Tl MT 1 ID fplpt fl! A V UT pi g IWl I VI H U IL iMJ fell li /"V IJ JU Hoogeschool Uitbreiding i SI! j Volksgezind weekblad der Vrijzinnige Vereeniging van Yper en het Arrondissement. Het Vlaamsche volk. Eene fopperij. Donderdag, 7n Maart 1907. Derdejaar. !Vr 17. Pourquoi existe-t-il une question ouvrière en Belgique Wal zit daar achter Voor de landbouwers. Verschijnende des SDmtrfertfays. Eendracht maakt Macht. Vires acquirit eundo. INSCHRIJVINGSPRIJS: Voor den buiten: Een jaar, Fr. 3-00. Voorstad: Een jaar, Fr. 3-5Ö. Men handelt bij overeenkomst. Men schrijft in bij den Uilgever, bixiriudeslraat, nr 53, te Yper. De aankondigingen van ganscb België en 't buitenland evenals de Notariale en Rechterlijke aankondigingen mogen gezonden worden ten bureele van dit blad. Men wordt vriendelijk verzocht alle hoege- naamde artikels uiterlijk tegen Üijnsdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. AANKONDIGINGEN Aankondigingen 15 c. den drukregel. Reklamen 25 c. Rechterlijke aankondigingen 1 fr. id. Voordracht die zal gegeven worden door M. Emile WAXWEILER, be- stuurder van het Instituut van Sociolo gie te Brussel, Zondag 17 Maarl 1907, om 15 ure. ZIJNE LE VENS WIJZE. Over eenige dagen, te Brussel, had in de lokalen der Universiteit, eene voordracht plaats, over de levenswijze van ons Vlaamsche Volk. Deze voordracht tot dewelke veel volk was heen gestroomd, werd gege ven door den heer advokaat Alberic De Swarte en was ingericht door den Bond der Vlaamsche Studenten van Brussel. Het voorname doel der voordracht was de aandacht der aanhoorders te vestigen op de levensvoorwaarden van het Volken de heropbeuring van Vlaan deren. Daartoe heeft de redenaar volledige inlichtingen gegeven betrekkelijk de geestesontwikkelingen de zeden der Vlamingen. Ziehier onder andere, kortbondig opgevat, de verschillige punten door den heer De Swarte uiteengezet in deze belangrijke voordracht Staat van vergelijking der studiën in de hoogscholen tusschen Walen en Vlamingen Toestand van het werktuigkundig ouderwijs in Viaandereu en in het Walenland Verslag over het Volksonderwijs en het kinderwerk. Iets waarop de heer De Swarte voor al gewezen heeft, 't is op de uitbuiterij der kinderen door de kloosters gepleegd in de speldewerkscholen, alsook de ongeschiktheid der speldewerklokalen, op gebied der openbare gezondheid. De redenaar bewees verders dat de nijverheidsgewesten van West Vlaan deren (Rousselare, Kortrijk en Brugge) ook het meeste getal ongeletterden bevatten, omdat de kinders te vroeg uit de scholen worden getrokken om te gaan werken op een winkel of naar de fabriek. Het getal boekjes op de spaarkas, genomen per kanton uf arrondissement bewijst dat de vlaamsche steden en gewesten, op gebied van spaarzaam heid en welstand verre ten achteren staan,, bij het waaische gedeelte van Belgie. Hij schetst de landverhuizingen al van onze boerenwerklieden, die om een beter bestaan te vinden, vertrekken naar Frankrijk of naar Amerika. Overgaande tot de kwestie der open bare gezondheid, deed de redenaar eene vergelijking tusschen de Waaische en de Vlaamsche provinciën. Op dit gebied zijn de Vlaamsche inrichtingen ver ten achteren. M. De Swarte herin nert het verslag van Dr Remouchamps, verschenen in 1892, aangaande de ver woesting onder de vlaamsche bevol king aangericht door de tering. Cijfers bewijzen insgelijksdat in Vlaanderen veel meer doof-stomme en blinde kinderen geboren worden dan in het Walenland, dat het getal der ge reformeerden bij den troep, insgelijks grooter is bij ons, dan bij onze broeders van hot Zuiden dat de Walen in 't algemeen, eenen hoogeren ouderdom bereiken dan de Vlamingen, dat het getal 8teifgevallen door besmettelijke ziekten, in Vlaanderen, insgelijks veel aanzienlijker is, dan in het Zuiderge deelte van Belgie, Verders is