Lantaarnaanstcker,
Men«:elwerk.
Vleeschmeel
als Voedingstof.
f^ieuwslijdingeii.
zen dat de school der S' Janstraat
volstrekt geenen last uitmaakt voor
den gemeenteraad, maar hoe onge
looflijk het ook schijne, zij integen
deel opbrengt aan de stad
Inderdaad, wanneer wij het laatste
verslag raadplegen, over het beheer
en den toestand'der stadszaken, vin
den wij er, voor het dienstjaar 1908,
op bladzijde 76, het volgende
WezentUjke ontvangsten. (School
geld, toelagen der provintie en van
den Staat en toekenning der stad)
3975-00
Wezentlijke uitgaven. (Jaar
gelden van het persooneel,
verwarming, verlichting en
onderhoud) 3917-94
Zij dus een overschot van
ontvangsten van 57"°6
Het deel der tusschenkomst voor
de stad bedraagt 1161-00.
De toelagen van provintie en
Staat beloopen wederzijds tot 132 fr.
en 150 fr.
De schoolgelden hebben in 1908
de som van 2302-50 opgebracht.
Wanneer men rekening houdt, dat
het getal leerlingen dat voor 1908,
slechts van 50 was, geklommen is
tot 80 voor dit loopende jaar, mag
men besluiten dat de betalende
School kan voorzien in zijn onder
houd, door zijne eigene besteeds-
middelen 't is te zeggen door de
opbrengst der schoolgelden en dat
zijne begrooting zich voor dit jaar
zal sluiten met een merkelijk over
schot, zonder dat de stad er nog moet
tusschenkomen
Wij bevinden ons dus tegenover
dezen ongelooflijken toestand eener
gemeenteoverheid, welke eerste
plicht is het onderwijs in te richten,
ten titel van openbaren dienst en die
speculeert op de inkomsten eener ge
meenteschool, door het schoolgeld
op te strijken van de kinders aan
wie zij een betamelijk onderwijs
weigert.
Wij herhalen dat deze staat van
zaken niet kan blijven voortduren,
want de onrechtveerdigheid is te
schreeuwend.
Van den eenen kant, ziet men de
ouders die bekwaam zijn den voor
uitgang hunner kinderen te waar-
deeren, zich ontmoedigen en niet
zonder reden. Andere familiën leg
gen zich opofferingen op, ten einde
hunne kleinen naar de betalende
school te zenden en hen een onder
wijs te doen geven, waarvan zij,
ouders, het geluk niet gehad heb-
94
DE
ben te kunnen genieten. Deze per
sonen hebben betrouwen in de goede
faam der school. Ewel, hunne kin
deren, overgelaten aan hunne eigene
krachten, kunnen niet vóóruit en de
ouders zijn schandelijk bedrogen in
hunne verwachting.
Indien het bestuur der school in
goede handen geweest ware, zou de
toestand waarover wij ons beklagen,
aan de gemeenteoverheid moeten
kenbaar gemaakt geweest zijn, van
af de heropening der klassen en deze
overheid zou onmiddelijk de nood
zakelijke maatregelen moeten geno
men hebben.
Wij weten niet of de juffer d.d.
bestuurster gebruik gemaakt heeft
van het recht welk het artikel 10 van
het reglement van 1887 haar toekent,
welk haar oplegt de gebrekkighe
den kenbaar te maken, van de in
richting van een onderwijs waarvan
zij het bestuur heeft.
Indien zij zulks niet gedaan heeft,
is zij tekort gebleven aan de eerste
harer plichten.
Heeft zij zulks gedaan, dan is het
aan het stadsbestuur, zich te verkla
ren. Dat het den moed hebbe zijne
inzichten te laten kennen. Men heeft
genoeg van die huichelarij.
Indien de gemeenteoverheid de
dood wil van de school, dat zij het
openhartig zegge, zonder omwegen;
het zal beter zijn dan schandelijk
misbruik te maken van het vertrou
wen der ouders, zooals onze Mees
ters thans doen.
