Stadsnieuws. MGraux als politiek man De heer Graux, senateur voor Brus sel, werd in 1879, na de vei kiezingen die hel klerikaal kabinel deden val len, benoemd lol minister van Finan ciën ui hei kabinet Frère-Oiban. waar Van Humbeek hel openbaar onderwijs b kleedde. 11 ij had ecne moeilijke taak opge nomen daar 'h lands financiën zeer in de war waren gebracht en hij voor de herinrichting van hel openbaar on derwijs stond Hij wisi zoo goed te besturen dat in I88i de klerikalen al zijne hervor mingen overnam n en geene enkele ingevoerde belasting afschaften. Hij viel met de liberale meerderheid, bracht nog eenige jaren in den Senaat door en verzaakte daarna aan de werkelijke politiek. ht de llooijschool. Hij was beheerder-afgevaardigde der Brusselsehe hoogschool, waar hij langen tijd leeraar was en gaf daar ook in ilen laaisten tijd zijn ontslag daar oneenigheid m den schoot van den beheerraad was ontstaan. Verleden jaar werd eene puike he- tooging te zijner eere ingericht, om het 25jarige jubelfeest van Graux als beheerder der' Brusseslche hooge schoolile vieren. MM. Colaert en Van Merris, katholieke volksvertegen w oordigers van het arrondissement Yper; hebben gestemd tegen de afschaffing der loting, der plaatsvervanging en de vermindering van diensttijd. De liberalen der Vlaanderen. Do toestand to Roeselare. Het liberaal dagblad La Gazette van Brussel, had Zondag laatst een artikel ge drukt, handelende over den toestand te Roeselare. %Verscheidene heeren van Roeselare heb ben een bezoek afgelegd in de bureelen van dit blad en er hun beklag gemaakt over de slapeloosheid der liberalen. Zij hebben ver klaart dat sedert twee jaren niets meer gedaan werd, zelfs niet eene enkele verga dering der Liberale Associatie. Nochtans zijn er maar 700 stemmen meer te winnen om een gekozene te hebben en den toestand voor de liberalen is veel voordeeliger dan over vier jaar. Maar men doet niets. Het antwoord op dit artikel heeft zich niet laten wachten en het is treffend. Het komt van M. De Laere, den voorzitter der liberale Associatie van Rouselare, die herinnert door zijnen brief dat hij in 1906 het voorwerp was derzelfde aanvallen. Ziehier dit antwoord Rouselare, 21 Januari. Het artikel der GAZETTE over den toe stand te Rouselare verwonderd mij en de personen wier bezoek gij gehad hebt zijn zeer weinig op de hoogte van hetgene er gebeurt. Het is overigens de herhaling van het geen er gedaan is geweest in 1906 waar, in een bezoek dat ik deed in uwe bureelen, ik bewezen heb hoe weinig zekere mededee- lingen die u toegezonden zijn geweest, ge grond waren. Zoudt gij de personen in kwestie willen verzoeken zich met mij in betrekking te stellen Ik zal hen de inlichtingen geven die zij verlangen en die ik nutteloos oordeel in een blad, dat zoo uitgebreid is als het uwe en dat ik veel acht daar ik zijn abon- nent ben sedert zijne stichting. Ik mag u nochtans aankondigen dat se dert den 11 dezer, drie belangrijke vergade ringen hebben plaats gehad en dat ik vol strekt niet reken mij aan de verbintenissen te onttrekken die ik genomen heb jegens mijne politieke vrienden. Ik verzoek u, enz. De Voorzitter der liberale Associatie, G. De Laere. De Gazette heeft zich verhaast den brief van M. De Laere in te lijven en zij besluit met te zeggen dat het een misverstaan geldt en dat de verknochtheid der liberalen van Rouselare niet kan in twijfel getrokken zijn. Dat de GAZETTE van goede trouw zij is zeker, maar men zal bekennen dat het te betreuren is dat een blad gelijk de Gazette, die een onbetwistelijken invloed uitoefent in onze partij, zonder control onverdiende beschuldigingen aanneemt tegen mannen zooals M. De Laere, wiens lange loopbaan gansch verknocht was aan onze partij. Het is niet met ruiten te breken dat men goede politiek zal maken in onze provincie. All es komi op lijd voor die geduldig wachten wilt. De Yperlingen weten maar al te wel hoe ons klerikaal gouvernement, gedurende lange jaren, methun heeft gehandeld. Bij het naderen van elke verkiezing voor de gemeente en voor de Kamers paaide het hun met de bedriegelijke belofte van de vaart van Yper naar Komen weldra te vol trekken, en het gebruikte integendeel iedermaal de kredieten daar voor bestemd, aan werken in andere meer bevoordeeligde steden toegestaan. Wij hadden dus reden om ons te verwachten nog eens te leur gesteld te zijn, toen op Vrijdag laatst M. Del- beke, minister van openbare werken, aan ons schepencollege liet weten dat hij de soumissie onderschreven door de heeren Monnoyer en zoon voor het