A. Dechièvre
s
État-Civil d'Ypres.
Beroepshof van Gent.
15, rue tic Ifeiiin, 15 S
Société lloyale
des Francs Arbalélriers.
Is MS e to
-I .11 Mi son foaidce en
1873.
a.
Markten.
dat van den anderen kant, hij het overige
verzuimd had. Ten gevolge dezer verzuime-
nis was de gemeente Woesten gedurig ver
plicht toelagen te verleenen aan het Welda
digheids bureel.
Het onderzoek heeft insgelijks bewezen
dat zekeren dag, er maar 200 ïr. in de kas
waren, wanneer er eene som van 4.000 fr.
zijn moest, volgens de bestatiging der des
kundigen. Er was ook vervalsching in ge
schriften. Allaeys heeft bekend somtijds
stukken vergeten en verloren te hebben.
Hij heeft een te kort'herkend.
Allaeys heeft eene borgsom van 5.000 fr.
gestort om dat te kort aan te vullen.
Ik heb hem al de feiten voor oogen gelegd
die zich voorgedaan hadden in de rekenin
gen ten gevolge zijner nalatigheid.
Op interpellatie van den heer Voorzitter,
vragende of na de dood van Mahieu de som
men regelmatig ingeschreven waren, ant
woordt de heer onderzoeksrechter dat, na
de dood van M. Mahieu, M. Fraipont besta-
tigd heeft dat verscheidene sommen ontvan
gen door Allaeys niet ingeschreven waren
geweest.
Het is de beurt van M. Fraipont,
gemeente ontvanger van Yper, des
kundige boekhouder der Rechtbank
en der gemeente Woesten.
M. Fraipont verklaart dat hij, geroepen
geweest zijnde om de comptabiliteit na te
zien van Allaeys, als ontvanger van het
Bureel van Weldadigheid, hij achterhoudin
gen ontdekt heeft, door Allaeys bedreven.
Ik had in de papieren van Mahieu een
ontvangstbewijs gevonden van Allaeys
waardoor hij bekende 800 fr. ontvangen te
hebben op rekening van de gemeentelijke
toelaag aan het Bureel van Weldadigheid-
Gezocht hebbende in het dagboek, Kas
boek gehouden door Allaeys, heb ik besta-
tigd dat, in plaats van er de som van 800
fr. in te schrijven in de ontvangsten hij er
maar 200 fr. gebracht had. Er was daar
eene achterhouding van 600 f r. ten opzichte
der kas van het Weldadigheids Bureel al
leenlijk dat feit even als dertien andere
aehterhoudingen die ik ontdekt heb, maar
bedreven vóór den 20 November 1902, of
schoon wel vastgesteld, vielen niet meer on
der de toepassing der wet, daar zij bedre
ven waren geweest sedert meer dan drie
jaren. Er blijft voor dat bestuur vier achter
houdingen te weten eene van 5°P E-
eene van 184 fr. eene van 255 fr. en eene
van 11 fr.
Kennis genomen hebbende der rekening
van het Weldadigheids Bureel van het
dienstjaar 1902, rekening die sloot met een
overschot van omtrent 3.700 fr. en bemerkt
hebbende het weinig geld dat zich in de kas
bevond van het Weldadigheids Bureel op
den datum van 31 December 1903 239
franks heb ik gezocht van waar dat
groot verschil mocht komen. Daarvoor heb
ik op den datum van 31 December 1903
eene rekening van klerk tot meester moeten
opmaken voor het beheer van Allaeys.
Die rekening bewijst klaarblijkend voor
mijne oogen, dat Allaeys in de kas van het
Weldadigheids Bureel op 31 December 1903
eene som van 4100 fr. moest hebben, ter
wijl er maar 239 fr. waren. Er was dus op
dat tijdstip eene achterhouding van 3.900
fr.
Ten gevolge van dat gebrek van geld in
de kas van het Bureel van Weldadigheid,
was het gemeentebestuur, verplicht er in te
voorzien met er hulpgelden in te storten,
aangezien Allaeys zegde geen geld in kas
te hebben om de armen te helpen geduren
de den winter van 1903.
