m Volksgezind weekblad der Vrijzinnige Vereehiging van Yper en het Arrondissement. Donderdag, 27" April 1911. Zevende jaar. Xr 24. De groote strijd. Liberalen, waakt Over Tuunels of oiideraardsckeGaugeii. Velodroom van Yper. Zondag 14 Koers van 100 kilometers Doodelijk ongeluk le Poperiughe. Eendracht maakt Macht. Vet'SC hij diende des SÏOtldet'dagS. Vires acquirit eundo. INSCHRIJVINGSPRIJS Voor den buiten Een jaar, Fr. 3-00. Voor stad Een jaar, Fr. 3-50 Men handelt bij overeenkomst. Men schrijft in bij den Uitgever, Dixiuudestraat, nr 53, te Yper. Oe aankondigingen van gansch België en't buitenland evenals de Notariate en Rechterlijke aankondigingen mogen gezonden worden ten bnreele van dit blad. Alen wordt vriendelijk verzocht alle hoege- naamde artikels uiterlijk tegen Dijnsdag middag vrij en onderteekend toe te zenden AANKONDIGINGEN Aankondigingen 15 c. den drukregel. Reklamen25 c. Rechterlijke aankondigingen 1 fr. id. Deonverzadelijkeheersch- en geld zucht van de bisschoppen, van de politieke geestelijkheid en van de onder hare bevelen staande partij, brengt het land terug voor eenen droevigen, verbitterenden schooloor- log voor twisten en tweedracht tus schen burgers van dezelfde gemeente, tusschen leden van hetzelfde huisge zin Dezelfde betreurenswaardige too- neelen, welke wij van 1879 tot 1884 bijgewoond hebben, door de schuld der bisschoppen, zullen zich terug voordoen. Grievender zal de dwang, erger, hardnekkiger, wreeder zullen de vervolgingen zijn. Er staan im mers millioenen op 't spel, en wan neer er goud goud is macht in hunne oogen straalt, zijn de driften van de zwarte roofvogels niet meer in te toornen. Zij luisteren niet meer naar de stem van de rede, van het gezond verstand, van de rechtvaardigheid. Nog zijn de stoffelijke en zedelijke wonden niet geheeld welke tijdens den schooloorlog van 1879-1884 wer den toegebracht. Honderden goede gemeentescho len gesloten, duizenden onderwijzers en onderwijzeressen, kinders van kleine burgers en werklieden, zonder brood gezet, armoede in talrijke ge zinnen, vertwijfeling gebracht in de harten der geloovigen op het zicht van de hardvochtigheid dergenen die zich noemen apostels eener religie van vrede en liefde, verval van den godsdienstzin tot in de kleinste dor pen, onverzoenbare veeten in vele huisgezinnen, dit alles houdt de kle rikale partij en de politieke geeste lijkheid niet tegen om den wel iet of wat gestilden maar nog niet uitge storven schooloorlog terug aan te vuren. Het is er immers om goud, om millioenen op te doen. Goud is hun ideaal. Goud is macht. Goud is het doel van gansch hun streven. Gaat de werking van de geestelijkheid en van de klerikale partij na, en in alles zult gij dit stre ven zien doorschemeren, ja in alles zult gij het zien overheerschen. Zijn niet alle godsdienstige prak tijken, oefeningen en ceremoniën op geldelijke belangen berekend En buiten deze oefeningen, slechts te bekomen tegen betaling van goud, waarvan zij zich overigens erger dan stukwerkers zoo vlug moge lijk ontmaken, ziet men de priesters zich nog bezig houden met de gebo den Gods en de belangen der reli gie Laten zij zich niet geheel en al in beslag nemen door het besturen van klerikale lastergazetjes, het mou- chardeeren en boycotteeren van an dersdenkenden, het overzien en ver- valschen der kiezerslijsten, jacht maken op de kinderen der officieële scholen, loeren op erfenissen, zich bezig houden met paardenverzeke- ringen, varkens- of geitenkweek, in allerlei zaken, zoowel in landmest als in aflaten en relikwiën handel drijven, coöperatieven stichten en dwang op neringdoenden uitoefe nen Ja, ziedaar de hoofdbezigheden van degenen die zich nog 'apostels durven noemen van den armen schrijnwerkerszoon wiens leus steeds was dat men geene wereldsche goe deren moet vergaderen, dat goud verachterlijk slijk is en dat zijn rijk van deze aarde niet is. Neen, zij