dresséès par ordre numé- rique. Ze bureau est ouvert de 9 d 12 iirtsmatin. BALSAM, zuivere kinawijn, verwekt eetlust. In de zitting van den Gemeenteraad van 28 April 11. heeft M. Bouquet on zen sympathieken burgemeester on dervraagd nopens de gezegden van zekere plaatselijke gazette, die ge schreven heeft dat in 1899, 801,599 kilos boter verkocht waren geweest op de groote en kleine markten, voor eene som van 11,052 47 fr. terwijl dat in 1903, 808,849 kilos verkochte boter maar 10,533-67 fr. opgebracht hadden. Hetgeen strekt om de ver denking te werpen op zekere stads- bedienden, zegt M. Bouquet. Waar heeft M. Bouquet gezien dat Progrès die heeren verdacht Le Progrès heeft maar in zijne ko lommen bekend gemaakt dat op 7250 kilos boter die meer verkocht waren gedurende het jaar 1903, de ontvangst minder geweest is dan in 1899. Onze confrater heeft uitleggingen §6vraagd aan het Journal d Ypres dat stom gebleven is gelijk een visch. M. Bouquet heeft dus eene schoone ge degenheid gemist om te zwijgen, aan gezien hij op de hoogte zijner rol niet Wat iVl, Colaert betreft, de groote hoofdrol der comedie, indien het Waar is dat in 1899 de bijzondere ont- Vangst der eieren, hetzij fr. 426 ge- v°egd is geweest bij deze der ontvan gen rechten op de 801,599 kilos boter Verkocht op de grooteenkleine mark- eib dit is niet aangestipt in den Re- CUed des aetes de la ville. De ontvang- s en gedaan op de eiermarkt maakte n 1899 gelijk in 1903 een bijzonder r ikel uit. (Zie rekeningen bldz. 686 b°ekd. XIIen bldz. 678 boekd. XIII.) e 7 Colaert geneert zich niet om feit te bevestigen dat hij wist on- luist te Vo zyn in het geval. de p)ra^eerbij elke vergadering van n fviad te hekelen wat onze con- rater gezegd heeft nopens de han delwijze van ons bewonderenswaar dig stadsbestuur, zou de Stadsvader eel beter doen de handelwijze van zijne eigene gazet gade te slaan, die al dezen verdenkt die niet denken zooals hij ELIXIR B'ANVERS stilt maag- en buikpijn. Koninklijke Maatschappij (Ier Vrije Kruisboogschutters van Ypci\ Vogelschieting van Maandag 30 April 1906 le Vogel Van Nieuwenhuize C. 2e Vogel Pinteion J. II sera procédé ie Jeïicli, XT Mai 1906, a I0 heures du matin, a pendant l'année 1906. Les soumissions seront regues du 11 an 16 Afai inclus. On peut se procurer desexemplaires du cahier des charges au greffe de l'Lcole susdile. LE DIRECTEUR A. JOIVE8. ui. (lltie Vervolg De i»ut der vervloekten. Zekeren dag stierf Vloghaver bij na vaii schaamte Zij kwam uit de kerk op het oogenblik dat de pastoor zich bereidde er in te treden Het kind kromp ineen, douw zich tegen den muur en sloop uit het portaal, toen dn priester haar met ernstige stem, doch zonder strengheid vroeg Wat komt gij in de kerk doen Anna Kermar. Ik heet niet Anna, antwoordde het kind, maar Vloghaver. Een onbezonnen en heidenseheti naam waarmede menden uwen vervangen heeft.... Maar ik ken dezen welken uwe moeder Micheline u gegeven had, en ik heb hem op hetkerstenboek geschreven hovende kruisen van twee bedelaars die voor u bij God veran- woorden. Ah vroeg het kind, zijne schoone blauwe oogen op den pastoor vestigende, hebt gij mijne moeder gekend Genoeg om te vernemen wat zij gele den heeft. En nu, nu dat zij dood is, nu dat ik op haren schoot niet meer slaap en dat hare liefkoozingen mij niet meer verwarmen, kom ik hier zitten vóór deze vrouw die een klein kind draagt, en het schijnt mij toe alsof ik ook haarkind ware want zij glim lacht mij tegen onder hare kroon, en ik ge loof dat het schoon kindje dat in hare armen ligt, zich verblijdt als de zon cms met hare stralen bekleedt. Waar haalt gijllie gedachten vroeg de priester. Uit mijn hoofd, of liever neen het is in mijn hoofd niet.... 't is in mijn hart wellicht. Heeft men u ooit van God gesproken Ja, om hem te vervloeken. Hebt gij nooit gebeden Ik kan niet. Wat doet gij ginder Ik help de Steenhuil het noenmaal mijner ooms bereiden 's avonds kout ik met mijnen grootvader gedurende den dag doe ik de koei weiden en 's nachts Het meisje aarzelde. Welaan vroeg de priester. 