Stadsnieuws. Lantaarnaansteker, De Goudenpoorlestraat Het concert van 28 Juni laatst en het Journal d'Ypres. Iets over de leening van 850,000 franks. Mengelwerk. 9 LOTGEVALLEN EENER WEES. 1851 (Moniteur van 20) regelende den dienst der openbare scbuld, houdt de volgende schikkingen in die zulks ver bieden. Hier volgen ze 89. De bureelen van weldadigheid, de kerkfabrieken, de fundatiën van n beurzen en andere openbare gestich- t ten, mogen, noch verkoopen noch renten of kapitalen ten laste van den Staat overdragen, zonder bsmachti- ging van den Koning echter mogén zij er aankoopen met toestemming van den bestendigen provincieraad. s 00. De besturen der gestichten in het voorgaande afdeelsel of paragraaf vermeldmogen voor hunne geadminis- treerden of beheerden, geene schuldvorde- ringen aanvragen ten laste van den Staat b nog deelhebbende certificaten van bijzon- i dere maatschappijen behouden. Zij moeten ingeschreven morden op 's lands grootboekonder de namen en hoe- danigheden der gestichten.... aan welke i> zij toebehoor en. %9iDe overtreders aan de schik- b king en voormeld zullende straf eener boete b ondergaan ten bedrage van het vierde der 71 waarde in kapitaal der schuldbrieven aan i) drager die zij niet- hebben doen inschrij- b ven. Deze straf zal ten bijzondere laste vallen d van de bestierders der zelfde gestichten zonder dat zij dezelve in hunne rekening van uitgaven mogen brengen. Zoo als men ziet, deze onderrichtin gen zijn duidelijk, maar ja, onder het tegenwoordig gouvernement, onze kle rikale politiekers onderwerpen zich er niet aan en veroorlooven zich alle slach van misbruiken en onwettelijk heden, indien zij maar aan hunne par tij kunnen voordeelig wezen. Hedendaags gaat het alzoo, degene, die door hunnen stand of hunne open bare bedieningen, het voorbeeld van eerbied aan de wetten zouden moeten geven, zijn de eerste om dezelve te overtreden, te ontgaan, te verdraaien of op hunne manier uit te leggen. Het is dus meer dan tijd dat deze staat van zaken die ons tot een echte waarboel leidt, een einde neme, in 't belang van het land en het behoud on zer instellingen. is voor de rijtuigen en voetgangers een der ongemakkelijkste straten van de stad, hetgeen niet te verwonderen is. Over drie jaar heeft het schepencolle ge, onder bedreiging van een proces er eene riool of suatie gelegd. Dit werk geëindigd zijnde heeft men de uitgra ving gevuld en onbekwame werklieden hebben de kasseien op zijne duivels weergelegd Sedert dien gaat men er op eene kalsijde in bulten en putten, zeer onaangenaam en leeiijk bovenal. De bestiering der gemeentewerken aan welke onze Burgemeester en zijne Journal, m alle gelegenheid lof toe zwaaien wegens hunne goede zorgen en ijver, och arme zullen zij nog lang wachten eer zij er toe besluiten dit ein- deke straat in goeden staat te stellen Er is aldaar eene fabriek van velos en een werkhuis voor het nikeleeren die veel arbeiders bezigt en er is ook eene standplaats of garage voor auto mobielen. Een effen en gemakkelijke kassei zou dus veel helpen tot de netheid der straat en terzelfdertijde het gevaar verminderen aan welke de inwoners en de voorbijgangers ten allen tijde en stond bootgesteld zijn door het in- en uitgaan der automobilen. Dat is eene dringende verbetering die te doen is en waarop wij de aan dacht trekken van ons schepencollege. Ons verhaal van het concert van 28 Juni 11-, heeft het geluk niet gehad aan het Journal d'Ypres te behagen. Om den slechten indruk uit te wisschen te weeg gebracht op talent volle muzikanten en op de alge meenheid der kenners, voor de mid delmatige uitvoering van eenige mu ziekstukken die op het programma van flat concert voorkwamen, kon digt onze godvruchtige confrater zijnen lezers aan dat M. A. Brun- faut, voorzitter van de Harmonie der Oud Pompiers het concert