Nu ga ik over tot de gemeente rekening.
M. Werrebrouck was eerst gelast geweest
de rekening van klerk tot meester op te ma
ken van den ontvanger Bruneel, opvolger
van Mahieu, overleden in December 1904.
Zijn werk geëindigd zijnde, werd goed
gekeurd door Allaeys, indien ik het mij
goed herinner, volgens hetgeen M. Werre
brouck mij gezegd heeft.
Die rekening sloot met een overschot van
omtrent 2.500 fr. dat Allaeys in de ge
meente kas moest storten. Spijts het aan
dringen van M. Werrebrouck heeft Allaeys
niets willen storten, en het is dan dat M.
Werrebrouck, begeerende dat zijn werk on
derzocht werd door een persoon der
partij, mij aangeduid heeft aan het gemeen
te bestuur van Woesten, als bekwaam door
mijne ambtsbezigheden van gemeente ont
vanger, den verwarden toestand tot een
goed einde te brengen.
Toen ik deskundige benoemd ben ge
weest door den gemeenteraad van Woesten,
den9 Augusti 1905, heb ik mij ten huize
van Allaeys begeven om hem zijne reken
boeken te vragen.
Hij heeft mij geantwoord dat hij geene
boeken gehouden had. Dat hij zijne comp
tabiliteit op een los blad gehouden had, welk
hij mij overhandigd heeft tegen ontvangst
bewijs.
Vervolgens heb ik mij ten huize der
weduwe van den ontvanger Mahieu bege
ven om te welen wat er gebeurd was gedu
rende de ziekte van haren echtgenoot en na
zijne dood.
De weduwe Mahieu heeft mij gezegd dat
wanneer haar man door eene geraaktheid
geslagen was, Allaeys ten haren huiite ge
komen was, dat hij al de rekeningstukken
was komen halen alsook al het geld dat zich
in kas bevond, omtrent 1500 fr. Dat hij al
les meêgedragen had, zeggende dat hij het
beheer van Mahieu ging voortzetten. Wan
neer deze laatste is komen te sterven den
20 Januari 1903, heeft Allaeys zich aange
boden bij de weduwe Mahieu om de reke
ning van klerk tot meester op te maken.
Mijnheeren, ik moet u doen opmerken
dat ik, eene onregelmatigheid bestatigd
hebbende, in het dagboek van Allaeys, ten
zijnen huize ben gegaan, om hem te vra
gen of hij wel zeker was dat zijn dagboek
juist was hij heeft geantwoord van ja en 1
heeft zelfs vanonder schriftelijk verzekerd 1
dat het juist was.
Ik had kitusschen geschreven aan het
bestuur der spaarkas om zekere inlichtin-
gen te hebben betrekkelijk de sommen van
het gemeentefonds, daaruit sproot voor dat
de toelaag van het gemeentefonds betaald
was geweest den 28 Januari 1903 en dat,
bij gevolg, het gemeentefonds en de inte
resten aan het gemeente credi'et uit dat
fonds getrokken waren geweest den 28 Ja
nuari 1903 en niet den 20 Januari zooals
het dagboek van Allaeys het aanduidde.
Dit had eene groote belangrijkheid voor
het beheer van Mahieu, want al de sommen
betaald vóór het overlijden van dezen moes
ten hem toegeschreven worden, terwijl deze
betaald na den 20 Januari moesten toege
schreven worden aan zijnen opvolger.
Ik had, op dat tijdstip mijn eerste werk
geëindigd en het is in October 1905 dat ik,
voor den gemeenteraad van Woesten, de
uitkomst gaf van mijn werk, ten naaste bij
zeggende, gelijk M. Werrebrouck, dat Al
laeys eene som van 2,534-80 fr. aan de ge
meentekas verschuldigd was.
Allaeys heeft beweerd niets schuldig te
zijn, zeggende dat hij aan de gemeentekas,
door de tusschenkomst van Bruneel, het
saldo, 't is te zeggen, 156 fr. betaald had.
