Het Gestolen Kind, Vraag. Mengelwerk. 29 Hel wit sieen van Euville. Een en ander. M. Van Merris had het goed ge vonden op nieuw te spreken van het bouwen van een bruggetje op de Leie te Wervick, werk dat insgelijks besloten was volgens -de geloofwaar dige verzekeringen der hoofden van de Ypersche klerikale partij. En zeggen dat de godsdienst ons leert dat leugentaal zonde is. Wij drukken nogmaals de vraag en het antwoord over voor de stich ting der kiezers die geloof hechten in de kiesbeloften der Ypersche kle rikale hoofdmannen. VRAAG. Verscheidene keeren heb ik de eer ge had u het maken aan te bevelen van brug1 -getjes voor voetgangers aan de beweegbare bruggen te Wervick en te Comen. 7,000 tot 8,000 werklieden moeten er viermaal daags overgaan om te gaan wer ken in Frankrijk en dikwijls gebeurt het dat, deze bruggen gedraaid zijnde, deze werklieden op het gepaste uur in de fabriek niet kunnen aankomen en zich blootstellen aan berispingen van hunne meesters en zelfs aan boeten. Ware het niet mogelijk ten spoedigste een einde te stellen aan dezen plagenden toestand ANTWOORD. Zooals het in verscheidene omstandig heden bewezen is geweest, zouden geene bruggetjes voor voetgangers kunnen ge maakt worden te Comen en te Wervick, dan tijdens de uitvoering der verbeterings- werken die aan de Leie te doen zijn. Deze laatste werken moeten besloten worden in overeenkomst met de fransche Regeering, waarmede mijn departement in onderhandeling is. Ik voeg er bij dat de draaibruggen ge sloten zijn gedurende de gewone uren van den doorgang der werklieden. -* Wij bedanken rechtzinniglijk M. Van Merris ons de gelegenheid ver schaft te hebben zijne zeldzame goede trouw en deze zijner vrienden te laten bewonderen. Onze klerikale volksvertegenwoor digers zijn niet bekwaam iets te ver krijgen voor ons arrondissement. In de zitting van 29 April 1908 heeft M. Nolf de volgende vraag ge steld aan den heer Minister van Spoorwegen Zou de achtbare Ministe» ons kunnen laten weten A. Of wij te rekenen van den in Mei aanstaande het rekenboek van den Staat zullen hebben in vervanging van dat der Compagnie van West-Vlaanderen, zooals het de heer Minister het liet voorzien in de zitting van 27 Februari 11. B. Of de veranderingen aan de uurtabel der treinen van het oude net van Vlaande ren nakende zijn Tafereelen uit het Rotlerdamsche Volksleven. XI. Het raadsel wordt opgelost. Een doorsnijdende gil klonk door de kamer Van den Oden had de oogen geo pend en Van Steenen herkend hij lette niet op de pijnen, die zijn lichaam folter den, maar wendde het hoofd af terwijl hij uitriep wee mij, rampzalige de hel woedt in mijn binnenste O wat heb ik weinig genot van mijne wraak gehad j> a Maar, vader spreek dan om Gods wil smeekte Karei, ziet gij niet, dat mijnheer Van Steenen van verlangen vergaat, om van u het. woord te vernemen, dat hem zijn zoon zal teruggeven. Welnu, Van Steenen, neem uw zoon, hij staat voor u, Karei is mijn zoon niet hij is d« uwe Een donderslag bij een onbewolkten hemel had Van Steenen en Karei niet meer kunnen doen ontstellen dan deze woorden. Beiden traden verschrikt terug, en Amelie omklemde schreiend hare moeder. Haar echtgenoot was dus niet alleen de deelge noot maar ook de zoon van den alom geach- ten koopman. Nauwelijks was Van Steenen weder in staat te spreken of hij riep mensch, doet gij ons gelooven. dat gij nog nimmer krankzinnig zijt Neen, ik weet wat ik zeg, antwoord de de zieke, ik heb de waarheid gespro ken. Men weet dat de kwestie der ver eenzelviging der rekenboeken voor gevolg moet hebben aan de reizigers toe te