Stadsnieuws. Eene Martelares. Mengelwerk. (5 De plakbrief der feesten. Bij de faillietverklaring was de Staat, die de lijnen der Bassins homl- lers overnam., bevoegd om bij die maatschappij op te treden ten voordea- le van hare beambten, door den Staat insgelijks overgenomen de Regeering is werkelijk opgetreden, doch zij kan niet optreden om den toestand te rege len van de beambten die in den dienst der Maatschappij der Spoorwegen van West-Vlaanderen zijn overgegaan aan deze beambten en aan dtzo Maat schappij was de taak opgelegd, de uoo (iig bevonden schikkingen te nemen met het oog zoowel op de verleden als op de toekomst Vraag. Zal de Staat rekening houden met de wenschen van de bedienden die moch ten verlangen, wat het pensioen aan gaat, de rechten te behouden, hun toe gekend door de Maatschappij van West-Vlaanderen, om een kapitaal te trekken vijf maal zoo groot als het be drag van de laatste jaarwedde, met in begrip van de waarde der woning, zoo zij waren gehuisvest op de kosten der Maatschappij Antwoord. In gemeen overleg met de Maat schappij werden de volgende schikkin gen genomen I. De verzekerings- en pensioen kas der bedienden van de Maatschap pij der Spoorwegen van West-Vlaan deren. tot stand gebracht deu 1" Janu ari 1901, zal worden overgenomen door den Staat en gansch in stand blijven zooals vroeger. Wordt tegelijkertijd een pensioen en een kapitaal verleend, dan wordt van de sommen, toegekend aan den aange slotene krachtens de statuten van be doelde verzekerings- eti pensioenkas, afgetrokken het kapitaal vertegen woordigende het pensioen waarop hij recht zal hebben of dat hem zal toege kend worden uit krachte van de arti kelen 1,3 4 en 5 der wet van 21 Juli 1844. Evenwel staat het den overgenomen beambten vrij, af te zien van het voor deel dier wet, indien zij het voor hen of voor hunne f'amiliën vooideeliger achten, uitsluitend de rechten in te roepen, die hun zijn gewaarborgd door de statuten der verzekeriugs-en pen sioenkas. II. - Da aangeslotenen bij da ver zekerings- en pensioenkas zullen niet verplicht zijn te storten in de Kas voor weduwen en weezan van h< t Ministe rie van Spoorwegen kosterijen en Te legrafen, uit krachte van de Wet tot goedkeuring van de afkoop-overeen komst, welke wet veroorloven zal af te wijken van titel II der hooger vermei de wet van 1844. (Zie art. 8 van het wetsontwerp.) Er is daarenboven met de Maat schappij overeengekomen A. Mits de Maatschappij eene s m van 107,348 fr stort, zal de Staat de ambtenaren en bedienden die, uit hoof de van hunnen ouderdom, slechts voor half pensioenkapitaal werden aange sloten, beschouwen alsaange.- loten voor volle pensioenkapitaal B. De voorzorgska;, ingesteld ten voordeele vau de bedienden wier ge zondheidstoestand de aansluiting bij de verzekerings en pensioenkas niet toeliet, zal met deze laatste worden- versmolten de Maatschappij zal het bedrag van het spaarboekje van eiken aangeslotene bij de voorzorgskas, stor ten in de verzekerings- en pensioenkas. Vraag. Zullen de geneesheeren, door de Maatschappij der Spoorwegen van West-Vlaanderen toegelaten, overgaan tot den dienst van den Staat Antwoord. Op de o\?