bij- woonde in de voorbehoudene ruim- te, en dikwijls het sein der toejui- chingen heeft gegeven M. A. Brunfant heeftde uitvoering van de eene of andere fantasie of wals, door het muziek van Wattrelos kun nen waardeeren op zijne manier en dezelve toejuichen, het is zijn recht. Wij hebben er niets op te zeggen. Maar het is niet min waar dat de samenhang ontbroken heeft en dat een der solos geheel en gansch mis lukt heeft. Wij zullen niet spreken van den wanklank, het Journal d' Ypres bekent dit punt ten volle. Wat de kwestie betreft der lof tui gingen aan deze muziekmaatschap pij door M. Colaert gegeven, is het advies van al onze verstandige me deburgers, dat de heer Burgemeester, een volmaakt koniediant is en blijft. Zal het Journal d' Ypres voldaan zijn Een goed liberaal abon neert zich aan DE WEER GALM ven van het onderwijs, hoe meer gen darmen en gevanghuizen. Dit is het kenmerk van alle kleri - kale regeeringen 1 Sedert de onvergetelijke overeen komst gesloten tusschen de stad en de gasmaatschappij De Brouwer en O van Brugge, zijn Burgemeester Colaert schepen Fraeys de beste maatjes van de wereld. 't Is alzoo dat om de stad uit de moeilijkheid te helpen waarin zij zich bevindt ten gevolge van haar onvoor zienig bestuur, er tusschen hun beide overeengekomen is volgens het schijnt, dat de Hospicen, van welke M. Fraeys voorzitter is, hunne portefeuille met waarden aan drager ter beschikking zullen stellen van het Schepencollegie om het noodig geld te verschaffen ter uitvoering der herstellingswerken en andere die de stad besloten heeft te verrichten en van welke eenige begon nen zijn. In eene geheime zitting den 10 Juni 11. gehouden heeft M. Colaert dit mid del aan de leden van den gemeenteraad kenbaar gemaakt ais zijnde het gemak kelijkste en voordeeligste voor de stad. In de openbare zitting daarop ge volgd, het jonge raadslid M. Biebuyck, wiens vader een der voornaamste leden van de Hospicencommissie is, en die vervolgens wei moet weten wat er al daar beslist is, heeft, voor de noodig- heid der zaak, gevraagd hoe dat de leening van 850,000 fr. zal kunnen ge daan worden, maar hij heeft tevens met ophef gesproken van den geldelij- ken toestand der stad die toelaat op eens zulke groote werken te onderne men M. Colaert, als echte komediant, heeft geantwoord dat, indien M. Bie buyck in de zitting met gesloten deu ren die kwam gehouden te worden, tegenwoordig ware geweest, hij er ver nomen had dat er onderhandelingen met de Hospicen aangegaan zijn opdat deze aan de stad in leening zouden ga ven, gelijk zulks gedaan is geweest te Brugge (1) voor de waterwerken, belgische rentetitels die tot waarborg zouden dienen voor het geld dat zij zoude ontvangen van den bank om de betalingen der werken te doen, en (1) In alles en voor alles nemen onze stad huismannen, deze stad tot voorbeeld, om hun ne misbruiken en onwettelijkheden te ver- scboonen DE Uit het Engelsch. Zevende hoofdstuk Het eerste g-ebed. To huis miste men hem zeer want daar hij door de week bij zijn patroon sliep, had hij zelden tijd om Zelfs maar een vluchtig bezoek aan zijne moeder te brengen, behal ve des Zaterdags wanneer hij des avonds naar huis kwam om daar den Zondag over te brengen. Zaterdag avond was dus juf vrouw Sullivan's gelukkige avond, en de sabbat werd meer dan ooit, een gezegende dag voor haar. Toen Willie op den avond, waarvan wij speken, met zijne moeder te huis was geko men, zette hij zich bij haar en zijn groot vader neder en een uur lang bleef het gesprek tusschen hen zeer levendig. Willie kwam nooit te huis of had veel van de ge beurtenissen der afgeloopene week mede te deelen, menige kleine anekdote te vertellen, menige omstandigheid die met den winkel, de klanten zijns roeesters den apotheker, of zijns meester huisgezin waarmede hij aan tafel at, in verband stond. Jufvrouw