Stadsnieuws. Lantaarnaansteker, ZONDAlGRUST Eenige bemerkingen. Mengelwerk. 50 LOTGEVALLEN EENER WEES Le corps élecloral a Vpi es Een geluk. Een ongeval in de slalie van Yper. Tombola van den Ouderlingen Bijstand. Lijst der Apothekers Be Zon- en Feestdagen M. C. MAY, om aan den eischvan 't volk te voldoen. Weg met verplichtend onderwijs, roepen zij, want het verkracht de vrij heid van den vader over zijn kind. En zoo gij, liberalen, zulk een onderwijs verlangt, betaalt dan zelf uwe scholen, zooals wij katholieken dit doen Ware er hier maar en greintje waar heid bij Maar als men alles nader onderzoekt, dan ondervindt men dat die kerels, voor het jaar 1900 alleen, 3,995,000 (zegge drie millioen 995 dui zend) frank binnenpalmden voor 't bouwen, herstellen en onderhouden hunner gebouwen Voorwaar, eene aardige wijze om hunne scholen zelf te betalen. Deze dagen heb ik, ondanks mij, eene zitting van den Gemeenteraad bijgewoond. Men moet M. Bouquet bedanken de kwestie van het nieuw karillon aangeraakt te hebben. Ik weet hem in deze gelegenheid dank om de dap perheid waarvan hij een bewijs heeft gegeven men moet waarlijk eenen buitengewonen moed hebben om te durven voör onze magistraten de ware denkwijze der Yperlingen uit drukken. Niet dat ik daardoor wil beweeren dat die w&arde Raadsheer maar de vertolker hunner gevoelens was. Geenszins. Ik weet te,wel wel ken uitstekende muzikant M. Bou quet is. Ik zou zelfs getuigen dat, met te bevestigen dat zekere klok ken niet juist waren, hij heeft willen zeggen dat het meerendeel van haar valsch waren. Helaas men gebaar de het niet te verstaan. Het is alzoo dat onze Burgemees ter, al bekennende dat M. Denyn zich heeft kunnen onthouden zekere klokken te gebruiken, omdat haren toon zijn oor kwetste, beweert dat er maar ééne waarlijk valsch is.... De andere zijn het maar een weinig. M. Bouquet, als voorzichtige di plomaat, maakt geene opwerpingen meer. Integendeel, hij juichte het voorstel toe van den voorzitter, eene commissie te benoemen die zou over gaan tot het onderzoek der kwestie. Mijn God, waartoe goed M. Van Aerschodt zelve is van het gedacht van M. Colaert. Wat wij niet aannemen, het is dat onze Burgemeester den spot drijft met de Ypersche bevolking. Weihoe! het gebrek van het nieuw karillon is DE Uit het Engelsch. Zeven en twintigste hoofdstuk. Jaloezij. Zoudt ge niet hervatte Kitty. Wacht liever tot gij ziet wie zij zijn als men bij ziende is, moet men zich zoo niet haasten met spreken. Ik kan u zeggen dat hij een heer is, met wien gij zelve zeker zoudt willen wandelen het ik mijnheer Bruce, dien wij te Nieuw-Orleans hebben ontmoet. Dat geloof ik niet, riep Bella uit en sprong tegelijk op. Gij zult het spoedig zelve kunnen zien, want hij komt met haar hierheen. Hiereen Waarom zou hij met haar wandelen Misschen om zijnen smaak te toonen. Ik ben zeker dat gij geen aangenamer ge zelschap zou kunnen vinden. Daarover zijn wij het nooit eens, ant woordde Bella Ik zie niet veel aangenaams aan haar. Omdat ge niet wilt, Bella. Iedereen vindt haar anders bekoorlijk, en mijnheer Bruce doet het hek voor haar open, met eene beleefdheid alsof zij eene koningin was. Dat bevalt mij van hem. Zie eens, zegde Bella. Zij heeft dien grooten witten schuifhoed van haar op, en dat geruit katoenen kleedje aan Ik zou wel eens willen hooren wat mijnheer Bru ce van haar vindt, die altijd zoo scherp op het toillet van dames ziet. Geertrui en haar medegezel naderden nu het huis. De