Stadsnieuws. Volksgezind weekblad der Vrijzinnige Vereeniging van Yper en het Arrondissement. Negende jaar. \Tr 12. pup IPOT JljH» IliU.0 X Donderdag, 30"'Januari 1915. o centiemen. Flendracht maakt Macht. g f'i'SC/tij lil'lltii' </ffi £ionf/ertlflf/S. Vires acquirit eundo. INSCHRIJVINGSPRIJS Voor dén buiten Een jaar, Fr. 3-00, Voor stad Een jaar, Fr. &-50 Men handelt bij overeenkomst. Ven schrijfi in hij den Uitgever, Iiixfjiudestraat, nr 53, te Yper. De aankondigingen van gansch België en 'i buitenland evenals de Notarial» en Keeluerlijke aankondigingen mogen gezonden worden ten hnreele van dit blad. Men wordt vriendelijk verzocht alle hoege- naamde aitikels uiterlijk legen Dijnsdag middag vrij en onderteekend toe te zenden AANKONDIGINGEN Aankondigingen 15 c. den drukregel. Reklamen'25 n. Rechterlijke aankondigingen 1 fr. id. 8^=* Ter gelegenheid van KARNAVAL zal DE WEER GALM aanstaande Woens dag niet verschijnen. Do nieuwe mililiexvel in de middenjifdoelin» De heer du Bus de War na/je stelt een memorie van toelichting op, ter verde diging van de nieuwe legerwet. Het verslag van de middenafdee- ling der Kamer, die het ontwerp der nieuwe miiitiewet heeft onderzocht is verschenen het is opgesteld dooi den heer du Bus de arnaffe, en maakt een geheel boekdeel uit van 140 bladzijden. Het bevat echter niet wat men er vooral hoopte in te vin den, namelijk inlichtingen over de diplomatieke tusschenkomst, die de regeering aangezet heeft om het alleman soldaat te vragen. De verslaggever begint met een geschiedkundig overzicht der militie- wetten in België vanaf het jaar 1817 tot heden. Dan doet hij opmerken dat van 1902 tot 1909 iedereen het eens was om te zeggen dat een leger van 180,000 man op oorlogsvoet en van 42,800 man in vredestijd voldoende was voor gns land. Hij onderzoekt vervolgens de re dens die de nieuwe wet hebben inge geven, en verklaart dat het land het recht heeft die redens te kennen, te meer daar het zoo dikwijls door de krijgsoverheden gefopt geweest is De redens zijn 1. Wij hebben meer soldaten noodig, omdat onze nabu ren ook hun legers versterken 2. de verbonden der mogendheden hebben den internationalen toestand veran derd, en in geval van oorlogsgevaar zijn wij niet zeker meer op de hulp van Engeland te mogen rekenen 3. bij een oorlog tusschen Frankrijk en Duitschland, zullen de vijandelijke legers zonder twijfel in Belgie willen dringen 4. in den vreemde vind men dat ons leger niet sterk genoeg is 5. de regeering vindt dat ook. De heer du Bus de YVarnaffe geeft verder over de traktaten,die België's onzijdigheid waarborgen, inlichtin gen die bewijzen dat wij in geval van Europeeschen oorlog op deze trak taten niet zouden mogen steunen, om gerust te blijven en ons land zonder verdediging te laten. Wij worden door een vijandelijken inval bedreigd. 1 iij doet dan breedvoerig de veran deringen kennen, door de middenaf- deeling aan het wetsontwerp ge bracht en als bewijzen voor de hooger aangehaalde punten, drukt hij enkel eenige uittreksels van brochuren en dagbladartikels over. Van officieele, diplomatieke stukken uit de laatste jaren is er in zijn verslag niets te vinden. Een bijzonderheid die tot hiertoe nog niet toegelicht xvas De jonge lingen, verleden jaar ingeschreven, voor de militieklas van 1913en die vrijgesteld werden omdat een hunner broeders reeds gediend heeft of een plaatsvervanger had gekocht, blijven vrij. Maar degenen, die ontslagen waren omdat een hunner broeders enkel gelot had, zullen moeten die nen, in geval de nieuwe wet ge stemd wordt. Alleen degenen die voor 5 December 1912 getrouwd zijn, tusschen die ontslagenen, zullen vrij blijven. De nlüiemeene slakini». Het partijblad Le peuple bevatte gisteren een oproep tot de partijgeno ten gericht om ziclt bereid te maken tot de alge meen e staking. Naar algemeen wordt gedacht zal de staking eerder uitbreken dan verwacht werd, daar de stakers ook de werk zaamheden