zijn zijne discipels, zijne apostels, zijne navolgelingen niet. Zij behooren veeleer tot de laagste soort der kooplieden uit den tempel, die hun onnoemelijken handel, tot in het huis des Heeren gingen uitoefe nen en tegen dewelken Jesus de geeselroede moest opnemen. Indien Jesus van Nazareth moest terugkomen, het zou wel tegen onze handels- en politiek-drij vende pries ters zijn dat hij zijn straffenden arm zou moeten opheffen. Hij zou dan ook gevaar ioopen door onze Room- sche gekruinden aan het opgeruide fanatieke kwezelsvolk overgeleverd en gekruisigd te worden. In afwachting dat de klerikale partij door de finantie ten gronde gebracht worde, zijn de priesters door de finantie en door de goud zucht verblind en het is in hunne verblindheid dat zij den schooloorlog terug aanblazen. Het kon niet anders. Ziende dat zij door leugen, bedrog en dwang vijf en twintig jaren lang hunne heerschappij over België konden be houden, kennen hunne aanmatigin gen geene palen meer. Zij willen al verder en verder gaan, al meer en meer inpalmen. Overigens, wie de geschiedenis en den zieletoestand kent van de Room- sche Kerk en van hare priesters, kan zich over deze nieuwe uitbarsting van dweepzucht, van geld en.macht- betrachting niet verwonderen. Het is, met een nieuw opflikkerend ge weld, de voortzetting van den eeu- wigdurenden strijd tusschen het burgerlijk gezag en de kerkelijke overheerschingszucht. Door list en bedrog wisten de bis schoppen van Rome het burgerlijk gezag onder hunne klauwen te krij gen en eeuwen lang heten zij de bloedigste oorlogen en de verschrik kelijkste omwentelingen uitbreken tegen de keizers, koningen of andere Staatshoofden, of tegen de volkeren die op zelfbestuur en burgerlijke on afhankelijkheid dierven aanspraak maken. De katholieke vorsten ontsnapten zeiven niet aan de grenzelooze pre tentie van de Roomsche Kerk om zich boven allen en alles te stellen. Hebben wij niet geleerd dat zeer geloovige prinsen, gelijk Keizer Karei en Philips II, tegen den paus van Rome moesten oorlogen om zijne inbreuken op het wereldlijk en bur gerlijk gezag te beteugelen. Het is nog altijd dezelfde strijd welke heden tusschen de heersch- zuchtige Kerk en den modernen bur gerlijken Staat gevoerd wordt. Boven onze kinderen, boven onze millioenen, boven onze scholen, be trachten de geestelijken van Belgie de algeheele onderwerping van den Staat, gelijk van de provincie en gemeentebesturen aan hunnen gren- zeloozen hoogmoed, aan hunne too- melooze heerschzucht. De ongelukken en rampen, welke \^;óeger eeuwen ons vaderland teis terden, ontsproten grootendeels uit deze Roomsche aanmatigingen. Aan het volk te oordeelen of het.zich nogmaals door deze doodende heil- looze macht van de vrijheidsworden- de geldzuchtige geestelijken zal laten verpletteren. f Uit verscheidene dorpen wordt ons een nieuw bedrog van de zwarte kies- dravers bekend gemaakt. Vreezende dat de protestbewegingen tegen het schandalig ontwerp van schoolwet zich op de buitengemeenten zou kunnen uitbreiden, gaan de pas toors in de arme huisgezinnen de ou ders wijsmaken dat de schoolbons aan de huisvaders gaan uitgedeeld worden. Al onze vrienden en propagandisten moeten medewerken om deze schaam- telooze verzinsels te logenstraffen. De schoolbons zullen niet aan de huisva ders uitbetaald worden, maar wel aan de geestelijken of hunne lakeien, die allerlei zedelijken en stoffelij ken dwang zullen uitoefenen om de kinderen naar de dompersschoien te lokken. Verre van iets te ontvangen, zullen de ouders nog meer rechtstreeksche of onrechtstreeksche lasten te betalen hebben, om de geldzucht der schatrij ke kloosters te bevredigen. Een weinig Geschiedenis. Wat den rnensch in den weg staat verwijdert hij of ondermijnt het. Wie veel reist kan zien wat al reu zenwerken 's menschen ondernemen de geest reeds tot stand heeft gebracht.. Bergen doorboort bij onder de