A. Dechièvre
a
Instituut van Jumet-Heignebij Charleroi
HET WILDÉ MEISJE.
État-Civil d'Ypres.
i s
I
De gebeurtenissen
in Marokko.
a
En venle au bureau de
celle feuille GRAND
CH01X DE CARTES A
JOUER.
Een drama ver zinneloosheid le Ath.
In stukken gesneden.
Op de groote baan van Brussel naar
Doornik, te Ath, woont op een hoeve-
ken, met zijne zustersSylvieeD Augus
tine, de 58 jarige Armand Bottelet.
Zaterdagmorgen kwam een nichtje óm
melk Zij werd bediend door haar
tante Augustine, welke zeide dat tante
Sylvie in den koestal was Toen ging
de bezoekster heen maar, de slaapka
mer voorbijgaande, blikte zij erbinnen
en zag tante Sylvie te bed liggen,
bleek, om zoo te zeggen gansch ont
kleed en geen teeken van leven meer
gevend. De nicht ging haar man ver
wittigen die, met zijn broer, naar de
hoeve liep.
Daar zagen zij een vreeselijktooneel
Gewapend met een groot mes en de
handen bebloed, was Armand Bottelet
het lijk zijner zuster in stukken aan 't
snijden. Beide mannen maakten zich
van hem meester. Deoogen verdwaasd,
z>'i hij dat hij zich wou meester maken
van 't hart zijner zuster om het in eene
flesch te steken, ten einde hare ziel er
niet zou kunnen uit weg gaan.
Men weet nog niet of Sylvie een na
tuurlijken dood stierf of werd gedood
door den zinnelooze.
De Fransche troepen te Oedjda.
Lallia Marnia, 3) Maart.
Te Oedjda heerscht groote opgewonden
heid. Troepen doortrekken de straten. Het
hoofdkamp wordt opgeslagen op 2 kilome
ters, op eene hoogte
Kolonel Reibel deelde verschillende beve
len uit aan den amel betreffende het binnen-
landsch beheer der stad.
Men weet dat de financieele hulpbronnen
van Oudjda, bestaan uit de opbrengst der
douanen, geldzendingen gedaan uit Fez en
vooral uit wat de caïds afpersen en uitbui
ten Kolonel Reibell zal trachten eene goede
financieele inrichting le geven aan de stad
en doen uitschijnen wat de knevelarij en de
uitbuiting der caïds hatelijk maakt Hij gaat
hervormingen toebrengen aan het beheer
der douanen. Hij zal ook de stad doen reini
gen. Zij is walgelijk vuil.
Duitschland en Marokko.
Parijs, 31 Maart. Uit Tangiers meldt
men dat de Marokkansche delegatie, onder
den indruk der inneming van Oudjda, dokter
Rosen ondervroeg over het belang dat er aan
die daad dient te worden gebracht.
Ue Duitsche gezant stelde haar gerust,
zeggend dat de bezetting maar tijdelijk was.
Hij voegde er bij dat de Sultan voldoening
moest geven aan Frankrijk, en dat zoo
Frankrijk zijne troepen niet terugtrok men
het zijne belofte zou herinneren om de stad
te ontruimen.
TWEEDE DEEL
VI.
Het vertrek.
De diep bedroefde kreet der bedelares
rukte het wilde Meisje uit zijnen slaap. In
eenen sprong bevond bet zich bij deze die
tevens het geheugen en het volledig gevoel
harer smarten kwam weder te vinden.
Vóór Mevr. de Flessigny geknield, vatte
het Bosehmeisje hare handen en over
laadde ze met liefkozingen, dan, zich ver
bitterd naar Antonius en zijne zuster kee-
rende, scheen het hun den aanval van wan
hoop te verwijten waaraan de ongelukkige
zich overgaf. Deze sprak niet meer met dien
zachten langzamen toon. waaraan zij zich
sedert hare ongelukken gewend had hare
klachten drukten zich met eene troostelooze
hevigheid uit. De herinneringen van haar
geluk en de schrikkelijke tooneelen gedu
rende dewelke zij alles verloren had, vloei
den nu in haar geheugen. Het scheen dat zij
een wreed vermaak schepte met de namen
der duurbare wezens te herinneren waar
van zij door de afwezigheid of door de dood
gescheiden was. Gedurende een uur gaf
Flaviana zich over aan eene uitstorting met
tranen gemengd. Zij onderbrak hare zinsne
den door snikken en scheen nauwelijks te
bemerken dat een onbewust maar liefderijk
schepsel hare handen met kussen en tranen
bedekte Het hart van het wilde Meisje zwol
van verdriet op het zicht van Flaviana's
droefheid, en da liefde waarvan het bewijzen
gaf was voor Stephana geene mindere oor
zaak van aandoening dan de zekerheid van
in de half zinnelooze bedelares deze te vin
den die de schoone gravin de Fiessigny had
geweest.