In het vervolg, het Parket kennis der
zaak gehad hebbende, werd er eene huis
zoeking gedaan in het bureel van den ont
vanger Allaeys en het is maar alsdan dat
wij het ware klad hebben kunnen ontdek
ken dat gehouden was geweest op twee
losgemaakte bladen van een memento,
zorgvuldig verborgen in het memento van
1905. Die bladen zijn overigens bij den
bundel gevoegd.
Wij hebben verscheidene kopijen van dat
blad ontdekt, zorgvuldig verborgen in far-
den.
Mijn werk moest dus herbegonnen wor
den voor de gemeente, aangezien ten gevol
ge van dat valsch dagboek door Allaeys
overhandigd, ik mij in tegenwoordigheid
bevond van valsche inschrijvingen, en het
is maar dan dat ik bemerkt heb dat er vele
uitgaven, gedaan na den 20 Januari die ge-.,
bracht waren geweest voor de dood van
Mahieu, voorgevallen den 20 Januari 1903.
Het is dus om al de uitgaven te doen over
eenkomen met zijn valsch dagboek dat Al
laeys de datums veranderd heeft van vier-en-
twintig mandaten waarvan ik het uittreksel
gegeven heb in mijne verslagen.
Die mandaten waren bijna allen goedge
keurd geweest door de bestendige Deputa
tie vóór hunne vervalsching op de rekenin
gen van het lager onderwijs want de man
daten zijn vernietigd bij de Deputatie door
eene paraaf met blauw potlood, ener vald
te bemerken, Mijnheeren, dat de paraaf
uitgesclirabt is geweest ter zelfder tijde als
de datums hetgeen klaarblijkelijk bewijst
dat de vervalschingen gedaan zijn geweest
na dat de mandaten teruggekomen zijn van
de bestendige Deputatie om deel te ma
ken van de gemeente comptabiliteit.
Het is dus na die vervalschingen dat Al
laeys zich bediend heeft van zijn valsch
dagboeken van zijne valsche mandaten om
de rekening van klerk tot meester op te
maken die hij voorgesteld had te maken
vóór de rekening der weduwe Mahieu.
De Deputatie had dus deze rekening goed
gekeurd met een saldo van fr. 1,520-75, ter
wijl zij volgens het ware dagboek, moest
«luiten met een saldo van omtrent fr. 3.700.
Er was dus door dit feit eene schade van
2.200 fr. voor de gemeentekas, schade die
te weeg was gebracht geweest door Allaeys
ten gevolge van het maken van zijn valsch
dagboeken de vervalsching der mandaten
die er mede overeenkwamen.
Allaeys had vervolgens eene rekening op
te maken voor zijn tijdelijk beheer van den
21 Januari tot den 30 April 1903. Allaeys
heeft het niet gedaan en om reden.
Volgens die rekening welke ik verplicht
geweest ben op te maken naar zijn waar
dagboek, moest Allaeys aan de gemeente
kas, wanneer Bruneel in dienst trad, eene
som van 1734-50 teruggeven, welke hij in
zijn bezit gehouden-had sedert den 30 April
1903. Indien Bruneel niet gestorven ware
in December 1904, het is waarschijnlijk dat
die achterhoudingen nooit zouden ontdekt
geweest zijn.
Allaeys bekent ook aan de gemeentekas
eene som van 800 fr. schuldig te zijn voor
eene leening gedaan aan M. Reynaert,
som welke hij ontvangen heeft en die weer
gegeven is geweest door M. Bruneel met
het geld der gemeentekas.
Na M. Fraipont isM, Werrebrouck
als getuige opgeroepen.
Hij geeft eenige uitleggingen nopens de
rekening van klerk tot meester van den
ontvanger Bruneel, opvolger van Allaeys,
overleden in December 1904.
M. Werrebrouck heeft een verwarden
toestand gevonden. Na nauwkeurige op
zoekingen heeft hij een tekort ontdekt.
M. Werrebrouck heeft het werk begon
nen, M. Fraipont heeft het voortgezet.
Op interpellatie van den heer Voorzitter,
vragende aan de getuige of Allaeys het te
kort herkend heeft, antwoordt M. Werre
brouck dat hij het herkend heeft.
Die rekening sloot met een overschot van
omtrent 2500 fr. som welke Allaeys moest
storten in de gemeentekas. Spijts mijne
aanhoudende vragen heeft Allaeys niets
willen storten.