stroo- men graaft hij of werpt er bruggen over om den wég naar zijn doel te verkor ten. Alle hinderpalen overwint hij en het is niet het minst in den tunnelbouw dat hij zijne vindingrijkheid, zijnen moed, zijn taai geduld en zijne volhar ding toont. Wij moeten uit 011s land niet gaan om ons daarvan te overtuigen. Een reisje in het Walenland geeft ons daar van meer dan één voorbeeld, terwijl wij in Laag-België verschillende plaat sen kennen, die vroeger door onder- grondsche gangen verbonden waren en andere, waar in de laatste tijden zulke gangen gegraven werden. De tunnelbouw dagteekent van in de vroegste eeuwen. De Assyriërs en de Babyloniërs wa ren wellicht de eerste tunnelgravers. Semiramis, koningin van Assyrië, deed eenen tunnel door de bergen van Daghistan en Zaracocus bouwen. In de bergstreken van Nubië enlndië bestaan nog tempels, die in de oudheid in dé rotsen gebouwd werden. Men noemt ze rotstempels. Zij werden met eenvoudige handwerktuigen gemaakt en de bezoeker staat verbaasd over het geduld en den moed, die de houwers van die tempels aan den dag moeten gelegd hebben. In de Nieuwe Wereld heeft men overblijfselen gevonden van groote tunnels, die de vroegere bewoners, zooals de Azteken en de Peruanen, voor hunne waterleidingen gemaakt hadden. In Babyloniën bestaat er een tunnel onder den Eufraat, die tot verbinding diende van het koninklijk paleis met den tempel van Jupiter-Belos. De Romeinen maakten tunnels voor de verkeerwegen, afleidingswateren en drinkwaterleidingen. Dat deden zij niet alleen in hun eigen land, maar in al de gewesten, die zij aan hunne heerschap pij onderworpen hadden. 30 jaar vöör onze tijdrekening maak ten zij eene straat dwars door de Appe- nijnen en een tunnel, dien zij door den Possilippus tusschen Napels en Pou- zolles gegraven hebben, is nog in ge bruik. Hij is duizend stappen lang, 30 voet hoog en 25 voet breed. 16 jaar vroeger, onder de regeering van keizer Claudius, werd een tunnel gegraven van 6 kilometers lang, 5 m. 8 hoog en 2 m. 8 breed die dienen moest tot afleiding van het Fucinusmeer in den Lirisstroom. 30000 man hadden er li jaren lang aan gewerkt. 359 jaar na Kristus werd een tunnel van 6000 voet lang, 7 tot 8 voet hoog en 5 voet breed gemaakt om het water van het Albanermeer af te leiden. In 1450 deed Anna van Lusignan een Alpentunnel aanleggen tusschen Nizza en Genua, maar dat werk bleef onvol tooid. In de 2" helft der 17e eeuw ging de tunnelbouw beter vooruit dan eertijds, dank aan de toepassing van het bus kruit, waarmede men de rotsen kon doen springen. In 1782 werd het bouwen van den Alpentunnel tusschen Nizza en Genua door Victor Amedeus Hl-hernomen, maar in 1794 moest dat werk weer ver laten worden tengevolge van den inval der Franschen in Italië. Het bleef on voltooid ofschoon het al 2500 m. verre gevorderd was. In 1797 werd tiet, Urnergat gegraven in het Saumpad over den St Gothard. In 1797 maakte men een tunnel door den Moniksberg in Salsburg. In 1798 werd er een onder de Theems gegraven tusschen Tilbury en Grave- send, en in 1803 kwam er een tot stand te Tronquoy voor de vaart van S' Quen- tin in Frankrijk. ('t vervolgt.) otn 2 3/4 ure. VOOR BEROEPSRENNERS. N.B. Eene premie, namentlijk een prachtige velo, zal gratis verlot wor den tusschen al de personen in den Velodroom tegenwoordig. Tribunen, fr. 2-00 Voorbehoudene, fr 2-50. Een doodelijk ongeluk is Zaterdag morgen voorgevallen op den steenweg van Yper naar Poperinghe, waar Louis Desmaret, voerman van den bloem- handelaar M. Dambre, van Yper, twee wagens voerde. Bij de hofstede Van Caeyseele, over den Brandhoek sprongen drie kinders op den achter wagen. Een meisje van 10 1/2 jaar, al springen, struikelde en rolde onder den zwaren wagen het had den lin- O - *~?8 ^^3 PRIJZEN DER PLAATSEN I Volksplaatsen, fr. 0-75 Viragen, fr. 1-25

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1911 | | pagina 1