der Kamer willen stilleg gen en beletten dat de regeering de handen zou vrij krijgen door den wet- ge enden zittijd te sluiten na de stem ming dór begrootingen en der nieuwe legerwet. De regeering, anderzijds, is zoo wel overtuigd dat de staking kortelings zal uitbreken, dat reeds maatregelen zijn genomen om... gendarmen naarde nij verheidscentrums te sturen. der V 0'k s v e r l e ge 11 w b 0 r d i er s De openingstaxe op de nieuwe slijterijen. M. Nolf heeft aan den heer minister van geldwezen de tweevolgende vi agen gesteld Eerste vraag van den heer NOLF. Vermits de heer Minister, heeft aan gedrongen op de stemming der wel van 1'2 December 1912, gedeeltelijk ten einde het getal drankslijterijen te ver minderen, heeft men daaruit af te lei den dat hij geeue nieuwe drankslijte rijen zal laten openen binnen den voor- behoudcu to Ik ring ten minste 2,500 meter van de grens, of dat hij slechts bij uitzondering dergelijke machtiging zal veil oenen Antwoord van den minister. De wet van 12 December 1912 heeft niets gemeens mot de zaak. Er zal ge schieden zooals vroeger. Bedoelde machtigingen zullen bij voortduur ver leend worden wanneer de ligging der ontworpen slijterijen en het verleden van hen die ze aanvragen voldoende waarborgen opleveren tegen smokkel handel. Tweede vraag van den heer NOLF. Is de erken ning van de accij nsbea 1 nb- ten, waarvan sprake is in den omzend brief van den heer Minister in dalo 28 December 1912, betredende de wet van 12 December, volgens zijn bestuur van aard 0111 de brouwers aansprake lijk te maken in geval van overtreding der tol- en accijnswetlen, in hunne slij terijen begaan Antwoord van den lUinister. De omzendbrief van 28 December 19l2,n' 702(51, heeft bepaald dat het enkel is met hel oog op dc toepassing- van de openingstaxe, dat brouwers, maatschappijen, kringen of andere private vereeuigingeu, eigenaars of bij zondere huurder van gebouwen, waar in drankslijterijen zijn gevestigd, moe ten beschouwd worden als zijnde de houders van die slijterijen. Herbergiers, leest dit Vraag in 't Vlaainsch van de heer DE SCHUTTER. Als gevolg van de onderhandelingen door de Heeren vereenigdë Brouwers met den heer Minister, aangaande de wet van 12 December 1912, op de af schaffing van het vergunningsrecht op de slijterijen van alcoholhoudende dranken-vestiging van taksen ten bate van het bijzonder fonds der gemeen ten maken de heeren Brouwers hun ne ronde, bij de huurders hunner eigendommen (slijterijen) met onder- slaande kontrakt, hetwelk zij als niet gevaarlijk doen doorgaan voor de on derteekenaars. De ondërgeteekenden A. 'brouwer te ter eener zijde, en B. herbergier te straat, N1' ter ander zijde, verklaren dat eerstgenoemde, eigenaar (of) voornaamste huurder is van het huis door laatstgenoemde be trokken en dat. hij dezen aangesteld heeft om er bier van zijne bereiding en de andere dranken welke het voorwerp uitmaken van zijnen handel te verknopen. Di'e verklaring wordt uitsluitend ge daan ten behoeve der gebeurtelijke toepassing van de openingstaxe door de wet van 12 December gevestigd. Bij gevolg blijven de personeele be lasting, het patentrecht en de provin ciale- en gemeente taxes betredende de slijterij waarvan sprake, ten laste van laatstgenoemde, behoudens dat de eerstgenoemde voor rekening- van den tweede de voormelde belas tingen zal betalen welke deze niet zou vereffend hebben. Gedaan in drievoudig afschrift, te den 191 Zou de heer minister niet kunnen zeggen welk gevolg dit kontrakt zal hebben voorde houders van slijterijen voor de in voegingtreden der nieuwe wet, die zulk kontrakt teekenen Zullen zij het recht behouden, een ander slijterij voort te zetten zonder de taks te moeten betalen Antwoord van den .Uinister. Door deze aangifte te onderteekenen bekennen bedoelde slijters, dat zij de gc'proposeerden zijn van den brouwer, die hem heeft aangesteld voor den ver koop van zijn bier, en de vrijstelling- van