Volksgezind weekblad der Vrijzinnige Vereeniging van Yper en het Arrondissement. Donderdag, 6" Mei 1909. Vijfde jaar. 26. Gemeenteraad van Yper. Eendracht maakt Macht. g Cf schijnende des lïonderditys. Vires acquirit eundo. Men schrijft in bij den Uitgever, Dixinudestraatnr S3, te Yper. De aankondigingen van gansch België en 't buitenland evenals de Notariale en Rechterlijke aankondigingen mogen gezonden worden ten bureele van dit blad. Men wordt vriendelijk verzocht alle hoege- uaamde artikels uiterlijk tegen Dijnsdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. INSCHRIJVINGSPRIJS Voor den buiten Een jaar, Fr. 3-00. Voor stad Een jaar, Fr. 3-50. Men handelt bij overeenkomst. Openbare zitting van Zaterdag 24 April 1909. De openbare zitting wordt ten 5 ure 20 m. geopend. Zijn tegenwoordigde heerep Colaert, Burgemeester-VoorzitterVandenboo- gaerde, Schepen Fiers, Vanderghote, D'Huvettere, Sobry, Lemahieu, Bie- buyck, Begerem, Boone, Raadsleden. M. Biebuyck, bet jongste raadslid zijnde, vervult den dienst van Secre taris. Zijn afwezig de heeren Struye, Fraeys, Bouquet en Iweins. Het proces-verbaal der laatste zitting, geene aanleiding gegeven hebbende tot eenige opmerking, wordt goedge keurd. M. D'Huvettere. De groote hitte zal weldra aankomen. Versehillige keeren reeds heb ik aan het College de plaatsing gevraagd van twee pompen met drinkbaar water aan de Meenen- poort en aan het Hoornwerk. De heer Voorzitter. - Het bevel is gegeven geweest deze twee pompen te plaatsen. Ik denk zelfs dat dit werk ge daan is. M. D'Huvettere. In alle geval is er geene pomp aan de Meenenpoort. M. Colaert belooft aan dien staat van zaken te verhelpen. M. Biebuyck. Ik vestig de aandacht van het College op den toestand van een gedeelte van den vestingmuur, ge legen tusschen de Meenenpoorten de Rijselpoort. Een gedeelte van den muur is ingevallen. Is het tengevolge der onhandigheid van het voorgaande be stuur, dat zandsteenen heeft doen weg nemen, ofwel is die instorting te wijten aan den tijd Het is noodig onze ves tingen behoorlijk te verzorgen te Brugge, waar zij niet zoo schoon zijn als te Yper, verzorgt men ze op eene voorbeeldige wijze (1). Ik vraag dus aan het College de noo- dige maatregelen te willen nemen en desnoods vraag ik een hulpgeld om on ze vestingen te herstellen. M. Colaert. Ik denk dat de zand steenen, eertijds weggenomen onder het bestuur van M. Yanheule en die ge diend hebben tot het bouwen van voor landen, oorzaak zijn van het instorten van een gedeelte van den vestingmuur. Gelijk M. Biebuyck het heeft doen opmerken, wij. moeten zooveel moge lijk waken over het onderhoud der vestingen. M. Begerem. Men kan ze herbou wen. (Gelach.) M. Colaert.Neen, ik deel uw ad vies niet, maar men kan er over wa ken. M. Sobry doet eene soortgelijke op merking nopens de Yperlée (Water molen) bij de hofstede Vangheluwe het ware verkieslijk de zandsteenen weg te nemen liever dan ze te zien een voor een verdwijnen. M. Vanderghote vraagt of het College geene vraag van hulpgeld ontvangen heeft van wege de Maatschappij der Oud-Soldaten. De heer Voorzitter. Wij hebben vandaag zelf eene vraag van hulpgeld ontvangen. Deze zaak zal eerst onderzocht wor den door de Feestcommissie. O) Ia zake van handigheid had het niets te benijdden aan het huidige bestuur. (N. d. R.) De heer Voorzitter vangt de dagorde aan. 1. Stadsfinanciën voorloopige lee ning, overeenkomst. De heer Burgemeester geeft lezing van eene depeche, door den heer Minister van 't inwendige aan den heer G'oever- neur gestuurd nopens het onderzoek van commodo en incommodo gedaan ten propooste der voorloopige leening. De stad zou aan de Godshuizen een kapitaal leenen tot het beloop van 400,000 frank. De Nationale Bank zou het geld verschieten in open rekening, hetzij een kapitaal maximum van 400,000 frank op onderpand van open bare fondsen, aan 80 De hoogere overheid vraagt eene bijgevoegde beslissing, enkele forma liteit, die eenpariglijk goedgekeurd is. Het is verstaan dat de leening aflos baar is aan 3 op den 31 December 4911. 