Het woord wordt gegeven aan het
Openbaar Ministerie.
De heer Procureur des Konings
verklaart dat de feiten ten laste van
Allaeys genoegzaam bewezen zijn
door het verslag der deskundigen.
Allaeys heeft gehandeld met het
doel profijt te trekken uit. zijne ver-
waarloosheden. Hij heeft ook tal ver
valschingen bedreven om de achter
houdingen te verbergen.
Gevolgentlijk, deze goed vastge
stelde feiten vallen onder de toepas
sing der artikelen van het Strafwet
boek tegen hem ingeroepen.
De achtbare tolk der wet eischt de
toepassing der wet.
De verdediger van Allaeys, Mer Begerem,
poogt de nietigheid te bewijzen der feiten
die zijne cliënt ten laste gelegd zijn.
Allaeys is ontvanger sedert 1882, hij heeft
een eerlijk verleden.
Volgens Mer Begerem zijn er geene ach
terhoudingen gedaan geweest op de kas van
het bestuur van weldadigheid, maar mis
grepen, vergetelheden, en onachtzaamhe
den.
Men zal hem nooit kunnen bewijzen dat
de feiten waarvan men Allaeys beschuldigt,
achterhoudingen zijn.
Hij heeft ze slechts op andere datums in
geschreven.
Wat het te kort betreft, het is gedekt ge
weest, aangezien Allaeys eene borgsom van
5,000 fr. gestort heeft.
Er is dus geen enkel stoffelijk feit vatbaar
voor schade en het ware in die voorwaarden
dat Allaeys zou veroordeeld zijn.
Mer Begerem besluit tot de vrijspraak van
zijnen cliënt.
Na de pleitrede van Mtór Begerem,
beslist de Rechtbank de zaak te ver
schuiven tot 12 December om recht
te doen.
In hare zitting van 12 December
11., de Rechtbank, door een lang
gemotiveerd vonnis verzendt den
betichte Allaeys, tegen dè algemeene
verwachting, vrij van alle kosten.
Blijft te weten of er niet in beroep
zal gegaan worden tegen dat vonnis.
De genaamde Moud-leeraar
van het bisschoppelijk College van
Yper, komt veroordeeld te worden
door het Hof van Beroep van Gent,
tot driemaal vier maanden gevang
voor onzedelijke daden.
Zijne onmiddelijke aanhouding is
bevolen geweest.
Sieur Mwas vrijgesproken ge
weest door de Rechtbank van Yper.
Lamps, Ca mille, voyageur de commerce, et
Deweerdt, Emma, sans profession, tous deux
a Yprc-s Baratlo, Cliarles, colporteur, et
Denutte, Léonie, divorcee, époux de Decheivre,
Maurice, colporteuse, tous deux a Ypres.
Dècès
l»e Conitick, Augu tin. 69 ans, sans profes
sion, célibataire, rue de Lille. Danynck,
Sophie, 79 ans sans profession, célibataire,
ctiaussee de Poperinghe. becrock, Mélanie,
75 ans, sans profession, veuve de Casier, Pier-
re, chaussée de Dixmude Verschelden,
Fidéle, 80 ans, sans profession, veuf de Corte-
wild.e, Louise, rue de Boesinghe. Mortier,
Virgmie, 80 ans, sans profession, époux
de Vanuxem, Désiré, Zaalhof. Vandenber-
ghe Charles, 73 ans, sans profession, veuf de
DeBruyne, Barbe, rue Vieux Marchéaux Habits.
Alleman, Clémence, 80 ans, sans profes
sion, veuve de De!valPierre, rue Grimminck.
Lestienne, Augèle, 32 ans, sans profession,
épouse de Noddings, Jules, chaussée de Pope-
ringhe. Vanhecke, Josephine, 64 ans, den-
tellière, célibataire, rue des Riches Claires.
Btanque et SHecöuvrement.
Achat ei lente
1ie i'"outls publics
Échange tie coupons.
Conversion et Mouscriptiou
a tous emprunts Beiges et étrangers.
