A. Dechièv
■t -
État-Civil d'Ypres.
I HET WILOE MEISJE.
•- t
Heden en vroeger.
Het Gas.
Prijskamp
in het lijnvisschen.
Wanneer, in 1890, tijdens het
Festival dat in onze stad boven de 90
vreemde muzieken aanlokte, M. Bos-
saert, die op dit tijdstip de functiën
van Burgemeester vervulde, de mu
zieken van Bergues en Sl Omars,
bedankende en begroette, zegde,
onder andere dat, als de Marseillaise
het nationaal lied was van Frankrijk,
Frankrijk de Marseillaise der Mo
gendheden was, verontwaardigde
zich de redaktie van het Journal
d'Ypres, zich het gezicht dekkende
op de wijze van Tartufe, en riep, met
een geveinsden schrik, dat de ma
gistraat een droevig tijdstip verheer
lijkt had en dat ten spijts het gevoe
len der meerderheid van de Yperlin-
gen die niets gemeens wilden hebben
met het Frankrijk der Marseillaise
Min dan drie maanden daarna, en
door een van die snijdende spotter
nijen van het lot, kondigde de Patrie
van Brugge aan dat, ter gelegenheid
van een maaltijd aangeboden aan
den staf van het eskader der Middel-
landschezee, de voortreffelijke aarts
bisschop van Algiers, de doorluchti
ge kardinaal Lavigerie, bij het ver
trek der genoodigden, en na eenen
warmen heildronk tot de eendracht
der Republiek en der Kerk, de Mar
seillaise had doen spelen door het
muziek zijner Witte paters
Als kaakslag voorde stengheid der
schrijvers van het Journalwas het
wel.
Heden hebben wij nog beters ge
had.
Op het Festival van verleden Zon
dag, terwijl de uitmuntende muzie
ken van Wambrechies en Belle, als
slot, op hunne beurt de Marseillaise
speelden hebben wij de overblijven
de voorvechters van het Journalde
heeren Colaert, Struye, Fraeys, enz.
zien opstaan, zich ontdekken, recht
staande en blootshoofds, het vermaar
de revolutionnair liedzienaanhooren,
en krachtig toejuichen.
Verre van ons hunne houding en
gebaren te bespreken.... Zij hebben
zeker goed gehandeld, en wij kun
nen hen maar goedkeuren.
Maar wat moet men denken en
zeggen van hunne taal van voortijds?
Is het niet voor de klerikalen van
dezen deeg dat alles afhangt van de
omstandigheden
BALSAzuivere kinawijn,
verwekt eetlust.
Instantané der zitting van den Ge
meenteraad van 4 Augustus
M. Colaert vraagt een crediet van
fr. 432,25 voor de plaatsing van het
gas in de Muziekschool.
M. Vandenboogaerdeschepen der
openbare werken, begeert deze zaak
te bestudeeren en onderzoeken of
de uitgave noodig is.
M. Fraeys, bloedverwant van De
Brouwer, dringt aan voor de plaat
sing van het gas, veel goedkooper,
zegt hij, dan de verlichting met pe-
trool
M. Colaert komt tusschen met eene
bijzondere aandringing ten voordee-
le van de Fabriek zijner Brugsche
medestanders en aanziet de uitgaaf
voor eene kleinigheid.
M. Vanderghoteraadsheer, is ge
heel en gansch van 't zelfde gedacht.
Waarlijk onze meesters zijn van
zin de zaken van Nichtje's gas te
doen draaien.
Het is waar dat M. Colaert al zij
ne bevredigingen heeft daar den be
roemden technicien M. Vanderghote
aan het hoofd der fabriek staat
(achteruit deze van M. Valcke en van
den Yperschen Groep.) M. Vander
ghote is titelvoerende bestuurder in
de afwezigheid van de heeren
ambtenaars, in eeuwige villegiatuur.
De prijskamp in bet lijnvisschen uit
geschreven door de Maatschappij
Dappere Lijnvisschers heeft, Zon
dag laatst, veel bijval genoten.
Meer dan drij honderd liefhebbers
hebben er deel aan genomen.
De Maatschappijen van Roubaix,
Rousselaere, Comen (Franknjk)Comen
(België), Veurne, Dixmnde, enz, waren
er vertegenwoordigd door een groot
getal harerleden.