laten de kaartjes van gaan en keeren te benuttigen met bij de terugkomst een anderen weg te ne men als dezen die men bij het gaan genomen heeft. Hen toe te laten, bij voorbeeld, naar Brussel te gaan langs Yper-Kortrijk-Oudenarde en terug te komen langs Gent-Lichtervelde en Rouselare. Alle oogenblikken zijn reizigers bedrogen, daar zij niet kunnen be grijpen dat het kan zijn, nu dat ge heel het net in de handen van den Staat is, dat de reizigers op onze lijnen dezelfde gunst niet genieten die op de lijnen van den Staat be staat. In ons naaste nummer zullen wij het antwoord mededeelen op deze vraag, door den heer ministér ge daan. Dit is een iransch steen, heden daags aan de .mode, (gelijk dat van Avennes het over vijftig jaar was), welk men thans gebruikt aan het herbouwen van den zuidkant der S' Maartenskerk. In de zitting van den gemeente raad van 18 April jl. heeft M. Bou quet aan den Schepenraad kenbaar gemaakt dat. volgens zekere geruch ten hier ter stede in omloop ge bracht. het steen geleverd voor bovengemelde herbouwing niet be antwoordt aan de voorwaarden ver- eischt bij het lasten kohier der aanbe steding. Onze stadsmeier die nooit met niet verlegen is en op alles veerdig is te antwoorden, heeft verklaard dat, naar de inlichtingen genomen door den Ingenieur der Provincie, het bewezen is dat het gebruikte steen wel zeker voortkomt van de rotsgroeven van Euville. Deze uitleg heeft natuurlijk den raadsheer Bouquet voldaan. Wat ons betreft, wij wenschten te vernemen van wie de heer provin ciale ingenieur die Brugge bewoont, zijne inlichlingen bekomen heeft Is het van personen die volstrekt geen belang in de zaak hebben of wel door bestuurlijke briefwisseling? De herkomst der steenen, indien zij rechtstreeks van Euville naar Yper vervoerd worden, kan bij vracht brief vastgesteld of bewezen worden. Maar zijn er in de steengroeven geen deelen de eene veel zachter dan de Maar hoe kan dat mogelijk zijn hoe zij't gij in het bezit van mijn kind geko men. Ik heb het u ontstolen Genadige God rampzalige hoe liet gij u tot dergelijke zaak verleiden Welke duivel gaf u in mij en mijne vrouw zoo diep in het ongeluk te storten. De duivel der waarheid gij hadt mij de dochter van Oostendorp ontnomen, daar om ontnam ik u uw zoon. Dus dan is het inderdaad waar, dan is Karei mijn zoon, mijn Antoon, dan is geen twijfel mogelijk De lijder schudde ontkennend met het hoofd. Antoon, Antoon, dierbaar, geliefd kind, kom aan mijn hart En vader en zoon hielden elkander nauw omklemd en stamel den, vader, Antoon Vader klonk het in een hoek des vertreks. Amelie snelde toe en voegde zich bij het gelukkige tweetal. Ja, Amelie, sprak Van Steenen heete tranen schreiende, «ja gij zijt ook mijn kind. God heeft toe gelaten, dat mij één kind ontnomen werd. Hij geeft mij er twee weder. Zijn naam zij geloofd D erbare Antoon was het wijl gij mijn zoon waart, dat ik u altijd zoo hartstochtelijk beminde dat mijn hart zich Zoodanig tot u voelde getrokk-en dat uwe moeder zich steeds zoo innig verheugde in uw geluk O wat zal zij zalig zijn, als zij den zoeten naam van moeder nog eens hoort uitspreken, als zij het kind mag om helzen, dat zij dacht nimmer te zullen wederzien Kom, wat toeven wij o snel len, vliegen we tot haar doen wij haar ook vreugdetraneiï storten... Nu volgden nieuwe omhelzingen van Van Steenen en de leden der familie Schunr- andere en dus dienen verworpen te worden Wij hadden liever gezien dat een onafhankelijk en onpartijdig mijnbestuurder of deskundige vak man, de steenblokken bij het werk aangebracht zou nagezien hebben om alzoo