Lantaarnaansteker, Stadsnieuws. 1 MEIROZEKEH, MARTHA DE KRANKZINNIGE, Sociélé Koyale des Francs Arbalélriers. Mengelwerk. Ten propoosle van het kleri knal-socialistisch ver boud te Gent, Een goed liberaal abon neert zich aan WEER GALM 13el vertrek der' School. Hel Goneert der Oud-Pompiers. Voor de ougelukkigen van Sicilië en Calabrië, Vlautiisch Tooiieel. merkingen kennen welke deze heeren hebben te doen gelden en vraagt zich al of de Raadsleden niet meer zullen vrij zijn hunne meening uit te drukken. M. Begerem. Maar van welke op merkingen is er spraak Indien het waar is dat de leden van den Raad moeten verwij tsels hooren wanneer zij bemerkingen maken, mogen wij allen verdwijnen en wij hebben niet meer noodig te vergaderen. M. Fraeys. Maar het is een inci dent. Ik had aan M. Yandenboogaerde gesproken zonder echter verwijten te sturen aan M. D'Huvettere. M. Fraeys (zich tot M. D'Huvettere richtende). Gij zijt belachelijk. M. D'Huvettere schokschoudert en gewaardigt zich niet te antwoorden. M. Begerem. Ik ben hier aan de uiterste iinkerzijde en ik hoor niet wat er gezegd wordt aan de uiterste rechter zijde. M. Colaert (met nadruk) Het inci dent is gesloten. Na eene vraag van M. D'Huvettere, begeerende juist verzekerd te zijn tot waar de verplichtingen der stad gaan in deze herstelling, beslist de Raad de zaak tot eene naaste zitting te verschui ven. Eene vraag van onderverhuring om een paviljoentje te bouwen aan Dicke- busch vijver, wordt verschoven tot eene naaste zitting, de partijen zijn het niet eens. M. Colaert stelt voor bij hoogdrin gendheid eene vraag van verkooping in te voeren van boomen, gedaan door de Hospicen. De hoogdringendheid wordt gestemd met eenparigheid, min de onthouding, van M. Fraeys. De Raad bemachtigt de Hospicen over te gaan tot deze verkooping, waar tan de §éhatting tot 3/121 fr. beloopt. M. Sobry vraagt de planting van eene derde rij boomen aan den noordkant van het Minneplein. M. Colaert. Daar er kwestie is de lijn van den buurtspoorweg te verplaat sen, zou de vraag van M. Sobry ter zelfder tijd kunnen onderzocht worden. Niemand het woord meer vragende, wordt de openbare zitting ten 6 ure 40 m. geheven. Lundi 1 Févvrier 1909. llaut total Vandevyver Arth. Bas total Vandaele Alfred. DE 24 LOTGtVALLEN EENER WEES Uit het Engelsch. Zeventiende hoofdstuk. Wie zijn gelukkig- Het Journal d'Ypres keurt goed. Het aanvaardt het klerikaal-socialis- tisch verbond,, als de natuurlijkste zaak der wereld. Waarvan akte. Maar dan Het verwerpt dus al wat het geschreven heeft, al wat zijne kandidaten geschreeuwd hebben om de eerloosheid der kartels aan te klagen Het neemt aan dat zijne vrienden de roode vlag volgen en aan vaardt de omhelzing van de ergste vijanden der kerk, van dezen welke het bekend maakte als mannen zon der Vaderland, als vernietigers van den godsdient, van de familie en van den eigendom Wat zijn de tijden toch veran derd Dan keert het Jottrnal, zich tot ons, men vraagt zich af waarom, en roept ons toe maar gij, wat denkt gij van uwe vrienden die een stand beeld opgericht hebben aan Lau rent Wat mag dat wel beteekenen Al moesten wij in eenen strik val len welken wij niet voorzien, laat ons antwoorden zonder nagedachte. Dat het Journal d'Ypres wete dat den dag opwelken zijne redactie eenen man zal voortbrengen van de waarde van Laurent, die den naam van Belg en de wetenschap van ge meen recht zal beroemd kunnen ma ken gelijk Laurent en eene wereld beroemde faam kunnen verwerven gelijk hij, aarzelen wij niet hem een standbeeld voor te stellen. Is het klaar En nu, dat het Journal d'Ypres ons op zijne beurt den grond van zijn gedacht zegge en dat het zulks doe met dezelfder bekommernis der recht zinnigheid. Dat het eerst de advokaten en ma gistraten zijner vrienden raadplege en dat het hen vrage waarom zij in hunne bibliotheken eene groote plaats voorbehouden voor de werken van Laurent. Het Journal d' Ypres heeft in zijn laatste nummer gezegd dat het be leefder is dan wij dat het altijd antwoordt op onze vragen, terwijl wij hem ons gedacht niet gezegd hadden over het standbeeld van Laurent. Maar op onze beurt Waarcmi rept het Journal d' Ypres geen woord nopens hetgeen er verteld wordt over het waarschijnlijk vertrek van onze School. Is het