Lantaarnaansteker,
De toestand.
Mengelwerk.
I)i: STKAF
van M. DA KNS.
De heer Biebuyck. Die zonder ant
woord gebleven zijn.
De heer Colaert antwoordt dat hij on
langs eene bijeenkomst had met den
bevoegden minister en de werken zul
len eerlang aangevat worden.
De heer Bouquet vraagt wanneer de
waterleiding zal uitgebreid worden tot
aan het belangrijk gehucht bij de Wel-
dadigheidsschool.
De heer Colaert. Het waterstelsel
zal veel verbeterd zijn wanneer de
werken aan den Dickebuschvijver zul
len voltrokken worden. Er is nu te wei
nig water.
De heer Vanderyhote vraagt wanneer
de waterleiding aan de Kruisstraat
zal opgedaan zijn.
De heer Colaert dringt aan, opdat de
dienst der werken die leiding voleinde.
De openbare zitting wordt om 6 ure
25 geheven.
Hoe staat het nu eigentlijk met de
nieuwe schoolwet
Ik zeg de nieuwe schoolwet, want
er zijn er reeds twee, en er zullen er
waarschijnlijk nog al komen.
Laat ons er geen doekjes om win
den maar het staat geheel slecht voor
de katholieke bewaarders.
Hadden zij eene ernstige, demo
cratische wet voorgesteld, over 10
jaar als zij meester waren van 't land,
almachtig, en dat de tegenpartijen
van geenen tel waren, daarbij nog,
hadden zij den helftgeeischt van'tgene
zij vragen, die wet ging er door en
er zou geen haantje over gekraaid
hebben.
Maar nu dat die partij, oud en ver
sleten, afgeleefd is, en op haar sterf
bed ligt, dan nog dien slag wagen,
een ware staatsaanslag, dat komt mij
voor als den sprong van den waag
hals, die zegt in zijn eigen springen
of verzinken, ik moet er toch aan
daarom maar gesprongen, wie weet
of ik er niet over gerake
Geene begoochelingen, heeren, uw
tijd is voorbij en met het zwakke le-
venlooze bloed dat kracht-en machte
loos nog voort door uwe lamme ade
ren zuipelt, zijt gij tot dien helden-
strijd niet meer bekwaam.
Gij zijt niet slim geweest, gij, die
beweert al het verstand in pacht te
hebben. Gij hebt twee groote politie
ke fouten begaan, of liever in twee
punten der schoolwet niet klaar ge
zien.
DE
Mi
LOTGEVALLEN EENER WEES
Uit liet Engelsch.
TWEEDE DEEL.
Dertiende Hoofdstuk.
Onzekerheid.
Wij zullen dezen keer niet spreken
van het wetsvoorstel zelf. Zooals wij
gezegd hebben, vinden wij er wat in
dat goed, zelfs zeer goed, wij zeggen
de zaken lijk ze zijn, maar van den
anderen kant ook menige strekking,
die wij uit al onze kracht bestrijden,
al moest de regeering met heel haar
boel vërzinken
Dus niet slim geweest in voor- en
door-zicht.
Eene eerste dwaasheid is geweest
van te veel rekenen, voor het welge-
lukken van uwen staatsaanslag, op
het godsdienstig gevoelen onzer be
volking. Jongens, jongens, hoe is het
mogelijk van dat niet te zien of te
gevoelen, dat het godsdienstig gevoe
len bij ons volk te veel verzwakt is,
en dit door uwe schuld. Gij hebt den
godsdienst, in de laatste jaren, te veel
gebruikt en misbruikt, als dekmantel
waaronder gij uwe geldschuimerijen
hebt gepleegd en als werktuig om
ons arbeidende volk onder den hiel
te houden en te verdrukken.
Gij hebt te veel gespeeld met den
godsdienst, geschermd en gebokst.
Gij hebt overal den godsdienst in
ons geloovig volk belogen en bedro
gen.
Het wasgodsdienstaltijdenoveral.
De godsdienst was verloren, als de
koolmijnen der Kempen, de eigendom
van 't volk, aan de rijkaards niet
weggeschonken werden.
De goesdienst was verloren, alsde
Congo niet overgenomen werd alser
geen 50 millioen aan de arme, dood
arme koning Leopold op het zweet
van ons volk geschonken werd als
het niet toegelaten werd aan Leopold
van nog eens ander 50 millioen uit de
kas van den Congostaat te robberen...
en wat weet ik nog al
Neen, katholieken, rijke bewaar
ders, ge hebt, gij, het godsdienstig
gevoel, bij onze christene bevolking
uitgedoofd, en nu, in stervensnood,
komt gij beroep doen op dat gevoel.