-er te nemen lijnen zal de gezondheidsdienst worden geregeld overeenkomstigde reglementen die van kracht zijn op het huidig spoorwegnet van den Staat. Het toelaten van de geneesheeren en van de apothekers is een zaak die tot hiertoe nog met werd onderzocht. Vraag. Zullen de overgenomen bedienden een afzonderlijk kader vormen Zul len zij worden overgebracht in het Staatskader naar gelang de omstandig; heden het zullen toelaten Welke zal de schaal hunner loonsverhooging zijn gedurende dit voorloopig tijdperk Hebben zij de verzekering dat men, binnen dit voorloopig tijdperk, er zich zai op toeleggen hunne jaarwedde te verhoogen Antwoord. De overgenomen bedienden zullen voorloopig een afzonderlijk kader vor men en dan in het Staatskader over gaan naar gelang de omstandigheden het zullen toelaten. Gedurende het overgangstijdperk zal men er voor zorgen dat de vroegere loonschalen af dagloouen voor het ge lijksoortig personeel van het oude net behouden blij ven De verdienstelijke beambten zullen verhoogingen vanjaarwedde bekomen, voor zoover Zb nog niet genieten de maximum jaarwedde', door den Staat gehecht aan hunne bediening, en ook voor zoover deze verhoogingen niet voor gevolg hebben dat zij gunstiger zouden worden behandeld dan hunne ambtgenooten die even lang dienst hebben bij het oude net. In de muziekschool. I Wij moeten terugkomen op een geestig geval dat aanleiding zou ge ven aan eene zachte vroolijkheid, in dien het ongelukkiglijk niet eens te meerde beklagenswaardige neiging onzer meesters liet zien om onze stadsgenooten te vernederen ten voordeele der vreemdelingen. Het geldt nog de vervanging van den achtbaren heer Wittebroodt, ge- V. Zij had het hoofd verwijderd van haar kind, wiens roodgeweende oogen haar be zagen. Zij aanschouwde hem met eene oneindige teed°rheid, een voor een al die wezenstrekken opnemende, waarvan zij ging gescheiden worden door den dood, Gostaaf was ernstig geworden bij de woor den van zijne moeder. Zijn verstand hei derde zich schielijk op met een hevig licht Men zou gezegd hebben dat zij u toekomend leven hem verscheen H-;t was geen kind meer dat An a Durant aanhoorde, het was een man. De bewakers nader len en zegden dat h it uur voorbij was, dat men moest scheiden. Men moest. De twee arme wezens hadden geene tranen meer. Slechts snikken. Zij omhels den malkander eene laatste maai Verlaat mij, lieve engel, zegde zij, blijf niet langer. Al mijn moed gaat weg. Da bewakers namen Gustaafbij de hand en leidden hem weg. Op den dorpel der deur keerde het kin! zich om. Zijne moe der, geknield, de oogen open gespalkt door een schrikkelijk lijden, hem do armen toe reikende, trachtende dingen te zeggen die zij niet kon uitspreken. Gustaaf ontsnapte aan de bewakers door eene geweldige beweging. Zij dachttn er overigens niet aan hem te weerhouden. Hunne oogen waren vol iranen. Het kind viel in de armen zijner moeder, die bezwijmde. Vaarwel, zegde zij, met driftige kus sens. Vaarwel! De voorziening in verbreking werd verworpen, Anna weigerde een beroep op genade te teekenen. Zij had de opoffering gedaan van haar leven. Het gerecht der mensehen had haar veroordeeld, zij betrouwde op de gerechtig heid Gods. Nochtans, iets stond op in haar. Zij kon alzoo niet eindigen met het hoofd onder de guillotine. Zij deed den onderzoeksrechter komen, dau den voorzitter der assisen, dan haren advokaat. Maar zi] zegde niets De tegenwoordigheid der magistraten scheen haar te verschrikken De advokaat wilde haar eene pen, inkt en papier geven die zij gevraagd had Eens wilde zij zich zetten te schrijven. Zij zette zich neer, trachtende kalm te zijn, schij nende hare herinneringen te verzamelen, de pen op het papier doende loopen, volzinnen zonder gevolg schrijvende, waar er twee eigenamsn inkwamen Na'halie,.... Cos- roff, dau niets Het geheugen ontbiak haar eensklaps. Die smarten, die schrikkelijke foltering die zij sedert maanden onderstond, waren sterker geweest d m haren