'S avon Is leid ik haar op de vlakte en ik verplicht haar den kop op te heffen en te bukken maar slechts in de nachten dat het stormt. Zij ook zuchtte de pastoor zij h- b- ben geen medelijden met dieonschuld gehad. Oh ik bemin die nachten met dat het on weder woelt van verre zie ik sche pen en sloepen ia zee. de mannen blijven op het strand of stappen in eenen boot Bij hunne terugkomst drinken zij zich dron kenIk zie hen dan niet, want men sluit mij op iu den stal als ik binnen kom maar toch, ik ben bevreesd de verdronkene, 111 1 hun bleek wezen, hun haar op hunne wan gen geplakt en hunne bloedende borat, te zien in huis komen Eene siddering van afschrik doorliep des piiesters lichaam. Luister, sprak hij, gij kunt niet laDger in de hut blijven. Grootvader zegt het ook Hij herhaalt mij steeds dat wij met den schat zullen ver trekken Maar grootvader is bevreesd en hij kan tot het vertrek niet besluiten. Hij ig aan de rots gehecht gelijk de zeeraaf aan zijn nest.... Zekeren dag, want do Voorzienigheid zal dien dag aanbrengen, zult gij alleen vertrekken, of liever gij zult de hut verlaten om mij te komen vinden.... Ik zal u uit de handen van die vervloekten redden Wat zijn vervloekten vroeg het kind De pastoor antwoorddeniet, hij had het rijk juweel bemerkt dat aan Vloghaver's hals hing. Wie heeft u dat gegeven kind De Steenuil, om mij te beloonen over de zorg die ik Yoor de Zwarte had. Doe dat juweel af, hernam de priester, en aangezien gij de H. Maagd en haar god delijk kind bemint, geef haar dit halssnoer ten geschenke.. -- Ik wil wel, antwoordde Vloghaver. Zij deed het juweel af dat de priester op de borst van Maria hing. Ah 1 riep het kind vroolijk uit, nu vind ik hel veel schooner Gij hebt gelijk,antwoordde depriester, het is gezuiverd. De pastoor oordeelde het niet voorzichtig Vloghaver te onderrichten over hetgeen in de hut der vervloekten gebeurde. Hij besloot te wachten tot dat de gelegenheid zich aan bood haar de schrikkelijke geheimen der fa milie Kermar te openbaren. Men ging in het beter jaargetijde ireden, en de uitoefening van het hatelijke bedrijf der vervloekten ging noodzakelijk onderbroken worden. Maar wat de priester niet wilde verlaten, was het onderwijs van dat onwetend schep sel, dat tot het kwaad medehielp zonder het te weten, en welks godvrvchtigheid in het hart ontwaakt als eene maagdelijke bloem in de Meimaand. De priester ging dikwijls in de heide zitten waar Vloghaver de zwar te koei leid ie, en sprak haar van God. Zij hoorde en vatte hem aandaohtiglijk aan, niets dan den troostenden en zoeten kant van den godsdienst. Die ziel, ten minste, zal aan het ver derf ontsnappen, dacht de priester. Het meisje ging haar elfste jaar bereiken. Het was tenger en slank opgegroeid als e ;n bremhalmpje zijn haar behield die tint van rijp strooi haar zacht kleur geleek aan de wilde roozen welke aan de achterzijde van een kreupelboseh ontloken zijn. Zij gevoelde eene groote blijdschap uit de hut te blijven, waar men, namate zij op groeide, lastiger diensten van haar vergde. Wanneer de herfst het slechte weder aan bracht, werd Vloghaver droefgeestig de schrik der onweders beving h tar. Zij had aliijd de groote zon op de zee en op de heide willen zien g insteren de nadering van het gure jaargetijde deed haar hart in haar li chaam stijven. Zij achtte zich gelukkig ge durende den dag de witte zeilen te beschou wen die langs het water streeken, als de vlucht van meeuwen terwijl zij in den winter verschrikte over de gevaren die de zeelieden bedreigden. Op eenen reeds kouden dag van October, na de zwarte in den stal geleid te hebben, zette Vloghaver zich neer in de kromte van twee rotsen. Aan aller oogen verborgen, de voeten boven den afgrond slingerende, het hoofd op een groot pak zeegras rustende, volgde zij op wijfelende wijze een zwart punt dat aan de kim zichtbaar was. Dat punt vergrootte, maar terzelfder tijd verzwaarden de wolken in de lucht, en het meisje beschouwde beurtelings de wolk die den donder-kon bevatten, en het zwarte punt dat een schip moest zijn. Het gerucht van twee welbekende stem men onderbrak hare mijmering. Wat denkt gij ervan, Groot-Duivel Dezen nacht zal het zoo donker zijn als in eenen oven, en de lantaarn der koei zal ons eene schoone winst aanbrengen. Het zal onze handgift van het jaargetijde zijn. Klagen wij niet, Zeeraaf, de vangsten van verleden jaar zijn goed geweest. Ja, maar nog niet goed genoeg om van onze renten ie leven. Ja wel, antwoordde de Zeeraaf, indien wij