2. Bureel van Weldadigheidver pachting van goederen. Het geld het lastenkohier goed te keuren van verpachting van goederen van het Weldadigheidsbureel. M. Begerem vraagt dat het art. 31 veranderd zij in den zin van dat welk komt goedgekeurd te worden door de Hospicen, 't is te zeggen dat de pach ters het jachtrecht zullen mogen ver pachten. M. D'Huvettere vindt dat deze zaak in de bevoegdheid niet is van den ge meenteraad. M. Begerem. Neen, zij is het niet meer dan de maatregel genomen door de Hospicen, Maar wij moeten den wensch uiten door het Bureel van Weldadigheid de voorwaarde te zien aannemen die door de Hospicen aan genomen is. AIVandenboogaerde. Maar indien de pachter niet zelf jaagt en er niet in gelukt zijn jachtrecht te verpachten, zal hij eene vermindering van pacht bekomen AI. Colaert. Klaarblijkelijk neen. Eens de pacht gesloten kan inen ze niet veranderen. Wij hebben maar het recht een advies uit te brengen. Op. het voorstel van den Burgemees ter brengt de Raad een gunstig advies uit met eenparigheid min de onthou ding der heeren Vandenboogaarde en Biebuyck. 3. Stadseigendommenverkooping van grond. De Raad keurt eene verkooping goed van grond toebehoorende aan de stad aan M.... van 225 v. m., gelegen aan den westkant der Maloulaan, op eenen in stel van 15 fr. den v. meter. De heer Voorzitter doet opmerken dat in de voorgaande zitting, welke hij niet heeft kunnen bijwonen, daar hij belet was, Raadsleden geklaagd heb ben over de gebouwen die opgericht waren aan den westkant der Malou laan. Wij mogen nochtans niet te zinlijk zijn en kunstgevels eischen, zegt de achtbare Burgemeester, want wij zou den geene gronden meer verkoopen. (1). 4. Vernieuwing van het Karillon. De heer Burgemeester. Wij bezitten (1) De gronden worden gemakkelijk ge noeg verkocht opdat men geene bouwingen zou toelaten die het uitwerksel zouden ver nietigen dat men wilde bekomen met opoffe ringen op te dringen aan de eigenaars die voorgaandelijk gebouwd hebben. (N. d. R.) een historisch karillon, Mijnheeren, maar ik zou het wel een voorhistorisch mogen noemen, zoo gebrekkig is het. Het is nu 32 jaren dat ik in de stad ben en ik verontwaardig mij over dat ge brek. Men heeft dikwijls de kwestie van het karillon bestudeerd. In een boek van Vandenpeereboom zegt de schrijver dat het vraagstuk dik- kwijls ter studie gelegd werd en nooit werd opgelost. M. Bouquet heeft menigmaal ge vraagd de deuntjes van het karillon te vernieuwen. Het is ten gevolge der laatste vraag, en op het onverwachtst dat de,kwestie van ons karillon hernomen is ge weest. Om beter de deuntjes te veranderen, zou er een nieuwen trommel noodig geweest zijn die 7,000 fr. zou moeten kosten. Dit zou het karillon niet ver beterd hebben. M. Fraeys die zich bijzonderlijk met deze kwestie bezig gehouden heeft, heeft alsdan M. Deneyn, beiaardspeler van Mechelen, geraadpleegd. Deze is naar Yper gekomen om het karillon te onderzoeken, in gezelschap van M. Van Aerschodt, klokkengieter te Leuven, die heeren waren van meening dat eene behoorlijke schikking onmogelijk was. In eene vergadering der afdeelingen heeft de Raad zich gunstig getoond aan de vernieuwing van ons karillon. M. Fraeys heeft alsdan de noodige voet stappen aangewend om eenen redelij ken prijs te bekomen. M. Van Aerschodt bood zich aan om het karillon te vernieuwen voor de som van 32,333-50 fr. Het College heeft een weinig afgedongen en heeft eindelijk een laatsten prijs bekomen van 30,500 fr. Het nieuw karillon zou 35 klokken bevatten 18 oude klokken van S' Ja cob op Caudenberg van Brussel, die eertijds een der schoonste klokken spelen van hét land bezat. Bij de 18 oude klokken zouden er 17 nieuwe bij gevoegd worden hetgeen een spel van 35 klokken zou uitmaken. De kleine open klokkenkamer te klein zijnde, zou men dienen het met selwerk der inamen van het bovenste verdiep van het belfort weg te nemen. Des noods zou men zelfs de hoeken der zaal van het karillon afronden. M. Van Aaerschodt waarborgt de welluidenheid. Hij vraagt zelf dat werk te mogen doen