LOTGEVALLEN EENER WEES
Uit het Engelsch.
TWEEDE DEEL.
Negende Hoofdstuk
De onzichtbare toovermaclit
Tiende Hoofdstuk.
Eeue verrassing-.
BETRUNE. Moordenaar zijner
verloofde. Donderdagavond lokte
een ijzermoeleerder de 23jarige Her-
bert Lecomte zijne verloofde, de
2öjarige Laurence Ricart, in een ver
laten straatje en loste op haar zes re
volverschoten vier kogels troffen
haar aan hoofd, hals en arm. Het
slachtoffer verkeert in stervensgevaar
de moordenaar werd aangehouden.
HAZEBROUCK. De misdaad van'
Boeschepe. De Brayne, beschuldigd
in den moord van Boeschepe, werd
vrijgesproken. Op 8 December zullen
drie der voornaamste schuldigen, in
Belgie aangehouden, voor de rechtbank
van Veurne verschijnen.
KORTRIJK. 9000 frank verloren
en teruggevonden.
Verleden week verklaarde de be
ambte eener Kortrijksche firma 9000
fr. te hebben verloren, of wel dat de
Tj
OF DB
Men moet haar in bijz'mdsre omstan
digheden zieri om terstond op hare schoonheid
te letten bij voorbeeld, zooals ik gisteren
deed toen zij pas van een toertje was terug
gekomen en zij door de beweging eene
gloeiende kleur had gekregeü of wannedr
haar gezichtje verlevendigd wordt door hare
belangstelling voor een vurig en roerend
spreker, of wanneer haar geyoel eensklaps
Wordt opgewekt, en de traanen haar in de
oogen komen en hare geheele ziel daar uit
straalt
Wel grootmoeder, riep Netta uit, gij
wordt waarlijk welsprekend
Dat is Geertrui ook op zulk eene oogen-
blik als w aarvan ik spreek. 0, zij is recht
een meisje naar mijn bart
Zij moet, naar hetgeen men z°gt, een
zeer aardig jonge dame, zijn, sprak de heer
Petranoourt. Wij moeten haar leeren ken
nen.
Gij zult haar zeer verschillend vi- den
van die aard'ge jonge dames, welke men in
vronlijke gezelschappen ontmoet. Hoe spoe-
Het vleeschmeel is geroepen om eene
overwegende rol in het voederen der dieren
te spelen. In vroegere jaren, dien tijd is nog
niet zoo lang voorbij, zou het als eene ware
ketterij geweest zijn, te durven verklaren
dat men dieren, andere dan vleeschetende,
kon voederen met vleesch men zou uitge
roepen hebben wat vleesch aan de gras-
etende dieren
Dat is dwaasheid Maar de wetenschap
is met rasse schreden vooruitgegaan. De
wonderen der levensleer zijn heden tegoed
gekend, iedereen weet nu welke voedende
bestanddeelen een beest noodig heeft om
te behandtwoorden aan het doel dat den
mensch van haar vergt. Waarom durf ik het
vleeschvoedermeel een ideaal voedingstof
noemen Eenvoudig omdat het alle bestand
deelen bevat zoo noodig aan een werkdier
als aan een prachtdier, aan een melkdier als
een tot de slachterij bestemd dier. Het is
een volmaakt voedingstof, want het bevat
al de scheikundige bestanddeelen noodig
om een volmaakt voedsel te vormen. Door
volmaakt voedsel verstaat men datgeene
dat ALLEEN volstaat om gedurende een min
of meer langen tijd een mensch of dier in 't
(lig heeft zij die kinderen tot stilte weten te
brengen
De heer Petranoourt volgde de oogen der
spreekster.
Is dat de jonge dame 'van wie gij
spreektzigde hi]. Die met die groote don
kere oogen en die fraaie krullen Ik heb
reeds eenigen tijd op haar gelet.