het getal behoeftigen, in Vlaanderen, veel grooter dan in het Walenland. Iii Henegouwen waar de meeste behoeftigen zich bevinden, in het Walenland, bereikt het getal ar men, bijgestaan door de weldadigheids burelen, tot 47,370 terwijl voor West- Vlaanderen, dit getal klimt tot 90.155 dus bijna het dubbel voor deze onge lukkige provincie.' Hetzelfde wordt aangestipt voor de misdadigers. Op 31 December 1902, waren er 886 Walen in de gevangenissen, terwijl, op dit oogenbhk, 2,206 Vlamingen in de tuchthuizen waren opgesloten Het getal waaische betichten, ge straft door de rechtbanken, in 1904, beloopt 14.810, terwijl in 't zelfdejaar, het getal vlaamsche gestraften 22 454 bereikt 1 1 Spreker handelt ook over het alcoo- lisine en de dronkenschap, welke men de kanker van Vlaanderen mag noemen. Onder de visscherij bijzonderlijk, is de alcoolplaag om zoo te zeggen alge meen, en richt er schrikkelijke ver woestingen aan, onder hunne leden. De alcoolplaag die ook onder de vlaamsche vrouwen der werkende klas eene zekere uitbreiding heeft genomen is de groote oorzaak der menigvuldige kindersteiften die thans worden aan gestipt. Overigens ziehier eene leerzame ta bel der kindérsterften in de verschil lende provinciën van ons land van 1891 tot 1900 Kindersterfte!» van O tot I jaar op föOO geboorten. Namen 117,3 Luxembourg 115,1 Henegauwen 124,1 Luik 135,7 Limburg 136,9 Brabant 152,7 Antwerpen 170,2 Oost-Vlaanderen 191,0 West-Viaanderen 205,5 Onze provincie staat dus nogmaals aan het staartje. Wat het getal onwettige geboorten betreft, dit is nagenoeg hetzelfde in de provincie Luik en in West-Vlaanderen, die daaromtrent dezelfde bevolking hebben. Nochtans, er dient opgemerkt te worden, dat net getal onwettige kinderen, welke na hunne geboorte erkend of gewettigd zijn geworden, door huwelijken, veel grooter is in de provincie Luik dan in West-Vlaande- ren. In 1904 waren er voor West-Vlaand, Luik 1312 1550 onwett. geboorten 268 916 erkend 907 968 gewett. door huw. Niettegenstaande al deze nadeelige vergelijkingen, valt er nochtans voor Vlaanderen niet te wanhopen, zegde de heer De Swarte, op het einde zijner prachtige voordracht. Immers in sommige vreemde landen leveren de statistieken nog slechter cijfers op en het prachtig verleden van Vlaanderen waarborgt ook zijne toe komst. Eindelijk, en vooral, het verplich tend onderwijs, dat binnen kort en spijts allee, geroepen is om te zegepra len, zal een eiude stellen aan den toe stand welken wij thans nog te betreu ren hebben. Op het gebied der werkongevallen zijn er m België tweesoorten van werk lieden de eenen zijn verzekerd, de anderen niet. Zij, die niet verzekerd zijn, zouden als slachtoffers van een werkongeval, niet veel op te strijken hebben, indien hun baas er niet goed voor was», gelijk men zegt. Maar de wet heeft zulke gevallen voorzien Zij heeft het waarborgenfonds gestichL op het papier, ten minste en uit dit waarborgenfonds zou voor bedoelde slachtoffers of hunne familie hulp versterkt worden. In die nuttige instelling is er voor zien op het papier, ja, maar niet in de werkelijkheid. De heer Mecheiynck, volksverte genwoordiger voor Genl-Eecloo, heeft den minister ondervraagd over dat zoogezegde waarborgenfonds De minister heeft geen duidelijk en afdoende antwoord kunnen geven. De minister heeft zich in den pot geklapt. a Er moet nog dit verslag inge diend worden en er moet nog dat gedaan worden, en dan eerst zal de minister zien wat hij antwoorden moet. t ls eene echte fopperij. De minister weet wel dat er geen verslag ie verwachten is over iets, dat nog niet bestaat. Het waarborgenfonds wordt im mers samengesteld uit de stortingen die moeten gedaan worden door zul ke bazen, die onder de nieuwe verze keringswet vallende, hun werkvolk niet willen verzekeren. Immers, die bazen moeten eene