Lantaarnaansteker, Stadsnieuws. Mengelwerk. 12 LOTGEVALLEN EENER WEES. De stemmen onzer Senatoren. Openbare werken aan de Haile. Ik ken geene overname van zaken waar men wil handelen zonder dat men al de elementen onder de oogen heeft die van aard zijn om oua goed in te lichten. En wanneer men eene zaak doet, is het zeer zelden dat deze die koopt niet vraagt om het voorwerp te bezichti gen dat te koopen is. Indien hij ernstig is, zal de kooper, na de aanbiedingen gehoord en gewogen te hebben, zal deze willen nazien vooraleer den koop te sluiten. Welnu, men ziet wel dat in zake van caoutchouc, ivoor, verschiliige oliën, mijnrijkdommen, er talrijke aanhalingen zijn, zooveel talrijke ho pen, maar geene klaarziende en tast bare bewijzen. Ik acht dus dat de elementen van het vraagstuk onvolledig zijn, dat de markt die ons aangeboden is geene goede zaak uitmaakt en, van dan af wil ik niet, voor wat mij aangaat, mij genoegzaam onderricht verklaren om mijn land mede te slepen in hetgeen ik eene avontuurlijke onderneming zou noemen. Ais het den handelaar of den nijve- raar geldt die een deel zijner centen waagt, hij verbindt maar zich zeiven Indien het, integendeel, de natie geldt, het zijn noch de leden der Regeering, noch de volksvertegenwoordigers en senatoren, noch de koloniale partij die met hun persoonlijk fortuin zullen betalen, maar wel het gansche land. Niet meer sprekende van eene goede zaak die te verhandelen is, maar zich bepalende bij de kwestie van gevoel', ik zou verstaan hebben, tot een zeker punt, indien de overname van den Congo gedaan war6 geweest zonder- voorwaarden gelijk zij kon gedaan zijn krachtens de vroegere overeenkomsten zelve zou ik begrepen hebben, zeg ik, dat het gouvernement ons duidelijk kwarae zeggen De Congo belgisch zijnde in feite, achten wij dat Belgie hem niet mag verlaten. Ik beken dat ik, in deze voorwaar den, de aanhechting zou gestemd heb ben, en ik denk mij niet te bedriegen dat ze zou gestemd geweest zijn met eene overgroots meerderheid. Maar er is geen sprake meer daar van Men legt de overname voorwaar den op aan dewelke ik niet kan toe stemmen, wat meer is, ik ben niet gerustgesteld over de toekomst onzer wederlands be betrekkingen. Ziedaar de beweegredens voor de welke ik volgens mijn geweten, wei ger wateeuigen een geschenk noemen. Ik voeg er bij dat men in zaken geen geschenk kent het woord is niet com- merciaai. Ik steun dus mijne stem op dit be grip van het openbaar last dat de bijzondere belangen van den lastdrager moeten verdwijnen voor de belangen van het land DE Uit het Engelsch. Negende Hoofdstuk Eene niewe vriendin. De droefheid van het kind was besmette lijk en voor de eerste maal sedert jaren, schreide Amelia bitterlijk over hare blind heid. Ditduurdeechtersleehts eenige oogenblik ken. Zich snel herstellende, poogde zij het kind insgelijks te doen bedaren. Stil, stil sprak zij schrei zoo nieten en zeg niet dat het al to erg is. Het is niet al te erg ik kan het heel wel dragen. Ik ben er aan gewoon en volkomen verge noegd. Ik zou in het donker niet vergenoegd zijn ik zou er een grooteri hekel aan heb ben, sprak Geertje. Ik ben niet blij dat ge blind zijt ik ben er waarlijk bedroefd om. Ik wenschte dat ge mij maar kondi zien en alle andere dingen. Kunnen uwe oogen niet open gemaakt worden Neen, antwoordde Amelia, nooit. Maar daarover willen wij nu niet meer spreken laten wij liever over u praten. Ik wilde weten wat u doet denken dat gij zoo leelijkzijt. Omdat de inenschen zeggen dat ik een ieelijk kind ben, en dat niemand van leelijke kinderen houdt. Indien ik het noodig vind de houding te bevestigen die ik aanneem in deze plechtige stemming, 't is dat ik buiten deze zaal eene