Ja, dat is zij. die nu met dat klein
meisje in het zwart praat.
Mevrouw Grijseworth, zegde dokter
Jeremy, door de openstaande glasdeur en
onder het spreken binnenstappende Ik zie
dat gij ons Geertje weet te waardeeren Ik
heb niet ie veel tot lof van haar verstand ge
zegd, niet waar?
Niet genoeg, dokter. Zij is een zeer
knap meisje, en ook een zeer braaf en goed
meisje, geloof ik.
Braaf, riep de dokter uit. Ik dacht niet
dat braafheid hier iets geteld werd maar
als het de moeite waard is dat men daarvan
spreekt dan zou ik u gaarne het een en an
der willen vertellen, dat ik van dat meisje
weet. En zonder in bijzonderheden te
treden, begon hij met geestdrift ui' te wei
den over Geertruides edel en onbaatzuchtig
gedrag in moeilijke omstandigheden. Door
zijn onderwerp in vuur gebracht, had hij op
eene treffende wijs gesproken van haretrou-
we dienstvaardigheid voor eer en half lam-
men grijsaard - voor een ander zwakkelijk
suf en kregeig oud man, en zijne langzaam
verkwijnende dochter en zou mi-schieu
nog van hare zelfopoffering ten dienste van
Amelia hebben gesproken; maar deze l-gde
hare hand op zijnen arm en stuitte hem, door
zacht eeoige woorden te zeggen.
Hij zweeg eensklaps.
Amelia, melieve, vervolgde hij, ik ver
leven te houden. Zulk een voedsel moet in
voldoende hoeveelheid vier groepen van
bestanddeelen inhouden.
Ten EERSTE. Eiwitstoffen/onontbeerlijk.
De ondervinding heeft ons geleerd dat een
dier gevoederd met spijzen die geene eiwit
stoffen bevatten in minder dan dertig dagen
van uitputting sterft. Geen enkel ander be
standdeel kan eiwit vervangen vermits geen
enkel zich in eiwit, in 't lichaam kan ver
anderen terwijl daarentegen kan het eiwit
zich in alle andere bestanddeelen verande
ren.
Daarom zou het niets zijn moest men een
weinig te veel eiwitstof geven en te weinig
koolhydraten, het te veel eiwit zou zich
toch in koolhydraat veranderen, daarente-
ged is het altijd schadelijk te weinig eiwit
geven. De eiwitstoffen zijn overvloedig in
het melk, de ei en het vleesch, bijgevolg
ook in het vleeschmeel. Zij dienen tot den
opbouw van het lichaam en Liebig noemde
ze de vormende spijzen
Ten TWEEDE. De vetstoffen. Men vindt
ze zoowei in het plantenrijk dan in het die
renrijk. Zij komen vooral van pas daar waar
de koolhydraten in te weinig hoeveelheid
Zijn want zij veranderen zich in koolhydra
ten. De vetstoffen in 't lichaam komen niet
alleen uit het voedsel, want ten huidige
dage is men overtuigd dat de overvloedige
eiwitstoffen zich in vetstoffen kunnen ver
anderen. Het klaarste bewijs ervan is dat
een dier gevoederd met spijzen die alleen
eiwitstoffen en koolhydraten bevatten, met
uitsluiting van vetstoffen zich toch vetmest.
Zij dienen vooral tot voortbrenging der
lichamelijke warmte, van daar den smaak
die bewoners zoo menschen als dieren, van
koude landen in vettige spijzen vinden.
Ten derde. Koolhydraten, Alhoewel
men de bestanddeelen dezer groep meer in
het plantenrijk vindt, komt men ze toch
ook tegen in het dierenrijk als in het bloed
en in de spieren. Zij dienen vooral om de
natuurlijke verrichtingen te onderhouden,
't is te zeggen de spijsvertering, de adem
haling, werk, enz.
