Stadsnieuws. Het Gestolen Kind, Opgelet! Sterfgeval. Mengelwerk. 420 Kunslschoöulieid. Het Journal d'Ypresheeft, ondanks zich zelve, zegt het, zich moeten bezig houden met ons artikel hande lende over het bouwen eener statie te Zillebeke op de lijn van Yper naar Kortrijk, Wij zijn er zeer over gevleid. De Moniteur van het Stadhuis geeft ons uit voor verstandig en slim dit zijn complimenten waar aan men zich moet verwachten van zijnent wege, want, waarlijk het heeft het monppolicum der beleefd heid en der bevalligheid. En waarom dezen overvloed van vriendelijkheid Omdat wij vinden dat de ligging eener statie op de hel ling van het spoor van Yper naar Kortrijk ongelukkig is en van geen nut zoude zijn. Deze vraag is gedaan geweest on der het bestuur der spoorwegen van West-Vlaanderen, en zij is afgewe zen geweest omdat geen een aanne melijke reden ten haren voordeele pleitte wij hopen dat de Regeering de wijsheid zal hebben op dezelfde wijze te handelen, des te meer dat de gemeente Zillebeke, sedert de overname der lijn van VVest-Vlaan- deren door den Staat, geene grooter belangrijkheid verworven heeft om de Regeering te doen besluiton om er eene statie te bouwen. Het Journal d'Ypres neemt eene trotsche houding aan omdat wij vol gehouden hebben dat, met het getal statiën te vermeerderen, de kans vermindert rechtstreeksche treinen te hebben. Vooraleer zich de moeite te geven ons te wederleggen met bewijsrede nen die niet ernstig zijn, zou onze tegenspreker voorzichtig handelen met een bevoegd man te raadplegen die aan den spoorweg gehecht is en eens wat het verleden te overzien der uitbating van den spoorweg van West-Vlaanderen hij zou zich niet blootstellen zich belachelijk te ma ken. Een bevoegd man zou hem doen verstaan hebben dat, met het getal statiën te vermeerderen, de dienst meer voorzichtigheid en meer toe zicht eischt en dat de kleine statiën in het algemeen grootere gevaren aanbieden omdat zij niet, gelijk de groote,over een bedreven personneel en over een verzorgd materiaal be schikken. Onze beminnelijke tegenspreker zou insgelijks vernomen hebben met het verleden der uitbating der spoor wegenvan West-Vlaanderen te door- loopen, dattusschen Yper en Kor trijk, met slechts stil te houden te Komen en te Meenen, tot groote voldoening onzer handelaren die zich naar de Beurs van Kortrijk, van Gent en van Brussel begaven, wier gemeenschap te Kortrijk naar deze steden verzekerd was. Wat is er op dat tijdstip gebeurd De kleine plaatsen waar de recht streeksche treinen niet stil hielden, hebben gereclameerd, voorwenden de dat hunne statie even belangrijk was als deze die er van bediend wa ren. Om kort te maken met die tegen- beschuldigingen zonder einde, heeft het bestuur eenvoudig de recht streeksche treinen afgeschaft. De ondervinding leert dus klaar blijkelijk dat, hoe meer statiën er zijn, hoe meer men zich moet ver wachten terugeischers te zien met misplaatste aanmatigingen die zich verzetten tegen het inrichten van rechtstreeksche treinen zij zouden, vooral in kiezingstijd, al dén in vloed in beweging brengen waar over zij zouden kunnen beschikken om ze te bestrijden. Is het klaar en afdoende genoeg Iedereen is veel- eischend geworden en wil ten on rechte in alles en overal op denzelf den voet gesteld worden. Ziedaar, Journal d'Ypres, de re dens voor dewelke wij het bouwen bestrijden van eene statie teZillebeke op het spoor van Yper naar Kortrijk, zij is nutteloos en zou waarschijnlijk maar dienen voor het persoonlijk ge bruik van M. den kasteelheer. De kleri kalen hebben de eer ge had, in 1904, naar het stadhuis te zenden, om er hun als raadsheer te vertegenwoordigen, een mensch die tot hiertoe nooit aan eene beraadsla ging deel heeft genomen, noch een gedacht uitgedrukt heeft, en die dik