declaratie tee kenen, naar een model, «doorden mi- nister voorgeschreven De wet, nu, is in voege sedert den 1 Juli 1905, maar dat ministerieel model heejt nog het licht niet ge zien ïn andere woorden Zoo lang dat model niet afgeleverd is kun nen de agenten der schatkist het geld bij de bazen niet ontvangen. Zoolang er geen geld van de bazen ontvangen wordt, kan er geen waarborgenfonds bestaan en als er geen waarborgen fonds beslaat, kan men er geen geld uitnemen, om den getroffen werkman of zijne familie schadeloos te stellen. Wat komL de minister dan praten van een verslag over de werking van het waarborgenfonds Met wie houdt hij den aap Het ministerie heeft hier een groote verantwoordelijkheid het niet toe passen van dit gestemd en bekrach tigd wetsartikel is zeker niet van aard om de werklieden van bazen, dieniet verzekerd of van de verzekering niet ontslagen zijn, op hun beide ooren te laten slapen. En zij zijn talrijk in België lOper honderd, wat over eenkomt met het lieve cijfer van 100,000. De heer Mecheiynck heeft dus groot gelijk eenige klaarte in die duistere zaak te vragen. Zal de minister er nu wal meer poer onder steken Wie weet Het ziet er waarlijk uit, alsof onze meesters vreezen op de beurs te klop pen van de bazen, die, al hebben zij voor hun werkvolk geen verzekering 'willen aangaan, toch zouden moeten betalen. Enja, danzou het nogmaalsop hun nen toren kunnen luiden. Door den heer Furnémont is aan den minister van landbouw de vol gende vraag gesteld Aan welke bladen der provintie Namen werden toelagen verleend we gens hunne propaganda tot drankbe strijding. Met nieuwsgierigheid en ongeduld wachten wij het antwoord af van den minister. Zou het waar zijn dat de clericalen ook langs dien weg en onder het voor wendsel van drankbestrijding zich in den gouvernementeelen kaas weten te nestelen en er duchtig aan knagen, op de kosten van de belastingschuldi gen Zou 't waar zijn dat de politieke diensten bewezen door sommige tje- vengazetten aldus betaald worden op bedekte wijze uit den zak van al de belastingschuldigen Rechtuit gesproken, het zou ons niet verwonderen. Bijna al de katho lieke of beter gezegd clericale werken leven ten koste en op den rug van do belastingschuldigen. De verbrassing van de zuurgewon nen centen der belastingschuldigen ten voordeele van allerlei clericale werken wordt door de regeering tot het uiterste gedreven. Het wordt hoog ti|ddatmen aan dit schandaal een einde stelle. In zitting van 19 Februari stelde de heer Nolf de volgende vraag aan den heer minister van landbouw In een verzoek dat zij komen le zenden aan den achtbaren minister van landbouw, klagen de landbouwers en veekweekers over de moeilijkheid dat zij ondeigaan het mager vee in het land te vinden, welke zij noodig hebben om hunne weiden te vullen heigeen voor hen een zeer schadelijken toestand teweegbrengt. Zij vragen a) Dal liet intreden van het fransch vee toe gelaten worde, en zij doen opmerken dat de departementen der Maas, der Sarlhe, der Mayenne en der Maine-en-Loire bevrijd zijn geweest van alle rapelijke ziekten n) Dat deze toelating maar toegestaan worde onder alle waarborgen, met in der nood voor ieder veehoofd een oorsprong-certificaat te eischen c) Dat deze toelating zich uitstrekke tot de ossen, koeien en veerzen van boven de twee jaar; d) Dat ter gelegenheid der groote veemark ten die in 't kort in Frankrijk zullen plaats hebben, de toelating gegeven worde voor drie ingangen per maand, de 1% lle en 21e van elke maand. Welk vervolg hoopt de achtbare minister op deze vraag te doen Dan 20 Februari stelde de heerBuyl, op zijue beurt eene vraag m den zelf den zin M. BuyI. Talrijke landbouwers en vet weiders van Veurne-Amhacht klagen er over gOsSl

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1907 | | pagina 1