allen twijfel wegens hunne vereischte hoedanigheid op te los sen, alvorens die te laten gebruiken. Wat misschien tot geklap aanlei ding heeft gegeven, is, dat ouderlin gen beweeren, met reden of niet, dat het Euvilles steen zich even gemak kelijk laat zagen en kappen dan het Avennessteen met welke zij over eene halve eeuw onze monumenten hebben zien herstellen. Ook, volgens de besprekingen in de wetgevende Kamers en het schrij ven in de dagbladeren, wegens de nutteloosheid der Mont des Arts, zal het steen van Euville, heden ge bruikt, in vijftig jaar afbrokkelen. En zeggen dat wanneer onze voor ouders hunne prachtige monumen ten, die wij heden bewonderen, stichtten, zij altijd bouwstoffen ko zen die gedurende vijf en meer eeu wen weervast stonden. Zij kenden het cement niet maar zij wisten mortel te maken waarmede zij met sten en-die zoo hard werd als het steen zelf. Voor slot, veroorloven wij ons te vragen aan wie het ontvangen der bouwstoffen, de control en het ver- eischt toezicht der belangrijke en kostelijke werken aan Sl Maartens kerk toevertrouwd werden Zulks kan toch zeker aan den ingenieur bouwmeester, maker van de plans, alléén niet zijn overgelaten, want hij heeft er weinig of geen tijd toe, daar hij overlast is door zijne ambtsbe dieningen en de menigvuldige ont werpen die hij te maken heeft voor allerhande kloosters en kerken. Wanneer zullen wij de aanbeste ding hebben van de besteeniging der Maloulaan waarover men sedert drie jaren spreekt Het is nu 't oogenblik, denken wij, de werken te beginnen, maar men zal misschien met deze herstellingen doen, gelijk met al de andere werken, dezelve den toekomenden winter beginnen, wanneer de dagen kort zijn en dik wijls onderbroken worden door slecht weder. In afwachting zouden de bruggen en wegen een nuttig werk doen met den macadam in goeden staat te stellen, die nu in een beweenlijken staat is. man allen wenschten elkander geluk met de heugelijke ontdekki'ng en drukten hunne vreugde en voldoening uit over de vereeni- ging der beide farailiën Toen de eerste vervoering een weinig bedaar d was, dacht men weder aan den on- gelukkigen lijder Van Steenen trad tot zijne sponde en zeide Verhaal mij hoe gij-- Ach neen, vader, viel Antoon hem in derede, bespaar hem dit verhaal, ik zal u alles mededeelen. n Hoe gij weetalles Reeds sinds meer dan een half jaar, behalve dat gij mijn vader zijt Een briefje, dat Amelie's vader toevallig in de handen was gekomen, leerde mij, dat het hoogst waarschijnlijk de man was, dien ik a's mijn vader beschouwde, welke u uw kind ontstal daarna kwam ik een der medeplich tigen op het spoor en weder eenigen tijd later de tweede, en hedenmiddag leerde ik eene stokoude vrouw kennen, die insgelijks de hand in het verfoeilijk bedrijf schijnt gehad te hebben. En waarom mij dat alles niet medege deeld Mocht ik u den misdadiger, die mijn vader was, noemen Antoon, gij hebt een edel hart ik heb het honderdmaal tot uwe moeder gezegd, thans zeg ik het u zeiven... Gij weet nog niet alles, sprak Schuur man, de twee medeplichtigen waren uw knecht en kindermeid de eerste heeft Karei in vrede doen sterven, de tweede heeft hij van den hongerdood gered, na haar man van een zelfmoord teruggehouden te hebben en hoe heeft hij den ongelukkige verpleegd, j dien hij zijn vader noemde Antoon, gij... Daar wij van de Maloulaan spre ken, verwondert het ons grootelij k.s dat deze die gelast is met het plan ten der boomen en met hun onder houd nog geen verdroogden boom vervangen heeft sedert twee jaren. Wij trekken daarop de aandacht van M. Wie het toekomt. Wij hebben