wijls zich verontschuldigde de zit tingen niette kunnen bijwonen, daar hij de helft van 't jaar afwezig was en in rust overbracht aan de kusten der zee. Deze raadsheer noemt zich Edele heer Henrij Iweins d'Eeckhoutte de derde van dien naam, en van welken het Journal met reden had mogen zeggen dat hij door een wellustig leven was ingesluimerd. Hewel tot elks verwondering is hij nu ontwaakt, en eensklaps be zield met een loffelijken iever, heeft hij in de zitttng van den gemeente raad van den 25 Januari 11. een ver slag ingediend over de rekening en begrooting der Hospicen. Op de vraag van M. D'Huvettere door M. Begerem ondersteund, heeft de raad beslist dit werk, dat belang rijk schijnt, te laten drukken en uit te geven. Zoodra het verschijnen zal, zullen wij het met voldoening lezen, want wij hebben er slechts van ont houden den wensch er in uitgedrukt van den voorgevel van het Belle ge sticht te zien herstellen en een muur te slechten achter welken een schoo- nen gevel in de Meenenstraat ver borgen is. Zeerwel. Dat is eene goede noot voor M. Iweins dien wij niet kenden als belang te stellen in de bewaring van onze ouderwetsche huizen die men, helaas op onze dagen, zoo weinig eerbiedigt. De gevel van het kerkje van het Belle Gasthuis, met zijnen merk- weerdigen glasvenster gebouwen in 1616, verdient inderdaad met veel zorg en kennis, in zijnen vorigen staat hersteld te worden. Geheel waarschijnlijk was het vroeger een trapgevel zoo als deze der huizen tusschen welke het gesticht staat en die van hetzelfde tijdvak dagtee- kent. Het schijnt dat het bovenste deel., scherp opgaande, in slechten staat is en dat het metselwerk nog nauwelijks aan een houdt door de ontelbare verflagen en het mastik waarvan het overdekt is. Wat betreft den muur der Mee nenstraat dien M. Iweins zou willen zien afbreken, er is te bemerken dat hij dient om den cour, zich bevin dende tusschen de straat en de ge bouwen van 't Gasthuis, af te slui ten. Dan zou hij alsdan moeten ver vangen worden door een ijzeren traliewerk, 't Is. waar, men zou alzoo het beneden deel van den gevel, in vlaamschen bouwtrant, van den grooten refter of eetplaats der non nen die binnenwaart staat, kunnen zien, maar ongelukkiglijk het deel thans aan het oog van het publiek verborgen, is destijds, in 't nieuw gesteken geweest, en wat meer is, de twee staande zoldervensters zijn erg beschadigd en hunne kolorjnetjes gedeeltelijk afgekapt geweest De herstelling in zijnen oorspronkelijken staat van den gevel alleen, zou nog al groote kosten veroorzaken. Wij twijfelen zeer, of de hospicenbe- heerders geschikt zijn dezelve te doen om aan hunnen vriend M. Iweins voldoening te geven. Ten andere deze hebben te rekenen met de gasthuiszusters die zekerlijk niet wenschen deze verandering te zien uitvoeren welke voor haar slechts het genoegen zou geven van haren refter, zicht te hebben op de Meenenstraat. Het is dus te voorzien dat alles in zijnen tegenwoordigen staat zal blij - ven. om lat drager nrvan hrt niet zou ver- staan Nochtansmijnheer, ik geloof dat het heler is niets voor dezen man te doen Aan u in Christi A Massbi De werkman nieuwsgierig en mis schien wantrouwig vooraleer bij den representant aan te kloppen, vroeg de vertaling aan een geleerde, die Latijn kende. Ge ziet. van hier welk gezicht de gefopte werkman trok. Dit authcutiek feit geeft ons een flauw gedacht van wat klerikale recht zinnigheid of liever schijnheilig heid 18. Wij hebben in ons bezit de geanto- grafeerde teksten der beide zijden van het, visieteka >rl j« met het adres van •den representant D-lvaux van boven en het handteek n van den pastoor A M assiti al onder. Ons Blad Tafereelen uit het Rotter damsehe Volksleven. VII. ÖE lIUIZENMELKEIt. De deur wvrd geopend, en Buzer, doer een v.reem