wil. wezen bestuurder der muziekschoo die op pensioen gesteld is. De Commissie van ons muzikaal Instituut telt 4 leden> even g°ede Yperlingeri als uitstekende muzikan ten, en^eenen Voorzitter, deze een groot politieker die van Brugge over gewaaid is en niets van het muziek kent. Deze Commissie, met 4 stemmen tegen 1, (raadt dewelke, lezers benoemt als eersten kandidaat een talentvollen jongeling van Yper, prijs van het Conservatorium, en als tweeden kandidaat een uitstekenden en bekwamen liefhebber, die onze stad bewoont sedert vijf-en-twintig jaren. Een brugsche muzikant, kandidaat onzer meesters, is dus verwijdeid. Men zou denken dat een wil zoo klaar uitgedrukt door de bevoegde mannen zou moeten geëerbiedigc worden. Het is de meening van alle ver standig en oprecht mensch het is deze niet van onze beheerders, die schijnen bijzonder aangewezen te zijn om de moedeloosheid en de be- leediging onder onze medeburgers te werpen. Het geval is hinderlijk Zullen onze meesters, korts vöór de gemeentekiezingen durven in bot sing komen met de Commissie der muziekschool en onze stadsgenooten verwijderen ten voordeele van hun nen brugschen gunsteling De moed hunner slechte daad zal hun ontbreken, zegt men. Wij denken het ook, want zij ko men M. Wittebroodt, de gepension- neerden bestuurder, te verzoeken voorloopiglijk zijne bediening te her nemen. Het voorloopige in het geval, is de afwachting van den uitslag der kie zingen van October van nu tot dan moet men voorzichtig zijn, maar na dienindien zij overwinnen Leve Brugge In ons laatste nummer, sprekende van den plakbrief der feesten, heb ben wjj ons gevoelen uitgedrukt. Wij volharden in onze manier van zien, doch daar men noch den smaak noch de kleuren betwist, nemen wij zeèr wel aan dat anderen niet denken •als wij. Ook aarzelen wij niet het hier onderstaande artikel op te ne men Zeer schoone feesten komen ons aangekondigd te worden door een zeer leelijken plakbrief. Drie post kaarten hebben er de grondstof van gegeven een zicht der Halle van boven, een zicht der Rijselpoort van Zij was getemd, vernietigd, verstompt. De brief in hare cel geschreven was naar het parket gezonden geweest, dat getroffen werd door dat gebrek aan samenhang. Matheus en een andere genheesheer van X onderzochten de jonge vrouw. - Geveinsde zinneloosheid zegden zij. Zij hield zich overigens voortaan stil, sprakeloos, de guillotine en den beul af wachtende met gebogen hoofd, hangende lippen en vaste blikken. Men dacht alle avonden dat de strafuit- voéring ging plaats hebben. Lieden brachten uren door aan de statie van X... om de aankomst van het gerechtshout af te wach ten. Wanneer zij wederkeerden, vroeg men hun inlichtingen. De strafuitvoering moest volgen in den nacht zelf der aankomst van den beul. Zekeren avond stapten dde mannen uit den trein van Parijs in de statie de nood lottige werktuigen vergezelden hen. Zij begaven zich naar het gerechtshof, brachten er eenige minuten overgingen eene kleine maaltijd nuttigen in het Hotel van den Valk en gingen niet meer uit. Eenige bevelen werden naar de gendar merie, den plaats kommandant en den poli tie- kommissaris gezonden. Het was den 10 December. Het was koud. De sneeuw viel en bedekte de stralen. De droevige tijding doorliep X... Het is voor dezen nacht onder en eenen sprong over een hin derpaal in de Rijschool op den kant Dit laatste onderwerp is geteekend in een volmaakten kring op den wel ken onze Ypersche Leeuw, gewapend met zijne kolom en de wapens der stad ondersteunende, zich overgeeft aan wonderen van evenwicht