Stadsnieuws. Lantaarnaansteker, Onze Lép ine. Vla amsch Tooneel. Vijl' inlerpclhities. DAGKLAPPEK. Llleiiüjelwerk. 89 bevelhebber van den vierden militai ren kreits en generaal-majoor baron t'Serclaes, bevelhebber der troepen van de bezetting. De plechtigheid der ontvangst zal dezelfde zijn als deze die werd gevolgd bij de aankomst van Koning Willem en Koningin der Nederlanden, den 2 Mei 1884. Het gevolg der Duitsche Vorsten, te Brussel, zal bestaan uit graaf von Eu- lenburg, groot marchalk van het Hof generaal von Piessen, adjudant des keizers, kapitein der Marinevon Rebeur, adjudant; von Valentini, hoofd van het burgerlijk Kabinetmajoor Niedner, lijfarts des keizers en gravin von Brockdorf, groot meesteres van het Hof der Keizerin. De volgende regimenten zullen naar Brussel opgeroepen worden om de bezetting der hoofstad te versterken ter gelegenheid der militaire parade bij de aankomst van Keizer Wilhelm het 5° en het Öe linieregiment van Ant werpen het 13e linieregiment van Namen het le regiment jagers te voet van Charleroi en het regiment jagers te paard van Bergen. De bijzonderste korpsen der Brus- selsche burgerwaeht zullen worden opgeroepen om de eer te bewijzen aan den Keizer tijdens zijn bezoek aan het Brusselsch stadhuis. Wat de krijgsvloten kosten. Een zoogenaamd White Paper van "het, En- gelsch ministerie van zeewezen bevat de volgende cijfers betreffende de uit gaven voor de vloot. Uitgaven voor 1910-1911 Groot- Brittanië. 40,003,700 pond sterling Frankrijk, 15,023,019 Duitschland, 21,235,090; Italië, 7,349,766; Veree- nigde Staten, 27,474,454 Japan, 7,590,362 Rusland, 9,732,574. Nieuwe schepen en kanonnen voor 1910-1911 Groot-Brittanië, 14,857,430 pond sterling Frankrijk, 4,977,682 Duitschl.11,392,856Italië, 2/181,200 Vereenigde Staten, 6,889,005Japan, 2,692,260 Rusland, 1,424,913. Eenmaking der kieswetten. Minister Schollaert, zegt men, is vijandig ge stemd tegenover de eenmaking der kieswetten. Hij zou zich aan het statu quo willen houden. Doch al de katholieke Kamerleden van Brussel hebben verklaard dat ze bereid warende eenmaking te steunen. Er zal dus alweer in hoeken en kan ten moeten geparlesant worden om tot eene verstandhouding te komen. Afgeschaft. De nieuwe regeering van Portugal heeft alle titels van adel dom en alle decoraties afgeschaft. Voorzorgen zijn Zaterdag morgend op onze botermarkt genomen geweest om alle gebeurlijkheid te voorkomen. Vier gendarmen en evenveel agenten hielden zich gereed om de beleedigin- gen of de klompen boLer bij de vlucht te vangen die zouden kunnen gewor pen worden. Deze ontplooing der openbare macht was bestuurd door den heer Burgemeester bijgestaan van eenen Schepen. Met eene zeer sterke stem deze stem van toorn vervoerd die het gelach doet uitbersten bezwoer hij het volk kalm te blijven. Eensklaps had eene drukking plaats om naai' de sym pathieke stem van den magistraat te luisteren. Twee tafels, of liever twee planken op schragen gelegd, keeren om. De Burgemeester'ziet er het begin in van eenen oproer en de bevelen ko men er bij de vleet Agent, roept hij met eene van langs om zwaarder stem, doe rondgaan. En de agent, een weinig onthutst, voert het bevel uit en roept Circlez Zekerlijk indien er wanorde geweest is, hij is ontstaan door ontijdige tus- schenkomst van den koning der blauwe scheenloopers Deze belachelijke houding stak af met de kalme en onverschillige hou ding der gendarmen en der agenten die zich alleenlijk gereed hielden om op het gepaste oogenblik op te treden. Sommigen hebben in die overmaat van uitgalmingen eene verrukking ge zien met het zicht op de kiesmeetin- gen. Dit alles heeft niet belet dat de boter gestegen is tot eenen middelbaren prijs van fr. 3-50. Zondag laatst krioelde het van volk en van schoon volk in den stedelijken schouwburg. De zaal was letterlijk op gepropt men kon er noch roeren, noch keeren. De aanblik der zaal was prachtig. Overal lieve, blozende ge zichtjes en mooie kleedij. 