VERMAARDE PACHTHOEVE Iets voor tie herbergiers. richt van den godsdienst verplich tend in al de lagere gemeentescholen van Belgie. Artikel 5 voegt er bij dat elk jaar in de maand Oktober, de hoofden der verschillende eere diensten aan den bevoegden minister een omstandig verslag doen gewor den over de wijze waarop het onder wijs van den godsdienst en van de zedeleer wordt gegeven in de scho len staande onder het beheer der wet. Anderzijds luidt artikel 6 der wet De onderwijzer onthoudt zich van eiken aanval tegen de godsdien stige overtuiging der familie» wier kinderen hem zijn toevertrouwd. Zou de heer minister mij willen zeggen of sedert het in werking tre den der bestaande wet, hoofden van eerediensten er over geklaagd heb ben dat gemeenteonderwijzers zich niet zouden hebben gedragen naar bedoeld artikel en of de schoolover- heden tuchtmaatregelen moesten ne men tegenover gemeenteonderwijzers wegens het niet naleven van bedoeld artikel Bij voorkomend geval verzoek ik den heer minister mij te zeggen hoeveel tuchtmaatregelen er werden genomen in het geheel, welke maat regelen het waren en waarom zij werden toegepast. Daarop heeft de minister volgend antwoord gegeven Belangrijke uittreksels uit jaar verslagen van hoofden van den eere- dienst worden opgenomen of samen gevat in de drie jaarlijksch versla gen. Ik ben zoo vrij het achtbaar lid er naar te verwijzen. Over het algemeen kwijt het on derwijzend personeel der gemeente scholen trouw en eerlijk zijnen plicht. Geene statistiek wordt gehou den van afzonderlijke tekortkomin gen vooral met het oog op artikel 6. Ik meen dat zij veeleer schaars zijn. Dat is klaar Dat is duidelijk 1 Waar blijft gij nu met uwe god- delooze scholen klerikale laste raars r YVal zij willen. Wat willen de klerikalen in opzicht van schoolwet Wat beweren, wat zeggen zij Laat ons dat eens onder zoeken. Om een fanatiek nageslacht voor te b 'reiden want het kind is de toe- Is ernst en aldus de bestendiging van hun meesterschap te betrachten.»reb ben onze papen bijna overal klerikale scholen gesticht, waar paters en non nen meestal zonder diploma, onder wijs of zoo iets dal op onderwijs ge- 1 ij kt geven. In den beginne onder- MGNÓELW E It K (17 XI. Ha ha ha 1 lachte de dorpsban kier op vreeselijke wijze: Onze schul den betalen zonder groote zaken te ondernemen Meent gij dat hel ver lies, dat ik aan Gabouter geleden heb, het eenige is Gansch het kapitaal van Jeanne verloor ik in beursspeculaties, ja nog veel meer bovendien. En toch geef ik mij niet over overwinnen of sterven E11 ik laat u niet grust vooraleer gij uwe zaken in orde brengt. sprak de vrouw. Geen rust laten riep de schepen met donderende stem vloekend uit, terwijl hij zijne vrouw met den vinger naar de keuken wees Daar is uwe plaats, en verder hebt gij u met niets te bemoeien Die vloek was de eerste, die Vander- molen zijne echtgenoote toewierp. De goede vrouw voelde zich diep belee- digd. Met gebogen hoofde en gebroken hart trok zij zwijgend en langzaam naar de keuken, vastbesloten zich nimmer meer met de zaken van haren man in te laten. hielden de klerikalen die gestichten 1 met hunne centen en d'opbrengst hun ner alomgekende schooierij. Pastoor 1 en koster, klerikale kasteelheer en i eigenaar wisten de menschen om te j praten of te dwingen hunne kinders I naar die scholen soms erger dan 1 eenstal of schuur te zenden. Dit I ontvolkte de oflicieele bewaar- en gemeente scholen en een wensch van den Kapelaan was voldoende om die oflicieele scholen