leling vergezel I, trad de woning binnen. Du laatste was zo danig in ja-, halsdoek en pet, verborgen, d it hettnoeielijk was iet-s van zijn gelaat te onderscheiden, te meer wj 1 hij zich op den achtergrond hield. Bvzer, ofschoon uok onder den breeden kraag van zijn ma tel gedoken liet beter zijne gelaats'rekken onderscheiden, daar hij zich voor de tafel plaatste, waarover de lamp een zwak schijnsel wierp. Hij was groot e zwair va-i gestalte en ondanks zijn blijkbaar gevorderden leeftijd vol van gelaat Getuigde zijn uiterlijk, dat hij zich baadde in 's werelds overvloed sommige lijnen in zijn gelaat verrieden niet onduidelijk, Jat hij een hartstochtelijk aanbidder van den Mammon was. Twee diepe voren daalden langs zijoe dikken, ronden neus tot ver voorbij zijrie lippen en begr nsden deze zoo scherp dat het scheen 'a's lag er e.wi af grond met steile wanden tmschen zijne op gezette, ho-'groode wangen Dit, gevoegd bij -I grijze, borstelige haren, die hier on daa-' uit zijn hoed te voorschijn kwamen, en die, welke zich breed boven zijne kleine aschgrauwe oogen uitstrekten, deed onwil lekeurig het denkbe ld ontstaan, dat de heer Buzer slechts leefde voor het goud en voor zijn buik Ei' zijn meijlehen, op wier-gelaat men ;ils instinctmatig hunnen voornaamsten hartstocht leest een van die was Buzer. Wij zouden ors niet zoo lang bij zijn persoon, die overigens in dit verhaal een niet geheel onbeduidende rol speelt, ophoj- den. ware hij niet-ee.i der lieden geweest, die door de Rotterdammers met deri naarn van huize-nmelker bestempeld worden. Dien naam geeft men aan hen, die jaar in jaar uit in huizen speculeeren. Zij koopen hui zen, die niemand wil, en weten ze door on beduidende verbeteringen in zoodanigen toestand te brengen, dat ze gedurende eeni- gen tijd een voldoende hnur opbrengen ter- wij I de eigenaars inmiddels starnogend naar een gelegenheid ui'zi -n. om ze met voordeel w.eder te verkoo.en Gewoonlijk zoeken zbj hun fortuin niet in de gin.ote, kapitale huizen hunne beste winsten weten zij te trekken uit de schamele woningen der armen. Men vindt die lieden op alle ancties zij ver schijnen er, hetzij ze willen koopen of 'niet zoo zij in 't laatste geval niet op het trekgeld speculeeren, iets, waarin zij den slimsten Joden soms de loef afsteken, zijn zij er enkel om op de hoogte van de markt te blijven en nooit het naberouw te behoeven re hebben, dat zij door hunne af wezigheid eene goede gelegenheid om geld te verdienen hebben laten voorbijga-in Het ligt in den aard dei- zaak, dat de hui zenmelkers over bet algemeen niet zeer me delijdend vari karakter zijn trouwe.,s de fiouddor.-t, verstikt alle betere gevoelens zij roepen ach en wee, wanneer zij hooren spr< ken v ut de philanlropische maatschap pijen, die bieren daar gevormd worden, om de a-beiderswoningen te verbeteren, en meenen dat zij alleen bestaan, om de huis bazen ongelukkig te maken. De bewoner hunner huizen is voor hen niets meer dan een exploitatie-middel, dat een buitenspori- Wij zijn van gedacht dat deze overweging niet voldoende is om aan de reizigers eenen stilstand te meer op te dringen tusschen Yper. en Kor trijk. Zij vinden, niet zonder reden, dat de tijd welken zij moeten beste den om te gaan van Yper naar Brus sel, Gent, Doornijk en Kortrijk reeds lang genoeg is en dat het nut teloos is.hem te verlengen. ge winst moet opbrengen- Zij bejegen hem vriendelijk zoolang hij eene meestal schan delijke huur betaalt, doch doen de tanden zien, als staking van den arbpid of eenige andere toevallige omstandigheid de betaling eenige weken doet verschuiven. Vaak zet ten zij dan de ongelukkigen, zoo niet alle kansen zich vereenigen om de stellige zeker heid te geven, dat het verschuldigde zal vol daan worïen, uit hunne woningen, zonder te