Het Gestolen Kind,
Maatschappij
4 Oud-Pompiers
Aulomobielongeluk.
Mengelwerk. 24
BOPERIIVGflE.
Een Volksverlegenwoor-
diger-Burgcmeesler
in den Sleek
KAMER.
in die grachten die langs het gebouw
zijn.
Reeds hoopen deze vuilnissen zich
op opwaarts en neerwaarts der ge
zegde grachten, en verspreiden in de
omstreken een verpestenden stank.
Wat zal het zijn bij het naderen der
groote hitte
En zeggen dat verscheidene huis
houdens, samengesteld uit een zes
tigtal personen, verplicht zijn die
besmette wateren te gebruiken voor
hunne dagelijksche noodwendighe
den.
Niet waar, beminde lezers, dat de
openbare gezondheid het voorwerp
is der aanhoudende zorgen van den
heer Burgemeester
Wat zou het dan zijn indien hij er
niet voor zorgde
Benoeming.
Bij koninklijk besluit van 30 De
cember 1907, is onze stadsgenoot M.
Prosper Angillis, van het postbureel
van Yper, commis-chef benoemd.
Al onze gelukwensc'hen.
Met vergenoegen vernemen wij
dat de Maatschappij Oud-Pom
piers den 12 April aanstaande een
schoon concert zal geven, welk in
niets te wenschen zal laten.
In ons toekomend nummer zullen
wij het programma er van mede
deelen.
Zondag morgend,rond 10 ore, reed
de automobiel van M. Hubaut, Thiers-
plaats, te Tourcoing, op de steenweg
van Yper naar Veurne, in de richting
van Veurne. In tegenkant kwamen
twee wielrijders, Charles Bollengier,
16 jaar oud. winkelknecht bij M. Mon-
carey, te Brielen wonende, en Emile
Delannoy, 42 jaar oud, wonende te
Zillebeke. Op het oogenblik dat de
automobiel en de twee wielrijders aan
den draai van den weg kwamen, bij hot
kasteel van M. Vandenberghe, reed
de tram op den steenweg na de bar
rier van den ijzerweg overgereden te
hebben De locomotief wierp zooveele
stoomwolken, dat geheel den steenweg
er van vol was, en men niets meer kon
erkennen. Daaruit volgde dat de voer
der van de automobiel de wielrijders
niet zag, terwijl deze den automobiel
niet bemerkten.
De botsing was erg, en de twee wiel-
Tafereden uit het
Rotterdamsehe Volksleven.
IX.
Eene nieuwe ontdekking:.
Van Oosten is afwezig wilt gij weten,
lezer, waar hij zich bevindt Ga op de
Wijnhaven in het pakhuis van den heer
Yan Steenen daar is hij ijverig werk
zaam door tnssehenkonast van Karei is
hem de vaste betrekking van pakhuisknecht
opgedragen. 0»k bij hem heeft eene groote
verandering plaats gehad. Een toestand van
wanhoop en vertwijfeling is gevolgd door
een van stille berusting en hoop op de toe
komst hij begint in te zien van welke
vreeselijken aard de misdaad was, die hij
op het punt stond te begaan, en het berouw
heeft den weg naar zijn hart gevonden.
Karei Van den Oden,de edele menschvriend
staat dag en nacht als een hemelsch wezen
voor zijn geest, en wanneer hij in het pak
huis verschijnt, wordt het gelaat van den
knecht met een hoogrood overtogen, en valt
soms een traan, dien hij niet heeft kunnen
terughouden, langs zijne wangen.
Op den zonnigen winterochtend, waarop
wij het vertrek der zieke binnengaan, zien
we benevens de oppasster ook Karei Van
den Oden aan hare sponde. Tot nu toe had
hij haar dagelijks in gezelschap van zijn
medelid bezochtthans kwam h>j, om haar
zonder getuigen te spreken over hetgeen
hem op het hart lag. Na eenige oogenblik
ken de zieke over haren toestand onderhou
den te hebben, wist hij de oppaster ónder
rijders werden op de zijde der weg
geworpen. Beid n werden nog al ern
stig gekwetst. Chailea Bollengier he.fv
eene knie open en een been bijna ver
morzeld Emile Delannoy klaagt bij
zonder van inwendige pijnen De twee
gekwetsten werden in een huisje van
de buurt gedragen. De automobiel reed
aanstonds naar Yper, den doktor Die-
rick halen en brachten hem bij de
twee gekwetsten. Na het verwinden
der wonden, werden beiden naar huis
gebracht, de eene naar Brielen en de
andere naar Zillebeke.