door de gemeente- j overheden als onnoodig te zien ver klaren. Zij werden gestoten bij honder- den ja duizenden in ons kleine Belgie onderwijzers, meest vaders van familie, werden met vrouw en kinders onmee- doogend de straat opgezet, 't Was een middel om de toelagen voor onderwijs te schenken aan de kloosterscholen, die, stal of schuur voorheen, weldra in schoone gebouwen werden herscha pen. In sommige plaatsen ging het zoo ver dat eens de onderwijzer buiten, de paters of nonnen zich korts nadien in zijne woonst kwamen vestigen. De eerste stappen waren gedaan. Wel ging ten allen kanten protest op tegen het sluiten van zoo menige ofli cieele scholen, 't verbannen van zoo menige officieele onderwijzers, doch daarover bekreunen de klerikalen zich niet. Zij bleven meester en 't was voor hen de gelegenheid om verder te gaan. De kasteelheeren werden 't geven moede de bisdommen hadden hun geld noodig om elk in zijn bisdom de kiesomkooperij te betalende scbooie- rij bracht niet meer op als voorheen en paapmans werd het beu van deur tot deur te bedelen voor de katholieke scholen. Hij moest immers voor zoo veel andere dingen de hand uitsteken de kleine chineeskens de nieuwjaar van den Paus, etcetera. De papen besloten dan ook hun toe vlucht te nemen tot de groote kas, al is het officieel onderwijs het eenige door de grondwet erkend, het eenige dat de Staatskas zou mogen bekostigen. Dit weten zij daarvan zijn zij ten volle overtuigd, doch, aan alle regels zijn er uitzonderingen, alle wetten kun nen verdraaid worden alle voorwend sels, de eene al min ernstig dan de an dere, kunnen aangewend worden om tot een doel te geraken. De aangeno men en aanneembare paters en non nenscholen meestal voor een steeds te vernieuwen termijn van tien jaar trokken toelagen van de gemeenten en provinciën. Ook de Staat kon aan dien papeneisch niet weerstaan en schonk geldelijke ondersteuning. Meer nog, keuken- en huishoudkundige lessen lessen van naai-, brei- en kantwerk avondschool, beroepsleergangen, land- boüwlessen werden ingericht soms wel op 't papier en elkeen dezer was een middel om van 't gouvernement milde toelagen te verkrijgen, 't Was een middel om de brandkasten der kloosters te vullen en de Staatskas leeg te plunderen tot op den bodem. En zoo worden jaarlijks millioenen en millioenen aan de papenscholen be taald, die werkman, boer en burger moet opbrengen. Zoo nemen die scho- XII.' Boer Klaassen's vijftien duizend fran ken hadden van den schepen, niette genstaande de woordenwisseling met zijne vrouw, een geheel ander mensch gemaakt. In den namiddag sloeg lij den weg naar de Vermaarde Hoeve in, en zag er zoo opgeruimd, zoo levendig uit, als voelde hij zich weder rijk. Daarenboven was hij beter dan naar gewoonte gekleed. Alles getuigde bij hem van nieuwen levenslust. Josepha, die haar vader aan het ven ster zag aankomen, ging hem vriende lijk te ge moet. Hartelijke welkom, vader lief, vleide zij wat ziet gij er goed uit van daag Meent gij dat vroeg de vader la chend, en nam den hoed af, zie mijne haren eens, zei hij Zoo wit als zilver. Hoe komt dat vroeg de jonge vrouw, terwijl hare wezenstrekken zich versomberden. Het gevolg van eenen angstigen droom antwoordde de schepen lie gend-lachend. Zie eens, Vandermolen, zei Jose pha tegen Lodewijk, die toeschoot om zijnen schoonvader te verwelkomen, hoe vaders haren wit werden in een enkelen nacht. In den droom wellicht merkte Lodewijk aan. len steeds eene meerdere uitbreiding zoo wordt in elk dorp de gemeente