A. Dechièvre z HET WILDE MEISJE. Ètat-Civil d'Ypres. De bende van Hazebroeck Het getal aanhoudingen gedaan, in verband met de zaak der bende Pollet, bedraagt thans 29, Wij laten er hier de volledige lijst van volgen, met den da tum der aanhouding Op 2 Mei Abel Pollet, 33 jaar Ju lienne Platteel, vrouw Abel Pollet, 34 jaar Louise Matoret, 21 jaar. Op 3 Mei August Pollet, 36 jaar Oanut Vromant, 28 jaar Angèle Plat teel, vrouw Quaeghebeur, 28 jaar. Op 11 Mei Eugenie Morent, vrouw August Pollet, 40 jaar Gustave Le- clercq, 46 jaar, Céiine Pollet, vrouw Gustaaf Leclercq, 38 jaar Tlmofiel Deroo, gezegd Chariot 28 jaar Sébastiaan Bartholozzi, 35 jaar Jules Brabants, 40 jaar Oamiel Guyard, ge zegd Lapar 35 jaar. Op 15 Mei Sidonie Keden, weduwe Deroo 65jaar; Madeieine Deroo, 26 jaar Marcel Deroo 26 jaar Hélèue Leclerq, 18 jaar Zoé Leclercq, 14 jaar. Op 6 Juni Vrouw Marie Lagache, 36] aar. Op 19 Mei Marie Bucquoy, vrouw Brabants 40 jaar. Op 9 Juni Hélène-Rosalie Lefeb- vre, gezegd Fernande 26 jaar. Op 13 Juni Alfred Dehouck, 32 jaar. Op 15 Juni Henri Dekimpe, 38 jaar Alphonse Verbeke, 36 jaar. Op 27 Juni Achille Deroo, 28 jaar Jérome Decocker, 26 jaar Jules Haus- pie, 42 jaar Eugénie Vandenbucke vrouw Parret, 45 jaar. Daar Alfred Dehouck iu vrijheid gesteld is, blijven er 28 betichten achter de grendels. Natuurlijk is de plichtigheid van al de aangehoudene nog niet bewezen. Ve len onder hen hebben, wel is waar, mede de misdaden bedreven, doch anderen dienden enkel om de huizen te bespieden en aan te duiden, of om ma de de diefstallen te plegen. Anderen hebben weer geld ontvangen voortko mende vau de diefstallen. Anderen worden tot nu toe maar verdacht. De aa.iilioiidiiig'en te Poperinghe. Na met den onderzoeksrechter van Bethune gehandeld te hebben heeft de politiekommissaris vrouw Parret aan gehouden, geboren Eugénie Vanden- bulcke, geboren te Olercken, herber gierster sedert een 15 tal jaren te Po- peringhe woonachtig. Het was die vrouw die de juweelen, door de beude gestolen, opkocht en ze te Brussel ging verkoopen. Zij diende niet alleen vau verheelster, maar wees de dieven ook aan waar eeo goeden Blag te doen was. Daar zij ziek is, heeft men haar voorloopig in vrijheid gela ten. Zij wordt verzorgd in een huis dat streng bewaakt wordt. M. de politiekommissaris van Pope ringhe beeft terzelfdertijd Jeröme De cocker angehouden, metsersgast, woo- nende in de Meesenstraat. Die kerel heeft, reeds vijf of zes, misschien nog wel meer diefstallen op zijn geweten. Hij heeft ook deelgenomen aan den diefstal bij de weduwe Leclercq, ge zegd a Perlutte te Hazebroeck. De cocker is de neef der echtgenooten BrabantB, die beiden in het drooge zit ten. De genaamde Jules Hauspie, 42 jaar oud, voddenkoopman in de Yper- straat, te Poperinghe, is insgelijks aan gehouden. Hij zou als verheeler mede plichtig zijn. Dok werden er te Poperinghe huizoe- iingen gedaan bij een herbergier, ins gelijks verdacht de rol gespeeld te hebben van verheeler, misschien ook wel van aanduider. De onderzoeksrechter van Haze broeck werkt ieverig voort. Zaterdag ttorgend melde men hem een belange- rijken diefstal, op 29 Maart 1905 ge pleegd ten nadeele van M Lebbe, krui denier te Veurne. De dieven stolen er eene som van 15,000 fr., juweelen en andere voorwerpen van weerden. Er zal onderzocht worden of deze diefstal ook niet door de bende Pollet gepleegd is. ELIXIR D'ANVERS stilt maag- en buikpijn. BSanque et Biecourrement. Achat et l ente de Fonds publics JU change tie coupons. Conversion et Souseription a tons emprunts Beiges et étrangers. iPélivrance sur tous pays de lettres de crédittraites et cheques. Avances de fonds. Dépot de fonds. Comptes-courants de Dépóts de fonds avec carnet de cheques. Be plicht van alle liberaal iss van zicii te abonneeren nan De Weergalm. 