eerste zag de jonge dames in het voorhuis en glimlachte vriendelijk tegen Kitty, die over Bella's schouder heen aller lei komieke gebaren maakte maar de heer Bruce, die geheel verdiept scheen in het ge zelschap, dat hij reeds genoot, lette niet op de tweede jonge dames, en terwijl hij Geer trui een pakje overgaf, dat hij voor deze had gedragen, hoorden zij hem duidelijk zeggen Ik zal maar niet binnen komen. Het is zoo lastig met vreemden te moeten pra ten. Werkt gij dezen zomer dee morgends nog in den tuin Neen, antwoordde Geertrui. Van mijn tuintje is niets meer overgebleven dan de herinnering. Hoe zoo, jufvrouw Geertrui zegde de jongman. Ik hoop toch niet dat de nieu welingen u gehinderd hebben om... Maar nu bemerkende dat Geertrui hem wenkte, sloeg hij zijne oogen op en zag Bella en Kit ty vlak voor zich staan en thans genood zaakt om deze te herkennen en aan te spre ken, kwam hij den stoep op om haar de hand te geven, vertrouwende dat zijne ge zegden over vreemdelingen in het algemeen en deze nieuwelingen in het bijzonder niet gehoord waren. Hoewel gehoord verkozen toch de jonge dames Diet zich iets aan te trekken hetwelk zij meenden dat op andere onbekende per sonen doelde. Zij vergisten zich echter De heer Bruce niet te veel bemerkt geweest Wel men moet gelooven dat hij sedert den 15 Oogst zich in zijn huis op sluit om zijn oor te beschutten tegen alle openhaar gerucht Ten ware hij schielijk zou getroffen zijn ge weest, den dag van O. L. V. He melvaart, door een volledige doof heid, hetgene ik voor hem zou betreuren, aangezien hij voor geen onkost van 40,000 fr. geweken heeft voor het plaatsen eener nieuwe reeks geborsten potten en andere, hij moet het luiden der klokken bijster lief hebben. Ondanks de nochtans betwistbare stellige meening want in zake van muziek moet onze Burgemeester ongelukkiglijk nog bewijzen geven en de krun in de zaak die hij geraad pleegd heeft moet nog leeren sol- fiëren van M. Colaert, komen wij terug op zijne bekentenis nopens den Mechelschen karillonneur. Deze de weinige juistheid der klokken be merkt hebbende, heeft eenige kun nen missen moeten missen ware juister Dus deze waarvan hij zich niet bediend heeft waren valsch. Welnu, van de eerste akkoorden, tij dens de concerten gegeven door M. Denyn, bemerkten de toehoorders, behalve dezen wiens trommelvlies niet onbaatzuchtig was, het gebrek van overeenkomst van toon van het karillon. Gevolgentlijk buiten de klokken die reeds verwijderd waren als te slecht, moesten er nog andere zijn welker toon meer of min te wenschen lieten. Hoe dan zou men komen beweeren dat er maar ééne valsch was. De meerderheid er van is valsch, zij zijn zoodanig valsch dat door het geweldig valsch zijn ik herhaal haar toon juist schijnt aan onzen Burgemeester. Derwijze dat de eenige waarvan de toon waarlijk on berispelijk is, deze is die hij beschul digt het gebrek te hebben dat zij niet heeft. Wat het advies aangaat van M. Van Aerschodt, ik geloof dat de ge meenteraad zich niet meer kan ver genoegen met zijne goedkeuring. De Yperlingen hebben zijn oor alleen niet om het geklingel van hun ka rillon op te vatten. Indien hij nu verklaart dat slechts ééne klok onge lukkiglijk schrikkelijk, zoo gij wilt valsch is, het is dat voor eenen muzikant, M. Van Aerschodt het gehoor weinig fijn heeft. Het is waar dat tijdens de talrijke concerten gegeven door de Koninklijke Fan fare, die hij als meester bestuurt, wij den wanklank hebben kunnen bestatigen