hooge plaats bekleed, deze vau Voorzitter der handels-kamer van Brussel, na de eer te hebben gehad de koophandelsrechtbank der hoofd stad te hebben voorgezeten. Eenige vrienden schijnen niet te be grijpen dat ik om deze verschillende redens niet een overtuigden voor stander gebleven ben van de aanhech ting. Handelaars en nij veraars. het vraagstuk niet beatudeerende dat ge steld is, maar slechts gehoorzamende aan hunne gevoelens van zaakmannen, verklaren zich gunstig voor een werk dat zij met den naam van uiteenzetting bestempelen. En gedurende lhngen tijd, in de onwetendheid van hetgeen in Congo gebeurde, was ik van hunne meening. Ik beken dat de aanhechting van den Congo mij verschrikt, vooral om reden van het bestaau der akte van Berlijn, die eeue voorwaarde bevat, zoodanig dat de kolonie nooit zal bekwaam zijn haar zelven te verheipen. Volgens deze voporwaarde mogen de tolrechten geen 10 t. h. ouertreffen der waarde, opat de ingevoerde koopwaren in de kolome, behalve voor hetgeen de sterke dranken aangaat. Zal de Congo 100 millioenen invoe ren in een tiental jaren Wilt gij dat hare invoeren, binnen vijf en twintig of dertig jaren van 200 millioenen zijn. Zelfs in deze laatste veronderstelling zouden de tolontvangsten dér kolonie nog maar van 20 millioenen fr. zijn, zeer Hauw cijfer om de lasten te ver goeden die wij zullen moeten onder staan. En indien ik mij op een gansch bij zonder zichtpunt stel in een zaak die ik bijzonderlijk ken de fabrikeering van tabak ziehier den zonderlingen toestand die hem gemaakt is. Deze nijverheid, sedert 25 jaren in haren vooruitgang tegengehouden, dank aari de overdrijving der inkom- rechten op de bruto stof, kan zelfs er niet aan denken mede te deelen in de winst en die men van alle zijden uitroept als te moeten verzekerd zijn dan de na tionale nijverheden Inderdaad, met een inkomrecht belast van 55 fr. de 100 kilos, geniet de tabaknijverheid geene wedergaaf, wanneer zij bare gefabrikeerde voort brengselen wil uitvoeren. Wij zullen dus eene kolonie hebben waar onder de gezochtste voortbreng selen, er zich een belangrijk bevindt, dat het vaderland nooit zal kunnen hopen hem te leveren. Ik eindig met de volgende woor den Indien de overname gedaan wordt, zal Belgia groote plichten te vervollen hebben jegens de lagere stammen die Ja, dat doen de menschen toch wel, sprak Amelia zij houden wel van leelijke kinderen, als het maar goede kinderen zijn. Maar ik ben geen goed kind, zegde Geertje hier op, ik ben heel ondeugend. Maar gij kunt toch goed worden, sprak Amelia, en dan zal iedereen u lief hebben. Denkt gij dat ik goed kan worden Ja, als gij uw best doet. Dan wil ik mijn best doen. Ik hoop dat gij het doen zult, zegde Amelia. Baas Flint maakt heel veel werk van zijn klein meisje, en zij moet alles doen, wat zij kan om hem genoegen te ge ven. Zij deed nog een aantal vragen naar Geertjes vroeger leven, en wat het meisje haar van hare kinderlijke rampen en ver drietelijkheden vertelde boezemde haar zoo vnel belangstelling in, dat zij op geenen tijd dacht en niet op het vertrek van den orga nist lette, die zijn instrument gesloten had en heengegaan was. Geertje was zeer spraakzaam. In bet eerst altijd eenigzins schuw voor vreemde lingen, liet zij zich gemaakkelijk door goede woorden innemen en thans drongen de liefelijke stem en medelijdende toon van Amelia rechtstreeks tot haar hartje door. Het was vreemd genoeg dat zij, hoewel zij geheel haar leven onder arme iieden en 't grootste gedeelte daarvan onder de laagste klassen van armen had gesleten, toch niets van die angstvallige verlegenheid scheen te gevoelen, weke men natuurlijk bij haar zou verwacht hebben, nu zi; voor de eerste maal met iemand