Volksgezind weekblad der Vrijzinnig eVereeniging van Yper en het Arrondissement
Donderdag, 22" September 1910.
5 centiemen.
Zesde jaar. Nr 45,
BERICHT
aan de liberale kiezers
Hel ill iiiislerie.
Jonge Rechterzijde
en Oude Rechterzijde.
Wie
heeft de meerderheid
Eendracht maakt Macht.
E erschijneude dt's Êionderdag».
Vires acquirit eundo.
(INSCHRIJVINGSPRIJS
Voor den buiten Een jaar, Fr. 3-00.
Voor stad Een jaar, Fr. 3-50
Men handelt bij overeenkomst.
Men schrijft iri bij den Uitgever, UixöHidistraat, nr 53, te per. De aankondigingen van
gansch België en 't buitenland evenals de Notariale en Kechterlijke aankondigingen mogen
gezonden worden ten hureele van dit blad. Men wordt vriendelijk verzocht alle hoege-
naamde artikels uiterlijk legen Dijnsdag middag vrij en onderteekend toe te zenden.
AANKONDIGINGEN
Aankondigingen
5 c. den drukregel.
Reklatnen25 c.
Rechterlijke aankondigingen 1 fr. id.
De liberale kiezers van 't
arrondissement Yper, die
van wege 't gemeentebe
stuur bericbt ontvangen
hebben hunner uitschrah-
bing van de kiezerslijsten,
of de vermindering van bet
getal stemmen waarmede
zij ingeschreven waren, zijn
verzocht zonder uitstel, van
hunne stukken voorzien,
zich te wenden tot 't bureel
der Liberale Associatie in
de Seminariestraat, van 5
tot 6 ure 's avonds.
Wij hebben twee splinter nagel-
nieuwe ministers. De Koning is te
Brussel terug gekeerd en M. Schol-
laert heeft de benoeming der heeren
Berryer en de Broqueville. de eer
ste als minister van Binnenlandsche
Zaken en de andere als minister van
IJzerwegen bekrachtigd.
Zal daarmee de vrede hersteld
zijn Dat is grootelijks te betwijfe
len. Naar het schijnt zal de warboel
in de meerderheid nog wel meer aan
't licht komen. Er wordt verteld dat
M. Schollaert zich met M. Woeste
verzoend heeft. Dat klinkt wel aar
dig na de hevige uitvallen van den
ouden leider der oude rechterzij te
gen den kabinetsoverste, in den laat-
sten zittijd.
Men vertelt ook dat M. Schollaert
niet hard meer zal steunen op M.
Ren kin, minister van Koloniën en
dat deze, wel wetende dat men in
zekere kringen werkt om hem weg
te krijgen, eene andere groep zou
willen tot stand brengen, waar hij
voorzitter van zou zijn. Verder wordt
nog gezegd dat de heeren Verhaeger.
en Carton de Wiart van zin zijn, de
eerste de beste gelegenheid waar te
nemen om aan M. Schollaert te doen
verstaan dat hij ongelijk gehad heeft
de raadgevingen van de oude rech
terzij in de wind te slaan door hen
voor het ministerschap achteruit te
zetten. We zullen nog aardige din
gen beleven als de Kamers op nieuw
zullen geopend worden.
We zullen ten andere weldra on
dervinden of de verzoening van ons,
kabinetshoofd met M. Woeste wel
gemeend is en of in die verzoening
ook de schoolkwestie begrepen is.
Daar wij genoeg weten dat de oude
staatsminister \an geen leerplicht
wil weten, is het wel te denken dat
het M. Schollaert is, die voor M.
Woeste geplooid heeft.
In dat geval mogen wij ons wel
afvragen of de heeren Helleputte,
Renkin en de Lantsheere in 't zelfde
schuitje van de heer Schollaert zul
len kunnen blijven varen en of deze
laatste zelf, om zijne plaats van mi
nister te versterken, veel rekent op
de hulp van het 15'tal jonge-rechter-
zijde mannen, die al hebben laten
zien dat zij niet erg benauwd zijn van
eene ministerieele krisis en bij welke
zich wel M. Theodoor zal voegen,
wiens programma niet te best over
eenkomt met dat van M. Woeste.
(Inlichtingen van Le Matin6 Sep
tember 1910).
Zooals men ziet smeult er nog al
wat vuur onder de asche in de minis
terieele kringen. Daar wringt en
knoeit en kleutert men gedurig in
stilte. Het zullen weeral ook de libe
rale gazetten zijn, die het zullen uit
gebracht hebben.