voltrekken der vaart van de Lei naar de Yperlei had geteekend. Dezebelangrijke tijding onmiddel- lijk, bij plakbrieven aangekondigd, heeft eenen goeden indruk gemaakt op onze nijveraars en handelaars en op al degeene die de belangen der stad en het arrondissement ter harte nemen. Verre dat onze liberale volksver tegenwoordiger, M. Nolf, bij het vernemen van dit goed nieuws zich geel gelachen heeft zoo als het Jour nal d'Ypres spottende uit spijt en partijdigheid voorzeid had, hij is, integendeel, uitter maten te vreden over deze onverwachte oplossing waartoe hij veel heeft bijgedragen. Dat pluimje mogen wij, nijveraars en handelaars, op zijn hoedje steken. En in der daad, sedert dat hij, ten gevolge van het invoeren der wet op de evenredige vertegenwoordiging, kamerlid geworden is, heeft hij geene gelegenheid laten voor bij gaan om de belangen van onze stad en ar rondissement te verdedigen, 't Is hij die den 19 December 1905 in de Kamers het gedacht voorhiel de vaart bij toewijzing-prijskamp te la ten voltrekken, en het is dit gedacht dat Minister Delbeke drie jaar later, 21 Oogst 1908, na alvorens het mis lukt werk te Hollebeke te hebben komen bezichtigen, goed gevonden en verwezentlijkt heeft, 't Is aldus datinden kampstrijd, de jurijdaartoe aangesteld, de voorkeur heeft gege ven aan het ontwerp van de heeren Monnoyer en zoon, als zijnde het beste onder alle andere. Wij wen- schen er hun geluk meê en dat zij hunne stoute onderneming tot goed einde brengen. M. Nolf heeft wel verdiend van de liberale partij. In de Kamers is hij op zijne plaats, hij mag er zijn en hij moet er wezen en blijven. Wij nijve raars en handelaars weten hem dank voor de diensten die hij er ons be wijst. De- werken die het voorwerp der goedgekeurde toewijzing uitmaken moeten voltrokken worden in 1912. Indien de aannemers geen onoverko- mende moeilijkheden ontmoeten en hun werk met goeden uitslag kunnen voltrekken, zal dit toch niet verge noegen. Er zullen, onthouden wij het, nog veel aanzienlijke bijwerken te verrichten blijven en onder andere die om de vaart op den verheven doortocht te Hollebeke gedurig van water te voorzien. Er zullen dus zeer waarschijnlijk nog menige jaren verloopen eer de vaart voor handel en nijverheid ge- 1 bruikbaar zal wezen. Ten andere door het groot getal sassen zal de uitbating van dezelve zeer moeilijk vallen Wat hier ook van zij, de vaart van hier naar Komen, vroeg of laat vol trokken en bevaarbaar zijnde, zal van een groot nut en voordeel wezen voor Yper en een groot deel van het arrondissement. Zij kan de bron we zen van welvaart, voorspoed en her leving voor onze vervallen en ont volkte stad. De nieuwe vaart zal ons per water in rechtstreeksche betrekking stellen met het werkzaamste deel van West- Vlaanderen en met de nijverige noorden departementen van Frank rijk. Het vervoer van kolen, kalk en zeezand, geel baksteen van Veurne en Nieupoort, natuursteen uit de groeven van Henegauwen en andere zware bouwstoffen zullen, op grooter schaal en met veel minder kosten, kunnen gedaan worden. Eindelijk de verbindingsvaart van de Lei te Komen naar de Yperlei volledigt het net der waterwegen van West-Vlaanderen die onze voor zienige en verstandige voorouders in vroegere eeuwen hebben doen delven ter uitbreiding van handel en nijver heid. Men heeft slechts een oogslag te werpen op de landkaart om zich daar van te overtuigen. Waarom hebben de Belgen het verplichtend onderwijs niet Hoe de stedelijke belastingen te Yper minder zouden moeten wezen dan overal elders. In den gemeenteraad van 4 dezer, op de kwestie van besparingen, heeft Meester Colaert, die stoffende en boffende burgemeester, zijn gelief koosd deuntje herhaald Gij ziet wel de imposten en lasten verhoogen niet te Yper gelijk in andere steden Dit is met moeilijk om te begrijpen. En het zou zeer te verwonderen zijn ware het anders. Indien alles noch niet belast is ge lijk elders, het is echter niet te min waar dat, volgens onze stadsbeheer- ders het aan boord leggen, zij ons weldra tot over den kop in de schul den zullen steken. Yper bezit nochtans veel meer middelen dan alle andere gemeenten van Vlaanderen. Onder deze zijn de boomen die onze klerikalen verkoo- pen vooraleer zij volwassen zijn en de eigendommen die zij langzamer- heid te gelde maken. Beide opbreng sten alhoewel kapitalen zijnde op in trest aan te leggen, worden naar mate zij die ontvangen, verteerd. Van een anderen kant, de stad moet voor geen rooden duit tusschen komen in de kosten der openbare weldadigheid, terwijl bijna