SAêlivrtmce sue Sous paps
de lettres de crédit, traites et chèques.
A vances de fonds. Depót de fonds.
Comptes-courants de Dépóts de fonds
avec carnet de chèques.
Lundi tl Dècembre 1906
Tir offert par le Connétable.
Haut total Van Nieuwenhuyze U.
Bas total Brunfaut A.
Moyen total Mahieu L.
Moyen total Pinteion F.
Declarations du 7 au 14 Déeembre 1906.
Naissances
Scherlynck, Raymond, chaussée de Pope
ringhe. Ameloot, Jules, rue S' Cristophe.
Gouwy, Marcel, Wieltjestraat. Bruneel,
Irma, chaussée de Dickehusch.Nevejans,
Louise, rue du Temple. Limaire, Pierre,
(hausséede Dixmude. Vanderibroucke,
Ernest, rue du Canon. -- Godtschalck, Anaïse,
rue de la Bourse. - Six Henri, rue au
Beurre. Depuydt, Valère, rue de Lille.
Manages
-3'
AVIS IMPORTANT.
Vérification des tirages de titres
remboursables.
Les listes qui me sont- présentées
doivent être dressées par ordre uumé-
rique.
Le bureau est ouverl die 9 a 12 h™* matin.
u
s
cs
s
V
N
tm
Q.
a
O
u
4>
A
i-g
a
d
if)
■3
s
N
S
a
<5
HEEacQcaa
Alost, 15 Dec. Tarwe, per 132 lit 50 c,
fr. 00-00 tot 00-00 masteluin, 00-00 tot
00-00 rogge, 00-00 tot 00-00 havei, 00-00
tot 00-00, Aardappelen, de 100 kilos, 5-00
tot 5-50 boter, 3 kil., 8-00 to19-00 eieren
de 25, 3-50 tot 3-75 Hoppe, F merk, per 50
kiL.fr. 62-50dito 1906,55-00, andere
merken, tot 50 00 tot 00-00. Vlas, 3 kil.,
0-00 lot 0 00.
Brugge, 15 Dec. Taiwe, 100 kil., fr,
17-00; rogge, 15 50 haver, 18-00; gerst,
19-00 zomergerst, 00-C0. Aardappelen, 100
kil., 6-50 tot 0-00 boter, de kil., 2-80 tot
0-00. Vlas, 1-41.
Wareghem, 8 Dec, Men rekent per 100
kil. Vlas, fr. 95-00 tol 150-00 afval 35-00,
tot 60 00
Kortrijk, 17 Dec. Witte taiwe. 100
kil., 16-50 tot 17-00, roode id. 15-50 tot
15-75, rogge, 14-00 tot 00 00 haver, 100
kil., 17-00 tot 17-50 veldboonen, 00-00 tot
00-00. Geele aardappelen, 100 kil., 6-00 tot
6-25 roode, 6-00 tot 0-00. Boter, 1/2 kil.,
1-54 tot 1-56 eieren, de 25, 3-95 tot 4-20.
Koolzaadolie, 100 kil., fr. 81-00 tot 00-00
lijnzaad id, 49-00 tot 00-00 koolzaad, 00-00
tul 00-00 lijnzaad 00-00 'ot 00-00 kool-
zaaukoek, 14-00 iot 00-00 lijnzaadkoek,
18-00 tot 19-00.
Suikenjen fr. 12-00 lot 12-50 pellen,
00-00 tot 00
Kortrijk, 10 Dec VeemarktVerkoop
275 beesten.
b
~k
X X
a-
O
=3
K5
O)
0>
•W
<75
CU
O
onosooooos^
o r- <x> o o o o
S o
QO SO P- O Cfi
«r-t o O CO
y*
o U.
O CD
CO
JC CU
t/j
OOOOOoOC£>
<D
OSOJOOOjOOrt
tr
h SO h O O JC O
bfè H
■*-« O O Ob
ÏX3 cu
cz
jc <d
O
O O O O O O "CH
O O O O O O
o n
oo r-
ai2 a
i— C3
CD
*r-<
-H
a
d
C3
O)
CD
£C
CD
o-
cz
a ss cu
v er
nOnt-ono...