sprak die in overvloeden weel de was geboren en opgevoed, en zich door al wat zij zegde en deed eene dame van be- het onder zijne bescherming zal ne men, het zal degeheelehandelsvnjheid moeten behouden het za! den ge dwongen arbeid moeten afschaffen en van dan af kan niemand voorzien wel ke voortaan de uitslagen zullen zijn van dusdanige voorplanting. Ik zie wel de lasten welke deze volksplanting zal geven, maar ik zie de voordeelen niet die zij ons zal be zorgen. Het is misschien een werk van ge voelen, in dat geval is het. boven onze macht. Het is eene slechte, ik werk er met gaarne aan mede. De Congo aangehecht zijnde en door het fei zelve belgisch grondgebied wordende, zal onze plicht zijn hem op eene menschbevende wijze te baaturen en hem zoo bloeiend mogelijk te ma ken. Geen een burger zal er aan denken zich aan dien plicht te onttrekken Maar is het mij toegelaten eene vraag te stellen Indien wij gelijk ik het vrees, avonturen hebben die ons tot op een- volgende lasten meesleept, mag ik vra gen aan dezen die de aanhechting zul len gestemd hebben of zij beslist zijn tot do stemming der lasten die onont beerlijk zullen verklaard worden om den intrest dezer lasten te dienen Of wel, minderheid geworden, zal de te genwoordige meerderheid er in toe stemmen de noodige credieten te wei geren vrij van de voiksongunst te ex ploiteeren van dezen die de erflating onzer regeerenden zullen op zich geno men hebben Ik zou gelukkig zijn een antwoord op deze vraag te bekomen. Zeer mei links. Spreker ontvangt de geluk- menschen zijner politieke vrienden.) De heeren Senatoren Vercruysse, Vandenpëereboom en baron Gaslon de Vinck hebben JA geantwoord voor de drie stemmen, M De Ridder heeft zich onthouden voor de volgende re dens Müe Ridder. - Ik heb mij onthou den omdat ik overeengekomen was met M. Raapsaet, zonder deze om standigheid zou mijne stem stellig ontkennend zijn geweest op de over name en de koloniale wel. en de slem van M. Raepsaet zou stellig bevesti gend zijn geweest Een goed liberaal abon neert zich aan DE WEER GALM schaafden geest en deftige manieren toonde. Integendeel, Geertje klemde zich met zoo veel innigheid aan Amelia vast en streelde haren zachten boa met, zooveel vrijpostig heid, als ware zij zelve in een paleis geboren en gewoon op dons te slapen. Een paar malen nam zij Amelia's hand, met eenen keurigen handschoen b 'dekt, tus^chen hare beide handjes en hield ze zoo vast hare geliefkoosde manier om eene warme opwel ling van dankbaarheid en bewondering uit te drukken Het prikkelbare maar belang wekkend kind maakte geen minder sterke ren indruk op 't gevoel van Amelia Graham Zij bespeurde terstond hoe geheel de kleine was verwaarloosd, en van hoeveel gewicht het was dat zij voortaan met zorg werd opgevoed en geleid, opdat de indruk, door vroegere mishandelingen op zulk een harts - tochtelijk gemoed gemaakt,, niet verderfelijk mocht worden voor eenen aanleg die anders de beste verwachtingen gaf. Zij waren nog met elkander aan het spreken, zonder er om te denken hoe laat het vierd, toen de heer Arnold haastig tn eenigszins buiten adem terugkwam. Reeds op eauigen afstand, nog in den middengang, riep hij Amelia toe Lieve Amelia, gij zult wel gedacht hebben, vrees ik, dat ik' u vergeten had ik ben zooveel langer weggebleven dan ik ge dacht had. Hebt gij u niet erg verveeld en verdrietig gemaakt Zijt ge zoo lang weggebleven an twoordde Amelia. Ik dacht dat het nog maar eena korte poos was geweest Ik heb gezelschap gehad, ziet ge, Wat Klein goed z^gde de geeste lijke heer, vriendelijk schertsend. Waar is dat dingje van daan gekomen Zij is van middag met den ouden Coo per naar de kerk gekomen Is hij daar niet om haar weer mede