15, me de Menin, 15 V PRG§ Mai§on fomlée en 1873. AVIS IMPORTANT. Vérification des tirages de titres remboursables. Les listes qui me sont préaentéea doivent être dressées par ordre uumé- rique. Le bureau est ouvert de 9 d 12 kvelmatin. (17i« VERVOLG V. De Schipbreukelinge. Sedert een kwartier uurs was Vloghaver vóór het tabernakel geknield, wanneer men de mis klopte. Korts nadien begonnen de geloovigen binnen te komen, en de pastoor verscheen op zijne beurt. Hij knielde zich vóór het altaar neder en bleef bidden, terwijl de kinderen hunne holleblokken op da vloersteenen deden weer galmen. Een onder hen, het hoofd gekeerd heb bende, ontwaarde eensklaps Vloghaver die met het aangezicht naar de H. Maagd ge keerd was. Oogenblikkelijk onstond een groot ge rucht in de kerk. Zonder aan de heiligheid der plaats te denken, lieten de kinderen een dof geschreeuw hooren en wendden zich naar den kant van de erfgename der Ker- mar's. Deze voorzag het gevaar niet en bleef in dezelfde houding. Hier uit riep een kind. Zij ontheiligt de kerk De dochter der vervloekten aan de deur Een schip is op de kust vergaan het zijn de Kermar's die de ongelukkigen in eenen strik gelokt hebben Hier uit hier uit Vloghaver rechtte zich op, beschouwde met eene engelachtige zachtmoedigheid de kleine verbitterde boerenjongens en stamel de op een bedroefden toon Ik dacht niet te misdoen met hier te komen de kerk behoort iedereen toe. Gij en de uwen hebt God verloochent. Een der jongens vatte haar bij heur lange haarlokken een ander nam zijn holleblok en sloeg er mede. Nauwelijks was er een seconde noodig om inde kapel een heiligschendend en erger lijk tooneel te weeg te brengen. De pastoor, die juist in de sakristij gegaan was, kwam er uit op het gerucht. Maar hij had meer moeite dan hij peisde om den dreigenden kring te breken die de dochter der Kermar's omringde. Het is schanfeiijk wat gij doet, riep hij uit, schandelijk en lafhartig. Zij is eene heidin. Neen, aangezien zij komt bidden. Niemand in het dorp spreekt tot dezen van haar huisgezin, en men acht zich bezoe deld, wanneer men eanen Kermar voorbij gaat. Op uwe beurt, hier uit zei de pries ter ik zal de zedeleer van eenen God van vrede en bermhartigheid niet leeren aan kin deren die zoo slecht de liefdadigheid verstaan Kom, arme meisje, en indien niemand er in toestemt u te naderen, herinner u dat ik al tijd bereid ben u te aanhooren. Is het wel zeker? mijnheer den pastoor. Ja, wel zeker, antwoordde de priester. Later zal ik u dit woord herinneren Onderwijs nu de kleinen, ik ben niet boos op hen omdat zij mij geslagen hebben. Vloghaver waschte het bloed af dat haar aangezicht bedekte en verliet de kapel. Hij heeft mij beloofd mij te aanhooren, peinsde zij ik zal hem gaan spreken. 