van vele speeltuigen zon der dat hij zich er anders om bekom mert. Ten ware hij den 15 Oogst zijn trommelvlies had geborsten door het geschetter der Thebaansche trom petten. Voor gelijkvormig afschrift Y. Waarom hebben de Belgen het verplichtend onderwijs niet Pour la Chambre 722 électeurs a 3 voles soil 2,1156 votes 1,101 électeurs a 2 votes soit 2,202 votes 1,847 électeurs a 1 vote soit 1,847 votes Total 3,670 Total des voles 6,213 Pour le Senat et la Province 688 électeurs a 3 votes soit 2,064 votes 1,081 électeurs a 2 votes soit 2,162 votes 1.436 électeurs a 1 vote soit 1,436 voles Total 3,203 Total des votes 3,662 Pour le Conseil communal 449 électeurs a 4 votes soit 1.796 votes 233 électeurs a 3 votes soit 699 votes 621 électeurs a 2 votes soit 1,238 votes 1,671 électeurs it 1 vote soit 1,671 votes Total 2,974 Total des votes 3,404 Wij vernemen met genoegen dat onze medeburger, de heer Eugeen Coffyn, lid der visschers maatschap pij De Gouden Pers dezer stad, den EERSTEN PRIJS komt te be halen in den prijskamp van het lijn- visschen die laatst plaats gehad heeft te Oostende. Er waren meer dan 600 mededin gers. Proficiat, M. Eugeen Coffyn, uwe maatschappij De Gouden Pers mag fier zijn over dit schoon succes. Dinsdag, 7 dezer, ten 10 ure 's avonds, bij de aankomst van den laatsten trein, werd de commission- naris van de statie, de genaamde Hustinckx Leopold, bijgenaamd Pol Dewindt, door de locomotief gestoo- ten, die hem eenige meters verre ge worpen heeft. De ongelukkige is op geraapt geweest met drie gebroken ribben. De heer dokter Van Ro- baeys, die aanstonds gehaald werd heeft hem de eerste zorgen toege diend en Hustinckx is naar het gast huis overgebracht geweest. wist zeer wel dat de nichtjes der tegenwoor dige mevrouw Graham dezelfde meisjes wa ren, die hij in het zuiden had ontmoet, maar het weder aanknoopen dier kennis making was hem geheel onverschillig. Zij ne ijdelheid was echter niet bestand tegen het vleiende der zichtbare blijdschap, waar mede zij hem weder zegen, en weldra was hij in een levendig gesprek met haar, ter wijl Geertrui stil het huis binnentrad en on gemerkt maar boven ging. Zij begaf zich naar Amelia's kamer, waar zij altijd vrijen toegang had, en deed haar verslag van hare morgendwandeling naar het dorp en de wij ze waarop zij verschillende boodschappen had verricht, toen jufvrouw Ellis haar hoofd binnen de deur stak en met een be trokken gezicht en eene benauwde stem zegde Is Geertrui er nog niet O, daar zijt ge Zeg mij toch wat Wilkins van die aardbeziën heeft gezegd. Ik heb drie potten besteld. Heeft hij ze nog niet gezonden Neen, maar ik ben toch blij dat ik hoor dat ze komen. Ik heb zoo in angst ge zeten voor het diner. Zij kwam nu binnen, sloot de deur en zich neerzettende sprak zij met eenen zucht Nu, ik moet zeggen, Amelia, zooveel als de meiden vandaag te schrikken hebben, zoo iets hebt ge nog nooit gezien Er is geen doorkomen aan het fijne goed, dat mevrouw Graham en hare nichtjes in de wasch doen. Ik zeg dat 't schande is. Zij zijn immers rijk genoeg en konden haar waschgoed wel buiten de deur geven. Ik heb zelve meegeholpen zooveel ik maar kon maar zooals vrouw Price zegt, iemand kan niet alles te gelijk doen en ik had naar het Wij bevelen vurig onzen stadsgenooten de tombola aan ingericht door de Maat schappij van Onderlingen Bijstand, de Oud-Leerlingen der Stadsschool van Yper. Deze machtige uitnemende menschlie- vende maatschappij is vast