Te laat
Een tweede dwaasheid, het is dat
gij niet voorzien hebt dat uwe school
wet de liberale en socialistische par
tijen zou vereenigd hebben, en dat is
van belang. Vergeet het niet: de ver-
deelingderoppositiepartijen was uwe
macht, en hunne vereeniging is hunne
macht, uwe zwakte en uwe dood.
Gij die alles weet en alles kent,
dat moest gij voorzien hebben.
En tegen die verjongde, dus le
venskrachtige partijen, tot alles be
slist en bekwaam, daar tegenover
staat gij met uw oudemannen- en
oude wijvenbloed
Het kluchtige van al is, dat de
bewaarders nog gebaren stou
bereid met heldenmoed, alles te t
seeren en sterk genoeg om heel
wereld te verslaan
Het jonge krachtige bloed dat /.ou
bereid geweest zijn, rechtzinnig en
rechtschapen in christene overtuiging
het christendom te verdedigen, e
zijn nog de christen democraten, ons
volk maar wij zijn gedoemd geweest
en waren geen goei...
De verdediging van den godsdienst
bluft dus het werk, volgens de over
heid, het werk van de rijke katholieke
bewaarders.
De oogen open en wij zullen eens
zien wat die rijkaards zullen doer, om
den godsdienst te verdedigen, nu dat
de dag van lijden en strijden gekomen
is en de dagen van 't zakkenvullen
in naam van den godsdienst voorbij
zijn
Het spel begint.
Volgens mijn bescheiden oordeel,
nog eens herhaald, de schoolnet die
altijd moet zijn, matig en verstandig
maar vooruitstrevenden democratisch
zou met klank en gang zijn doorge
gaan het is nu, door de schuld van
den bekrompen dweepersgeest der
bewaarders, veroordeeld niet tot ter
dood, maar om nooit het leven te
zien
Om te eindigen, waarom daar mêe
al, geen kort spel gemaakt storm
voor het algemeen stemrecht, en dan
met gelijke rechten op politiek ge
bied, doet iedereen wat hij wil
Dat is ons gedacht.
Priester FONTEYNE.
Bij de Krlsteue Deiuokraten.
M Daens wordt afgekeurd
door de andere hoofd
mannen zijner partij.
Veel wordt gesproken over de hou
ding die M. Piefer Dasns in de Kamer
heeft aangenomen ten voord eele van
het klerikaal ministerie dat van alle
kanten wordt aangevallen. De klerika
le pers jubelde reeds in het vooruit
zicht dat de zoo gehoonde en vervolg
de demokraten het leger der volksver
drukkers ging komen versterken.
Het Recht van deze week zal onze
tegenstrevers ieelijk onthutsen, geheel
het nummer om zoo te zeggen dient
om M. Daens af te keuren.
Eerst verschijnt aan het hoofd van
bet blad, in vette letters de
verklaring
Aan Le XXe
De stemmen
Ogende
Siècle
der christen
derm,
kraten mogen niet met het ministe7~
gerekend worden, maar TEGEN dj
ministerie. Een echte vrije christe,
demokraat is radikaal anti-mini^
rieel.
Weg met de behouders Lev
demokratie
Vervolgens geeft M.
e de
Hector
Han-
quaert een artikel dat bijna geheel de
eerste bladzijde neemt en waarvai
bier de besluitselen overdrukken
«AI. Daens heeft zich te veel gew
bij de behouders en is misschien
reeds in hun netten gevangen, bi al)
Wel
jen. ia
gevalzijn houding sedert een jaar K
voor eiken demokraat eene groote
teleurstelling en een reden voor'
De triestige toer, ons door
vrees,
priester
Daens gespeeld voor zijn dood, [mi
nog frisch in ieders geheugen.
M. Daens zegt nog wel dat hij tot
eene vrije afzonderlijke partij behoort
en dit moet hij natuurlijk, uit taktiek
blijven zeggen doch zijne houding
niet in overeenstemming met zijne
woorden. Altijd en overal, doch te
Aalst meer dan elders, hebben de de
mokraten zich aangesteld als vijandi»
aan 't ministerie.
