Het Gestolen Kind, Tooneel festival. Vlaamsche Ster. Mengelwerk. 6) Maatschappij On vermoei baren Willems-Fonds. Sociélé Royale des Francs Arbalélriers. Een drama der zinneloosheid te Ploegsteert. Zondag jl. gat'de wakkere Vlaamsche Broederbond, van Brugge de 2® vertóo- ning van het tooneelfestivai, ingericht door onze Vlaatnsche Sier. De schouw-, burg was weeral proppensvol. Ook heeft men er een leerrijken en genot vollen avond op de aangenaamste wijze gesleten Eerst vertolkte men er BLoemeken drama in drij bedrijven. Het is een puik stuk, dat krioelt van diepingrij pende zedelessen, van roerende tafe reelen en indrukwekkende toestanden. Het werd daarenboven óp eene echt meesterlijke wijze weergegeven. Mej Z. Devers, in de rol van Bloe- meken, verieid en bedrogen meisje, was heel en al op de hoogte harer taak Zij was meer dan eens subliem in haar ongekunsteld, natuurlijk spel. Bloe men en kransen bij de vleet voor haar! De heeren Borinaert, in de rol van Vader Lucas en K De Jnnghe, in die van Toniewaren onbetaalbaar. Nooit zagen wij beroepspelers zich beter van hunne taak kwijten. Beide be teelden wel wezentlijk de toestanden, waarin zij voorkwamen. En hoe onge kunsteld en met wat al gevoel wisten zij die toestanden te malen en te doen uitschijnen. Meesters in't vak zijn 't noch min, noch meer. Ook werdeD zij, na elk zoo dieproerend tafereel op her haalde toejuichingen onthaald die de zaal dreunen deden. Een gulhartig goed heil voor die twee volleerde vertolkers. De heeren A. Van Poel voorde, in de rol van Herbergieren K. Olaeys, in die van Marskramer, speelden even keurig en natuurlijk. Zij hebben meer dan eens hartelijk doen lachen. De heeren O. Lal-loo, in de rol van Edmond en E. Aspeslagh, in die van Marten, waren opgewassen voor de te verhullen taak. 't Zijn keurige vertol kers ook. De heer A. Van Brussel, in de rol van Knechtha 1 ook veel bijval. Al die spelers waren wel rolvast, door drongen van de personnaadje®, die zij malen moesten en ook van de toestan den. waarin zij voorkwamen De rol len waren allen goed ingestudeerd en wel begrepen de tooneelen waren breed,'de gebaren gepast en afgemeten naar de toestanden de uitspraak was klaar en duidelijk en de tooneelschik- king wel verzorgd. Ook de grimeering was oppeibest gelukt. Ook behaalde het puike stuk. dank aan die verzorgde vertolking en dank ook aan zijn gehalte, een ongehoorden bijval. Na elk tafereel werden die knappe vertolkers op oorverdoovende salvo's onthaald. Nooit zagen wij eeneu zoo kolossalen bijval en 't was meer dan verdiend ook. Een hartelijk proficiat voor allen, en eere aan den knappen tooneel mees ter, die stellig een man van talent eu takt is Hij haalt eere van zijn werk. Daarna kwam De Postiljon vanMaria- Theresia, blijspel met zang ineen be drijf voor het voetlicht. Bij het ophalen der gordijn vergastte men ons op eene aangename verrassing Een jubelgalm opgedragen de VlcKWischs Slet woorden van Ed Bouchout, muziek van F Blondeel, een keurigen zang vol kracht, leven en begeestering, die meesterlijk gezongen en uitgevoerd werd. Ook werden die goede zangers :net daverende bruvo's begroet, terug geroepen en nog gebisseerd 't Was puik 't was mooi ook Het kluchtspel werd vervolgens op perbest. vertolkt en genoot veel bijval. Wat men er gelachen en gegiggeld heeft gaat alle gedacht te boven. Mej. Zulma, in de rol van Paquitaeene schalksche boerendeerne, wist edelman en postiljon goed in de doekskens te draaien en potsierlijke figuren te doen trekken. Zij heeft dat opperbest op touwgezeten met kunst uitgevoerd. Ze wnrd ook dapper toegejuicht. Hebben zich ook