Mevrouw d'Epinoy durfde de ongelukkige
niet eene vraag toesturen. De gevoeligheid
welke deze op haar aangezicht kou lezen,
was voldoende om haar gerust te stellen.
Marszeil wachtte met min ongeduld
dat de arme vrouw krachten en tegen
woordigheid van geest genoeg vond om te
verhalen welke gebeurtenissen voorgevallen
waren sedert het oogenblik dat hij haar op
het strand had neergelegd.
Eindelijk, een harer magere handen op
het hoofd van het wilde Meisje leggende,
reikte de gravin de andere naar Stephana.
Gezegend zijt gij om uw medelijden,
sprak zij, en gezegend zij het huis waar het
God belieft mij de herinneringen weder te
geven, die voor mij zich in de duisterheid
des nachts verwarden Ik ben krank
zinnig geweest.... zeg mij het tegenoverge
stelde niet.... krankzinnig en ziek.... Ik
weet niet of mijne gezondheid, door zoovele
geweldige slagen verzwakt, aan die beproe
ving zal wederstaan, maar al moest ik er
van sterven, ik zou u niet min danken mij
in staat gesteld te hebben het testament
mijner ziel te schrijven voor dezen die mij
bemind hebben, en mijne lippen op een
kruisbeeld te drukken, vooraleer tot God
weder te keeren.
Gij zult mij een zuster zijn, zegde
Stephana met die wegslepende goedheid,
die hare grootste bekoorlijkheid uitmaakte.
En geloof, mevrouw, voegde de burg
graaf de Lannoy er bij, dat ik mij zeer ge
lukkig acht mij ten uwen dienste te stellen.
Donder en bliksem mijn officier,
riep Marszeil uit, een geweldigen vuistslag j
op de tafel gevende, ik hoop dat gij mij nog
tot iets goeds oordeelt mijn oud haaienvel
is nu, gelijk eertijds, ten dienste van M«vr.
de Flessigny.
Flaviana reikte den matroos hare hand
toe.
Ik zou ondankbaar zijn indien ik u
vergat, zegde zij hem. Ik aanzie u als eeuen
verlosser en eenen vriend.
Heb dank, mevrouw, heb dank ant
woordde Marszeil met eene stem die door
de aandoening schielijk was heesch ge
worden.
Gij bezwijkt van vermoeidheid, sprak
Stephana, begeert gij te rusten Moet men
u alleen laten of laat gij ons toe nog te blij
ven
Blijft blijft antwoordde mevrouw
de Flessigny met levendigheid. Indien gij u
verwijdert, gij, aan wien ik de macht ver
schuldigd ben te peinzen en mij te herinne
ren, het dunkt mij dat ik wederom in die
schrikkelijke kwaal zou vailen die men den
niet noemt.Gij kunt niet verstaan wat
het is onophoudelijk den draad zijner ge
dachten te verliezen, welken men te ver
geefs zoekt aan een te knoopenBlijft, ik
moet nog veel vernemen en ik moet u zeg
gen wat ik in den grond van mijn wagge
lend geheugen wedervind.
Mevr. de Flessigny keerde zich tot Mars
zeil en vroeg hem met angst
Ontsnapte niet één ander reiziger aan
de schipbreuk der Geduchte
Geen enkele, Mevrouw.
Ik herinner mij, sprak Mevrouw de
Flessigny langzaam, alsof zij eene ver
moeidheid gevoelde, de gebeurtenissen van
dien benauwdelijken nacht, ik zal ze trach
ten aan een te knoopen ik herinner mij
I dat een reiziger van het schip mijne dochter
1 in de sloep zette. Ik ging er op mijne
beurt instappen, toen het mij ie binnen
I kwam dat ik het koffertje vergeten had,
welk, met mijne familiepapieren, den
bruidschat mijner welbeminde Dolores be-
vatte.
Dolores.... Dolores.. stamelde het
wilde Meisje, alsof het een refrein gezongen
had welks welluidendheid hem zacht scheen.
j Mevr. de Flessigny hernam
j Ik ging naar beneden om het koffertje
i te halen wanneer ik weder boven kwam,
verwijderde zich de sloep met reizigers ge
vuld, en twee andere vaartuigen dre;gden
i te zinken onder het gewicht van dezen die er
plaats in genomen hadden. Ik had slechts
den tijd het koffertje te behandigen aan den
man die mijne dochter redde.... Die man
heette LaurensLaurens Cabarou
Reeds had hij eens Dolores van een groot
gevaar verlost.