school den duivel aangedaan door de broederkens en de nonnekens die er zich komen vestigen zoo voeren in de groote steden de kloosterscholen een verwoeden oorlog tegen de officieele gemeentescholen zoo wordt het goe de dergelijke onderwijs bestreden, bekampt, ondermijnd, ja verdelgd daar waar zij maar kunnen. En zoo zien wij diegenen die geroepen zijn de belan gen van 't officieel onderwijs te verde digen, integendeel medewerken tot zij ne verwoesting Zoover hebben de klerikalen het reeds gebracht. Doch nog meer willen zij, want duivelszak is immers nooit vol. Schollaert heeft het beproefd aan hun wensch te voldoen maar de vrije Bel gen, op wier goedzakkigheid zij reken den, sprongen recht en dien volksop stand heeft hij niet durven tarten. Zijn opvolger Poullet wil het op zijne beurt wagen Wat willen de klerikalen Dat hunne scholen op gelijken voet gesteld zouden worden als d'officieele scholen en al dus erkend wezen. Dat is strijdig tegen den grondwet en toch willen zij dien aanslag plegen. Wat beweren en zeggen zij t Wij zijn bet moede UWE scholen te onder houden. UWE scholen, dat is een gro ve logen, heeren klerikalen 1 'tZijn de scholen van allen, toegankelijk voor eenieder. ONZE scholen moeten ook door u betaald worden en evenveel of nog meer krijgen zoo redeneeren de klerikalen. Welnu, neen, duizendmaal neen Dat recht hebt gij niet, heeren klerikalen. Verscheidene herbergiers hebben aan onze redactie gevraagd om eenige inlichtingen te hebben over de toepas sing der wet van 12 December 1912. Wij hebben het vakblad der brou werijen geraadpleegd en uit het onder zoek leiden het volgende af Zoodra een brouwer een huis bouwt, koopt of huurt, om er eene herberg van te maken, en dat hij het huis ver huurt aan een persoon, aan wien de brouwer de verplichting oplegt van geene andere bieren of dranken te vSrkoopen dan degene die hij brouwt of maakt, is de brouwer in opzicht der wet aanzien als de ware uitbater der herberg. De herbergier wordt maar aanzien als een aangestelde of strooiman. Om de herbergier als aangestelde of strooiman te doen doorgaan bij den rijksontvanger, is het voldoende dat de brouwer aan don ontvanger eene verklaring indiene geteekend door den brouwer en twee getuigen, die hij zelf mag zoeken, waarin gezegd wordt dat deze of gene herbergier zijn huurling is en dat hij geene andere dranken mag verkoopen dan de zijne. De hérbergier moet zelfs niet getui gen dat het ja of neen waar is de Juist 1 zei de vader, en lachte zoo 1 blijmoedig, dat de echtgenooten geens zins vermoedden welk een schrikke lijke schok de haren huns vaders had verzilverd. Ik wil nieuws mededeelen, dat ik u in duizend maal te raden geef, zei de oude man. 1 Is het dan zoo wonderbaar vroegJosepha. Onze Jeanne trouwt j En met wien vroeg de jonge vrouw haastig. Dat ook raadt gij in geen duizend keeren, sprak de vader. Ik raad het in eens, antwoordde de schoonzoon. Zij trouwt met mijn broeder. Getroffen zei de schepen Josepha werd beurtelings rood en bleek. Zij sprak niet en bekende nie mand wat zij gevoelde. Maar verder, »zoo brak zij eindelijk het onderhoud van Lodewijk met den schepen afgij moet dus de vijftig duizend franken aan Jeanne uitbeta len Gewis, antwoordde de schepen glimlachend, «doch eerst na afreke ning van hetgeen Jeanne's opvoeding gekost heeft. Eene groote som, merkte de dochter aan. Bah ik deed er profijt mede. Ik kocht daarvoor spoorwegaandeelen, brouwer wordt geloofd op zijn woord en zijne verklaring is geldig. Uit de bovenstaande