waar dat de zaak bijna beslist is Welke zijn de middelen die het stadsbestuur denkt te gebruiken ovi de regeermg af te raden een onherstel bare slag toe te brengen aan de belangen onzer stad Jongstleden Zondag gaf de dappe re maatschappij der Oud-Pompiers een puik Concert, het eerste voor het jaar 19O9. Talrijk was het getal leden naar het Huis der Oud-Pompiers toe gestroomd en de zaal was eivol. Ook had een heel mooi programma eenieder aangelokt. De harmonie, heeft met flinkheid drie stukken uitgevoerd Sambre et Meuse, pas-redoublé Amour Afri- cain, van Paladilhe, een prachtig stuk, welk de eigenlijke waarde on zer harmonie heeft doen uitschijnen, en een liefelijke wals, New-Life van Komzak. Het eerste deel eindigde met eene Romance met eene zuivere baryton- stem gezongen door den heer J. De Wilde, en twee vlaamsche' liederen met een bekoorlijk licht stemmetje gezongen door Mme A. De Wilde. Het tweede deel gaf eenige stuk ken voor symphonie ten gehoore, allen meesterlijk uitgevoerd voor vio len, fluit, obooi, harmonium en piano, onder het artistiek bestuur van den on vermoei baren chef, heer Henri Moerman. Een bevallig fransch blijspel, Le Serment de Madame Grégoirevan Planquette, heeft, om te eindigen, het publiek hartelijk doen lachen. De verschillige grappen en komieke toe standen die erin voorkomen hebben door heer en vrouw De Wilde zeer goed weergegeven geweest en met bekoorlijkheid hebben zij hunne ver- schillige arias's gezongen, met zeker- heid begeleid op het klavier door Mejuffer Dedullen. En aan goed begin, goed einde... eene vroolijke danspartij heeft menig paar verheugd tot een gat in den nacht. W ij vernemen dat HET GROOTE WELDADIGHEIDSFEEST ten voordeele der slachtoffers van Sicilië en Calabrië, opgericht door het g-ar_ nisoen van Yper, met de welwillende medewerking van het Stadbestuur vastgesteld is op ZONDAG 14 FE BRUARI aanstaande, om 4 ure na middag in de groote Delbekczaal (Hal le) ingang langs de Neêrmarkt rechtover 't Vleeschhuis. Er zullen plaatsen zijn van 3 fr. van 2 fr. en van 1 fr. De ingangkaarten zullen afgele verd worden ten bureele van den plaatscommandant, bij den onder luitenant Verspreet, 18 Slachthuis straat, bij M. Lambin-Mathée, 53; Dixmudestraat, bij M Tyberghein- Fraeys, 17, Hondstraat, en de dag van het feest aan den ingang der zaal, te rekenen van 3 ure. Wij hopen dat dit tweede Welda digheidsfeest nog meer bijval zal hebben dan het eerste en dat al de inwoners van Yper het zullen bijwo nen des te meer dat het ingericht is met het doel de ongelukkige slacht offers der schrikkelijke ramp te hulp te komen die in Italië gebeurd is. Op aanvraag der Krijgsoverheid en om geen nadeel toe te brengen aan het weldadigheidsfeest, ingericht op I4n dezer, ten voordeele van de slacht offers der aardbevingen in Italië is de vertooning, door De Vlaamsche Ster voor dien dag aangekondigd, verscho ven tot den Maandag 15" Februari 1909, om G ure 's avonds zeer stipt. Zij zal bestaan uit tooneelspei in 3 bedrijven en een voorspel, blijspel met zang in een bedrijf. *r-r> Z i - TIK AU BLASON ORDINAIRE OF DE Hij was altijii beter dan een broeder voor tnij, en sidert oom True gestorven is, heeft hij al het mogelijke voor mij ge daan.- Ik geloof dat ik den dood van oom True niet had kunnen dragen, als Willie er niet geweest was en hoe kan ik hem nu laten heengaan Het is hard. Geertrui, antwoordde Amelia vriendelijk maar het is zonder twijfel tot, zijn voordeel gij moet uw best doen om oaaraan te denken, Dat weet ik. hervatte Geertrui, en dat zal ook wel zoo zijn maar, jufvrouw Amelia, gij weet niet hoeveel ik van Willie houd. Wij zijn zoo veel bij eikander ge weest wij waren maar met ons beiden hij was z io veel ouder dan ik en paste altijd zoo goed op mij O. ik geloof niet. dat gij u ve beelden kunt, welke vrienden wij zijn. Geertrui had zonder het te weten eene snaar aangeraakt, die Amelia pijnlijk deed trillen. Hare s'em beefde toen zij antwoord de Ik dat niet weten, mijn kind Ik weet beter dan gij u verbeeldt hoe dierbaar hij u moet wezen. Ik heb ook to»n zich be dwingende, brak zij plotseli 'g af en er volg de eene korte poos van stilte. Amelia stond op, ging naar 't venster, drukt haargloeiend voorhoofd tegen het koude glas, e toen naar