te nemen Gelijk men weet heeft het gemeen tebestuur op den 9 Mei jl.overge gaan tot de openbare aanbesteding der onderneming van de zoogezegde herstelling der daken en des voorge vels van den oostvleugel der Halle, maar die veeleer kwistige werken zijn, eene volledige verandering en vernieuwing van dit gedeelte van ons oud stedehuis daarstellende, volgens de gegevens en de grillige mode van onze hedendaagsche bouwmeesters. En inderdaad, vernieuwen is toch hetzelfde niet als herstellen. Eene goede herstelling, dat is, zoo trouw mogelijk het oude in al zijn onder- deelen, lijnen en verhouding weêr- geven, juist als de middeneeuwsche meesters het uitgevoerd hebben. Van gansch de restauratie, tus- schen de jaren 1843 en 1854 voltrok ken, onder het hooger toezicht der koninklijke commissie der monu menten, volgens de plans en teeke- ningen van haren alsdan bebwaam herkenden architect, M. Dumont, niets zal geëerbiedigd noch behouden worden deuren, vensters, glasra men, dakingen, waterspruiers, go ten, omlijsting en traceerwerk, alles zal afgebroken, aanzienelijk en wil lekeurig veranderd en vernieuwd worden, onder voorwendsel dat het met slecht Avennes-steen gemaakt is. 't Is alzoo dat onze Ingenieur- Bouwmeester er toe geraakt is, een bestek te maken beloopende tot de overgroote som van 81,282 fr. 51 c., welke de aanbesteding op een rond cijfer van 82,000 fr. heeft gebracht op welk hij een eerloon van 5 ten honderd zal ontvangen. Men komt het hoektorentje langs den kant van het Nieuwwerk, tot den grond toe af te breken. Nochtans, volgens de bevoegde mannen in kennis van bouwen, was zulks vol strekt niet noodig. Wat M. Colaert in zijn verslag er ook van zegge, was het metselwerk er van nog zeer stevig. Met eenige herstellingen en het vernieuwen in harder natuur steen, van de afgebrokkelde kruis bloemen, hogels of krolsteenen en andere gebeitelde versiering, kon dit torentje nog meer dan eene eeuw blijven staan. Het nieuw dat men in de plaats moet bouwen, zal wellicht zoo lang niet duren. Cooper Neen, hij is van mij af recht naar huis gegaan waarschijnlijk heeft hij het kind geheel vergeten. Kunnen wij haar niet naar huis bren gen Is het ver Het is twee of drie straten hier van daan en geheel uit onzen weg veel te ver voor u om te gaan. O neen, het zal mij niet vermoeiew„ Ik ben nu weder sterk, en ik zou geene rust hebben als ik niet wist dat zij goed te huis was gekomen. Ik word wel eens gaarne moe. Indien Amelia op dit oogenblik Geerlje's- dankbaar gezichtje had kunnen zien, zon zij zich bijna voor de grootste vermoeienis- beloond geacht hebben. Zij gingen dus met Geertje naar huis, en aan den hoek van het steegje gaf Amelia het meisje eenen kus en Geeitje was dien. avond een gelukkig kind. Tiende hoofdstuk. Geestelijke duisternis. Gelijk men wel denken kan, vergat het blinde meisje ons Geertje niet. Amelia Graham vergat nooit het lijden, den nood en de behoeften van anderen. Zij kon de wereld om haar heen niet zien, maar er was eene wereld van liefde en meegevoel in haar binnenste, die zich- openbaarde in overvloedige weldadigheid en hulpvaardig- digheidzoowel van hart als van daad Zij leefde een leven van liefde. God lief met geheeel haar hart, en haren naaste als zich: zelve. Hare eigene groote rampen en be proevingen van anderen werden hare zorg, en het verlichten daarvan was hare grootste blijdschap. Menige zegen werd over haar hoofd afgebeden, door jongen en ouden, voor vroeger bewezeue goedheid menig be roep werd op haar gedaan om verdere hulp, OF DE M MB! A t' i SBSPi :?3SSBEffl3£22af2f*sa UWWWATM— ^.•tfriavro.?.TITagTn~r|tT ••|-nrniiiri^TnïriIffWTimm»

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1908 | | pagina 2