't Geleek een onmetelijken tuil van frissche rozen. Heel het deftigste deel onzer Vlaam- sche bevolking was daar bijeenge stroomd om er een vermakelijken avond te beleven. En men heeft zich niet bedrogen gevonden. Men ver wachtte zich aan iets puiks en 't was nog beter dan men verwacht had. Eerst voerde men Liefdedrift op, een drama vol diep ingrijpende toestanden, eene brok uit het volksleven op 't dorp genomen en vol leerrijke tooneelen. Tot hiertoe zijn vijf interpellaties aangekondigd welke in den aanvang van den eerstkomenden zittijd der Ka mer te berde zullen komen. De eerste, die zal gedaan worden door de heeren Masson en Buisset, is de belangrijkste van allen. Zij heeft be trekking op het weigeren door de re geering de normaalscholen van Hene gouwen aan te nemen. Men voorziet dat zij een groot debat over de school kwestie zal uitlokken. De tweede is van den heer Monville, en handelt over het verbod gedaan aan de officieren in werkelijken dienst, le den te zijn der maatschappij van ge pensioneerde officieren. Dé heeren Paul Hymans, Paul Janson, enz., zul len aan de bespreking deelnemen. De derde gaat uit van den heer Rens, en taakt het nemen van maatregelen om een einde te stellen aan de over- drevene snelheid der automobiels. De vierde interpellatie is van den heer Lorand. Deze zal de regeering vragen hoe M. Begeretn haar geduren de twee jaren heelt kunnen vertegen woordigen als beheerder van Kasai, en zulks niettegenstaande de koloniale wet voorziet dat dit ambt onvereenig- baar is met een ander ambt, thans door den gewezen minister van Justicie be kleed De vijfde interpellatie heeft betrek king op het besluit der Bestendige Deputatie van Namen, welke geweigerd heeft de benoeming vaneenen gemeen tesecretaris gedaan door den gemeen teraad van Taurines, goecl te keuren, omdat de nieuw benoemde geen kleri kaal is. 't Is mogelijk dat eene zesde interpel latie plaats hebbe, ten propooste van den brand der Tentoonstelling van Brussel. De levendige besprekingen zullen dus niet ontbreken van af den aanvang des toekomende zittijds. De duitsche vorsten zuilen, in de Noordstatie te Brussel, worden ont vangen door den gouwgraaf van Bra- band, M. Beco, door burgemeester Max en burgemeester Frick van St- Joost-ten-Noode. Daarbij zullen zich voegen luitenant-generaal Cuvelier, DE LOTGEVALLEN EENER WEES Uit het Engelsch. TWEEDE DEEL. Achtste Hoofdstuk. De rots tier eeuwen. Het is een dier zeldzame stukken, heel en al kunst, en die veel studie en aan leg vergen om behoorlijk vertolkt te worden. .Welnu wij zeggen het gaarne, het werd meesterlijk weergegeven. De Sterrelingen hebben eens te meer be wezen wat zij kunnen op kunstgebied De beste beroepspelers evenaren. Mej. J. üevers, in de rol van Sara, was op recht goddelijk. Wat al kunst, wat al gevoel straalde uit al hare gebaren, uit hare houding, uit hare wezenstrekken Ze was onovertrefbaar. Mej. Z. Devers, in de rol van Toniawas een levend beeld der moedersmart en vol edele gevoelens, die zij opperbest deed uit schijnen. Mej. I. Windels was eene Finne, die goed geschetst werd. Bloe men en kransen bij de vleet voor die voortreffelijke speelsters De heeren L. Vancampo, in de rol van Martie en G. Pottel in die van Falk, waren meesters in 't vak en ver tolkten die lastige en moeilijke rollen op eene weergalooze wijze, 't Zijn twee volleerde kunstenaren. De heeren Fl. Slosse en K. Deweerdt waren een Tekel en een Evers naar de