Stadsnieuws. Splinter zonder balk. De Boerenbonden. Het antwoord van 11. Merghelynck. De strijd der partijen. de liberalen vluchten, gij moet ze ver volgen gij moet priester Daens brood- rooven, is het antwoord van de die naars van Christus op dit bevel vau den prins der kerk. Zullen de priesters het woord van liefde en verdraagzaam heid hooren Zullen zij tot inkeer komen en in plaats van twist en twee dracht te zaaien, vrede en eendracht prediken Zulks ware wenschelijk, de wereld zou er bij winnen en zij zeiven zouden er de beste vruchten van dra gen. Waarom, nog eens, de waarheid om sluieren Zij moet toch aan 't licht komen. Wij hebben altoos beweerd dat het Aan- en Verkoop vennootschap eene echte speculatie was, om geld te win nen op den rug der boeren en eenige rijke actionnairs te bevoordeeligen. Deze waarheid, welke door de klerika le bladen telkens werd betwist, wordt thans bevestigd door eenen persoon, die gansch zijn leven heeft gewijd aan het stichten en beheeren van Boeren bonden. M. Seraf' Lambreghts van Vorst, die geen onbekende in de kwes tie is, heeft openlijk verklaard dat het Aan- en Verkoopvennootschap eene speculatie is, dat de Boeren hunne wa ren zoo goedkoop, en van dezelfde hoe danigheid kunnen koopen bij de han delaars der dorpen als wel in desteden. Waarom, vragen wij ons af, indien de Boeren hunne waren bij hunne win keliers zoo goedkoop kunnen bekomen als in de steden wordt dan dit Aan- en Verkoopvennootschop in 't leven ge roepen In wiens zakken komen de winsten door die maatschappij ge maakt Genieten er de boeren eenig voordeel bij Wie zou durven bewij zen dat de waren door den Bond ver kocht, beter zijn dan die der kleinhan delaars der dorpen, en wie durft deze laatste beschuldigen hunne waren te vervalscben Dit zijn vragen die nietten voordeele pleiten van de Maatschappij. De boe ren hebben geen het minste voordeel met hunne waren in den Boerenbond te koopen, daar zij denzelfden prijs ten minste moeten geven de waren zijn niet beter, want de neringdoeners zijn verplicht hunne leveringen te doen on derzoeken en hunnen inhoud op fac tuur bekend te maken, de waren der handelaars moeten dus zoo goed zijn als die van den Bond. Waarom dan, indien de Boer geen voordeel geniet met zijne waren in den Bond te koopen, deze afdeeling van verkooping ingericht Is het om den kleinhandel eenen doodenden oorlog aan te doen en de geldkasten van eeni ge aandeelhouders te vullen V Boeren, overweegt zulks wel. Het Journal d' Ypres van den 2.7 Juni 11., kondigtin zijn eerste kolom den brief af, welken M. Merghe lynck hem toegezonden heeft ten ti tel van recht van antwoord. Het antwoord van M. Merghe lynck, zeer waardig en zeer beslis send, verdient overgedrukt te wor den. Wij wederstaan niet aan de begeer te van het te doen en onze lezers zul len er ons dank over weten. Ziehier den brief Yper, den 25 Juni 1906. Mijnheer de uitgever Onder de rubrieken Dat gaat over de maaten Splinter en balk drukt het Journal d'Ypres in zijne nummers van 16 en 20 Juni een vertrouwelijken brief over, welken ik, onder gesloten om slag aan al mijne gebruikers der Pro vincie gezonden heb, om ze uit te noo- digen, zonder den minsten dwang noch bedreigingen, den 27 Mei voor de libe rale lijst te stemmen en, met dezen briefgewapend, verzekertgij, niet zon der eene zekere vermetelheid, dat, om dat ik ambtenaar ben van eene katho lieke Regeering, die mij in mijn ambt behoudt, het mij volstrekt verboden is aizoo te handelen als huiselijk man en als eigenaar. Voor eenen niets zoudt gij mij het recht betwisten te stemmen volgens mijn geweten. Ik doe eerst de onnauwkeurigheid opmerken die bestaat in