onderscheiden de heeren Borinaert, in de rol van Ridder Balsburg O. Lalloo, in die van Postiljon en K. De Jonghe in die van Vitus. Zij waren alle drie volkomen op de hoogte hunner rol en schotsten de personnaad- jes met meesterhand. Ook de figuratie en de kostumeeriug waren onberispe lijk. ünnoodig te zeggen dat de bijval overgroot was. Wat het orkest betreft, 't was iets heel nieuws en 't heeft aan 't publiek uitermate bevallen. De heer Tasseel 'mag er fier op zijn. Ook was hij dap per ter zijde gestaan door don heer Blondeel, een klavierbespeler, zooals er weinig te vinden zijn, een muzikant tot in 't merg der beenderen. Geen wonder dat heel de menigte zoo dap per toejuichtte. Het was, in een woord, eene parel van vertooning onder alle opzichten. Ze zal tijdvak maken in de annalen der Ster en 't zal nog lange duren, voordat de zoete indruk er van zal uitgewischt kunnen worden en daarom met volle keel geroepen Leve De Vlaamsche Ster Leve De Vlaamsclie Broederbond En tot wederziens talent volle tooneelisten Natns. De derde vertooning van het festival zal plaats hebben op Zondag 10n No vember aanstaande en zal gegeven worden door de Maatschappij Hut en Vermaak van Oostende. Op het programma TORTELDUIVEN, geprimeerde comedie in 1 bedrijf; DB DOCItTBIt VAN DEi\ MUZIKANT, drama in 3 bedrijven MEISJESGRILLEN geprimeerd blijspel in 1 bebrijf. door de. stad verpacht en haar toebe- hoorende. Deze mededeeling zal aan sommi gen wellicht nuttig zijn eens te we ten door welke personen en aan welke prijzen de eigendommen ge bruikt zijn. Voor ons was dit wel niet noodig daar wij de wezenlijkheid dezer ont vangsten nooit betwist hebben, niet temin zal deze lijst misschien ons nu en dan te pas komen. Bepalen wij ons thans met hier, voor memorie aan te teeken, dat de ontvangsten der stadsgoederen in 1890, te samen beliepen tot 19,162 fr. 64, en in 1905 slechts tot 15,860 fr. 94 c. Wanneer wij zegden dat de stad in 1890, bij het aftreden der libera len, voor omtrent een millioen gron den en eigendommen bezat, en dat de katholieken, van 1891 tot 1907, er voor 326,088 fr. 42 c. van hebben verkocht en gebruikt, bedoelden wij slechts de bouwgronden bij de statie en de verpachte landen en meerschen rond en buiten, haar behoorende. Ver dus van ons, daarin begrepen te hebben de Halle en andere stadsge- stichten zooals het Nieuwsblad, bela chelijk genoeg, zou willen doen ver staan. Aangaande deze zaak, zegt onze klerikale konfrater, dat wij met onze beschuldiging van den opbrengst der verkoopingen verteerd en ver kwist te hebben, «wel hadden mo- gen vroeger opkomen om de be- schuldigers te laten antwoorden. Maar een min ridderlijk vijand, voegt hij er bij, valt liever ver- raadsch iemand aan. Wij hadden zeker hun moeten vragen wanneer wij de stadszaken mochten bespreken Het past waarlijk wel aan onzen tegenstrever, van ridderlijke vijand en verraad te spreken, wanneer zijne klerikale meesters niet geaarzeld hebben, eenige uren voor de stem ming, aan een aantal liberale kie zers gesloten brieven te zenden in houdende een valsch kiesbulletijn waarop men las Laatste veP- maning. Opgepast libera- len en gazmannen. Allen stemmen onder nrs 2 en 3 voor onze zeven mannen. Zulke arglistige en oneerlijke k-ies- middels onweerdig van eene partij die zich katholiek noemt, verdient door elk rechtschapen mensch ge schandvlekt te worden. Tafereelen uit het Rotterdamscke Volksleven. II. Het geheimzinnige briefje. NeenKarei, Z»u ikiian mogen wet- n, welk vermoe den gij hebt opgevat Ts uw vader in dienst geweest bij den heer Van Steenen. wiens kind ruim twintig jaren geleden op