dat eene bijzondere kennis noodig maakt en waaraan werk lieden met ondervinding alleen mogen gebruikt zijn. De gezamentlijk kost der vernieu wing van het karillon ware dus 40,000 frank. W ij mogen ons wel deze pracht veroor loven, want wij doen ernstige besparin gen op de herstellingen. Deze der Hal- Ie geschat op 500,000 fr. zal ten hoogste 400,000bereiken, het geen eene bespa ring van twee vijfden uitmaakt, de her stelling van S' Maartens kerk zal het voorziene cijfer niet bereiken van 664,500 fr. Wij zullen dus onze leening niet moeten benuttigen. Het is noodig, Mijnheeren, dat wij, evenals Brugge en Mechelen, een karil lon bezitten dat waardig is van eene kunststad gelijk Yper, waar iedereen alles wat aan de kunst raakt waardeert. M. Biebuyck. lk ben niet vijandig aan de vernieuwing van het karillon, maar ik denk slechts dat eene som van 40,000 fr. zeer aanzienlijk is. Deze uit gave is ten laste der stad alleen. M. de Burgemeester maakt staat op de AANKONDIGINGEN Aankondigingen 15 c. den drukregel. Reklamen25 c. Rechterlijke aankondigingen 1 fr. id. verzekering van besparingen op de herstellingen. Ik geloof dat wij er ons niet te veel mogen op betrouwen, want de ondervinding bewijst dikwijls mis grepen. Ik zal mij dus onthouden bij de stemming. M. Colaert. Ik denk dat de bespa ring zich zal verwezenlijken. Ik heb al mijne genoegens in den financiëelen toestand. Een aanzienlijk deel der we- geniswerken is gedaan. Deherplaveiin- gen der Carton- en Elverdinghestraten zullen op de gewone credieten gebracht worden. M. D'Huvettere, Zal er geen eender voorgestelde werken verlaten worden M. Colaert. Neen. Ik zal er zelfs de schouwburgzaal bijvoegen. Mijn ontwerp is niet goedgekeurd, geweest en ik verwacht dat welk de ingenieur bouwmeester der stad, M. Goomans, zal opmaken. De heer jVoorzitter legt de uitgave van 40,000 fr. voor de vernieuwing van het karillon in stemmen alsook de plaatsing. Deze uitgave wordt eenpariglijk ge stemd min de onthouding van M. Bie buyck. 5. Herstelling van het Stadhuis. De heer Voorzitter. De herstelling van het Stadhuis moetzooveelmogelijk gedaan worden volgens de bestaande overblijfselen. Deze zaak heeft eene ware belang rijkheid en vooraleer tot de stemming over te gaan, stel ik voor den Raad er opnieuw over te spreken, voor nader onderzoek. Men zal kunnen stemmen in eene andere zitting. Goedgekeurd. M. Biebuyck. Ik zal den Raad een oogenblik spreken over eene kwestie die van zijne bevoegdheid niet is. Het' geldt onze gemeenschappen per spoor- weg. Het is zeer waarschijnlijk dat wij de goede kans zullen hebben het bezoek te Yper te ontvangen van onzen minis ter van spoorwegen. De achtbare mi nister zou niet moeten komen met ijde-j le handen. De heeren D'Huvettere en'k Sobry hebben meermaals in den Raad besprekingen opgeworpen nopens de verbetering onzer gemeenschappen. Geene enkele merkelijke verandering is gedaan geweest sedert de overname door den Staat der lijnen van West- Vlaanderen. Het oude materiaal is nog altijd in gebruik. M. Colaert. Verleden week, toen ik van Brussel terugkeerde heb ik be merkt dat er een rijtuig was van een nieuw model. AI. Begerem. Waarschijnlijk het parlementair rijtuig. (Gelach). M. Biebuyck. Onder het opzicht der snelheid hebben wij insgelijks te klagen. De lijn Oostende-Armentiers, belangrijke lijn nochtans, heeft on waarschijnlijke gemeenschappen. De sneltrein van Yper naar Oostende moet 1 uur 50 m. hebben, 't is te zeggen 30 kilometers per uur. De gemeenschappen met Robaais zijn even gebrekkig. Men gebruikt twee uren voor eenen afstand van 30 kilo meters. De beste trein van Yper;naar Kortrijk is deze van 7 uren 53 m. en hij neemt 1 uur 09 m. om de 34 kilometers af te leggen die ons van deze. stad scheiden. Ik denk dat men den heer Minister van spoorwegen crediet genoeg gege ven heeft en ik stel voor eene afvaardi ging te zenden aan den minister om de klachten uit te drukken van de inwo ners der stad. t)e heer Burgemeester,

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1909 | | pagina 1