De bijzonderste prijzen zijn ge
wonnen geweest door eene Maatschap
pij van Ronbaix La Faugère en
de Taartevisschersvan Yper heb- i
ben ook verscheidene prijzen behaald.
De prijskamp gegeven door de Dap
pere Lijnvisschers was zeer wel in
gericht en wij sturen aan do besturen- j
de Commissie dier Maatschappij onze
warmste gelukwenschen.
MS an que et. iiecouvremeut.
Achat et l eute
de Fonds publics
Échange de coupons.
Vonversion et Souscciption
a tons emprunt8 Beiges et étrangers.
MSé/ii'rance sur tons pays
de lettres de crédit,traites et chèques.
Avances de fonds. Dépot de fonds
Comptes-courants de Dépots de fonds
avec carnet de cheques.
15, B'iit' dc Hcniu, 15
I 1* 31 E H t
liaison fi'ondéc en 1
g 1873.
AVIS IMPORTANT.
Verification des tirages de titres
remboursables.
Les listes qui me sont présentées
doivent être dressées par ordre uumé-
rique.
Le bureau est ouvert de 9 d 12 h^8 matin.
ELIXIR D'ANVERS stilt maag-
«n buikpijn.
Déclaratious du 10 au 17Aoüt 1906.
Naissances
Coutelle, Luoienne,ruedu Passage.—
Verminck,Pierre, Marchéau Bétail.
Daniels, Gustave, chaussée de Menin.
Dethoor, Antoinette, Cimetièie S'
Jacques. Lefebvre, Georges, rue des
Chiens. Vandenabeele. Achille,
chaussée de Lille. Philippart,
Arthur, rue des Boudeurs. Defever,
Madeleine, chaussée de Dickebusch.
Duprez, Lucien, rue Basse. M^ylle,
Eric, chaussée de Zonnebeke.
Mariages
Van Dabeke. Joseph, tourneur de
fer, a Bruges, et Baratt.o, Césarme,tail-
leuse, a Ypres. Gruwez, Daniel,
voyageur de commerce, et Sierens,
Marie, sans profession, tous deux a
Ypres,
Décès
Lamerant. Charles, 71 ans, sans pro-
fession. veuf de Adnaen, Barbe, rue de
Dixmnde. Deboenf, Léon, 2 semai-
nes, rue Courte de Thourout. - Tave-
nier, Suzanne, 3 ans, rue Courte du
Marais. Seys, Marie, 77 ans, colpor-
teuse, veuve de Gikiere, Jean, rue des
Aveugles. Depuydt, Sophie, 80 ans,
sans profession, veuve de Lecointre,
Pierre, époux de Delbecque, Auguste,
rue de la Plume. Winne, Sophie, 79
ans, sans profession, veuve de Baeke-
landt, Louis, rue d'Elverdinghe.
Vandromme, Louis, 79 ans, sacristain,
Veuf de Kinoo, Marie, Nouveau Mar-
ché au Bois.
EERSTE DEEL.
H.
De Blinde.
Het klein laag huizeken, dat bijna onder
I het gewicht van zijn strooien dak instortte,
was nauwelijks zichtbaar tusschen de groo-
te vlierboomen die het in de lente als met
eenen gordel van sneeuwwitte bloemen om-
I ringde. Binnen, arme meubelen, maarglin-
I sterende van netheid, bekleedden dezilfde
plaats als honderd jaar te voren.
Eene geringe omsluiting, waarin aller
hande bloemen groeiden, diende om de
bieën te voeden wier zeem een deel van
Marianne's inkomsten uitmaakten. Geduren
de de schoone zomerdagen bleef de oude
vrouw van 's morgends tot 's avonds op den
bank gezeten welke vóór hare deur stond.
Naarmate de herfskoude Daderde, trad zij
in haar huis, en de winter vond haar on
zichtbaar bij de half doode haardstede ge
zeten.
Een kind van het dorp, wier ongemakken
meer verachting dan medelijden inboezem
den, gelastte zich met de zorgen van
Marianne's huishouden. De oude vrouw
was blind en de kleine Josie was stom-doof.
Die twee ongelukkige wezens hadden zich
aan eikander gehecht, de levendige blik van
het kind raadde de begeerten of de nood
wendigheden van Marianne. Deze, door een
vroegtijdig weduwschap beproefd, bevond
zich tweemaal alleen, toen haar zoon, door
de zucht naar reizen en lotgevallen voortge-
zweept, haar verliet.