Wij zijn wel niet kwaad dat onze
klerikale konfraters meer de liberale
bladen lezen dan de hunne, maar wij
raden hen toch aan, ook nu en dan
eens in de hunne te kijken maar
daar moeten ze leeren tusschen de
regels lezen ensomsin verloren hoek
jes te zoeken.
De schijnherstelling van 't minis
terie heeft niets veranderd aan den
strijd tusschen Jonge en Oude Rech
terzij. Meer dan ooit zijn ze malkan
der aan 't roskammen in stilte. Se
dert het goed uitgemaakt is dat M.
Schollaert AI. Woeste heeft geraad
pleegd en dat M. Woeste zijne groo-
te tevredenheid heeft te kennen ge
geven over die raadpleging, dat wil
zeggen sedert hij weer de inblazer
van het kabinet is geworden, gaan
de vrienden van de heeren Renkin
en Helleputte steeds voort in hunne
boosheid.
Volgens hen is M. Schollaert maar
een arme man zonder de minste
genie, zonder de minste krachtdadig
heid en met eene zeer middelmatige
bewustheid van zijne taak. Als men
hun doet opmerken dat zij, na het
overlijden van M. De Trooz, hem
aanzagen als den eenigen man, die
in staat was om de partij te redden,
en hem verleden jaar nog, wanneer
hij na veel aarzelen, eindelijk geheel
met AI. Woeste afbrak om de Jonge
Rechterzij te volgen,, een groot man
heetten, dan antwoorden zij Ja,
maar hij is veel veranderd.
Welnu, M. Schollaert is eenvoudig
dezelfde gebleven. Alleen toen hij de
Jonge Rechterzij volgde, was hij
veranderd. Nu is hij weer zich zelf
geworden hij is aan den invloed
van de Jonge Rechterzijde ontsnapt
en heeft weer zijnen 'toevlucht tot M.
Woeste genomen met wien hij in
strekking en gedachten zeer goed
overeenkomt. Deze is voorzeker een
verheven geest, maar hij houdt van
de eenvoudigen, wien hij zijn woord
kan opdringen daarom heeft hij M.
Schollaert goed onthaald toen de
man hem op nieuw raad kwam vra
gen.
Van eenen anderen kant schijnt
het dat M. Schollaert heel goed
weet dat zijn ministerschap niet lan
ger dan drie maanden meer zal du
ren. Zijne herstelling is maar schijn;
zijne hulpmiddelen zijn uitgeput,
maar vooraleer te vertrekken heeft
hij eenen laatsten dienst willen be
wijzen aan zijne partij, die de Oude
Rechterzij is eneenen slechten
toer gespeeld aan zijne medewerkers
van de Jonge Rechterzij door aan het
bewind eenen nieuweling te brengen.
Die man is M. Berryer, zoo in eens
minister van Binnenlandsche Zaken
geworden. Hij is de laatste hoop der
klerikalen, de laatste hunner hulp
bende. Met een klein tintje kristen-
demokraatschap in het begin, is hij
heelemaal Oude-Rechterzij gewor
den en kan des noods tusschen de
twee groepen vlotten, zooals hij
zulks te Luik bewezen heeft, waar
hij, naar het schijnt, krachtdadig
heeft meegeholpen tot verzoening
vandemokraten en behoudsgezinden.
M. Berryer schijnt zoo met éénen
slag voorbeschikt geworden te zijn
om kabinetshoofd te worden, zoodat
M. Schollaert, wanneer hij bij de
opening der Kamer zijn ontslag zal
nemen, terstond eenen plaatsvervan
ger zal hebben. M. Berryer zal vol
ledig voorbereid zijn om hem op te
volgen en... M. Renkin zal gefopt
zijn.
Te Brussel weet toch iedereen dat
M. Renkin aanzien werd voor eenen
baas in 't ministerie en als kabinets
hoofd in de toekomst - in geval, wel
is waar, dat dit kabinet nog kleri
kaal blijft en niet door liberalen ver
vangen wordt, zooals alles doet voor
zien. Waren de heeren Delbeke
en baron Descamps vervangen ge
weest door mannen van de Jonge
Rechterzij, dan hadde M. Renkin het
goed eindje vast gehad en, binnen
twee, drij maanden zou hij wel de
kolonie's laten varen hebben om
voorzitter van den ministerraad te
worden. M. Berryer is de stok in 't
wiel en daaraan ziet men den invloed
van M. Woeste.
AI. Schollaert zou uit zijn eigen
die berekening niet gevonden heb
ben. (Inlichting van den Matin van
Antwerpen 12-9-1910).