geheimzinnige wijze ver dwenen is Ja mijnheer Kent gij dehandteekeninguws vaders?» Ja. mijnheer, antwoordde Karei sid derend. Is zij deze vervolgde Schuurman, een gevouwen stuk papier toonende, waarop G. Van den Oden stond geschreven. Ik meen bevestigend te kunnen ant woorden, ofschoon eene vergissing mogelijk blijft. Waarom Omdat ik geen enkel handschrift mijns vaders bezit en zijne handteekening sedert vele jar-n niet gezien heb. Nuopende Schuurman het papieren reikte het Karei ter lezing over deze las het vol gende dat het kind begraven is, of schoon ik het u ten stelligste heb gemeld uwe openbaring zou dus nuttelons.zijn. Ik kan u ook geen geld meer zenden gij hebt reels zooveel van mij geëischt, dat ik bijna ten gronde gericht en. Wilt gij aan uwe be dreiging gevolg geven, dan zal de justitie mij toch niet toereiken, en gij zult mijn onverzoen'ijken vijand zijn anders blijf ik Uw goede Vriend, G. VAN DEN ODEN. Groote God welk een vreeselijk licht gaat er voor mij op s> dit zeggende, bedek te Karei het gelaat met beide handen. Wat veronderstelt gij vroeg Schuurman ria eenige oogenblikken. Hetzelfde wat vermoedt, mijnheer, na melijk dat mijnen vader de ongelukkige was, die den heer Van Steenen zijn kind ontstal. Hoe is dit briefje in uwe handen gekomen en aan wie was het gericht De laatste vraag kan ik 11 niet beant woorden, Karei. Het is een aantal jaren ge leden, dat ik op zekeren dag in de Breed- straat bij een kruidenier geroepen werd, om een kast uit de huiskamer in den winkel over te plaatsen. De man was, naar men mij verhaalde, van Am terdam gekomen en had pas eenige dagen geleden zijn winkel geopend. Toen ik verscheen, maakte men de kast ledig een stapeltje oude boeken werd op de tafel geplaatst er viel een blaadje papier uit, en daar het vuil en niet beschre ven was, raapte ik het op en stak er mijne pijp mede aan. Ik wreef de vlam met de vingers uit en stak het overige van het pa pier, gelijk werklieden gewoonlijk doen. in mijn vestzak daarna deed ik mijn werk en verwijderde mij na den afloop. Dat stuk papier heeft verscheidene maanden in mijn vestzak gezetên, tot het op zekeren dag, ik weet niet m -er door welk toeval, in mijne handen kwam Daarik zag, dat het geschreven was, begre -p ik, dat ik vroeger gedwaald had, toen: ik meende dat het een stuk wit papier was de halve duisternis, die in de kamer des kruideniers heerschte, kan de oorzaak mijner dwaling geweest zijn. Aan deze is het toe te schrij ven, dat van den brief slechts een klein fragment was overgebleven, nadat het ove rige verbrand is geworden. Wel tienmaal herlas ik den brief, die in hooge mate mijne nieuwsgierigheid opwek te al spoedig meende ik als zeker te mogen aannemen, dat hij betrekking had op een misdaad, minstens door twee personen ge pleegd De aard van het misdrijf was echter niet gemakkelijk op te sporen, te minder' wijl niets was ter oore gekomen, dat als sleutel tot- het raadsel dietien kon. Aan 't kind van den heer Van Steenen da-ht ik niet; het verdwijnen daarvan was slechts bij gerucht bekend geworden, daar men de zaak geheim gehouden en de politie haar onderzoek in de diepste stilte gedaan had daarenboven Waren er verscheidene jaren sedert die geheimzinnige gebeurtenis verloo- pen. Mijn eerste werk was ren onderzook in te stellen naar den kruidenier dit liep echter al zeer ongelukkig af de man had reeds geruimen tijd geleden geliquideerd en was vertrokken, niepand wist waarheen. Sommigen zeiden, daf hij naar Amsterdam was gegaan anderen wilden hem zelfs in Groningen hebben. d Deze eerste teleurstelling benam mij allen lust tot verder