letten op hun toestand of den harden win ter, ja bezigen soms oneerlijke middelen, wanneer zulks in hun belang kan zijn. Zoodanig huizenmalker was heer Buzer. H'] leefde en zwoegde voor zijne huizen zelf- hidden zij niet zelden zijn geest in den slaap bezig. Geen notaris te Rotterdam, of hij kon Buzers portret leveren, daar hij het origineel steeds onder de oogen kreeg, als bij eene verknoping bestuurde. Buzer had, z >0 wij zeiden, kind noch kraai hij vermeerderde dus zijn geld op wanhopige manier geheel zonder doel, daa-r hij zelfs niet in de verte kon bepalen, wie eenig recht op zijne nalatenschap zou hebben bet dien.ie hem slechts om hem een goed leven te bo- zorgen en zijne portefeuille onmatig uit te zetten Niemand bekreunde zich minder dan hij om de huurders, wanneer zij niet in staat waren de huurpenningen te voldoen dan sloot zich z'jn h->rt, en de vreeselijkste toestanden waren niet in staat het te ope nen. Wekelijks of maandelijks ging hij zelf het verschuldigde innen, van welke'bezig- heid hij ook van andere uitstapjes, wanneer zij zijne huizen betroffen, het onstuimigste weder hem niet kon terughouden. Het enkele denkbeeld om tegen 5 °/0 van de huuropbrengst een opzichter te nemen, joeg hem reeds de koorts door de leden. Onge lukkig de bewoners, die hem niet betaalden zoodra hij lont begon te ruiken, stélde hij Dinsdag 25 Februari, ten 3 ure namid dag, heeft de plechtige begrafenis plaats gehad van Mijnheer August Brunfaut, handelaar en onder-voorzitter der Libe rale Wacht van Yper, overleden den 22 Februari, in den jeugdigen ouderdom van 32 jaren. Vanaf 2 1/2 ure was de Rijselstraat opge propt met volk talrijke vrienden en maat schappijen begaven zich naar het sterfhuis om eene laatste hulde te brengén aan den duurbaren overledene en te bewijzen hoe zeer hij door iedereen geacht, bpmind én geprezen was. Al de maatschappijen hadden gewed ijverd om een aandenken hunner verkleefd- onmiddellijk een onderzoek in, al inoest hij ook half Rotterdam afloopen, en gaf dil liet bange vooruitzicht, dat hem een of twee weken huur zouden ontglippen, dan ging hij te werk als een bezetene en zette den huur der met vrouw en kinderen op straat. Dat hij gedurende eenige weken geduld met Van Oosten had, was hoofdzakelijk toe te schrijven aan den jammerlijk n toestand, waarin zich de woning bevond. Buzer wist dat iedere gullen, dien hij tot herstel uit gaf, volstrekt weggeworpen wa-c én er niets overbleef dan het huis af te breken en een nieuw te bouwen of het te laten bewonen, tot bet een puinhoop zou geworden zijnHet eerste lag niet in zijne plannen een nieuw huis in de Lange Lijn-traat bouwer, liet hij over aan menschen, die hun geld moede wa ren of er geen raad mede wisten daarom had hij tot. liet laatste besloten, in de hoop den bouwval inmiddels tegen goed geld aan den man te brengen Maar nu had hij ook lieden noodig uit den geringen stand, diezich met -iergelijke woningkond 01 vergenoeg n dus was hi] langen tijd gelukkig die in het huisgezin van Van Oosten gevonden te heb ben, te meer omdat hem de 50 cents weke lijks getrouw werden betaald. Toen bij een paar weken achtereen mat ledige handen had moeten vertrekken, had hem dit wel zeer veel verdriet aangedaandoch hij wilde nog niet aanstonds tot uiterste middelen zijn toevlucht nemen, omdat, hij niet zeker was spoedig and-re huurders te zullen vinden. Doch daar Van Oosten eenige weken weige rachtig bleef hem te betalen, geraakte einde lijkzijn geduld ten einde, en wilde hij liever de woning onbewoond laten, dan de bittere kwelling te hebb n, dat zij kosteloos door iemand bewoond werd. Én toen eenmaal zijn besluit genomen was, konden, zooals wij vernomen hebben, de dringendste smce-

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1908 | | pagina 2