Geertrui terugkomende. z»gde zij met eene stein, die hare gewone kalmte had lietkre gen 0 Ge-rtrui, weinig stelt gij u voor hoeveel reden tot, dankbaarheid gij nog hebt in het leed, da' u drukt. Bedenk, rnelieve, welk een zegen het is dat Willie ergens zal zijn waarbij dikwijls van hem hooren kimt, en waar hij gedurig tijding van zijne vrien den kan ontvangen. Ja. antwoordde Geeitje hij zal zter dikwijls aan zijne moeder en mij schrijven. En dae, hervatte Amelia, behoort, gij u Ook te verheugen over de goede meening, die mijnheer Clinton van Willie moet heb ben. Het vertrouwen, dat hij in zijne recht schapenheid inoest stelkn om hem zulk eenen post te geven, is zeer vleiend, naar mij dunkt. Dat is het ook, sprak Geertje daaraan had ik niet gedacht. En gij hebt zoo gelukkig te zamen ge leefd, vervolgde Amelia, en zult zoo geheel in vrede van elkander scheiden. 0 Geertrui zulk een scheiden moest u treurig maken er zijn zooveel erger dingen in de wereld. Wees geduldig lief kind doe uw plicht en i misschien zal er eens een gelukkig weder zien komen, dat u alles zal vergeven. Amelia's stem beefde toen zij deze laatste woorden uitsprak. Geertrui zig bare vrien din met zekere verlegenheid aan.Jufvrouw Amelia, zegde zijik begin te denken dat ieder zijn verdriet heeft. Zekerlijk, Geertrui Kunt gij daaraan twijfelen Ik placht zoo niet te denken. Ik wist dat. ik het had, maar ik dacht dat anderen gelukkiger waren Ik verbeeldde mij d-\ rij ke lieden aiien gelukkig moesten zijn e hoewel gij blind waart, en dat iets akelig i meende ik da' gi| er aan gewoon waai t en gij zaagt, er ait-jd zoo vergenoegd uit, dat ik het voor zeker hield dat tegenwoordig 11 nooit iets hinderde. En dan Willie eens geloofde ik dat niets in staa zou zijn om hem droevig te doen zien, hij was altijd zoo vroolijk maar toen hij geene plaats had, heb ik hem werkelijk zien schreien en nog eens, toen Oom True stierf. En nu weder van avond, toen hij mij zegde dat hij heenging, kon hij haast niet spreken, zoo ontroerd was hij er van. En dus, jufvrouw Amelia, nu ik zie dat gij en Willie ook verdriet hebt. en itat, er tra nen bij u komen, al doet gij uw best om ze terug te houden, denk ik dat de wereld vol rampen is en dat ieder zijn doel daarvan krijgt. Dat is het lot der rnenschheid Geertrui, en wij moeten niet verwachten dathet anders zal worden. Wie kan dan gelukkig zijn, jufvrouw Amelia Zij alleen mijn kind, die onderwor penheid geleerd hebben zij alleen, die in de zwaarste rampen de hand van een liefderij ken Vader zien, en gehoorzaam aan zijnen wil, de kastijdende roed6 kussen Dat 'is toch zeer moeilijk, jufvrouw Ame'ia, Het is moeilijk, mijn kind, en daarom kunnen weinigen in deze wereid met recht gelukkig genoemd worden maar wanneer EN wij, zelfs te midden onzer, drofenis, in geloof en liefde tot God kunnen opzien, kunnen wij toch. Wanneer de Wereld om ons heen donker is, eenen vrede ondervin den. die een voorsmaak van den hemel geeft. Toen Geertrui dien avond Am lia verliet, was h-t met eene blijmoedigheid, die zelve kracht is. Willi - moest weder s oedig vertrekken, en jufvrouw Suliivari had slechts eene week tijd om die beschikkingen t« maken, welke hare m oederlijke bezorgdheid nood zakelijk achtte. Zij had dus de handen vol Werk en Geertje welke Airel a voor den korten tiju tot liet schip zou afzeilen ter stond vrijaf gal', was haar van veel hulp Willie had het overdag zeer druk, maar was des avonds altijd bij haar. Eens kwam hij tegen schemeravond naar huis, en daar zijne moederen grootvader beiden uit waren, en Geertrui juist haar naaiwerk had neergelegd, zegde hij Kom aan, Geertje, als ge niet bang zijt om kou te vatten, kom dan nog eens op den dorpel met mij zitten gelijk we in vroeger tijd plachten te doen er zullen zulke Warme dagen niet meer komen als van daag, en misschien zullen wij nooit weder gelegenheid hebben om daar te zitten en de maan boven het oude huis op den hoek te zien opkomen 0 Willie, zegde Geertrui hierop, spreek er niet van dat wij nooit weder hier te zamen zouden zijn. Ik kan die gedachte niet uitstaan er is geen huis in Boston, waarvan ik ooit zooveel zou kunnen houden als van dit. [Wordt Voortgezet)

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1909 | | pagina 2