het bekend' maken in een dagblad, zonder mijne toestemmingvan een persoonlijken brief gericht aan derde personen maar zonder stil te blijven bij deze kwestie van welvoegelijkheid, verhaast ik mij u te zeggen dat hetgeen ik gedaan heb rijpelijk overwogen is geweest, en dat, indien er nieuwe kiezingen waren, ik niet zou aarzelen hetzelfde te doen, met de vaste overtuiging op geener manier den ministerieelen omzendbrief van 25 Juli 1884 te overtreden, welken gij inroept, omzendbrief die aan de ambtenaars verbiedt zich in den strijd der partijen te werpen. Eenen burger verbieden, alware hij bekleed met een openbaar ambt, op vaderlijke wijze aan zijne pachters, zelfs aan zijne leveranciers, die ih in dit geval verwaarloosd hei, te vragen van te stemmen in een bepaalden zin, ware klaarblijkelijk zijne vrijheid ver krachten en eenen aanval plegen op zijne wettigste rechten. Bemerk dat, in tegenstrijdigheid met hetgeen gij verklaart, ik mij bepaald heb met mij te wenden tot mijne pach ters, en geenszins tot mijne werklieden, vrienden en kennissen, dat ik noch voetstappen noch bezoeken gedaan heb. Overigens, Mijnheer de Uitgever, doe u zeker dossier overhandigen van October 1887, ten propooste van soort gelijke zaak, mij persoonlijk betreffende het zal u toegelaten zijn te bestatigen dat de toenmalige Regeering deze ziens wijze niet afgekeurd heeft en moet be slist hebben, overeenkomend met het advies van het raadgevend comiteit van wetgeving, van algemeen bestuur, dat de ambtenaar handelende als vrij man en als eigenaar niet viel onder de toepassing van voormelden ministeriee len omzendbrief. Indien ik meetingen bijgewoond had indien ik omzendbrieven, plakbrieven, afkondigingen geteekend had indien ik een liberalen kring bezocht gelijk het meestendeel der ambtenaars van uwe denkwijze, die deel maken van den katholieken Kringindien zulk- danigen brief als dezen dien gij mij verwijt gezonden geweest ware aan personen met dewelke ik in betrekking ben, ter oorzaak van mijn ambt, ge durende eene loopbaan van meer dan 27 jaren, zooals burgemeesters, sche penen, gemeenteraadsleden, secreta rissen, ontvangers, onderwijzers, veld wachters en andere, zou ik tot een zeker punt de wettelijkheid uwer cri- tieken verstaan. Maar, gelijk ik verklaard heb in het banket der Burgemeesters, nooitin geene omstandigheid, heb ik van mijn ambt gebruik gemaakt, in een politiek belang, bij wie het ook zij, als komen de van den arrondissements Kommis- saris, mijn geweten is volkomen ge rust en dat is 't bijzonderste. Voor het overige, het zijn uwe baat zuchtige voordrachten niet die mij zullen doen afwijken van de gedrags lijn die ik mij voorgeschreven heb en welke ik denk van de grootste nauw keurigheid en van de stipste wettelijk heid te zijn. Aanvaard, bid ik u, Mijnheer de Uitgever, de uitdrukking mijner voor- treflelijke gevoelens. Ferd. MERGHELYNCK, eigenaar te Yper. P. S Indien ik vertoefd heb het ant woord toe (e sturen dat gij eischtet, 't is dat ik mij voorstelde te wachten tot dat het onderwerp uitgeput was in uwe kolommen, om al uwe artikelen te zamen te vinden ik heb mij zelfs afgevraagd, of, in tegenwoordig heid uwer verklaring (nr van den 13 Juni) gij u nog zoudt, bezighouden met dien brief die u zoo zeer ter harte ligt, er niet diende nog langer te vertoeven, maar gij schijnt zoo ongeduldig te zijn dat ik u niet langer heb willen laten wachten. Mijnheer de arrondissementscom missaris, met het oog op de kiezing van 27 Mei 11., eenen brief gezonden hebbende aan al zijne pachters om hen de liberale lijst aan te bevelen, heeft het Journal d' Ypresin het be zit gesteld van een dezer brieven, zich verhaast