alle an dere steden verplicht zijn te voorzien, bij middel van aanzienlijke hulpsom men, in de onvoldoende middelen harer weldadigheidsbesturen. Dit is een last die zwaar weegt op de ge meente budjetten of begrootingen en van welk Yper teenemaal vrij is uit hoofde van zijne rijke en machtige Hospicen en Disch. Zoo is het dat deze jaarlijksche hulpgelden voor den bijstand der ar men en het onderhoud der zieken in de Gast- en Godshuizen, beloopen voor de gemeentekas van Oostende, tot 176,000 fr. Kortrijk 139,000 fr. Rouselare 62,000 fr. Poperinghe 46,000 fr. Meenen 40,000 fr. YVervick 17,000 fr. Komen 13,000 fr. en voor de andere steden in evenre digheid. Hier te Yper, zijn integendeel onze rijke armbesturen de gewone geld schieters van de stad. Wanneer deze in moeilijkheden steekt, leenen zij haar Belgische rentebrieven aan dra ger die zij onvoorzichtig genoeg zijn bij groot getal in kas te houden, niet tegenstaande een besluit-reglement van den minister van financien in date van 18 Februari 1851, beveelt dezelve te doen inschrijven op het Grootboek, in naam en hoedanigheid der gestichten aan welke zij behoo- ren, en dat op straf voor de bestuur ders die aan de schikking te kort blijven, eene boete te ondergaan, ge lijk aan het vierde der waarde in kapitaal der obligatien aan drager, die zij niet hebben doen inschrijven. Hewel men weet hoe zeer de stad o-ebruik en misbruik maakt van de gedienstigheid onzer openbare arm- beheerders, hare politieke vrienden. Alle andere gouvernement dan het geen welk ons land sedert veel te lang verdraagt, zou het evengemeld ministerieel besluit doen eerbiedi gen. Stippen wij hier ter loops nog aan dat ons bestuur van weldadigheid tusschen komt ter ontlasting van de stadskas, in het lager onderwijs der arme kinderen of die voor zulks in geschreven zijn, tot beloop van 12000 fr. bij de jare. Uit hetgeen voorgaat blijkt dat het getneentebeheer van Yper middelen, voordeelen en gemakkelijkheden ge niet die men nergens elders ziet. Onze stad is eene bevoorrechte onder alle. Hare toestand is bij uitneming voordeelig en kan dus niet vergeleken worden aan deze van veel andere gemeenten. Ziedaar, Meester Colaert, hoe niet tegenstaande uwe geldverkwistingen gij tot alsnu uwen toevlucht niet hebt moeten nemen, tot verhooging van lasten en taksen om uwe uitgaven te dekken Het tegendeel zou een be wijs te meer leveren van uw slecht geldbeheer. De stad heeft in eenige jaren be schikt over aanzienlijke sommen voortkomende van den verkoop van boomen en gronden deze wel beleid zij had dus geene geldleeningen moeten doen. Ongelukkiglijk onze gemeenteza ken, in plaats van beheerd te wezen door onpartijdige, wijze en voorzich tige mannen, zijn in handen gevallen van klerikale politiekers, die met hare middelen kwistig omgaan, en onder voorwendsel van hestellings- werken, de gemeenteschuld van e6ll millioen honderd drie en vijftig duizend franks ver hoogd hebben. In I88O, liberaal bestuur, braclit <le genever frank 2S,6ÏO,000 op. In 1907, klerikaal bestuur, frank J>»,»2?,000, of 29 mil joen DOT duizend fr. meer De achteruitkruipeiide Burgemeester. Men zegt dat M. Colaert zijne po litie verplicht proces-verbaal op te maken tegen de onverstandige wiel rijders, die zich inbeelden dat de rij wegen gemaakt zijn om zich er van te bedienen Door een zeer verstandig vonnis heeft den heer vrederechter Tyberghein de wielrijders vrijgesproken, denkencle, in tegenstrijdigheid met het advies van het openbaar ministerie, verte genwoordigd door den heer politie commissaris, dat een weg bijzonder gemaakt in scorie-brieken, ten ge- brui ke der wielrijders, niet slechts een enkele band is die den weg moet aanwijzen aan de automobielrijders De heer Burgemeester, door dit vonnis, houdt er aan zijne weer wraak te nemen en vraagt aan het bestuur van bruggen en wegen den rijweg te doen verdwijnen die met groote kosten in de straten gelegd is Deze buitengewone houding heeft reeds de protestatiën verwekt onzer wielrijdersmaatschappijen. Zij is daarenboven aangeklaagd aan den Touring-Club van Belgie, die zich zal gelasten de geheele wereld door den naam van den achteruitkruipen den Burgemeester van Yper te laten kennen, die, in volle XXe eeuw, de afschaffing van rijwegen vraagt I11 188Ö, onder liet libe raal beheer, betaalden wij aan intresten en kortingen, 83.;»ö9,413 frank. InlOOt*, onder tie klerikalen, betaal den wij fr., of 80 miljoen OJ8S» duizend frank meer of bijna liet dubbel

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1910 | | pagina 2