Ten VIERDE. Minerale stoffen Deze
moeten in 't lichaam steeds vervangen wor
den vermits de mineraalstoffen zich afschei
den door 't water, het zweet, enz. Het zijn
vooral carbonaten, phosphaten en samen
stellingen van ijzer die het lichaam vergt.
Om een klaar bewijs te geven van de be
langrijkheid der mineraalstoffen zal ik u
zeggen dat een volwassen paard 150 tot t8o
grammen per dag noodig heeft.
Had ik ongelijk het vleeschmeel een
ideaal voedingstof te noemen Neen want
de vier hoogergenoemde groepen van be
standdeelen bevinden zich in goede verhou
ding in het vleeschmeel. Ziehier eene klei
ne ontleding van een bijzonder goed
vleeschmeel
Eiwitstoffen 55 tot 80 0/o
Vetstoffen 10 tot 15 °/0
Koolhydraten 8 tot 10 °/0
Mineraalstoffen 1 tot 2
Als men deze kleine lijst goed overweegt
dan komt men er toe te zeggen dat het
vleeschmeel voor alle dieren goed is. Inder
daad 60 tot 70 °/o eiwitstoffen dat is onmis
baar voor jonge dieren in volle ontwikkeling.
Voor hen zijn de eiwitstoffen van 't grootste
belang, want al hunne in vorming zijnde
organen hebben eiwitstoffen noodig. Zoo
dus om bij jonge dieren goede en krachtige
zoek u vr rsehooning; ik wist niet dat gij zoo
dichtbij waart, maar wat gij daar zegt, is
wel waar. Geertrui is bes'heitien orn haar
zoo voor het publiek te brengen. Ik ben een
oude gek, dat ik het doe; maar wij zijn hier
immers geheel onder vrienden.
Hij zag eenigzins angstigd m kring in het
rond, wierp eenen tame ijk wautronwigen
blik op de Petrancourts en lieteindelijk zijne
oogen rusten op eeoe gedaante, die vlak
achter HJena Gryseworth stond. Deze laat
ste, die niet geweten had dat er een vreem
deling in hare nabijheid was. keerde zich
om en zag. tot hare verrasing, den heer
Philips daar staan.
Goeden avond, mijnheer, zegde zij
toen zij hem herkende; maar hij scheen haar
niet te hooren. Mevrouw Gryseworth, die
hem nog nooit gezien had, keek vragend
op
Mijnheer Philips, sprak Helena, zal
ik u aan mevrouw Gryseworth, mijne...
Eer zij verder kon spreken stapte hij
haastig door de glasdeur naar buiten en
ging met snelle schreden het voorplein over.
Hij haalde zijnen zakdoek uit, wischte zich
het voorhoofd en vaagde, ongezien en
onopgemerkt, de tranen uit zijne oo
gen.
Later in den avond, toen Geertui 't kine,
dat zij zich had aangetrokken, aan deoppas-
ter had overgegeven, die er naar kwam zoe
ken, en zich wederom bij haar gezelschap
had gevoegd, werd alle aandacht opgewekt
door het binnentreden eener schoonezwierig
gekleede dame, door twee of drie heeren
vergezeld. Na in de zaal te hebben rondge
zien, om den persoon te vinden, die zij kwa-
organen te vormen, geeft ze veel eiwit w
kunt niet dan er bij winnen. 8
Een werkdier heeft vooral koolhydraten
noodig, welnu die vindt men nu ook ;n
zekere hoeveelheid in 't vleeschmeel, maar
wat meer is, het is zeer rijk aan vetstoffen
en gelijk ik reeds hooger gezegd heb, dé
vetstoffen, genieten van de hoedanigheid
zich in koolhydraten te kunnen veranderen
als er van deze laatste te kort zijn in de
aangevoerde spijzen. Hier nogmaals is het
vleeschmeel een extra goed voedsel.