Josie, mishandeld door eene stiefmoeder
die haar het stuk brood en het glas water
verweet welke voor haar voedsel toereikend
waren, wierp zich in de armen der blinde.
De liefkozingen werden hunne eenige
taal Marianne, door het kind geleid, ging
het vlas halen dat zij moest spinnen en dan
de schoone strengen terugdragen Wan
neer het gure weder Marianne te huis hield,
liep Josie bij de kalanten. Het kind bereidde
de maaltijden, boende de eikenhouten meu
bels en kweekte de moeskruiden in het
stukje lani.
Eiken morgen streek zij het witte haar
der oude vrouw effen, zette eene linnen muts
op hare haarband, stak een spinrokken in
haren roksbauk en leidde haar op haren
bank io de zoh
Dan zette zij zich vóór hare voeten óf
liep naar het dorp Marianne's boodschappen
doen.
H'4 kind las koornaren na, raapte de
Wol vlokjes op die het aan de struiken vond,
oogstte beurtelings afgevallene kastanjen en
noten in, en voedde eene geit met het gras
van den gemeenteweg.
De armoede dezer twee schepselen was
groot, hunne ontberingen talrijk, zij ver
troostten zich erover met malkander te be
minnen.
De eenige vreugd die de blinde kon gevoe
len was eenen brief te ontvangen die met
stempels van afgelegene gewesten geteekend
was en in de zeehaven verbleven had. Zij
erkende hem zonder hem te zien, dien lang
verwachten brief, welken zij tegen hare
lippen drukte bij gebrek aan hem te kunnen
lezen. Die dagen verwaarloosde Josie het
huishouden, en de oude vrouw, op het kind
steunende, begaf zich bij den pastoor van
het dorp
Deze ontving Marianne met goedheid, ont
zegelde den briefen las hem langzaam opdat
elk woord zich in het geheugen der blinde
zou printen. Er was in die brieven van zoo
vele zeldzame dingen gesproken dat de ne
derige vrouw niet al verstond wat haar kind
haar schreef. Beschrijvingen van verafge
legene streken, verhalen van zeldzame of
schrikkelijke lotgevallen vervoerden haar
in eene gansch vreemde wereld dan ver
genoegde zij zich niet meer met haren zoon
lief te hebben, zij bewonderde hem.
Het kind werd haar afgod, hare b'ijd-
schap, haar lieveling.
Zij bemindde het gelijk de vrouwen zich
hechten aan het kind dat tevens het kind des
overleden echtgenoots en Je hoop der toe
komst is. De kleine engel had een verstan-
digen blik en eene klare tint. Dit had hij van
zijnen vader van zijne moeder een be-
minnelijken glimlach en wonderbaar schoon
haar. Het vroegtijdig verstand van Laurens
bracht veel bij om Marianne zoo trotsch als
gelukkig te maken. In het dorp herhaalde
zij de woorden haars zoons, zij prikkelde
door den hoogmoed het vlugge verstand des
kinds aan.
Zoohaast Laurens oud genoeg was om te
leeren, verzocht zij den pastoor hem te on
derwijzen in hetgene zij zelve niet wist.
Marianne's eerzucht was van haar kind een
dienaar des Heeren te maken. De abt Mau-
croix gebruikte schatten van geduld en tee-
derheid om het hart en den geest zijns leer-
lings te vormen. Hij gelukte maarhalf inde
taak die hij zich oplegde. Een uitgebreid ge
heugen, een rijke inbeelding hielpen veel tot
den vooruitgang van Marianne's zoon. Maar
het hart ontwikkelde zich niet in eene ge
lijke evenredigheid.
Zoodra het volgens zijne beweging mocht
handelen, toonde het kind eene neiging tot
de onafhankelijkheid waarover zijn bescher
mer meer dan eens verschrikte. De boeken
die hem meest bekoorden waren reisverha
len.
Laurens leerde weinig en zonder smaak
de godsdienstige zaken maar de aardrijks
kunde, die de wereld verdeelde, haar uitleg
de en zichtbaar maakte op eene landskaart,
de boeken vau natuurlijke wetenschappen en
plantenleer hielden hem geboeid.
Al het geld dat zijne moeder hem gaf
werd in boeken verteerd. Zijn jong hoofd
wrocht uitfermate. Het kind maakte zich
zeldzame hersemschirnmen en broedde reeds
eene gevaarlijke roemzucht. Meer dan eens
drukte het zijne minachting uit voor het ne
derige huis dat het bewoonde en het vreed
zame leven zijner moeder.