Voor ons wil dat alles zeggen dat
onze klerikale meesters malkander
heel fijntjes voor den aap houden en
onderduims ook elkaar het gras van
onder de voeten weghalen.
En dan durven ze zeggen dat ze
eensgezind zijn. Zulke kooien laten
wij ons niet opstoven. X.
't Is nog over de laatste Meikie-
zingen dat we 't hebben. Ze zijn nu
al wel bijna vier maanden voorbij,
maar we moeten er toch nog eens
over spreken omdat vele klerikale
bladen aan hunne lezers gelogen
hebben gelijk tandentrekkers en we
wel wisten dat andere klerikale bla
den die leugens zouden aan 't licht
brengen en tegenspreken. Dat ge
beurt nog al meer.
Onze tegenstrevers, moet ge we
ten, hebben twee soorten van gazet
ten en ook twee soorten van lezers.
Zij hebben krantjes, die schrijven
voor een soort van menschen, die
alles gelooven en aan wie zij de
grofste onwaarheden voor klinkende
munt kunnen verkoopen. Deze lie
gen er dus maar op aan, schoon ze
zelf geen geloof aan hun geschrijf
hechten.
Maar ze hebben er ook andere,
wier lezers zich zoo gemakkelijk niet
appelen voor citroenen laten in de
hand stoppen, bij wie zij dichter bij
de waarheid moeten blijven en hunne
eigene pers voor leugenaarster moe
ten uitmaken. Dat kost hun niet veel
moeite. vYe ondervinden het nu
weeral eens.
Bij de kiezingen van 1908 en 1910
samen, werden voor gansch het land
2.431.000 stemmen uitgebracht.
De klerikalen behaalden daarvan
1.094.000 stemmen de liberalen en
socialisten samen 1.205.000.
De overige stemmen gingen aan
andere opkomende partijen.
Datmaakteeneantiklerikale meer
derheid van 1.205.0001.094000
111.000 stemmen.
De meeste klerikale bladen hebben
zich in 't zweet gecijferd, de uitsla
gen op alle manieren uitgelegd, die
en die partijen, welke nochtans de
klerikale partij verloochenen, bijge-
r-ekend om toch maar tot de slotsom
te kunnen komen dat zij nog immer
de meerderheid in den lande zouden
hebben en aldus het huidige stelsel
van evenredige vertegenwoordiging
voor volmaakt te doen doorgaan.
Hunne spitsvoudigheden noch
hunne cijfers houden stand, evenmin
als hun stelsel van zeteltoekenning.
Maar wij mogen dat niet zeggen of
die gazetten schrijven in letters als
vuisten zoo groot dat we leugenaars
en bedriegers zijn. We wachten dus
liever wat tot dat hun eigen Etat-
Major of opperstaf hunne rekeningen
aan de kaak stelt. Maar het doet ons
des te meer deugd dat we hun die
logenstraffing uit hun eigen kamp
kunnen onder den neus duwen.
Het Brusselsch klerikaal blad
Le Patriotedat met heel andere
lezers te doen heeft dan de provin
ciale dag- en weekbladen uit den-:
zelfden winkel, durfde het niet aan,
het bilan der twee jongste kamerkie-
zingen zoo overdreven leugenachtig
op te maken als deze bladen. (We
hebben er een voor ons liggen, dat
onbeschaamd weg eene klerikale
meerderheid opgeeft van 142.957 st.)
en kwam, na veel bij rekenen langs
hier en aftrekken langs daar, tot den
uitslag 20.000 stemmen meerder
heid in heel het land voor de kleri
kalen.
Die uitslag is natuurlijk nog een
leugen, maar de bekentenis, die het
blad er aan -toevoegt, is onbetaal
baar.
Het zegt dat het toch zvat kras ts,
dat de klerikalen aan die 20.000 stem
men meerderheid in de Kamer te dan
ken hebben
Kan er beter bekend worden dat
het huidige stelsel van E. V. gebrek
kig is
Waar stond de kiesdeeler ergens
zoo laag als 't zesde deel van 20.000
stemmen
En hoeveel te meer blijft het ge
brekkig, als men berekent dat die
zes zetels verkregen werden ondanks
eene antiklerikale meerderheid van
lil.000 stemmen
Al de kieswetten, door de klerika
len aaneengeflanst, berusten op be
drog, en des ondanks zullen de knoi-
ers toch den dieperik in, misschien
wel eerder dan ze willen denken.
Dat onze vrienden slechts eensge
zind zijn en geene toegevingen ken
ner aan den vijand, en dezes kunst
matige meerderheid stuikt ineen als
een kaartenhuisje.
GALM