Voor dieren vet te mesten is het onmis
baar en onvervangbaar. Het vleeschmeel is
zeer rijk aan vetstoffen, geen enkel ander
voedsel bevat er zooveel, ook zeer rijk
•i t-v-> nor n Cl 1 n Q IAr>r-i +0
aan
eiwitstoffen, maar het zijn slechts deze
twee groepen van bestanddeelen die noodig
zijn om een dier op korten tijd en op goed-
4-r> n-\ar>t-an I Ir-,
cijLi i x- b^U-
koope wijze vet te mesten. De vrees, als
zoude het vleeschmeel een nadeeligen in
vloed op de melk en het vleesch uitoefenen
is gebleken ongegrond te zijn want nadee-
lige gevolgen, na het gebruik van vleesch-1
meel zijn nog niet waargenomen, welen
altijd het tegenovergestelde. Voor het vet
mesten van varkens is het vleeschmeel
uitermate goed, deze gulzige dieren eten
alles en overwinnen van den eersten dag
de afkeer die het vleeschmeel de eerste maal
door zijn reuk bij de andere dieren verwekt.
Het vleeschmeel kan dus doeltreffend bij
alle soorten van dieren gebruikt worden.
Maar buiten dit alles heeft het ook nog een
ander voordeel. Het is veel goedkooper dan
gelijk welk ander dierenvoeder, als men wel
te verstaan de verhouding nagaat in de ge
halte van eiwit en vet. Neem bijvoorbeeld
de lijnkoeken, zij kosten toch ook ongeveer
23 fr. de 100 Kos, en goed vleeschmeel als
TiEMAN'S vleeschmeel kost maar 28 fr. de
100 Kos maar Tieman's vleeschmeel bevat
70 °lo eiwit en vet en lijnzaadmeel slechts
35 tot 40 °lo. Nogmaals herhaal ik dat
het vleeschmeel een ideaal voedsel is voor
de dieren en binnen weinigen tijd op alle
pachthoeven en zelfs in de stad in alle stal
len zal gebruikt worden,
J. J. JACOBS,
Rijksveearts, Berchem.
men opzoeken, naderde zij mevrouw Pe
tranoourt, die reeds was opgestaan om haar
te verwelkomen. Hoe onverwacht de ont
moeting ook voor Geertrui mocht wezen,
herkende zij toch terstond Isabella Clinton,
die evenwel haar en Amelia voorbij ging
zonder haar op te merken, en dewijl f
geen ledige stoel bij de hand was, zich naast
mevrouw Petrancourt op eene sofa neerzet
te en met deze Jatne in e-n ernstig vertrou
welijk gesprek traiZij bleef zitten e»
wierp geene enkele maal eenen blik in d«
richting van dokter Jeremy's gez-dschap,
voordat zij weder opstond voor afscheid te
nemen, Zij zou deze gropp ook toen weder
onopgemerkt zijn voorbijgegaan, maar toen
zij dokter Gryseworth toevallig jufrouw
Flint bij haren naam hoorde aanspreken,
keerde zij zich halfom, zag Geertrgi aan,
groette haarmet de onverschilligheid, waar
mede men dit iemand doet, die men slechts
van aanzien kent. wierp eenen vluchtigen blik
op geertrui, liet met onbescheidene niuws
gierigheid hare oogen over het overige van
den kring rondgaan, en ging, zonder zich
op te houden om iets te vragen of een woord
te wissellen, weder heen, terwijl zij hare
geleiders eenige spottende aanmerkingen
over de plaats en het gezelschap toefluister
de.
Welk een beeldschoone dame! zeg J1
Netta tot mevrouw Petrancourt, Wie is zij-''
Mevrouw Petrancourt deelde me le w-i
zij van j ufvrouw Glinton wist, verhaalde u""
zij met haar door Zwitserla. d had gerèk'1
en haar naderhand te Parijs ontmoet had.
waar zij algemeen bewonderd werd en
keprde zich toen naar Geertrui met de aa»-
merking Gij zij t haar bekendnaar ik z G
jufvrouw Flint.
Wordt Voortgezet