de openingstaxe komt slechts aan hunnen commissiegever ten goede; derhalve mogen zij niet, zonder aan de gemelde taxe onderworpen te wor den, andere slijterijen openen, tenware deze door hen ingsgelijks werdengeëx- ploiteerd als gepreposeerden van den brouwer of van een anderen, uit hoof de dier inrichtingen vrijgestelden com missiegever. Ondervraging. Do omzendbrief van den minister zal aanleiding geven tot eene onder vraging van wege M. Debunne, socia list volksvertegenwoordiger van Kort- rijk. Deze ondervraging is ingeschreven op liet dagorde der Kamer. De klachten komen van meer toe. Is er. Gelijk men er zich aan verwachten mocht, zijn onze meesters begonnen met de twee beste dagen van vasten avond af te schaffen, in afwachting dat de drie andere volgen. (1) In het jaar onzes Heeren 1913 zullen de Yperlingen nog vrijen loop aan hunne vermaken mogen geven gedu rende de drij eerste dagen van vasten avond, van 8 ure 's avonds tot midder nacht. De heer Colaert heeft de maatregelen ingeroepen, door de groote steden genomen en namentlijk deze der stad Gent. Het zijn, zegde onze meier, de socialisten, die gevraagd hebben om den vastenavond gedeeltelijk af te schaffen en zij hebben wel gedaan, men moet hun dat recht laten weder varen. Wij zullen den heer Colaert zeggen dat vergelijking geene reden is. Als men in de groote steden en na melijk te Gent, zooals de Meier het durft verzekeren, men den vasten avond tot zijne eenvoudigste uitdruk king verminderd heeft, dat is geenë reden om te Yper 'tzelfde te doen. De handelaars, de koffiehuishouders en herbergiers hebben daar den vas- tenayond niet van doen om te leven 't is door den handel en de nijverheid dat zij zaken doen, terwijl te Yper de handel en de nijverheid doode letter zijn. De fabrieken en werkhuizen, die uit den grond gingen oprijzen bij de aankomst onzer meesters, zijn nog op te richten. Een groot getal Yperlingen hadden, om zoo te zeggen, maar voor eenige bron de vastenavonddagen, waarop zij eenige zaken konden doen. Het was dus een plicht voor onze be stuurders van ze in dit geval te onder steunen. Het is een doodelijke slag aan een groot getal herbergiers, alsook aan een deel onzer neringdoeners gegeven. Wij zijn overtuigd dat zij het zich op tijd en stond herinneren zullen. Onder andere reden wendt de lieer Colaert voor dat de vastenavonddagen aanleiding geven tot allerhande bui tensporigheden. Onze Eerste, die hoofd der politie is, moet beter dan wie ook weten dat er niet een avond voorbijgaat zonder dat er, 't zij op het Zaalhof, 't zij in de eene of andere straat van St Pieterswijk, twisten en wanorders van alle slach ontstaan. Het is op geenen vastenavonddag dat men de Klaverstraat te gruizei sloegwij waren in de vastenavond dagen niet als men dat arm soldaatje vermoord heeft. Dus, heer Meier, de redenen, die gij gelden doet om tot uw doel te gera ken, houden geen stand. De reden, die gij aanhaalt, heer Go- laert om den Karnaval op Halfvasten af te schaffen is belachelijk. Op Halfvas ten is de Kattefeeste gedaan en, als dè foorkramers op dien dag, ons nog niet verlaten hebben voor andere streken, 't is dat zij gebruik maken van dien laatsten avond 0111 nog eenige winsten te verwezentlijken, waaruit de stad ook voordeel trekt, vermits zij een hij- gevoegd standgeld eischt. Het was niet noodig, heer Meier, te herinneren dat men u verwijt van de stad Yper eene uitgestrekt kapucijnen1 nest te maken, zij is het reeds maar al te veel. (t)In de elfde eeuw verleenden de Ypei- sche Magistraten toelagen voor den vasten1 avond om de belangen hunner onderhoori,- gen te bevorderen. In de twintigste eeuw helpt de doortrapt^ Poperinghenaar met den vastenavond ge deeltelijk af te schaffen, mede onl zijné lastgevers in hunne belangen te benadeeli- gen. Vergelijkt en oordeelt (N. d. R.) WEERGALM Hjlai KB® 'V K!*® H*® 9^

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1913 | | pagina 1