natuur geschil derd en J. Tasseel een jachtwachter, die opperbest gemaald mag heeten. De heeren K. Wolff, in de rol van Lomme, J. Schepens, in die van Lup- peken, D. Devers, in die van Tuter, A. Luyten, in die van Crabs, speelden ook zeer goed en behaalden veel bijval. De wildstroopers ook waren volkomen op de hoogte hunner rol. De liguratie was goed afgericht, talrijk en hielp mede tot den ongehoorden bijval, dien het stuk genoot. Een hartelijk proliciat voor die heeie schaar knappe toonee- I is ten Het knaapje, R. Lnyten, gaf de rol weer van Pauwel op eene aandoen lijke wijze. Die kleine kleuter schiep tooneeltjes, die oprecht aardig waren. Daar steekt wat in. De tooneelschikking en de versie ring waren allerbest geluktde tafe- reelen breed en vol leven en de geba ren natuurlijk en afgemeten naar de toestanden. De kleedij en de grimee ring waren onberispelijk en de taal was lief en zuiver gesproken. In die voor waarden moest het stuk ophef maken en dat deed het ook. Menigwerf dreun de de zaal onder de toejuichingen. Daarop volgde Een Huwelijk per veto, een boertig stukje, dat heeft doen lachen dat men het uitschaterde. Het stelt vele volksvooroordeelen belache lijk voor en bevat menig pleidooi voor wetenschap en vooruitgang. Daarin muntten uit de juffers Z. en J. Devers met de rollen van Monika en Eda en de heeren K. Wolff, met de rol van Lichtstraal, J. Tasseel, met die van Ernest, K. Deweerdt, met die van Peer Slapstok en Fl. Slosse, met die van Zebedeus. Allen waren goed op de hoogte van hunne taak en hebben hun ne te scheppen personnage naar de (Wordt Voortgezet Te Gent reeds zijn liberalen en socialisten aan het onderhandelen. Luik en Brussel zullen volgen. Dat men spoed make De beslissende slag nadert Handen uit de mouwen en allen aan 't werk OF DE Ziet ge, hervatte de heer Philips, die zware gordijn van wolken, die thans de wereld overschaduwt Zoo wordt ook menig hart door dichte ondoordringbare duisternis overschaduwd en ter neêr gedrukt. Maar hoven de wolken schijnt een helder licht, zegde Geertrui hierop. Daar boven nu. dat mag zoo zijn maar wat baat het hun die het niet z en Het is somtijds een vermoeiende weg, die naar den bergtop voert maar de pel grim wordt wel beloond voor den arbeid, die hem boven de wolken brengt, antwoordde Ge. rtrui met vervoering. Weinigen vinden ooit den weg, diezoo hoog opwaarts veert, hervatte haar zwaar moedige reisgenoot en zij die het doen, kunnen n et lang op die hoogte blijven. Zi] moeten weder omlaag komen en onder de alleiaagsche in nigte leven zich wederom in strijd begeven niet laaghartigen, wreeden en boozm zwaardere Wolken zullen zich boven hun hoofd verzamelen, en zij zullen in verdubbelde duisternis begraven worden. Maar zij hebben de heerlijkheid gezien; Z'j weten dat het licht daar omhoog eeuwig brandt, en hebben geloof om te verwachten, dat het de duisternis eindelijk zal doordrin gen. Zie/zie vervolgde zij, terwijl hare oogen van geestdrift schitterden, daar ver- dealen zich reeds de zwaarste woiki n spoe- dig zal de zon het dal verlichten Zij wees. zoo sprekende, naar eene breede kloof, die zich langzamerhand opende, ter wijl de tot nog toe vast geslotene massa van wo.ken van elkander week, en keerde zich toen naar den vreemdeling, om te zien of hij die verandering opmerkte maar met denzelfden glimlach op zijre strakke trek ken, staarde hij, niet op het schouwspel in de verte, maar op het vlak bij hem Hij staarde met vurige belangstelling de jeug dige dweepster met het schnone, en goede van; en was zoo geheel verdiept iu 'e waar neming van het spel harer gelaatstrekken, dat Geertrui denkende dal bij niet aar haar luisterde, maar in eerie zijner gewone vlagen van