hem in zijn geheel ken baar te maken in zijne kolommen, den achtbaren ambtenaar aanmanen de uitleggingen te geven over zijne daad. M. Merghelynck heeft wel willen j aan dezen eisch toegeven en nu dat zijn antwoord stipt, onwankelbaar en beslissend verschenen heeft, zullen w ij op onze beurt ons gevoelen uitdi uk ken nopens de handelwijze van het Jcnirnal. Deze handelwijze is eenvoudig weg eene slechte haarkloöverij ge voerd met eene verraderlijke onbe schoftheid. Hetisalgemeenbekend, inderdaad, dat het niet toegelaten is bijzondere brieven kenbaar te maken, ten ware de dubbele toestemming te hebben van den schrijver van den brief en van dezen aan wien dien brief gestuurd is geweest. De bestemmeling zelf mag het niet alleen. Dien regel overtreden is eene daad van grove onkieschheid plegen en wij kunnen slechts den uitstrooi'er beklagen die een zeer arme kerel moet zijn. (1) Na dat, de blaam aan M. Merghe- j lynck gedaan, heeft geene beteeke- i nis. Dus, omdat men ambtenaar en ter zelfder tijd eigenaar is, zou men geen recht meer hebben in deze laatste hoedanigheid te handelen door raad en overreding bij zijne pachters om tot kiezing te helpen van de kan didaten zijner partij Maar waarom den ambtenaren niet aanstonds verbieden eene welkdani- ge meening te hebben Zelfs hen niet verplichten altijd en 't is gelijk wanneer, te stemmen voor de regee- ring, welke zij ook zij Is er een enkele ambtenaar-eige naar, die eene denkwijze heeft en belang hecht aan de openbare zaak, alsook aan de evenredige vertegen- woordiging der partijen, die anders handelt dan M. Merghelynck Ma gistraten, officieren, ingenieurs, enz., enz., doen zij niet allen gelijk En de ontelbare leden der geestelij kheid, dus ambtenaren die kantteekenen op het budjet, enkele bijzonderen wanneer het er op aankomt eene re geering te bestrijden of eene partij die hun mishaagt Ah indien deze ten minste maar tusschenkwa- men in de hoedanigheid van eige naars of als vreedzame raadgevers Maar men weet wat er van hunne tusschenkomst is, voor dewelke alle middelen goed zijn om te gelukken Maar het is waarlijk te veel aan dringen op een zoo onbetwistbaar recht onbetwistbaar, ja, voor alle verstandig mensch Ook kunnen wij den dwazen aanval niet uitleggen waarvan M. Merghelynck het voor werp geweest is dan door een gemis aan zedelijk verstand bij den dader of eene doling veroorzaakt door een geweldigen lust. En zou het bij geval waar zijn, gelijk sommigen denken, dat er ergens jonge onge duldige eerzuchtigen zijn die vurig verlangen den hoed, de sjerp en den degen van het Commissariaat te be zitten als ingang in het openbaar leven om de gekke beschuldiging uit te leggen waarvan M. Merghe lynck het voorwerp geweest is. Het Journal d'Ypres heeft veel geraasd over den omzendbrief van 25 Juli 1884, die den ambtena ren verbiedt zich in den strijd der partijen te werpen. Het heeft ge meend het bewijs te hebben dat M. Merghelynck, onze sympathieke ar- fi) En denkt men in het klerikale kamp dat dergelijke brieven nooit in liberale han den gevallen zijn en zelfs andere gevaarlij ker voor hunne schrijvers Ziehier een ge- dagteekend van den 14 October 1890, het jaar der gemeentekiezingen dat iederen zich nog herinnert hierbijgevoegd 20 fr. voor reiskosten. Voor het overige zal ik u nog iets behandigen te Yper.... En geteekend in 't lange. Hebben wij er ooit aan gedacht dat schrij ven en andere kenbaar te maken spijts de hevigheid van den toemnaligen strijd en den partijaanslag, gepleegd door de bestendige deputatie der Redactie.) rondissements Kommissaris, o-eze den omzendbrief overtreden had. brief van M. Merghelynck, welken wij hooger