De slaap was ten allen tijde het
toevluchtsoord en de roem des recht
vaardigen.
Zekeren avond der verleden week,
was de nachtwaker der statie van
Poperinghe, die zijne ronde maakte
bij de wagons die op het wijkspoor
stonden, niet weinig verwonderd er
een persoon in te vinden, liggende in
een diepen slaap op de edele kus
sens van een wagon van 2e klas.
Maar zijne verwondering veranderde
in verslagenheid wanneer hij vóór
hem eenen Burgemeester-Volksver
tegenwoordiger verkende die niets
gemeens had met dezen van Pope
ringhe, aangezien hij eene sport hoo-
ger was, deze zijnde der arrondisse-
ments hoofdplaats, van de stad Yper
zelf.
Wat gedaan, in zulk geval, de ar
me man verloor het hoofd niet, hij
ging zijne makkers gaan opzoeken
en men ging den statieoverste in zijn
bed zelf verwittigen. Allen kwamen
toe en waren eenstemmig om de ei-
genzelvighe-id van het groot person-
naadje te bestatigen cle vergissing
was niet mogelijk. Het was wel de
groote man waarover de stad Yper
en het feminism zich vereeren, maar
in welken staat was hij, lieve God
Een kind zou hem in drie stappen
gemeten hebben, en .zijn lichaam
bracht een gerucht voort dat zekere
lieden met klank gedurende hunnen
slaap laten hooren.
Eindelijk men beraadslaagt en
daar niemand goesting had de ver
antwoordelijkheid op zich te nemen
van zulken depot in de statie van
Poperinghe kwam men spoedig over
een aan Cesar weer te geven wat
aan Cesar toekomt en naar de stad
een voorwendsel te verwijderen, zette zich
daarna aan 't bed neder en zeide de
geneesheer heeft mij omtrent uwe ziekte
volkomen gerust gesteld en de hoop doen
opvatten, dat gij weldra uw bed zult kunnen
verlaten ik acht daarom het oogenblik is
gekomen, om u over eene zaak te spreken,
waarin ik zeer groot belang stel wellicht
zal ik treurige herinneringen bij u opwek
ken, doch tot mijn spijt mag ik mij daar
door niet laten wederhouden. Allereerst
moet ik zeggen, dat gij niets behoeft te vree
zen, en dat ik u mijne ondersteuning niet
zal ©ntrekken, om betgeen voor twintig
jaar heeft plaats gehad. s>
Vronw Yen Oosten ontroerde zichtbaar
en sloeg de oogen neder.
Weet gij wie ik hen vroeg Karei
na een wijl stilzwijgens.
Mijn man noemt u mijnheer Van den
Oden overigens ken ik niet.
Mijn vader hebt gij gekend hij was
pakhuismeester bij den heer Van Steenen,
terwijl gij de kindermeid van mevrouw
waart
Groote God zijt gij den zoon van Van
den Oden, die in het dolhuis zit? Ja,
e« die heer Van Steenen, daarin door u en
Hoefnagels geholpen, zijn kirrd ontstolen.
Vrouw Van Oosten slaakte eene bitteren
gil en verborg het gelaat in het hoofdkus
sen het geheim, dat zij mede in het graf
dacht te nemen, was dus ontdekt geworden.
Stel u gerust, n sprak Karei verder,
de hand van God heeft u reeds genoeg
zaam getroffen ik zal uw lijden niet ver
meerderen. De heer Van Steenen weet niets
van uwe medeplichtigheid, en hoogstwaar
schijnlijk zal die hem wel altijd verborgen
blijven. Hij is in de vaste overtuiging, dat
hij zijn kind nimmer zal wederzien het
Yper terug te zenden wat hare wet
tige eigendom is.