De oude katholieke bewaarders
zijn de eenige hinderpaal tot de verwe
zenlijking van algemeen stemrecht
E. V. voor gemeente en
provincie,
pensioenen, enz. De katholieke behou
ders zijn de ware vijanden van al wat
demokraat is. Daarom hebben al de
christen demokraten en de heeren
Daens meer dan wie ook, deze ja dik
wijls zelfs te brutaal, zich tegen alle
behoudsgezinde ministeries verklaard.
Dus de christene demokraten zijn eene
radikaal antiministerieele partijen
haar gekozene moet handelen als een
antiministerieel.
't Is onbetwistbaar dat M. Daens op
dit gebied sedert een jaar de verwach
tingen van de christen demokraten
totaal heeft te leur gesteld en tot groot
genoegen van de grootste vijanden van
ons volk van deze die zooveel hon-
derde demokraten gebroodroofd heb
ben van deze die ons volk zoo haten
en verachten dat zij ons zelfs onze
Hoogeschool weigeren uit vrees dat er
wat licht in den geest van 't Viaamsche
volk mocht stralen
Verders schrijft Het Recht
De houding van M. Daens in de
Kamerzittingen van 23 en 24 Mei heeft
in gansch het land een 0nbesclirijfelij
ken indruk gemaakt.
De katholieke bewaarders, onze
grootste vijanden en verdrukkers, heb
ben gejuicht en gejubeld.
De liberalen en socialisten hebben
onderbroken, geroepen en krachtig
zijne onuitlegbare houding afgekeurd,
(Wordt Voortgw^
OF DB
Toen gij mij in uwe armen naamt, 6ti mij
uw kind, uwe lievelinge noemdet, ver
beelde ik mij dat mij dat de aandoeningen
van dat schrikkelijke tooneel uwen geest en
brein zoodanig hadden verbijsterd nat gi j mij
voor iemand anders hield misBchion mij
aanzaagd voor dierbare, die ver van u
verwijderd was. Ik geloof nu dat het geene
oogenblikkelijke waanzinnigheid was, maar
veeleer dat ik op dan duur voor eene andere
ben gehouden, wier blij ie taak het misschien
mag wezen het treurige leven van eenen va
der te verhelderen, terwijl ik onherkend en
emzaam blijf de vader en moelerlooze,
waarv or ik gewoon ben mij zelve te hou
den. Indien g j eene dochter verloren hebt,
zoo geve God dat zij u terug gegeven worde,
om u zoo li-'f te hebben ais ik doen zou,
wanneer het mijn gezegend lot was die Joch-
ter te zijn. En ik houd mij niet voor eene
vreemde laat mij in uw hart uw kind zijn
laat ik 11 mogen lief hebben, voor u bidden,
om u weenen laat ik mijne ziel in dank
baarheid mogen uitstorten voor de vriende
lijk Z t-g en het medelijden, die gij mij
ree N h.bt gegeven. Eu toch, ho wel ik van
alles afzie, en niet duif, ja niet durf stil
staan bij de gedacht, dat gij anders Can
bedrogen zijt, wanneer gij mij voor uwe
dochter houdt, toch springt, mijns ondanks,
mijn hart op. en beef ik, kan ik bijna geen
adem halen, als de mogelijkheid door zalige
hoop voor mij oprijst Neen, neen, ik wil
er niet aan denken, of ik zou het niet kun
nen dragen dat zij verijdeld werd Ach, w at
schijf ik Ik weet het niet Ik kan die onze
kerheid niet lang verduren. Schrijf spoedig,
of kom tot mij, mijn vader want voor
eens wil ik u zoo noemen, hoewel misschien
nooit weder.
4 Geertrui.
De heer Philips of Atnory, want wij
zullen hem nu zijnen waren naam geven
had vergeten ot verznimd zijn adres te mel
den. Geertrui lette niet op deze omstandig
heid, voordat zij haren brief had toegevou
wen en wilde gaan wegsturm. Toen herin
nerde zij zich het ongelukkige verzuim, en
schrikte voor een oogenblik van de gedachte,
dat haar geschrift hein nooit onder de oogen
zou komen Zij stelde zich echter gerust toen
zij het postmerk had bezichtigd hetwelk
blijkbaa" Nieuw-York was en stuurde ha
ren brief zonder bedenken n »ar deze stad.
Daarna, ongenegen om het gewioluige pa
pier aan andere handen te v. rtrouweo. zette
zij haren hoed op, bond een floers daarover,
om haar ontroerd g-znht te verb rgen, en
haastte zich om haren brief zelve naar het
p istkantoor van het dorp te brengen.