besloten den weg der hervormingen en der heilzame maatregelen ingetreden om hare werking uit te breiden en zich op de hoogte te plaatsen der groote gelijkaardige maat schappijen van het land. In 1903 sticht zij eene bijzondere af deeling met onderscheiden kapitaal niet oud-leer lingen, bestemd voor de personen die het geluk niet gehad hebben de gemeente knechtjesschool te verkeeren. Alzoo kwa men zich 12u leden bij de 330 leden der oude afdeeling voegen. In 1905 wordt bet comiteit der oude af deeling bewogen over het lot zijner leden, bijna allen arme werkers het wil hunne zedelijke gesteltenis opbeuren, hun na een gansche leven van arbeid de schande bespa ren uitsluitelijk ten laste te vallen, hetzij van hunne kinderen, hetzij van de liefda- digheidsbesturen het zocht het middel om den werkman onafhankelijk te maken, al het budjet der burgerlijke godshuizen en van het bureel van weldadigheid te ontlas ten. En bij middel van een jaarlijksch boni dat het kan verwezenlijken dank aan de mildheid zijner hooggeachte begiftigers, doet het comiteit eene jaarlijksche storting van drie franks per hoofd aan de pensioen kas onder de waarborg van den Staat om een ouderdomspensioen te verzekeren aan de leden. Eindelijk de aangekondigde tombola heeft voor doel om het gebrek aan te vullen der hulpmiddelen van de nieuwe afdeeling met eene aanmoedigingskas te stichten voor stortingen op pensioen boekjes. De prijzen aan het publiek aangeboden bestaan uit stadsloten met premie eener nominale waarde van 1,500 fr. De loterijbriefjes zijn te koop aan den prijs van 10 centiemen bij den Voorzitter, M. Arthur Stoffel, en bij de andere leden van het comiteit. van dienst zijnde van ',s middags lot 10 11 ren s'avonds VOOR 'T JAAR 1909. ZONDAG 19 SEPTEMBER 1909, QROGTE MARKT n55, YPER. vleesch te zieu, en poddings en blanc-man- gé te maken, en had ondertusschen geene rustof duur omdat ik die aardbeziën vergeten had. Dus had vrouw Wilkins haar fruit nog niet ter markt gezonden toen gij kwaamt Neen, maar ze had het weer druk om alles klaar te krijgen en een weinige later zou het weg zijn geweest. Wel, dat was gelukkig. Ik weet niet wat ik zonderaardbezien zougedaan hebben, want ik heb geen tijd om iets anders voor het dessert te gaan opzoeken. Ik heb v®or den eten nog zooveel te doen als ik maar af kan. Mevrouw Graham heeft nog nooit huis gehouden en weet dus niets te schik ken. Zij komt oan Boston naar huis, ver wacht alles zoo in orde te vinden dat er geen haartje aan scheelt, en vraagt er niet naar of geeft er niet om wie het werk doet. Nu hoorde men vrouw Prime, de keu kenmeid, aan den achtertrap roepen Juf* vrouw Elhs, daar brengt het jongentje van vrouw Wilkins de aardbeziën,)'maar steeltjes zijn er nog niet afhij zegt dat ie daar geen tijd voor hadden. Dat is toch al te erg riep de geplaag' de huishoudster uit. Wie zal er nu de steelt jes afplukken Kaatje heeft het al druk ge noeg, en ik kan het toch ook niet doen. Laat het mij maar doen, jufvrouw Ellis, sprak Geertrui, de huishoudster vol gende, die reeds half den trap af was. Wel neen, zeker niet, Jufvrouw Geer trui, zegde do keukenmeid hierop. Zij den uwe vingers maar heel en al met vlek ken maken. Dat komt er niet op aan mijne han den zijn niet van wit kabletleer gemaakt zij kuuunen het wasschen wel verdragen- Jufvronw Ellis was maar al te blijde ffl® Geertruides aangebodene hulp, en dese z OF DE

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1909 | | pagina 4