verstrooidheid verzonken was hare rede plotseling afbrak en zich van hem afkeerde. Maar nu zegde hij Ga voort,gelukkig kind Leer mij, als gij kunt, de wereld met de roz-nkleur te zien. die zij voor u heeft le.r mij dat ellendige wezen, dat men mensch noemt, even als gij met liefde en medelijden te be schouw n Ik waarschuw u dat pij eene moeilijke taak zult hebben maar gij schijnt veel te hopen. Haat gij de wereld vroeg Geertrui met rondborstige eenvoudigheid. Bijna, was hpt antwoord. Eens deed ik het werkelijk zegde Geer trui peinzend. En misschien zult gij het eens wederom doen. Neen, dat zou onmogelijk zijn zij is eene goede pleegmoeder van haar weeskind geweest, en ik heb haar nu teeder lief. Is men dan zoogoed voor u geweest vroeg hij met belangstelling. Hebben gevoel- looze vreemdelingen de liefde verdiend, die gij voor hen schijnt te koesteren Gevoellooze vreemdelingen riep zij uit, terwijl de tranen haar in de oogen kwa men. O mijnhe<r ik wenschte dat gij mijn oom True gekend hadt. en Amelia, de lieve blinde Amelia, dan zoudt gij om hunnentwil heter over de wereld denken. Verhaal mij van hen, zegde hij met eene zachte, nvaste stem, en strak in den afgrond ziende, die voor zijne voeten gaapte. Er is niet veel te verhalen, behalve dat d« een oud en arm en de andere 'uelieel blind was, en dat zij toch voor mij ongeluk kig, verlaten en mishandeld kind alles rijk, licht en schoon deden worden. Mishandeld Dus erkent gij dat. gij te voren onrecht hebt geleden Ik riep Geertrui uit. Mijne vroegste herinneringen zijn van niets anders dan ge brek, lijden en kwade bejegeningen. En die vrienden hadden medelijden met u Ja. de een werd een aardsche v^der voor mij, en de andere leerde mij waar ik een hemelschen moest vinden. En sedertdien tijd zij t ge zoo vrij en licht als de lucht geweest, zonder iets te wenschen of te vreezen Neen waarlijk niet, dat zegde ik niet, dat meende ik niet, antwoordde Geertrui. Ik heb van oom True en andere dierbare vriendeti moeten scheiden van sommigen voorjaren, van anderen voor altijd ik heb vele smartelijke, vele eenzame, treurige uren gehad, en zelfs nu wordt ik door ineer dan eene reden van vrees en angst bekneld. Hoe zijt gij dan zoo opgeruimd en te vreden zegde de heer Philips Geertrui was opgestaan, want zij zag dokter Jeremy aankomen, en stond nu met de eene hand tegen de steenklomp te leunen, ondpr wolke schaduw zij gezeten had. Zij hoorde de vraag van haren resgenoot met eeneri poinzenden glimlach aan en na eenen blik in de diepe vallei te h bben geworpen, ke- rdc zij zich mnt oogen vol heilig vertrou wen naar hem om, en zegde zacht maar met vurigen nadruk Ik zie den afgrond onder mij gapen, maar ik steun op de Rots der Eeuwen Geertrui had de waarheid gesproken, toen zij zegde dat meer dan eene reden van angst en vrees haar beknelde want inet hare dagelijksi he toenemende bekommering, dat de tijd naderde wanneer Amelia haar zou worden ontnomen, werd zij s dert kort ge kweld en bedro» fd door de gedachte, dat William Sullivan, aan wien haar hart met zusterlijke li- f ie gehecht was, de vriendin zijner kindschheid vergat, of haar ten min ste niet meer met de liefde en teederheid van vroegere jaren beschouwde. Het was uu eenige maanden gekden dat zij eenen brief uit Indie had ontvangen de laatste brief was kort en met eene overhaasting geschreven, welke Willie met zijne drukke bezigheden verontschuldigde en Geertrui moest tegen wil en dank aan het koude voorgevoel plaats geven, dat nu zqrie moe der en zijn grootvader niet meer leefden, de banden, die den balling aan zijne geboor teplaats hechten, aanmerkelijk verzwakt was.

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1910 | | pagina 2