Ik zal rijk, zeer rijk worden, zegde
hetik zal u een kasteel koopen en gij zult
gelukkig zijn.
Gij bedriegt u, antwoordde Marianne,
ik zal slechts gelukkig zijn wanneer ik u
het altaar zal zien beklimmen en het heilig
misoffer onder mijne oogen opdragen.
De priesters worden niet rijk.
Gewoonlijk worden zij zelfs arm door
de talrijke almoezen die zij uitdeelen...
Wanneer men de zolders dos Heeren met
goede werken vult, wat geeft het een weinig
te lijden
Dan zal ik nooit geen priester worden,
want ik wil veel geld verteeren.
Marianne nam die te dikwijls herhaalde
zinsneden voor kinderpraat zonder beteeke-
nis, maar de abt Maucroix, die beter de
menschelijke natuur kende, verschrikte er
zich meer om dan hij het de arme moeder
durfde bekennen.
Hij hoopte echter dat de aanhoudende
werking van den godsdienst over Laurens' ge-
vaarlijke neigingen zou zegepralen. Het
tijdstip der eerste communie kon schielijk de
wederspannige natuur des leerlings verande
ren. Door veel dat mirakel te wenschen,
eindigde hij met er aan te geiooven.
Maar hoe meer de tijd der eerste commu
nie naderde, hoe meer de abt Maucroix ver
legen werd. Het kind beterde zich niet op
eene gevoelige wijze. Hij had wel is waar
geene ondeugden, maar met den tijd konden
zijne gebreken merkelijk aangroeien.
De leerling van den abt Maucroix kende
wonderwel den grond van het godsdienstig
onderwijs. Er ontbrak hem slechts de tee-
dere ootmoedigheid en de hardelijke liefde.
Zekerlijk geloofde hij, maar het geloof
troostte hem niet. Nochtans de priester en
Marianne bostadigden eene verbetering in
des kinds gedrag.
Beiden verdubbelden hunnen iever, hun
ne gebeden en hunne liefde, en Laurens'
hart smolt onder die warme uitvloeiingen.
Hij leerde het latijn en het grieksch zon
der moeite, en scheen vastberaden den
wensch zijner moeder te voldoen, wanneer
een onverwacht geval schielijk al zijne ge
dachten tot het leven des gelukzoekers terug
bracht.
Een klein kasteel, dat niet verre van
Marianne's huis gelegen was, en sedert lan
gen tijd gesloten was gebleven, werd op
nieuw door zijnen eigenaar bewoond, oud-
officier der zeemacht zijner Majesteit Lode-
wijk XIV.
De ridder de Verseilles was nooitgetrouwd
geweest hij kwam alleen in zijn klein
kaste. 1 terug hij herstelde het gedurende
een jaar, sloot bosels af om er op zijn gemak
te jagen, en dan begon hij zich te vervelen.
Het toeval zijner wandelingen deed hem
Marianne's zoon ontmoeten.
Die veertienjarige knaap, met een won
derbaar schoon aangezicht, reeds met eeni
ge geleerdheid begaafd, door natuurdrift in
zijnen smaak verfijnd, stond hem aanstonds
aan. Laurens werd de gezel dien hij noodig
had. Niemand beter dan de leerling van den
abt Maucroix moest met eene bewonderende
nieuwsgierigheid de verhalen van den oud
officier aanhooren. Het was een ongeluk
voor Laurens, zich bij eenen mensch te be
vinden wier gek,-of, bij gebrek aan oefeDing
verdwenen was, die steeds van veldslagen
en ontdekkingen, van eerzucht en fortuin
sprak, en wiens verhalen in den geest van
Marianne's zoon de zucht deden onstaan om
te zien en te leeren.
Wordt voortgezet.)
ao w
CL
a
s
ifc
- S
cl
(22e VERVOLG
5D
X
5
if)
5
S
CS
s®
m
«5
S
SS
O O O O O O O ïO
0:00000020
OOCMOOOOG^
«rf O O
CO
OOOOOOOO
0200000(^)^*1
oO^COOOOOr^i
-*-< -*-1 -r- O O 00
OOOOOO^
OOOOOO^
O 00
t (O
42
a
ff g O.
U B
cflOrtuo«so.ï
é-> K M as Ê4