met genoegen besta- tigd dat de enkele rhododendrons die verleden jaar geplant zijn geweest vervangen zijn geweest door gegrif felde rhododendrons. Het is eene gelukkige verandering wanneer zij zullen bloeien zal het zeer schoon zijn mochten zij goed besproeid worden in den zomer, want het is eene plant die vochtigheid vraagt. Aan den ingang van iederen we gel heeft men hulsten geplant zij schijnen er zeer ellendig en klein uit voor dien hof die te veel groen en geene bloemen genoeg heeft men zou de rhododendrons kunnen om ringen met eene reek geraniums. Op de binnenwandelwegen hebben wij met spijt gezien dat straatben gels jonge populieren gebroken en nieuwe beplantingen beschadigd hebben. Wat men er van zegge, de opvoeding der Ypersehe jeugd laat veel te wenschen. Zou men geene strengere verordening kunnen uitge ven over het verkeer onzer lanen dat het Bestuur het voorbeeld volge van Duitschland waar men zeer streng is maar waar de hovingen zeer schoon en wel onderhouden zijn. Geen een kind, beneden de veertien jaren oud, dat niet verge zeld is van zijne ouders of van ver antwoordelijke personen, mag in de waranden of in de hovingen treden. De straffen zijn streng en stipt toe gepast. 't Is waar, in dat land vreest de overheid niet eenen kiezer te misdoen. Zou men niet, op een plankje dat nevens de ingangdeur van het poli- tiebureel gehangen is, aan de vreem delingen, die begeeren het Stadhuis en de Halle te bezichtigen, kunnen laten weten dat zij moeten ingaan langs den noordkant der Halle, 's morgens van 9 ure tot 's middags en 's achternoens van 2 tot 5 ure. Het ware eene kleine uitgave voor de stad, maar men zou een grooten dienst bewijzen aan de reizigers die dikwijls de stad verlaten zonder die belangrijke en schoone gebouwen van binnen gezien te hebben. Deze aankondiging zou moeten in vier talen gemaakt worden. Neen, vader, God komt alle eer toe, ik was slechts een werktuig in Zijne hand, sprak Antoon haastig, daar hij eene nieuwe lofreden voorzag, en voegde er bij dier bare vader, laten wij thans een oogenblik ons geluk vergeten en ons bezighouden met den ongelukkige, die voor zijne misdaad door den Hemel zoo ontzettend gesfraft is. Hij heeft nog slechts weinig tijds te leven, de chirurgijn heeft zulks verklaard 0, zal hij in vrede sterven, dan heeft hij uwe ver giffenis en die van mijne moeder noodig de mijne heeft hij reeds... Van Steenen verzonk in diep nadenken, waarom de omstanders in bange vrees ge raakten, dat hij zich wellicht te zeer gekrenkt gevoelde door de door Van den Oden ge pleegde misdaad, om hem vergeving te schenken. Doch hunne vermoedens bleken opgegrond te zijn Van den Oden, sprak van Steenen op plechtigen toon. Ik vergeef, wat gij mij gedurende twee en twintig jaren heb doen lijden ik denk alleen aan het geluk, dat mij thans te beurt valt, en vergeef u daarom van ganscher harte moge ook God u gena dig zijn,., De zieke zwom in tranen. God, snikte hij, «waaraan heb ik dat verdiend Mijn hart breekt, nu ik hoor hoe het kind, dat ik eens zijne ouders ontrukte, voor mij om vergeving smankt, na mij sedert een aantal jaren de teederste zorgen bewezen te heb ben O breng mij van hier, vraag voor mij een bed in het gasthuis, om er ellendig en vergeten te sterven een duivel moet zich niet onder engelen bivinden... Neen, riep Karei, dat zal niet ge beuren, ik zal voor u zorgen zoo lang gij leeft al mocht ieder u schuwen, ik zal u verplegen, en als gij sterft, de oogen sluiten, niet waar, vader gij keurt dit goed KJ - -'ap

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1908 | | pagina 2