vaders geheim hadden Zeker, maar nimmer zal hij het ken baar maken. Goedwillig, neen met geweld, ja Zeg eens, hernam Groot-Duivel, mijn gedacht is dat het t jdw i-dt Roo-Vlinder te leeren de koei leid n. Nooit ben ik gerust met Mich'dine's d chier. Zij werkt niet gaarne met ons. Dat is in haar bloed nietden dag opwelken zij iets zal ver moeden, /.al zij weigeren ons te gehoorza men. Zij zou het weigeran indien zij kwade vermoedens had en hoe wilt gij dat zij kwade vermoedens he! be Na de lantaarn te hebben doen dansen, die de rol van haak speelt voor dezen wien een gevaar bedreigt loopt zij zich in den stal opsluiten. Wij mo gen gerust zijn tot den dag op welken de nieuwsgierigheid haar bekoren zal. Te beter, sprak Groot-Duivel, want zoohaast zij ophoudt nuttig te zijn zal zij vervelend worden. De stemmen verwijderden zich, een ge rucht van stappen liet zich hooren, twee strandkeitjes rolden langs Vloghaver's kant en rolden in den afgrond met een onheilspel lend gerucht. Het meisje verstond dat hare ooms zich verwijderd hadden. Het nam zijn voorhoofd in beide handen als om te beter zijn vluchtend gedacht tegen te houden. In die wilde hut opgebracht, onder man nen wier hart bezoedelt was, opgegroeid te midden eener verworpenheid, als eene bloem op eenen mesthoop, verstond zij voor de eerste maal van welke schanddaden zij me deplichtige was geweest, en, zijne kleine tengere handjes beschouwende, meende zij bloedvlekken er op te zien. Wat ging zij doen Moest zij denzelfden avond nog de hut der vervloekten ontvluch ten, om geen getuige van eene nieuwe mis daad te zijn Kon zij naar des pastoors huis loopen, hem bidden medelijden met haar te hebben en hem verzoeken haar te redden Twee redens beletten het haar. Eerst whde zij zich verzekeren dat zij zich niet bedro gen had. Dan, zeker van eenen steun in Heliër Kermar te vinden, wilde zij beproe ven hem tot de vlucht te ov-rhalen en hem helpen zich aan de dwingelandijzijner zonen te onttrekken die. na van hem da verachting aller menschelijke wetten geleerd te hebben, niet zouden aarzelen de groolste der misda den, de vadermoord te b 'drijven Maar indien Vloghaver, in al baren schrik, nog versland genoeg vond om een plan voor de toekomst te maken, besloot zij ten minste de rampzaligen niet meer te helpen, en, voorziende dat de weigering van de koei naar het stram! te leiden hun wantrouwen zou verwekt hebben, gebruikte zij een held haftig middel, deed eene harer holleblokken af en maakte z ch eene wonde aan den voet bij middel van een snijdenden kei. Het bloed dat uit de wonde vloeide verw- de haren voet, en Vloghaver keerde weder naar de hut, de pijn overmeesterende die zij gevoelde. De Steenuil die de ontwerpen van haren echtgenoot en harer schoonbroeders voorzag, viel uit tegen Vloghaver's lompheid dan, na de maaltijd, gebood zij haar haren ge kwetsten voet met vochtig zeegras te om winden en naar den stal te gaan slapen. Wanneer h-1 meisje dien raad volgde was de zwarte koei reeds op het strooisel niet meer de Steenuil had zich ge'ast haar te leiden. De eene na de andere, behalve de jongere kinders dan Vloghaver, vertrokken de be woners der hut naar het strand. De zee en de lucht verrriergden zich in eene duisterheid die eerder doorkliefd dan verlicht was do >r den bliksem. Het meisje sloop uit den stal, kroop op den grond, van een geitenpad en,dcor den nacht beschermd, gelukte het erin eene der rotsen van de kust te bereiken, waarachter hetzich verschuilde. .De Steenuil deed den kop der zwarte koei beurtelings op en neer gaan,én de vervloekte iaantaarn slingerde aan hare hoorns. Van verre, zoo verre dat dit gerucht uit het wa ter scheen te komen, onderscheidde men ge beden, zuchten en noodkreten. Een schip worstelde tegen het onweder on poogde aan te landen daar waar het be- driegelijk licht der lantaarn hettotzich trok. Kermar's zonen stonden op het strand, met lange bootshaken gewapend en een breed mes in den gordel dragende zij be loerden hunne prooi. Wordt voortgezet.) On se charge au bureau du journal de l'impression des cartes de visite et de tous genres de travaux d'impression tant en lithographie qu'eu typographic. M tt C O ■5 CDs -§= O CD NO -» --'.Tv fss».--- DES

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1906 | | pagina 3