Daar de treinen op dat uur niet
meer in werke zijn, deed men bij
hoogdringendheid een huurrijtuig
komen, men trok den magistraat uit
zijnen neteligen toestand om hem in
het rijtuig" te zetten onder de bewa
king van eenen bediende van den
ijzeren weg en na twee uren nachte
lijk rijden kwam hij gelukkiglijk toe
in zijn leengoed van Yper.
Gered, mijn God de Yperlingen
en dezen van Poperinghe mochten
eindelijk adem halen
Alles is goed wat goed eindigt,
maar 't is gelijk, men zal in langen
tijd dezen nacht niet vergeten in de
statie van Poperinghe.
Wie te gemakkelijk zich vaak té slapen legt
Is dikwijls in de klem of ineen trein te recht.
Vaart van de Lei naai*
d'Yperlée.
Vraag gesteld door M. NOLF aan
den heer Minister der openbare wer
ken
Een crediet van 400,000 fr. werd
op de begrooting van het jaar 1906 in
geschreven voor de voltooiing der
vaart van de Lei naar de Yperlée, en
den 30 April 1907, liet de heer Minister
der openbare werken weten, (in eenen
brief,aan de katholieke volksvertegen
woordigers, die ruchtbaar gemaakt
werd), dat hij den dienst '-an Bruggen
en Wegen van West-Vlaanderen gelast
had hem bij hoogdringendheid voor
stellen te onderwerpen met het oog op
de uitvoering ten titel van proefneming
van eene snede der vaart in de groote
gracht.
Zou de achtbare minister ons niet
willen laten weten
A Welke onder de voorstellen die
onderworpen zijn geweest deze is die
aangenomen is geweest
BWelke de gewichtigheid is der
voorziene werken
C. Wanneer het departement denkt
de uitvoering te beginnen
Antwoord
van den lieer Minister.
Er is prkend geweest dat, zélfs in
het geval dat zij zouden voldoening
gegeven hebben, de beproeving van
verdediging in zand, waarvoor mij
voorstellen gedaan zijn geweest, geen
zeker besluit konden geven tot het op
lossen van de zeer netelige zaak van de
voltooing der vaart der Leie naar de
Yperlée, in behoorlijke hoedanighe
den van standvastigheid.
Vervolgens, vond ik het onnoodig
onderzoek, dat ik sinds langen tijd heb in
gesteld, bewijst dat ik die overtuiging niet
deel. Weet gij water met het kind gebeurd
is
Door schaamte bevangen, stond vrouw
Van Oosten op het punt hare medeplichtig
heid aan den diefstal te ontkennen doch de
vrees om den man, die haar zooveel goeds
had bewezen en daarbij zoo goed ingelicht
scheen, te bedriegen, hield haar terug
stamelend zeide zij het kind is... dood
Dood, zegt gij hoe weet gij zulks
«Uw vader heeft mij verhaald, dat het
kind weinig tijds nadat hij het gestolen had,
gestoi ven is.
Maar het kind moet volkomen, gezond
zijn geweest, toen de heer Van Steenen het
verloor Dan is zulks eene plotselinge dood
toch, minstens gezegd, onbegrijpelijk te
achten... n
Ik heb meer dan een gedacht.
«Wat hebt gij gedacht, n vroeg Karei
haastig, wijl zij hare woorden afbrak.
Dat het kind willioht vergeven is.
Rechtvaardige God sprak Karei
dit denkbeeld was hem nog niet voor den
geest gekomen.
Waarom hebt gij dk gedacht vroeg
hij na een oogenblik zwijgens.
Vooreerst om het plotselinge van den
dood des kind, ten tweede om het geheim
zinnige van het begraven van het lijkje.
1 Wat is er dan met het lijkje gebeurd
«Naar mij vrouw Lammens,eene vrouw,
die... d
Ja, sprak Karei, die vrouw heeft
mij opgepast tijdens mijne ziekte...
verhaalde, heeft uw vader het lijkje
op een stukje gronds begraven, dat hij
achter zijne woning had, bij welke begrafe-
tot gezegde beproevingen over te gaan,
en voor de volfooirig der vaart heb ik
de spoedige studie voorgeschreven, van
eene radicale oplossing die alle vrees
van nieuwezakkingbuzou vermijden.
Het
overgenomen personheel
van YVest-Vlaamleren.