Ja, Dolorès Dolores, herhaalde
nogmaals het wilde Meisje.
Zonder u was ik verloren^ Marszeil
Gij naamc mij in uwe armen en, mij boven
het water houdende, volgdet gij van verre
de vaart der sloepen.... Ik keek zonder
zieu.... de kloppingen mijns harten ver
smachtten mij Roode lichten glinsterden
op de kust, en wij gingen tot die lichten ge
lijk men tot de redding gaat. Tot twee
maal toe hoorde ik wanhopende kreten en,
denkende dat het lot mijner reisgezellen
zich kwam te beslissen en dat mijn kind
verloren was, gaf ik mij aan de baren over,
die mij in hunne plooien rolden een ake
lig gerucht trof mijne ooren, mijne hersens
schenen te barsten, en het was alles
alles....
En dan, mevrouw, en dan vroeg
Stefana.
Dan Het overige komt mij zeer
verward vóórIk heb echter het onbe
paald gedacht van een kind van twaalf, tot
dertien jaren oud, met verbrand kleur,
bloote voeten, met slordige lompen gedekt
en schoon blond haar op zijnen rug dragen
de.... Ik had het gevoelen dat dit kind mij
beschermde, dat het mij gered had Maar
mijn hoofd was zwak, zeer zwakIk ge
loof zelfs dat ik eene soort van spelonk be
woonde onder dewelke de zee bruisde, en
dat mijne jonge bewaarster zeer vreesde
mij de schuilplaats te zien verlaten die zij
mij had gegeven.. Zekeren morgen waag
de ik het naar de opening mijner spelonk te
gaanIk vond eenen mantel en eenen
doornstok op den grond, en zonder achter
mij om te zien, zonder mij af te vragen waar
ik ging, vertrok ik.... Ik wilde mijne doch
ter gaan opzoeken
Weet mevrouw de gravin den naam
niet van dtze die haar gered heeft
Ja, antwoordde Flaviana. Maar
gij, Marszeil, hoe ontsnaptet gij aan het
gevaar
's Anderendags heb ik vernomen dat
het grootste gevaar da storm niet was. Ge
durende acht uren worstelden de kapitein
en ik op de overblijfsels van ons schip met
het aankomen van den dag werd het ons
mogelijk de kust te bereiken... Zij was met
wrakken bedekt, en de baren spoelden er
meer dan één lijk aan maar wanneer ik
mij dien schrikkelijken nacht herinnerde,
wanneer ik de zekerheid bekwam dat geen
vuurbaak op de kust bestond, verstond ik
waarom wij schipbreuk geleden hadden
De teekens die ons hadden aangelokt waren
een strik.l)e rotsen van Penmarck dienden
tot schuilplaats aan een gezin strandroovers.
't Is schrikkelijk schrikkelijk riep
Flaviana uit.
Ik landde met mijnen kapitein naar
genoeg aan van het dorp om onbepaalde in
lichtingen te bekomen ik zeg onbepaalde,
want niemand durfde het gezin der strand
roovers beschuldigenMen vreesde ze te
zeer om ze aan te klagen.... Iedereen bleef
overtuigd dat die rampzaligen het verderf
der Geduchte hadden veroorzaakt, maar
zonder mijnen kapitein zou geene klacht
gedaan zijn geweest.... De veiligheids
wacht deed een huisbezoek in de hut der
Vervloekten zij vond er de vijf kleinzonen
des ouden Kermars, maar dé honderdjarige
grijsaard was verdwenen, alsook zijne
kleindochter Vloghaver,... Zoohaast wij
onze verklaring aan de overheid gedaan
hadden, volgden mijn kapitein en ik den weg
naar Nantes. Vóór onze inscheping naar
Brazdiën, vernamen wij dat de gansche
familie Kermar aan boomtakken had opge
hangen geweest, behalve de oude, wiens
spoor men verloren had, en het tnePje met
blond haar, dat de pastoor van Penmark aan
dat rooversnest ontrukte Het is zeker aan
Vloghaver dat mevrouw de gravin hare
redding verschuldigd is geweest.
{Vervolgt).
Declarations du 22 au 29 Mars 1907.
Naissances
Debrouwer, Madeleine, rue Basse.