Sulli van stelde belang in alles wat Willie belang inboezemde en het was gemakkelijk te zien dat de oude grootvader zich meer met den knaap vermaakte dan hij wilde laten blij ken want hoewel hij strak naar den grond zulks tot den dag dat de gestemde leening voordeelig zoude kunnen ver wezenlijkt worden. De burgemeester heeft er bij gevoegd dat hij overtuigd is dat de Hospicen, voor hunne leening van rentebrieven, geene schadeloos stelling zullen eischen daar het eene loutere dienst is die zij aan de stad zouden doen en die alle waarborg biedt 1 MM. Begerem en D'fluvettere niet voldaan zijnde over deze verklaringen, hebben het gevoelen uitgedrukt, dat, indien de Hospicen voor hunne leening van titels, eene vergoeding vragen, het alsdan veel beter ware, de leening van 850,000 fr. aanstonds te doen. De eerstgenoemde dezer raadsheeren, heeft zelfs er bijgevoegd dat indien hij over deze leening geen voldoenden uit leg bekomt, hij geen hoegenaamde uitgaven meer zal stemmen. Beatatigen wij hier, dat gedurende gansch de beraadslaging, M. Fraeys stilzwijgend is gebleven, gevoelende, zonder twijfel, in welken valschen toestand hij zich bevindt als schepen en voorzitter der Hospicen. Ook is het groot bezwaar van door één man twee onvereenkomende bedieningen te laten bekleeden. Herhalen wij het hier nog maals, dat, ten allentijde en onder alle staatsbeheeren die zich opgevolgd hebben, dezelfde bedieningen als on- overeenbaar geoordeeld en zelfs verbo den zijn geweest. Die middels tot welke MM. Colaert en Fraeys hunnen toevlucht nemen om zich geld te verschaffen ter betaling van de openbare werken die de stad tegenwoordig doet uitvoeren, is, vol gens ons oordeel, onregelmatig en on wettig. Ook vragen wij ons af, of de heer ontvanger der Hospicen onder welker bewaring en verantwoordelijkheid het overgroot kapitaal aan den arme be- hoorende, geplaatst is, rentetitels uit zijn handen mag laten gaan op eene en kele bemachtiging van de godshuizen commissie of van de Schepenraad om die door een derden persoon aan een bank in waarborg of pand te geven, en dat misschien voor jaren lang Wij gelooven het niet, want zulks is grootelijks onvoorzichtig Ten andere, het hospicenbestuur heeft overigens het recht niet onver- gelde diensten van zuiken aard en aan gelegenheid, als deze welk het sche pencollege van hetzelve vraagt, te doen. Het is uitsluitelijk belast met het bewind der eigendommen, het inwen dig beheer der gestichten en het aan vaarden en verzenden der behoeftigen, overeenkomstig de wetten en regle menten er toe betrekkelijk. Wat meer is, de Hospicen mogen geen belgische schuldbrieven aan drager, in hun bezit houden. Het besluit van den Minister van Financiën in date van 18 Februari zat te kijken en niet scheen te luisteren, hoorde hij toch gewoonlijk al wat er gezegd werd, gelijk naderhand dikwijls bleek door de toevallige melding, die hij van het een of ander maakte Zelden vroeg hij iets, en dit was ook niet noodig, want jufvrouw Sulli van vroeg genoeg voor hen beide. Zelden maakte hij eenige opmerking. Behalve dat hem nu en dan eene ongeduldige uitroeping ontviel, waarmede hij zijne verachting voor een of ander persoon of voor de wereld in 't algemeen te kennen gaf, en waardoor hij dat wantrouwen in de menschen, dat onge loof aan menschelijke deugd en eerlijkheid openbaarde, hetwelk, gelijk wij reeds ge zegd hebben, een in het oog vallende trek van des grijsaards karakter was. Willie's levendigheid werd dan voor een oogenblik verdoofd want hij had alle menschen lief en vertrouwde iedereen, en de woorden van zijnen grootvader, met den toon waarop zij gesproken waren, vielen hem ijskoud op het jeugdige hart maar met de veerkracht der jeugd en van eenen blijmoedigen geest herstelde hij zich weldra, en praatte weer voort. Willie was niet bang voor zijn