Voor menschen vau een prikkelbaar ge
stel en eene levendige verbeelding, bestaat
er misschien geeueti grooteren en moeilijke
ren tijd van beproeving, dan die eenei ang
stige en langgerekte o 'Zekerheid Wannepr
men recht weet wat men te dragen heeft,
kan men gewoonlijk ai -ie noodige krachten
berusting te hulp roepen maar er worden
meer dan g- woon geduld en standvastigheid
toe vereischt, om kalm en rustig de nade
ring eener gewichtige beslissing af te wach
ten, die groote gevolgen moet hebben, Waar
van men den aard niet kan voorzien, maar
die onmisbaar ener, invloed op het geheele
latere leven moeten uitoefenen Het eene
oogenblik wint de hoop de overhand en be
looft eenen gelukkigen uitslag men glim
lacht. haalt ruimer adem en verbant angst
en zorg een oogenblik later, en een woord,
een blik, of eene gedachte zelfs, wijzigt den
geheelen aard van het gevoel, de glimlach
verdwijnt, de borst zwoegt, door plotselinge
benauwdheid geklemd, de vrees rijst als een
spooksel op. en hoe meer hoop men eerst
heeft gekoesterd, des te dieper is de afgrond
van twijfel of wauoop, waarin men neder-
stort.
Geertruide's toestand was nu bijzonder
pijnlijk. Zij had reeds eene geheele weekin
de onzekere verwachting geleefd, dat hare
krach'en had ondermijnd en nu was er
eene nieuwe reden van verlangen en twijfel
ontstaan, welke haar evenzeer noodzaakte
om zich zelve gedurig met gissingen en be
rekeningen te martelen. Het moest bijna de
kracht van zulk een jeugdig, gevoelig en
onervaren meisje te bovoti gaan, zelfbeheer
sching genoeg te verzamelen om hare aan
doeningen te bedwingen, hare ontroering
voor de oogen van anderen te verbergen en
Zich. zelve te dwingen, om deze wreede'be
schikking van haar lot alleen en stilzwijgend
te dragen.
Zij deed dit echter. Het zij de grootheid
van den nood, gelijk hij eene rechtgeaarde
vrouw a t,jd het geval is, eene daaraan ge-
evenaa-de groo-beid van ziel .|„ei) ont®
l hB,f1] '"gewikkelde onzekerheid
van haar lot haar dwong om met gevouwen
«S-» J -I
n ~x t „x l-
its J, '"viOj
handen en een berustend gemoed alle pogin
gen tot ontwarring daarvan te staken
dat zij, met dat nederige vertrouwen, dat
steeds te vaster en vuriger werd, naarmate
't gevoel harer hulpeloosheid haar meer
overstelpte, om hulp uitzag naar Hem. wiens
krachi in zwakheid wordt volbracht, zeker
is het dat, toen zij zich, na haren brief aan
den postmeester m handen te hebben g"'
steld, weder naar huis begaf, de vastheid
van haren tred en iK kalm opgeslagene blik
van haar oog blijken gaven, dat zij °P
oogenblik f.o moedig besluit had genomen
een besluit, hetwelk iu de twee dagen,
die nog verliepen eer zij het verwaente ant-
woor ontving, haar geen oogenblik begaf
Ea haar besluit Was dit. Zij wilde trach
ten vooreerst van alle i j dele gissingen arie
Zien en zich te onthouden vau dat vrucht
loos berekenen van waarschijnlijkh'den,a
slechts diende om haren geest te verhijst®
ren en hare zielsrust te verwoesten; zij wl
niet meer over hare eigene omstandigh®
peinzen maar met standvastige inspan"""
al hare vei mogen,s van geest en lichaam
andere richting geven, en ge ïuldig wad'el
tot de wolk, die thans haai- I'd oversc
duwde, door het licht der waarheid z°u z'!
verhelderd en het raadselachtige zou z'l
opgelost.
z,j Was naderhand zelve verwonde1''^
zij zi.-h de lange reeks van huiselijks w®
zaamheden en welwillende diensthe*'J
herinnerde, we ke zij, bijna z nnler hori
ve te weten, in die weinige dagen ba
richt, terwijl zij tegen gedachten w°rs--^reD
die altijd de overhand poogden tever !^0(i
en slechts door a' hare kracht van W
deri bedwongen worden.