verklaring der wet blijkt dus dat alle herbergiers zoowel de oude als de beginnelingen die verplicht zijn bij den brouwer hun bier te nemen aangestelden of strooi- raannen van den brouwer worden. De herbergiers'mogen de patenten op hunnen naam hebben en ze zelf betalen zij mogen vroeger het groote pafent van vergunningsrecht betaald hebben, al deze bewijzen worden door de nieuwe wet zonder waarde aanzien. De verklaring van den brouwer ver breekt en vernietigt alle rechten van den herbergier. Dus zoolang een herbergier hetzelfde huis bewoont, zal hij door de accijnzen niet lastig gevallen worden, maar als hij voor de eene of andere reden wil verhuizen, hetzij in eigendom gaan, hetzij in een voordeeliger pachthuis gaan, dan zullen de accijnzen hem sef fens achter de hielen zitten en al ware hij dertig jaar herbergier geweest, hij zal de openingstaks moeten betalen. In hel huis van den brouwer dat hij verlaat, mag nu iemand gaan die nooit herberg heeft gehouden, hij is ontsla gen van de Openingstaks door de ver klaring van den brouwer. Ziedaar, lezers-herbergiers, de ge vraagde inlichtingen waarvan gij kunt gebruik maken volgens den toestand waarin gij u be.vindt. Ziehier nu het bedrag der openings taksen 300 frank voor de wijken en gemeen ten van min dan 5.000 inwoners. 400 frank voor de gemeenten van 5.000 tot 15.000 inwoners. 500 frank voor de gemeenten van '15,000 tot 30.000 inwoners. 750 frank voor de gemeenten van 30,000 tot 60,000 inwoners. 1.000 frank voor de gemeenten bo ven de 60,000 inwoners. Zijn de brouwers tevreden met zul- ken bevoordeeligden toestand. Zij zijn immers de aimachtigen en de herber giers zijn slaven in hunne handen. Zij kunnen ze uitzuigen gelijk een citroen en de herbergiers hebben geene rech ten in te brengen. De groote menigte der brouwers is hoegenaamd niet tevreden en tot die menigte behooren al de kleine brou wers en diegene die geen fortuin heb ben. Inderdaad, die menschen worden in de onmogelijkheid gesteld te concur- reeren tegen de rijke brouwers, die eigenaar zijn van vele herbergen. Het is een strijd van de kleinen tegen de machtige grooten en die strijd zal niet geschieden met de goede hoedanigheid der bieren of met de aangenaamheid der bediening. Neen in die strijd alleen de macht, het geld, de dwang. De kleine brouwers moeten er on der bezwijken. Lu ons Staatsbestuur richt die toestand in en beschermt die onrechtvaardigheid Verachterd, Vrije Belgenland. die goeden intrest leveren, en waarvan ik mij niet gaarne ontdeed. Daarom kom ik u vragen, of gij niet vijf a tien duizend franken te mijner beschikking hebt. Zeker niet waar, Josepha zei Lodewijk. Gewis, gij kunt op tien duizend franken rekenen, vader, of wilt gij het geld medenemen Hot weegt te zwaar, zei de dorps bankier. Wij hebben goud en papier. O dat is wat anders. Josepha toonde haren vader nog maals de hoeve. De schepen bewon derde met woorden en gebaren al de veranderingen die zijne dochter had gemaakt, en trok eindelijk welgemoed met het geld zijns schoonzoons huis waarts, zonder dat deze, ten blijke van volle vertrouwen, er aan dacht zijnen schoonvader eene schuldbekentenis te vragen. Toen de schepen te huis kwam, be groette hem zijne echtgenoote met hare gewoonlijke vriendelijkheid doch vroeg niet als weleer Vader, waar zij t gij geweest Manlief, wat hebt gij gedaan Het was als ware alles haar onverschillig, zoo diep scheen zij ge drukt. Wordt voortgezet. IDE

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1913 | | pagina 2