overdrukken, stelt <je dingen op hunne plaats en alle ver standig mensch zal hem gelijk ge_ ven. M. Merghelynck heeft gehan deld in zijne hoedanigheid van eige naar, hij heeft zich tot zijne pachters gewend, hij heeft hun eene enkele begeerte uitgedrukt zonder den min sten dwang uit te oefenen. M. Mer ghelynck heeft gebruik gemaakt van zijne rechten van eenvoudigen bur ger wie zou het hem dan kunnen beletten Wat zou er van de vrij heid der ambtenaren geworden in dien het hun niet meer toegelaten ware eene denkwijze te hebben Ah indien M. Merghelynck ge handeld had in zijne hoedanigheid van arrondissements Kommissaris, indien hij den invloed, welken hij uit zijn ambt put, ten dienste onzer par- tij gesteld had, men zou in dat geval mogen zeggen hebben dat zijne hou ding tegenstrijdig was met den fa- meuzen omzendbrief van 25 Juk 1884. Maar niets dergelijks is kun nen ontdekt worden ten zijnen laste. M. Merghelynck bekleedt in onze partij geene strijdplaats en wij dagen het Journal uit een welkdanig politiek dokument te toonen, waar onder den -naam van M. Merghelynck voorkomt. Maar aangezien het Journal d'Ypres schijnt het verschil niet te vatten, dat bestaat tusschen het ge val van eenen ambtenaar die gebruik maakt van zijn rechten van een een voudigen burger en dat van eenen ambtenaar die zich in den strijd der partijen werpt, zullen wij trachten het hem te doen verstaan door een voorbeeld. Het dokument dat wij hieronder afkondigen bevat er het bewijs van en dezen die het zullen lezen, zullen in hun eigen zeggen dat het Jour nal d'Ypres met te willen haar- klooven tegen M. Merghelynck, zij nen vinger in zijn oog gestoken heeft tot aan zijn elleboog. Ziehier dat bewijsstuk, het is ge teekend door i° M. F.-L. Coevoet, pastoor van Langemarck, 20 M. P. Soetaert, burgemeester van Langemarck, 30 M. Pr. Seys, gemeente secretaris van Langemarck. Wij drukken het hier over, tot stichting van allen Langemarcknaars Ten Strijde KIEZERS Zondag en acht dagen hebben wij allen eenen strengen plicht te vervullen. Met ons stembriefje zullen wij beslissen oi ons land voort, in vrede en in vrijheid, door een katholiek Bestier zal beheerd worden, of indien het, gelijk het ongelukkige Vran- krijk, in de handen zal vallen van goddeloos gespuis. Kiezers Wilt gij uw land bestierd zien door man nen die noch aan God noch aan zijn gebod en gelooven Wilt gij dat kloosters en geestelijke ge stichten gesloten worden Wilt gij dat paters en nonnen, die nooit ander kwaad deden dan voor hunne vijan den te bidden, dan ouderlingen en weezen te ondersteunen, dan uwe kinderen in den Heiligen Godsdienst op te brengen, wiltgij dat al de kloosterlingen uit het land verban nen worden Wilt gij dat men, zooals in 't bedorven Vrankrijk, de kerkegoederen opneme in ar wachting dat men ze verkoope Wilt gij, in een woord, de scheuring van Kerk en Staat P ,|9 Ewel, stemt dan voor liberalen of soüa' listen Maar, wilt gij het behoud der be staande samenleving Wilt gij uwe vrijheid behouden wwe kW deren te laten onderwijzen in eene goCts dienstige schole Wilt gij de vrijheid behouden voor kloosterlingen van in eenen Heiligen st te leven, van uwe kinderen te; onderwijze11^ den godsdienst uwer vaderen, van uwe derlingen en weezen te ondersteunen, 1 te bidden voor de bekeering der zon"3 die hen vervolgen j I Wilt gij vrijheid voor uwe priesters hun verheven ambt te vervullen Wilt gij eendracht tusschen Kerk Staat, tusschen burgerlijke en gees °verheid Roept Stemt dan voor de Katholieken dan met ons Leve God en zijn Godsdienst IVeg met liberalen en inn—iwiM/llillUllHIi

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1906 | | pagina 2