grootvader, die nooit streng voor hem geweest was, en zich eigenlijk nooit had bemoeid met de wijze waarop jufvrouw Sullivan haar kind behandelde maar som tijds voelde de knaap zich onaangenaam aangedaan, hoewel hij nauwelijks wist waarom, door des grijsaards gebrek aan sympathie met zijn warm gevoel. Bij deze gelegenheid was de oude Cooper, het ge sprek eindelijk op True Flint en zijn pleeg dochtertje kwam, buitengemeen bitter en scherp geweest, en toen hij z'jne lamp op nam om naar bed te gaan, besloot hij met te zeggen, dat hij zeer wel wist dat Geertje nooit tot iets anders dan last en verdriet voor Flint zou zijn, die een gek was dat hij haat"niet terstond naar het armhuis had gezonden. Toen de oude man de kamer verlaten had volgde er eene poos stilte, en daarna riep Willie uit Moeder, waarom haat grootvader de menschen toch Maar dat doet hij niet, Willie. Ik wil ook eigenlijk niet zeggen haten want ik geloof niet dat hij dit juist doet maar hij schijnt toch niet veel werk van iemand te maken denkt gh wel dat hij dat doet O, ja zeker, antwoordde jufvrouw Sullivan, hij toont het niet veel, maar hij maakt toch veel werk van u, Willie, en hij zou voor de geheele wereld niet willen dat mij een tegenspoed trof en hij houdt ook van buurman Flint, en... O ja, dat weet ik natuurlijk wel, en dat meen ik ook niet maar hij denkt niet dat er veel goeds in de menschen steekt, en schijnt niet te gelooven dat het met iemand goed zal afloopen, en... Gij denkt aan wat hij over kleine Geertje zegde. - Ja, maar zij is de eenige niet. Dat is het wat mij er nu van doet spreken, maar ik heb er al dikwijls opgelet, vooral sedert ik niet meer te huis ben en maar eens in de week hier kom, Ik denk alles goeds van mijnheer Bray en toen ik van avond ver telde hoeveel goed hij deed, en hoe vriende lijk hij was voor de oude jufvrouw Morris en hare zieke dochter, keek grootvader alsof hij het niet geloofde, of het toch niet veel telde. -~ Ja maar Willie, antwoorde jufvrouw Sullivan, gij moet u daarover niet erg ver- •wonderen. Grootvader heeft veel teleurstel lingen gehad. Gij weet wel dat hij alle goeds van oom Richard verwachtte, en er kwam toch geen einde aan het verdriet dat hij van hem had en dan Tante Sara's man hij scheen zulk een knap man te zijn toen Sally met hem trouwde, maar hij be droog vader schrikkelijk op het laatst, zoo dat hij zijn huis in de High-Street moest verpanden en eindelijk geheel verkoopen. Hij is nu dood en ik wil niets tegen hem zeggen maar hij heeft zich niet gehouden zooals wij verwacht hadden, en dat heeft Sailly het hart gebroken, geloof ik. Dat was eene schrikkelijke beproeving voor vader, want zij was de jongste en was altijd zijne lievelinge geweest. En kort daarna kreeg moeder hare laatste ziekte, en toen had zij een slechten dokter die haar rnedecijnen gaf, waarvan vader altijd gedacht heeft dat zij haar meer kwaad dan goed deden. O, als ik alles zoo bedenk, heeft hij veel om hem al les van den donkersten kant te doen bezien maar gij moet u dat alles niet aantrekken, Willie, gij moet maar oppassen dat gij zelf goed uitvalt, mijn zoon, en dan zal hij er trotsch genoeg op wezen. Hij is zoo in zijn schik als hij maar zijn kan, wanneer hij u hoort prijzen, en verwacht nog eens groote dingen van u. Daarmede eindigde het gesprek maar niet voor dat de knaap een vernieuwd be sluit had genomen, dat hij, als hij gezond heid en krachten behield, zijn grootvader zou bewijzen dat de hoop niet altijd bedrie- gelijk, en de vrees somtijds ongegrond was. O, hoe heerlijk is het voor een jong mensch, wanneer hij altijd eene edele; on baatzuchtige beweegreden voor den geest heeft Welk een aansporing is dit tot krachtsinspanning, volharding en zelfver loochening Wordt voortgezet.) OF DE

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1908 | | pagina 2