's Anderendaags ontwaakte Mev. de Flessigny op het oogenblik dat het kind in de spelonk trad. Hare zwakh«id was zekerlijk groot, maar zij had geene koorts meer. Op haar bed gezeten, poogde zij de bijna volledige duisterheid te doordringen die haar omring de, en zich rekening te geven van de plaats waar zij zich bevond. Een zucht van ontlasting ontsnapte haar wanneer zij de tengere gedaante van Vlog haver ontwaarae Hier ben ik, sprak deze zachtjes zijt gij boter Ik ontwaak, ik droomde... antwoord de de zieke. Zij aanzag aandachtiglijk het kind, raakte met de hand den muur aan die naast haar bed was en zeigde Waar ben ik In eene spelonk van het strand. Hoe heet gij Vloghaver. Waarom hebt gij mij hier gebracht? Ik heb u hier gedurende den nacht van het onweder geleid.. Ik herinner mij sprak Mev de Fles signy, nu herinner ik mijMijne doch ter Waar is mijne dochter Vloghaver viel op hare knien. Antwoord antwoord smeekte Fla- viana met eenen angst die haar van het hoofd tot de voeten deed sidderen waar is mijne dochter wat hebt gij met Dolorès gedaan Bedaar, mevrouw, om Gods wil, be daar ik zal u alles zeggen, maar veront rust u zoo niet.... Ik was in de sloep niet, ik ik ben een kind der kust.... Het schip werd tusschen water en wind genomen. Dolorès moet gered zijn geweest. Laurens heeft haar in de sloep geplaatst, en ik heb haar in zijne armen gezien later heeft Laurens het sandelhouten kistje ont vangenDe sloep heeft moeten aanlanden. Niet een reiziger is gered geweest, mevrouw.... tenzij hij.... Welaan.... Tenzij hij op de rechterzijde der kust gezwommen hebbeDe klippen der plaats verbrijzelen de sterkste vaartuigen. Mijne dochter mijne dochter her haalde de gravin hare armen uitstrekkende, het is niet mogelijk dat zij dood zijGod heeft mij haar zoo niet ontnomen om haar des nachts in eenen afgrond te dompelen.... Laurens heeft haar reeds eenmaal gered, Laurens. Eh wat is er aangelegen, de zelfopoffering dar menschen moet vruchte loos blijven indien God haar heeft veroor deeld, en God heeft haar veroordeeld, ver mits Humbert en ik vervloekt zijn ge weest Zij voegde er niets bij en verborg haar hoofd in hare handen. Gedurende meer dan een uur bleef zij in die houding, door de snikken aangegrepen. Wanneer zij het hoofd weder oplichtte, glimlachte zij Het was een schepseltje, zeide zij hare oogen zijn blauw en heur haar is zwart.... gij gelijkt haar niet. Flaviana deed eene beweging alsof zij het kind in hare armen wiegde. Krankzinnig stammelde Vloghaver, zij is krankzinnig En het kind beweende het lot van deze wier leven zij slechts gered had om het aan eene ongeneesbare smart te wijden. Zij poogde de zieke tot het gevoel der wezenlijkheid terug te roepen alles was vruchte'oos. Mev de Flessigny, op voor hand getr offen door de vrees van de straf der vervloeking, over hare kinderen door den ouden markgraaf de Flessigny uitgesproken, te moeten dragen, kon de droefheid die haar trof niet onderstaan, en haar verstand ver ging met haar geluk. Hare gezondheid echter, verre van te verflauwen, nam in nieuwe krachten toe. Twee dagen nadien stond zij op, trok hare kleederen aan, zette zich op haar bed van zeegras neder en begon in eene vreemde te zingen. Het hazelaren stokje bemerkende waarvan het meisje zich bediende om hare koei te leiden, nam zij het, gebaarde er op te steu nen, en zeide tot Vloghaver Ik zal in den grond van het water gaan ik zal mijne dochter inde spelonk der zeenimf gaan opzoeken. Ik zal haar vin den, op zeegras liggende, zoo wit als de le liën, ik zal mij naast haar leggen en wij zullen beide slapen. Neen, antwoordde Vloghaver, gij zult deze schuilplaats nog niet verlaten.... Nu zou ik voor u niets vermogen. Later, la ter Ah zuchtte de