Gallens, Albert, rue de Menin Pan-
nekoucke, Zoé, rue de la Bouche.
Vandelannoote, Claude, ehaussée de
Poperinghe. Melsens, Jeanne, rue
de Lille. - Glissoux, Gaston, rue de la
Station. Bonte, Jeanne, ruedesBou-
deurs
Décès
Wackenier, René, 1 1/2 an, rue S'
Jacques. Brulez, Héiène, 13 ans,
sans profession, rue des Riches Claires.
Ver Eecke, Daniel, 6 mois, Vieux
Marché au Bois Bonnier, Léonie,
47 ans, sans profession, célibataire,
Kalfvaart. Dufiou, Rachel, 3 mois,
rue de Terre. Verkindere, Charles,
55 ans, sans profession, époux de Catry,
Ursule, rue Longue do Thourout.
Demey, Pierre, 70 ans, sans profession,
veuf de Jacobus, Arnélie, rue de Dix-
mude. Vereecke, Pélagie, 84 ans,
sans profession, veuve deRoose rue
de la Boule. Clarysse, Oscar, 7 mois,
rue de la Plume. Mispelaere, Char
les, 79 ans, sans profession, veuf de
Vanhove, Nathalie, rue de Dixmude.
Cornilhe, Joseph, 1 mois,Kalfvaart.
Verbrigghe, Sylvie, 74 ans, sans
profession, venve deAnnoot, Pierre,rue
Gustave de Stuers. Gillis, Pauline,
23 ans, servante, célibataire, rue du
Verger. Depuydt, Lucie, 61 ans,
sans profession, veuve deJolyt, Joseph,
épouse de Clement, Henri, rue Gusta
ve de Stuers.
Han que el He couvremcnt.
Achat et leute
de B'onds publics
chats ye tie coupons.
Conversion et Souse rip lion
a tous emprunts Beiges et étrangers.
BMélivrance sur tous pays
de lettres de crédit, traites etchèques.
Avances de fonds. Depót de fonds.
Gompies - courants de Dépóts de fonds
avec carnet de chèques.
1ö« rucde HcbiIii. 15
YPIt i: s
1 Y PB K 8. *1
I liaison fondcc en
1873.
AVIS IMPORTANT.
Vérifieation des tirages de titres
remboursable8.
Les listes qui me sont présentées
doivent être dressées par ordre numé-
rique.
Le bureau est ouvertde 9 a 12 kTes matin.
U
-d
cö
5
S-rer-
.srt s
.5°
x
g
p
s 5 f.
g S
g sp o .se s a a
(GESTICHT VAN DEN Dr. L' DOG.MAUX, SPECIALIST.)
Breuken, Aderbreuk, Waterbreuk radikale genezing zonder breukbanden, voor
het leven, in 10 tot 15 dagen, door bijzondere volstrekt persoonlijke behandelin
gen, die sedert 13 jaar hunne bewijzen hebben geleverd Elk jaar 850 tot 900 ge
nezingen.
Vraag referenties. Talrijke kanditaten voor openbare bedieningen (Belgische
Staatsspoorwegen, enz.) zijn aangenomen, na in deze kliniek te zijn behandeld ge
weest.
Misvormdheid der ledematen Genu valgum genu varum, slomp-en platvoeten,
enz. Albums van honderden genezingen, bevestigd door photografies, kunnen in 't in
stituut geraadpleegd worden.
Vrouwenziekten afzakkingen, afwijkingen, enz. Volstrekte geheimhouding.
Kliniek van eersten rang in opzicht van gezondheid en gemakken, groote lokalen, vol
maakte bewerktuiging, bijzondere gezonde ligging, park van twee hectaren.
Docter D0GN1AUX woont nabij zijn gestichl, waar hij ontvangt op Maandag en
Woensdag, van 1 tot 3 uren. Telefoon 473.
(47e VERVOLG
N5
OS
*3 3
s- -O
a
<x>
-O
en
C O?
o
"O
J-. O
co -V 05
GC
a o; K
73 b£ s_
3 VS C3
00000000
000000001
htOOOOOOlfï*"
I -r- O O O
X
CU -
5=
Cd 'J-
w
i
Cd
25
Cd
Cd
□S
25
Cd
Cd
Vj
ZL
O ItO O O O O O O
io^joooooco
-T-.0® rs
<3^1
o o o o o o r—
O O O O O 20 t—
-rH
a
O
*- 2
<13
47
-o
t- 47 O *47 O 47
Cs-r c/3 Cl. Ge* CL CO
03
S
cr
33
O