onderzoek. Het denk beeld kwam een oogenblik bij mij op het briefje aan de poiitie over te geven, doch al dadelijk verwierp ik het, wijl de vrees mij beving, dat ik mij wellicht bespottelijk zou maken. Al was het ook waar, dat. er oen misdrijf had plaatsgehad, wat verzekerde mij, dat de daders er niet reeds voor ge straft waren geworden Het briefje toch Prijzen der plaatsen als naar ge woonte. Met plezier vernemen wij dat het eerste Concert van 't seizoen zal plaats hebben op Zondag 17 November aan staande. Wij zullen het programma ervan in ons aanstaande nummer mededeelen **- A f deeling Yper. Het Bestuur der afdeeling van het Willems-Fonds te Yper brengt ter ken nis van het pnbl.ièk dat de volksboeke- rij gevestigd in het lokaal Zilveren Hoofd Rijselstraat, voortaan zal open zijn s' Zondags van 10 tot 11 ure in plaats van 10 1/2 tot 11 1/2 voormid dag. Lundi 4 Octobre 1907, TIR AU BLASüN ORDINAIRE. Haut total Van Nieuwenhuize C. 6 6 6 6 24 Bas total Dupont V. 11111/24 1/2 - r u Een schrikkelijk drama heeft zich ontrold, Zondag, in den morgen, op het gehucht de Hattete Ploegsteert. De echtgenooten Lapeers-Lebleu, waarvan de man jachtwaker is en de vrouw, huishoudster, bewonen, met hunne dochter Flore, 22 jaren, en haar kind, Josef, 1 jaar, een klein huisje gelegen op den gravier leidende naai de hofstede De vos. Flore Lapeers bezit al hare zinnen niet. DE MISDAAD. Rond 10 ure, de vrouw Lapeers die bezig was met het huishouden, verwij derde zich eenige minuten, hare doch ter alleen latende, terwijl de kleine jongen speelde bij zijne moeder, die bezig was met aardappelen te schel len. Bij hare terugkomst vond de vrouw Lapeers het kleine kiDd op den grond liggen het bloed stroomde uit eene groote wonde aan de keel zij ondervroeg hare dochter die antwoord de Gelijk ik toch niet van het le- scheen oud te zijn bet papier was bijna zoo geel als de letters den naam Van den Oden had ik nimmer hooren noemen, en wie de geadresseerde was, bleef mij natuur lijk geheel onbekend, daar ik geen recht had om den kruidenier als zoodanig te be schouwen Deze en vele andere redenen hielden mij van verdere pogingen terug ik sloot het briefje in mijne secretaire, en wel dra was ik hst voorval vergeten. s> Zoodra ik met u kennis maakte en uwen naam vernam, overtuigde ik mij 'weldra, dat ik dien van vroeger kende en er zelfs belang rijke herinneringen aan verborgen waren. Ik dacht na en riep mij verschillende perso nen voor den geest, met wie ik in vroegere jaren had verkeerd, doch mijne overwegin gen bleven zonder gevolg. Uw naam zweef' de voor mij als een schaduw, die ik zien maar niet vatten kon aan het briefje dacht ik geen enkele maal. Nadat ik mijne toestemming tot uw engagement met Amelie ha 1 gegeven, kwa men enkele dienstvaardige mensehen mi] vragen of ik wel wist wien ik mijne dochter ging schenken. Zij verhaalden mij, dat uw vader een dronkaard is geweest, die, na door Van Steenen te zijn ontslagen en uwe moe Ier en u vee! verdriet te hebben aange daan, krankzinnig is geworden. Ik toonde dien lieden, dat ik door hunne mededeelin- gen niet zeer vereerd wa-\ en verzocht hun mij voortaan in dat opzicht met rust te la ten, daar ik zeer wel wist wat ik deed. Evenwel stelde ik een onderzoek in, en dit leerde mij da' het medegedeelde niet uit da lucht'gegrepen was Iegelijk wekte het bij mij het vermoeden op, waarvan ik u in den aanvang sprak. De omstandigheid dat uW vader ten tijde van het verdwijnen des kinds bij den heer Van Steenen werkzaam was, in verbrand met uw naana bracht mij op he

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1907 | | pagina 2