Vraag door M. NOLF gesteld aan
den heer Minister van spoorwegen,
posterijen en telegrafen
Het bestuur der spoorwegen van
den Staat komt eenen werkman weg te
zenden die deel maakte van het. per-
souneel der maatschappij van spoor
wegen van West-Vlaanderen sedert den
16 April 1905 en een der schuldvenf-
f'enaars van gezegde compagnie schrijft
hem Wij betreuren het niet te kun
nen tusschenkomen in uw geschil met
het bestuur der spoorwegen van den
Staater volgt inderdaad uit de in
lichtingen die wij bekomen hebbeD,
dat het ten gevolge is van een genees
kundig onderzoek dat de Staat aan
uwe diensten moet verzaken.
Is M. de Minister van meening dat
de overeenkomst van overname der
spoorwegen van West-Vlaanderen, hem
het» recht geeft de beambten en werk
lieden weg te zenden die niet zouden
als gezond erkend zijn en, zoo ja,
denkt hij niet dat er zouden dienen
maatregelen genomen te worden om
agenten in den dienst van den Staat te
houden die niets misdaan hebben en
die door de overname zich van eene
bediening beroofd zien waarop zij
konden rekenen
Antwoord
van den heer Minister.
De overeenkomstgesloten tusschen
den Staat en de maatschappij der spoor
wegen van West-Vlaanderen draagt dat
de ambtenaars, bedienden én gezonde
werklieden deelnemende aan de uitba
ting, zullen overgenomen worden door
den Staat.
Deze is dus in recht de agenten te
verwerpen die niet in gezonden staat,
't is te zeggen, die niet bij machte zijn
regelmatig al de vakken van hun ambt
te vervullen. Nochtans, het beheer
maakt niet gansch gebruik van dit
recht.
t In zitting van 27 Februari, tijdens
de bespreking der begrooting, ant
woordende aan M. üillès de Bélicby,
zegde ik het volgende
De overeenkomst gesloten tus
schen den Staat en de maatschappij
der spooiwegen van West-Vlaanderen
stelt vast dat al de gezonde werklieden
deelnemende aan de uitbating, zullen
overgenomen worden door den Staat
welk hunne oude ook zijWat verstaat
men bij gezonde werklieden Het zijn
dezen die bij machte zijD regelmatig
al de vakken van hun ambt te vervul
len, en ik voeg er bij, om te toonen tot
nis, zooals zij mij verzekerde, zij zelve te
genwoordig is geweest.
Hebt gij geloofd, dat zij de waarheid
sprak, toen zij u deze inededeeling deed
Ik had geen reden er aan te twijfelen
waarom zoo vrouw Lammens mij bedrogen
hebben n
Hoefnagels heeft tot aan zijn dood ge
meend, dat het verhaal der begrafenis uit de
lucht gegrepen en alleen gedaan was, om de
aandacht van 't kindaf te trekken. Jammer
dat die vrouw Lammens dood is, anders
Is zij dood n viel vrouw Van Oosten
hem in de rede. 't Is ook wel mogelijk,
vervolgde zij, ik heb haar sinds driejaren
niet gezien, en haar leeftijd in aanmerking
genomen, is het niet onmogelijk, dat zij
overleden is.
Ik veronderstel sléchts dat zij dood is,
wijl ik haar niet heb kunnen opsporen
daar zij, zooals gij zegt, voor drie jaren nog
leefde, wil ik de hoop voeden, dat zij nog
niet gestorven zijWaar woonde zij toen
maals n
In de Korte Wagenstraat, 't Huis,
waarvan zij met twee dochters, die we luwe
waren, een paar kamertjes op de derde ver
dieping bewoonde, was haar eigendom, en
zij leefde van de huur, die het overige ge
deelte opbracht.
Wat deed zij vroeger voor den kost,
toen zij in de Raamstraat woonde
t Daar en op andere plaatsen, waar zij
later gewoond heeft, verdiende zij'veel met
geldschieten.
Geldschieten d vroeg Karei verwon
derd.
Ja, wanneer iemand geld noodig had,
ging hij naar vrouw Lammens en leende
van haar eene zekere som tegen of zonder
pand, in het laatste geval als hij haar van
'"-.j i i-
■■■■■■IIIIIIIIIMIIIIUBMIMMM—UB—I
ZEDELES.