krankzinnige mis trouwig, gij wilt niet dat ik haar terugvin- de Het meisje ging antwoorden toen de stem der Steenuil haar voor de tweede maal riep. Zij had slechts den tijd uit de spelonk te sluipen, over de spleet te gaan en bij ha re moei te komen Waarom antwoordt gij mij niet vroeg de Steenhuil. Hebt gij mij dan niet gehoord ant woordde Vloghaver. Leid de koei naar den stal. en een an dermaal houd haar bij da koord in plaats van haar aan de staak te binden. Vloghaver antwoordde niet, maar zij besloot zich te verwijderen zoohaast de siaap het gezin zou overmeesterd hebben, en Mev. de Flessigny met haar mede te nemen. Terwijl zij, op het stroo gezeten, dacht aan hetgeen zij ging doen, kwam het ge rucht van een hevigen twist haar ter ooren en hare naam werd uitgesproken. Het meis je kroop blootsvoets langsden kaDt der zaal. Op dat oogenblik sprak Heliër Kermar --Ik heb mijnen wil uitgedrukt, zeide hij ik zal op dien wil niet terugkomen. De zaak der Geduchte is de laatste waarme de ik mij bemoei. Gij hebt elk uw aandeel ontvangen en het goud vult uwe koffers. De juweelen uwer vrouwen overtreffen deze der echtgenoote van den opzichter van Bretan- je, en gij zult er groote sommen voor trek ken den dag opwelken het u zal believen die te verkoopen. Ik heb in de verdeelingen al tijd recht laten wedervaren, en iedereen is steeds vrij te vertrekken. Ik loochen het riep Groot-Duivel uitwie het geheim der anderen bezit, mag ze niet verlateu. Kunt gij peizen dat ik er aan denku te verraden Indien ik het deed, ware het mijn verderf niet Ik was uwe ouderling in het beroep.... ik heb het tachtig jaren uitgeoefend nu ben ik vermoeid en ik rust mij uit. Het zij zoo, sprak de Zeeraaf neem geen deel meer aan onze vangsten, maar verlaat ons niet. Wordt voortgezet.) Declarations du 29 Juin au 6 Juillet 1901. Naissances Hoet, Ivonne, rue de la Crapaudière. AmelootMarguerite, rue des Ghiens. Pieters, Marie, rue de Lille. Vin ken, Omer, rue de Roulers. Vinken, Elza, id. Rosseel, Esther, rue des Boudeurs. Boom, Roger, rue Ste Ca- thérine. Debel, Ivoune, chaussée de Zonnebeke. Voorspoels, Ivonne, rue des Trèfles Maxy, Modeste, rue des Veuves. Verleure, Rachel, rue Bas- se. Vandaele, Alice, rue du Passage. Décès Hugebaert, Jutieu, 68 ans, jardinier, époux de Grison, Clémentine, rue Eigenheerd. Pollet, Euphémie, 82 ans, sans profession, veuve de Spycke- relle, Liévi^rnedel'HöpitalS1 Jean. Rosseel, Marie, 7 mois, Marché au Bé- tail. Provo, Hélène, 37ans, sans pro- fession, épouse de Wouters, Constant, rue Courte du Marais. Cu 5* s «5 a o N c «5 T2 -t N CS 3 s s «5 u °o Verkochte kwantiteit. cT enz. Granen, Tarwe Rogge Haver Erwten Boonen Aardappels Boter Eiers. Burgerstand van Poperinghe. Geboorten. Delautre Germain, Casselstraat. Quaghebeur Maria, wijk E. Peute- vinck Maurice, wijkL. Thery Ger main, wijk G. Deman Joseph, wijk Huwelijk. Remi Verroye, leurder en Felicie Blanckaert, kantwerkster. Sterfgevallen. Debeer Maria, 53 jaar, werkvrouw, echtgenoote van Henri Gykiere, over leden te Comen. Gille Joseph, 96 jaar, zonder beroep, weduwaar van Anna Halfmaerten, Hondstraat. Lefever Benoit, 83 jaar, zonder be* j* x co cm c: o O =3 Cö 03 lm s >-ï ifi SS tfl S- oooooooo oaoizooooo-rH 2 O O O <35 JC CU ■*r-< O C l"*1 zn OJ oooooooo ooaoooocD0 C/5 E— C3 O* ca GOCOOOOOOS^ THrsUIOO O O O O O O <3* O O O O O O O co co T-<

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1906 | | pagina 3