be kwaam om al de poedelhonden van den cirk Sosman afgunstig te ma ken. Zal vallen?.... Zal niet vallen, want er zijn daar twee rozen om den vastgezetten hoepel te ondersteunen. Eene wel kdanige groente heeft uitge schoten, men weet niet hoe, achter eene der rozen en volledigt met het opschrift in gothieke letters getrok ken uit een boek van eenen school jongen, de versiering van dezen plakbrief waardig van het tijdstip van 1830. Het is een stap, zegt men, naar eenen aanbevelenden plakbrief waar dig van het tijdstip van 1830. Een stap achteruit, in alle geval, want de zeer zedige teekenaar, hij heeft zelfs noch initialen noch naamcijfers nagelaten schijnt niet te weten dat de kunst van den plakbrief eene volstrekt nieuwe kunst is die moet bezield worden door de wetten der opsierende kunst. Ten ware zij vrij willig opgevat ware in een verouder den tegenwoordige gelegenheids- trant als voor sommige plechtigheden de kunsten betreffende, moet de moderne plakbrief zich ontdoen van zekere banaliteiten die wij altijd ge kend hebben en zich bezielen van de beste voortbrengsels der nieuwe kunst. Een magistraat-kunstenaar, M. Karei Buis, poogde eertijds de bui tensporigheden van slechten smaak tegen te werken, die bedreven wa ren bij wijze van reclame, maar zijne pogingen werden meesttijds beperkt bij de eenige zeer zeldzame gevallen waar de wet hun het recht gaf tus- schen te komen. Zooveel zullen wij niet vragen aan onzen Burgemeester. Dat de gewone plakbrief voortga, als het noodig is, met zijne arme teekeningen of zelfs zijne artistieke ongerijmdheden ten toon te spreiden, op de eenige voor waarde dat hij niet gerechtelijk aan gemaand zijIn dat geval alleen zou den wij een volstrekt verbod begee- ren van alle reclame die eene esteti- sche macht uitmaakt. Maar wat wij vooral zouden wil len, is dat de stad, voor hare offi- cieele plakbrieven op hare muren geene verouderde reproducten ten toon stelle in den smaak van deze die ons bezig houdt. Dat degene die deze prent gemaakt heeft de naam loosheid behoude, dat verstaat zich, maar het is betreurenswaardig er handteekens op te zien van personen die zich doen doorgaan als vrienden VI. De tijding was waar: het was voor's morgends met den dageraad. Men vertelde het aan Matheus, wanneer hij uit zijnen kring kwam. Hij sloeg de oogen ten hemel en murmelde Dat God deze vrouw bescherme Te huis gekomen, legde hij zich te bed. De slaap kwam niet. Het nachtlichtje dat op eenen hoek der schouw stond, verlichtte al de voorwerpen der kamer met een grauwe klaarte. Het waggelde somwijlen zonder oorzaak, en de schaduwen schudden op de behangsels fantastische teekeningen. De uren en halve uren sloegen eentoonig op het uurwerk, voorafgegaan door het korte gerucht der springveer. Het sneeuwde altijd voort, de sneeuw bleef liggen op het vensterkozijn op de tak jes emer wilde wijngaard die tegen het huis opklom De vlokken glijdden langs de ruiten welke de vorst met zonderlinge bloemen, met. grillige teekeningen versierde. Matheus sliep niet. De doodsche nacht stilte kwelde hem. Het was de diepe stilte van het graf. Het bloei rees naar zijn hoofd. Hij stond op, kleedde zich aan, open de het venster en ademde, gedurende erfi langen tijd. De sneeuw kwam langs de gapende ope ning binnen, raakte licht zijne wangen en zijn voorhoofd aan met hare ijskoude tra nen. Eene plotselinge windvlaag dreef de sneeuwvlokken die 'bwurrelend binnen drin gen a;S eene zwerm vlinders Eenige viel<-n VERVOLG. -*a

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1907 | | pagina 2